Om half zes stonden Constance en ik bij de voordeur om het laatste voertuig over het uitgesleten weggetje te zien verdwijnen. Ik voelde me alsof mijn ogen tot speldenpunten waren gekrompen van vermoeidheid.
Constance wreef met haar handen over haar gezicht en zette met een klemmetje de slierten haar die waren uitgezakt weer vast. 'Ik weet niet hoe het met jou is gesteld, maar ik moet een heel groot glas van iets heel bedwelmends hebben.'
'Kom op, jullie tweeën.' Kit kwam de hal binnen met een fles en een paar glazen op een dienblad. 'Tijd om uit te blazen. O Constance, ik heb iets voor jou.' Hij gaf mij het dienblad en tastte in de zak van zijn jasje. Hij haalde een boekje te voorschijn en gaf haar dit. 'Pagina vijf.'
Met een verbaasd gezicht sloeg Constance de betreffende bladzijde op. Toen werd haar gezicht rood en haar hand vloog naar haar mond. 'Mijn gedicht! O Kit! Hoe heb je... Het is echt niet goed genoeg. Ik ben helemaal ondersteboven... Heb je daar iemand voor moeten betalen?'
'Geen penny. Het is een tijdschrift met een goede reputatie. De redacteur vindt het gedicht erg goed en wil zien wat je nog meer hebt geschreven. Misschien is dit wel het begin van iets. Poëzie schrijven is een moeizame weg naar roem en fortuin, maar blijf vooral schrijven.'
Ze kuste hem op de wang. 'Dank je wel!'
Eugene kwam binnen en ik zag Constance aarzelen, waarna ze het boekje achter een kussen verstopte. Ik vroeg me af of ze het hem wilde laten zien als ze alleen waren, of dat ze bang was hem jaloers te maken.
'Het was erg lief van je om dat te doen,' zei ik op gedempte toon tegen Kit. 'Om het naar het tijdschrift te sturen. Dit moet wonderen doen voor Constances moraal.'
'Kleine moeite.' Kit pakte het dienblad weer aan, zette het op de tafel
en vulde de glazen. 'Maar als jij er blij om bent, dan ben ik gelukkig.'
Op dat moment hield ik echt van hem. 'Zou je nog één ding voor me willen doen? Zou je Violet beneden willen brengen? Ze vindt het vreselijk dat ze alle opwinding moet missen. Dan kunnen we nog even met z'n allen gaan zitten.'
'O Jezus, Maria en Jozef!' Constance liet zich in de zitkamer op een bank vallen. 'Ik ben nog nooit zo afgedraaid geweest! En dan was het nog maar een halve middag, met twee rondleidingen! Hoe moet dat morgen wel niet gaan?'
'Ik denk dat het komt doordat alles nieuw voor ons is. We waren natuurlijk gespannen, en dat is nou eenmaal heel vermoeiend. Maar o, wat een vreugde! Het was een succes! Ze vonden het echt gewéldig!'
'Reken maar! En ik mag hangen als ik weet waarom.' Constance pakte het glas aan dat ik haar aanbood. 'Ondanks Osgar die opeens verkikkerd werd op de met nerts gevoerde regenjas van die vrouw. Goddank was Kit er!'
Ik greep mijn notitieboekje, dat al met aantekeningen was volgekrabbeld. 'Vanavond moet Eugene een briefje maken voor op de voordeur, om alle vrouwen te verzoeken hun bontkleding achter slot en grendel in de garderobe op te bergen.'
'Zullen ze dat niet gek vinden?'
'Dat hoort dan bij het excentrieke sfeertje. Dat schijnt leuk te zijn.'
'Dat klopt.' Constance keek verbaasd. 'Toen ik vertelde over de traditie een zwarte hond op de stoep van de voordeur aan de ketting te houden, en dat we hadden besloten dat het tijd was om in het belang van het welzijn van dieren met deze traditie te breken, maar dat we nog steeds probeerden hem acceptabele manieren bij te brengen, smolten ze allemaal, inclusief de eigenares van de jas. Ze maakte foto's van Osgar en de Engelse bezoekers probeerden hem pepermunt en toffees te geven als ze dachten dat ik niet keek.'
'Je moet dat verhaal van nu af aan bij elke rondleiding vertellen. En we zullen iets aan de ketting in de keukengang moeten doen.' Het feit dat de ketting was losgeraakt en weer op hoofdhoogte hing, was niet opgemerkt door Constance, die hem instinctief was blijven vermijden. 'Er zijn echt verscheidene mensen tegenaan gelopen, en die arme kale man zat onder het bloed.'
