In de dagen na Kerstmis daalde er een wolk neer over het terrein. Hij

rolde vanaf de Atlantische Oceaan, vijftien kilometer verderop, landinwaarts en nestelde zich in het dal. Na een week van naar buiten staren naar de mist die straaltjes condens op alle ruiten, binnen en buiten, achterliet, begonnen we allemaal een beetje geïrriteerd te raken.

'Liddy, hou in 's hemelsnaam eens op met dat gemopper,' zei Constance, tamelijk snauwerig voor haar doen. We zaten in de salon om voor het eten iets te drinken. 'Ik begrijp niet wat jou deze dagen mankeert.'

'Ik zit me hier dood te vervelen,' zei Liddy. 'Dat mankeert me. Er is niets om me op te verheugen. Ik ben doodziek van alles.'

'Wat dacht je van een ritje naar Williamsbridge?' opperde Kit. 'Ik moet daar naar de bibliotheek. Je zou dan die jurk kunnen kopen waar je het steeds over hebt.'

'O ja,' zei Constance. 'Doe dat, Liddy. Dat maakt dan meteen een eind aan de dagelijkse ondervraging over of we echt denken dat pistache je zal staan of niet. Alsof jij je er ook maar iets van aantrekt wat ik ergens van vind.'

'Ik begrijp niet waarom jij tegenwoordig zo vitterig doet.' Liddy richtte haar zonnebril op haar tante. 'Ik denk dat dat op jouw leeftijd seksuele frustratie moet zijn.'

'Liddy.' Finn, die zich achter zijn krant verscholen had gehouden, liet die nu zakken en keek zijn oudste dochter streng aan. 'Dit is de zitkamer en je bent in gezelschap van je onzalige familie en hun onfortuinlijke gasten. Matig je conversatie naar behoren.'Alleen als hij sprak oordeelde ik het veilig om naar hem te kijken. En ik kreeg daar altijd weer spijt van, omdat de schok van verlangen die snel door schuldgevoelens werd gevolgd, me altijd weer wanhopig maakte. Schuldgevoelens omdat ik wist dat ik alles moest doen wat in mijn macht lag om dat verlangen te smoren. Schuldgevoelens vanwege Violet. Schuldgevoelens vanwege de kinderen. Schuldgevoelens omdat ik mezelf ervan beschuldigde Kit te misleiden.

Ik begreep niet helemaal hoe het kwam dat ik me met de dag - met het uur - meer gecompromitteerd voelde. Als Kit zijn hand op mijn arm legde, was het met een bezittersair. Als hij me welterusten kuste voelde ik me alsof er een pact was bezegeld. Sinds het feest was ik erin geslaagd alles zo te regelen dat we bijna nooit alleen waren, en nooit langer dan een paar minuten. Dit was laf en dom. Ik besefte dat hij weldra zou ontdekken dat ik hem opzettelijk meed. Ik had de indruk dat hij me nauwlettend in de gaten hield. Hij had wellicht al ontdekt dat Finn en ik zelden iets tegen elkaar zeiden en dan nog op een overdreven koele manier. Ik geloof dat het Aristoteles was die zei dat je om dapper te zijn, eerst moest doen alsof je dapper was. Daarom probeerde ik me te gedragen alsof ik onverschillig was voor Finn Macchuin, in de hoop dat de echte onverschilligheid zou volgen.

De dag na het feest had Maud opdracht gegeven de kamer naast de hare voor Violet in gereedheid te brengen. Ze verklaarde dat haar dochter geen verdere therapie behoefde aangezien ze nu in staat was zonder verdere hulp te herstellen. Ze behandelde Violet alsof haar beperkingen op aanstellerij berustten. Ze moest gewoon beter haar best doen, dan zou ze net als ieder ander kunnen zitten, lopen en bewegen. Maud betuttelde Violet niet, ze had geen medelijden met haar en ze deed minachtend over haar tranen en aanvallen van woede. Ze snauwde tegen haar wanneer ze woorden vergat of die niet duidelijk kon uitspreken. Ze walgde van de aanblik van Violets gekromde hand en ze gaf Pegeen opdracht er een spalk tegen te binden, zodat hij recht bleef liggen. Het was allemaal ver van de aanbevolen methoden voor revalidatie, maar Violet leek niet geschokt te zijn over de hardheid van dit nieuwe regime, of onder de indruk van haar moeders tirannie. Misschien bevatte dit alles de troost van het vertrouwde.

'Ik vraag me af of Eugene al terug is van zijn wandeling.' Constance keek bezorgd. 'In deze mist verdwaal je zo snel. Ik ga naar boven om te kijken of hij in zijn kamer is.'

'Godallemachtig!' mompelde Liddy toen haar tante de kamer uitliep. 'Nog even, en ze holt met zijn pantoffels de bergen in.' Niemand gaf antwoord en ze bleef zitten mokken. Ik was bezig een lampenkap te repareren en Kit bekeek een manuscript. 'Je hebt vroeger altijd tegen ons gezegd dat we de waarheid moesten zeggen en ons niets van anderen moesten aantrekken,' zei Liddy boos tegen haar vaders krant. 'Maar nu probeer je me steeds de mond te snoeren. Dat is buitengewoon schijnheilig. Waarom mag ik niet zeggen wat we allemaal denken? Tante Connie heeft zolang ik me kan herinneren geen man gehad.'

'Als dat het geval is, dan vind ik dat ze blijk heeft gegeven van veel gezond verstand.' Finn vouwde zijn krant op met de houding van een man die er genoeg van heeft. 'Je zou er goed aan doen, Liddy, te beseffen dat als je praat over dingen waar je geen verstand van hebt, je veel kans loopt jezelf voor schut te zetten.'