'Misschien kan Timsy hem weghalen?'Ik begon bedrijvig te krabbelen. 'Ik denk dat het beter is om er een groot papier aan te hangen, dan kun jij uitleggen waar het ding voor dient, en dat we allemaal gewend zijn opzij te duiken. Nog meer couleur locale. En minder geblutste hoofden.'
'Waar... lachen jullie zo... om?' vroeg Violet, toen ze met haar armen om Kits hals geslagen naar binnen werd gedragen, een paar minuten later gevolgd door Maud. 'Hoe... veel mensen... zijn er... g... gekomen? Is alles g... goed g... gegaan?' We hadden Maud overgehaald ermee in te stemmen dat de logopediste terugkwam, en Violet had de afgelopen weken veel vorderingen gemaakt. Ze sprak nog steeds langzaam, wat omfloerst, en ze vergat vaak woorden, maar het was nu mogelijk een fatsoenlijk gesprek met haar te voeren. Hoewel ze nog wel af en toe huilde van frustratie, probeerde ze toch geduldig te zijn en ze deed altijd heel lief tegen mij. Ik was erg op haar gesteld geraakt.
Flavia kwam binnen gehold en liep direct naar haar moeder om haar te kussen. 'Zijn er mensen geweest? Wat is er gebeurd?' Ze ging naast Violet zitten, legde haar moeders slappe rechterhand op haar knie en begon die voorzichtig te strelen, omdat ze wist dat de spalk pijn deed. 'We hebben er een eeuwigheid over gedaan om thuis te komen!'
Constance had geregeld dat Sam O'Kelly het vervoer van en naar school verzorgde, tegen een gepaste vergoeding. Larkie en hij hingen nog steeds in Kilmuree rond omdat het hun aan de middelen ontbrak om naar Amerika terug te gaan.
'Ik heb hem strikte orders gegeven niet harder dan vijfenzestig kilometer te rijden,' zei Constance. 'De Morris is niet meer tegen hoge snelheden bestand en we moeten de Land Rover hier houden voor noodgevallen. Het is allemaal heel spannend geweest en op zijn zachtst gezegd een knallend succes. Maar je zult het zaterdag met eigen ogen kunnen zien. Ik hoop eigenlijk dat jullie allemaal een handje willen helpen.'
'O ja!' riep Flavia. 'Wat mag ik doen?'
'Denk je dat Liddy en jij in de tearoom kunnen helpen?' vroeg ik. 'Pegeen en Katty konden de drukte echt niet aan.'
'Lijkt me gewéldig!' zei Flavia. 'Ik zorg dan dat ik een boekje heb om alles in op te schrijven, en ik zal heel voorzichtig zijn en de kopjes geen voetbad geven. Dat is iets waar mama altijd heel boos om wordt, hè mama?' Ze legde haar hoofd tegen haar moeders schouder.
'Ik ben nooit b... boos op jou, 1... liefje.' Violet streelde Flavia met haar goede hand over het haar. De glimlach verdween bijna onmiddellijk van haar gezicht toen ze zich weer op Vogue richtte, waarbij ze met haar vinger de woorden aanwees.'Waar is Liddy eigenlijk?' vroeg Constance.
'Die is naar de keuken om iets te eten te zoeken,' zei Flavia.
Liddy hield er tegenwoordig verstandiger eetgewoonten op na, hoewel het nog te vroeg was om er zeker van te zijn dat ze haar dagen van hongeren en lijnen te boven was. Ik had deze verbetering graag toegeschreven aan Liddy's blijdschap over het herstel van haar moeder, maar de waarheid was dat hoewel Violet en zij een gezamenlijke belangstelling voor kleren en mode hadden, Liddy haar moeders aanwezigheid vaak irritant vond. Ze had totaal geen geduld als Violet iets probeerde te zeggen. Maar zeventien was een moeilijke leeftijd en Liddy had veel van Mauds karakter.
Juist op dat moment stak Liddy haar hoofd om de hoek van de deur.
'Heb je die ham nog nodig, die in de koelkast ligt?' vroeg ze me, waarbij ze de anderen negeerde.
'Zie je niet dat Kit er is?' zei Constance boos. 'Als je geen zin hebt om de rest van ons gedag te zeggen, zou je op zijn minst de beleefdheid kunnen opbrengen hem te begroeten.'
'Sorry. Hallo Kit, hoe gaat het ermee?' Zonder op zijn antwoord te wachten richtte ze haar aandacht weer op mij.
'Ja, die heb ik helaas nodig. Maar er zijn nog scones over van de thee van de bezoekers, en ook wat jam en room. Je mag die opmaken, als je wilt. Ze moeten elke dag vers worden gebakken, anders smaken ze naar karton en...'
'Voor mij!' gilde Flavia, en de twee meisjes renden om het hardst naar de keuken.
'Hoe zit het met jou, Flurry?' vroeg Constance. 'Zou jij ons zaterdag kunnen helpen? Je zou de jassen en de paraplu's kunnen aanpakken en er kaartjes op doen.'
'Ik moet verder met mijn spoorlijn, als die deze zomer klaar moet zijn,' zei Flurry. 'Bovendien' - hij trok zijn mondhoeken omlaag — 'héb ik het niet zo op vreemden.'
'Dat dacht ik ook altijd van mezelf,' zei Eugene, die terugkwam uit de keuken, waar hij uitvoerig met vlekkenwater in de weer was geweest omdat er een druppel inkt op zijn broek was gevallen. 'Maar ze waren allemaal zo beleefd en zo complimenteus dat ik het erg leuk heb gevonden.'
Eugenes silhouetten waren een geweldig succes geweest. We hadden hem met zijn ezel bij de trap opgesteld, waar de bezoekers uit de keuken kwamen, aan het eind van de rondleiding. Nadat ze gezien hadden hoe elegant de silhouetten in de zitkamer leken, vonden de mensen het wel een leuk idee hun eigen huis ook een snufje country-housestijl mee te geven. Er had zich een rij wachtenden gevormd, wat stagnatie betekende voor de nieuw binnengekomenen, dus had Kit een systeem met kaartjes voor de portretten bedacht. Dit betekende dat belangstellenden hun beurt in de tuin konden afwachten, of meer geld konden uitgeven in de tearoom, waar ze werden vermaakt door Pegeen en Katty, die net Laurel en Hardy waren met hun dienbladen met thee en cake. Er was weliswaar het een en ander gebroken, maar het viel te hopen dat ze het van nu af aan te druk zouden hebben om meer dan een enkel 'slokje' uit de zwarte fles te nemen, om op krachten te blijven.
'Ik weet dat ik niet met stereotypen hoor aan te komen,' zei Constance, 'maar oppervlakkig bekeken zijn er karakteristieken die toch lijken te kloppen. De Amerikanen waren het vriendelijkst. Ze stelden vragen over van alles en nog wat.' Ze nam een slokje van haar champagne en glimlachte bij de herinnering. 'En zij gaven me de meeste fooien. Ik heb het nog niet geteld, maar ik denk dat er zo'n vijfentwintig pond is. De Japanners waren heel beleefd en uitermate serieus. Ze schreven zo ongeveer elk woord op van wat ik zei en ze lachten niet om mijn grapjes. Ik denk dat ze dachten dat ik gek was. De Fransen en de Duitsers hadden de neiging een beetje neerbuigend te doen over de vervallen staat van alles. Maar ze waren wel het meest op de hoogte van kunst en architectuur. De Engelsen spraken op gedempte toon, alsof ze het gevoel hadden dat ze zich eigenlijk niet in het huis van een ander hoorden te bevinden, en ze gaven helemaal geen fooi. Maar in de tuin kwamen ze pas goed op dreef. Ze ondervroegen me over stekken en snoeien en de verschillende grondsoorten, en ik voelde me volslagen onnozel omdat ik zo weinig te antwoorden wist.'
'Ik sprak een aardig stel dat net uit Colorado was gearriveerd.' Kit schonk zich nog een glas champagne in. 'Ierse Amerikanen, op zoek naar hun wortels. Ze willen een oud huis kopen en dat opknappen. Ze vroegen of het waar was dat het in Ierland vaak regende. Ik wist niet goed wat ik moest zeggen. Aan de ene kant was het wreed geweest om hen te misleiden. Aan de andere kant is er hier zoveel prachtige architectuur die wacht om te worden gered door filantropische buitenlanders, aangezien de Ieren zich er niet om bekommeren.'
Maud sloeg een glas usquebaugh in één teug naar binnen. 'Waarom parvenu's het romantisch vinden om in een naargeestige ruïne te wonen, met ezels als buren, hysterici als bedienden en het voortdurende drup, drup, drup van dingen die overal om hen heen verrotten, is iets wat ik nooit zal begrijpen.'
'Wat heb je tegen hen gezegd?' vroeg ik Kit.
'Ik heb bekend dat het veelvuldig regende, maar ik vroeg of zij niet ook vonden dat romantiek om wisselende lichtbundels, laaghangende luchten en gedempte schaduwen vraagt.'
'Een heel goed antwoord.' Ik hield mijn glas omhoog en glimlachte toen hij met de fles naar me toe kwam. 'Bedankt voor je komst, vandaag. We hadden het zonder jou nooit gered. Ik wist niet dat jij zo behendig met paard en wagen kon omgaan.'
Hij ging naast me zitten en sloeg zijn arm over de rugleuning van de sofa, waarbij hij zijn hand op mijn schouder legde, en zei zacht: 'We weten nog helemaal niets over elkaar. Trouwens,' - hij trok even aan een van mijn lokken - 'ik ben net in de eetkamer geweest. Ik neem alles terug wat ik over die kleur heb gezegd. Nu alles af is en de schilderijen er hangen, ziet het er schitterend uit. Goed gedaan, meisje.'
'Zit daar niet te fluisteren, jullie tweeën,' zei Maud. 'Het is hier geen slaapkamer.'
Tijdens het eten was iedereen luidruchtig en zat vol verhalen over de dag. Ik keek langs de tafel naar waar Violet zat. Ze praatte met Kit en keek met een kokette glimlach naar hem op. Bij het kaarslicht waren haar hangende ooglid en scheve mond nauwelijks zichtbaar. Weliswaar kon ze nog niet lopen en was ze volslagen afhankelijk van anderen, maar de kans was groot dat ze nog verder op zou knappen.
Ik schoof het restje van mijn dessert over mijn bord heen en weer, wachtend tot de anderen klaar waren met eten. Zodra alles met de bezoekers goed liep, moest ik naar Londen terug om een baan te zoeken. Ik zou weer voor een veilinghuis kunnen werken of iets met historische gebouwen kunnen doen. Er waren zoveel mogelijkheden. Ik was zevenentwintig. Oud genoeg om mijn eigen zwakheden te kennen en jong genoeg om er iets aan te doen.
Ik keek weer naar Kit en Violet. Hij had iets gezegd waarom ze moest lachen. Teder veegde hij haar rechtermondhoek met zijn servet schoon. Het was een wonderlijk intiem gebaar. Maud, die tegenover hen zat, keek woest naar haar dochter en tikte met haar vork op de tafel. Violet lachte weer, en haar mooie ogen straalden. Kit wierp Maud een blik toe die eerder flirtziek dan berouwvol was.
Ik stond op om koffie te gaan zetten. Glimlachend schudde ik mijn hoofd toen Kit aanbood me te helpen.
'Ik wil naar bed,' zei Violet, op de kleine-meisjestoon die ze soms aannam. 'Draag me naar b... boven, K... Kit.'
'Onzin!' zei Maud. 'Het is pas vijf voor tien. Je bent niet ziek!'
'Het komt door al die oe... oefeningen die jij me 1... laat doen. Ik heb slaap.'
'Onzin!' zei Maud weer, alsof Violet een klein kind was in plaats van een vrouw van zevenendertig.
Ik liet hen kibbelend achter. In de keuken was het stil en vredig. Pegeen, Katty en Timsy lagen bij de haard te slapen. De twee honden sliepen naast hen, Osgar tegen Timsy aan. Overal om hen heen lagen stukken papier. Ik raapte er een paar op. Ze waren bedekt met tekeningen van galgen. Ik zette koffie, bracht het dienblad naar de zitkamer en stookte de haard wat op. Daarna liep ik met een emmer turf en een trommel koekjes naar boven om het vuur in de haard van Violets kamer en Mauds kamer op te stoken en hun koekjesvoorraad aan te vullen. Pegeen en Katty waren te druk bezig of te opgewonden geweest om de bedden op te maken. Het was een werkje van niets om Violets bed recht te trekken, maar Mauds bovenlaken vertoonde vlekken van iets wat thee leek. Het gebeurde vaak dat haar handen te stijf en te zwak waren om het dienblad met haar ontbijtspullen goed vast te pakken. Ik trok het laken van het bed en liep naar de linnenkasten. Terwijl ik door de stapels linnen zocht naar die met Mauds initialen in rood op de hoeken geborduurd, hoorde ik stemmen van beneden komen.
'Je b... bent een stoute j... jongen,' giechelde Violet terwijl Kit haar langzaam de trap op droeg. 'Ik ben een get... trouwde vrouw. Je hoort dat niet te z... zeggen.'
Ze waren duidelijk zichtbaar in het licht van de koperen lantaarn die boven de trap hing, maar de linnenkasten, die in een uitsparing naast de achtertrap stonden, waren schemerig verlicht. Ik had geen zin om Violets pret te bederven, dus stapte ik achteruit, het donker in.
Kit bleef boven aan de trap staan. 'Jij hoort niet zo'n kleine flirt te zijn. Maar als je wilt, zal ik je hier neerzetten en dan mag Eugene je verder dragen.'
'Alsjeblieft... nee! Hij is echt s... stomvervelend. Ik s... snap niet waarom Constance met hem... met hem...?'
'Met hem naar bed wil, bedoel je? Er bestaan minder nette woorden voor, maar die bedoelde je vast niet.'
Violet lachte weer. 'Het is 1... leuk met jou hier. De anderen zijn zo s... saai. O Kit, v... vind jij me ook een beetje aardig?'
Bij wijze van antwoord legde Kit zijn mond op de hare en ze kusten elkaar langdurig. Ik keek toe met een gevoel dat voornamelijk uit verbazing bestond. Ik besefte dat ik op de een of andere manier mijn aanwezigheid kenbaar hoorde te maken, maar daar zou ik hen ook mee in verlegenheid hebben gebracht. En mezelf.
'Niet op... ophouden,'hijgdeViolet.'Ikwil... Jem... moet...'
'Het is hier geen goede plek,' mompelde Kit. Ik kromp ineen tegen de planken en hoopte dat mijn voeten niet zichtbaar zouden zijn onder de open deur. 'Waar kunnen we naartoe? Naar jouw kamer?'
'Mama zal zo op het oorlogs... dinges zijn. Ze is heel 1... lastig. Maar we kunnen de... dinges... deur op slot doen. Gelukkig heeft ze veel tijd nodig om de t... trap op te lopen.'
'Je bent een heel ondeugende verleidster. Goed. Maar we zullen snel moeten zijn.'
Ik hoorde zijn voetstappen snel verdergaan, toen ging er een deur open en dicht. Ik vroeg me af wat ik hoorde te voelen. Wat hadden een paar kussen te betekenen? Het leek eerder een spelletje dan bedrog. Ik hervatte mijn zoektocht tussen het linnengoed, dat koel aanvoelde tegen mijn warme handen. Ik had even tijd nodig om te vinden wat ik zocht. Ik deed het licht uit en stond even in het donker te aarzelen wat ik nu moest doen. Ik wilde hen niet bespioneren. Maar Mauds bed moest worden opgemaakt, en snel ook. Ik liep op mijn tenen naar Mauds kamer terug en voelde me net een klungelige dief, doodsbang te worden betrapt. Toen ik voorbij Violets kamer kwam, hoorde ik haar stem kreunen van genot, steeds hoger en luider. Er klonk een ritmisch gebonk als van een hoofdeind dat tegen de muur stootte. Kit begon te kreunen en Violet begon te jodelen. Er werd dus niet alleen gekust.
Ik haastte me naar Mauds kamer en deed de deur dicht, in een weinig succesvolle poging het geluid buiten te sluiten. Haastig stopte ik de lakens en dekens in en wierp het dekbed erop. Ik had het liefst mijn vingers in mijn oren gestopt toen ik een schreeuw van Kit hoorde, maar dan had ik de sprei er niet overheen kunnen leggen. Een paar minuten later was ik blij dat ik zo voorzichtig was geweest het licht uit te doen voordat ik Mauds deur opendeed. Kit stond op slechts enkele meters buiten Violets kamer. Hij leunde tegen de muur aan de overkant en veegde zijn mond met zijn zakdoek af, terwijl hij breed grijnsde. Als hij niet zo door zijn kennelijk aangename herinneringen in beslag was genomen, had hij mij ongetwijfeld gezien. Ik dook achteruit het donker in en wachtte tot ik hem naar de grote trap hoorde lopen. Vervolgens rende ik als een olympische sprinter de achtertrap af en schoot de hal in, juist toen hij de deur van de zitkamer bereikte.
'Ik vroeg me al af waar je zat,' zei hij vriendelijk toen ik dichterbij kwam met een bonbonnière met chocolaatjes, die ik van de tafel had gegrist terwijl ik door de keuken rende.
'O, ik moest een beetje opruimen.' Ik probeerde net zo ontspannen te klinken.
'Je bent helemaal buiten adem.'
'Ja? Het is een lange dag geweest. Ik ben erg moe.'
'Dat moet wel. Je hijgt als een vis op het droge.'
'Ik ga zo snel mogelijk naar bed.'
'O, gelukkige katten!' Hij zuchtte alsof hij het echt meende.