'Hoe zit het met die jurk?' vroeg Kit tactvol, toen Liddy haar vuisten balde.

'Kunnen we morgen gaan?' vroeg Liddy. 'Ik moet overmorgen weer naar school.'

Kit keek spijtig. 'Ik moet morgen een auteur in Kerry bezoeken. Ik heb de hele dag nodig om erheen en weer terug te rijden.'

'Shit!' Liddy schopte hard tegen het voetenbankje. 'En ik heb op zaterdag repetities voor dat stomme toneelstuk. Die jurk is volgende week natuurlijk allang weg. Het is het enige fatsoenlijke dat in heel Connemara te vinden is.'

'Moet je echt zulke grove taal uitslaan, Liddy?' vroeg Finn. 'De muizen worden nog bang van je.'

- Constance en Eugene kwamen op dat moment binnen. Hij was kennelijk net terug van zijn wandeling. Zijn haar was uit het lint gezakt en hing klam rond zijn gezicht dat glom van de nattigheid. Hij liet zich in een stoel vallen alsof hij uitgeput was, en ik had moeite een opmerking te bedwingen over zijn natte jas die slecht was voor de bekleding. Het was tenslotte de stoel van Constance.

'Zei je dat je die jurk al had gepast?' zei Kit. 'Als dat zo is, kan Bobbie met me meegaan om hem voor je op te halen.'

'Zou je dat willen doen?' Liddy richtte haar brillenglazen op mij en sloeg haar handen smekend ineen.

'Overmorgen? Nou, dat moet wel lukken. Ik zal toch niet in de tuin kunnen werken als het zulk weer blijft.'

Liddy keek opgetogen. 'Ik kan je het geld pas geven als ik de cheque van oma heb geïncasseerd, dat is wel een probleem.'

'Ik kan je dat geld wel voorschieten,' zei ik.

'Nee,' zei Finn. 'Dat doe ik.'

Onze blikken kruisten elkaar even. Hij wendde zijn ogen een seconde eerder af dan ik.

'Ik heb wat naaigaren nodig.' Sissy, die met haar voeten omhoog op de bank bij het raam zat, terwijl ze naald en draad hanteerde, had alles nauwlettend gevolgd en keek mij vernietigend aan.

'Ik wil dat met alle genoegen voor je meebrengen,' zei ik, waarbij ik in mijn eigen stem die valse opgewektheid hoorde die ik altijd tegenover Sissy aan de dag legde. Sissy richtte haar ogen weer op haar naaiwerk en stak de naald er woest in.

'Dat is dan afgesproken,' zei Kit. 'Ik haal je overmorgen op, Bobbie. Schikt twee uur?'

'Ik verheug me erop.'

Eugene kuchte om onze aandacht te trekken. 'Ik zou ook graag mee willen rijden naar Williamsbridge.'

Eugene was ongewoon zwijgzaam geweest sinds tweede kerstdag. Als iemand iets tegen hem zei, schrok hij op, alsof hij met zijn gedachten elders had gezeten. Hij had ook geen gedichten meer voorgelezen.

Er volgde een korte stilte voordat Kit vriendelijk zei: 'Natuurlijk. Ga met ons mee.'

Ik was zowel teleurgesteld als opgelucht.

'Het is tamelijk warm, hè?'

Ik draaide het autoraampje omlaag. Alles wat je aanraakte was nat en kledderig. De lucht was zacht en doorweekt, en zelfs buiten het dal was de mist zo dicht dat er groot licht moest worden gevoerd.

Eugene zat in de kleine ruimte achter de voorstoelen van de rode Spider, met zijn knieën opgetrokken tot aan zijn kin. 'Ik vind het eigenlijk vrij fris.'

'Ach, maar met het raam omlaag kun je de heide ruiken.'

We waren onvermijdelijk achter een vrachtauto vol schapen terechtgekomen. Aangezien de weg smal was met uitwijkplaatsen om de paar honderd meter, was Kit gedwongen in een lage versnelling te blijven rijden. 'Kijk die arme schepselen toch eens.' Eugene boog zich naar voren en Kit deed het raampje aan de chauffeurskant open. Eugene wees met zijn vinger over mijn schouder naar de koppen van de schapen, die er inderdaad heel droefgeestig uitzagen. 'Hun bloed zal worden vergoten door het mes van de slager. Ik denk dat ik maar vegetariër word.'

Kit begon uitzonderlijk geïrriteerd te raken door de traagheid van de vrachtauto. Ik besteedde de rest van de troosteloze rit aan het bewonderen van de bergen en de meren, en aan het bedenken van vleesloze gerechten die ik voor het avondeten klaar kon maken. In Williams- bridge was ik in twee uur klaar met boodschappen doen en beladen met pakjes keerde ik terug naar de auto, waar Kit zat te bladeren in een van de boeken die hij in de bibliotheek had geleend.

'Lieverd!' Hij wierp het boek achterin toen hij me door het raampje zag turen. 'Je zit onder de druppels, net als mijn oude golden retriever. Kom gauw in de auto.'

'Ik kan beter eerst mijn tassen achterin zetten.'

'Dat doe ik straks wel. Kom erin.'

Zodra ik me op de passagiersplaats had gewurmd, nam Kit me met tassen en al in zijn armen en kuste me uitvoerig. 'Ik heb dit al zo lang willen doen. Waarom moet jij toch steeds omringd zijn door andere mensen?'

'Kit, ik...'

'Niet te geloven!' Kits vinger wees opeens naar de straat. 'Kijk nou eens!'

Over het trottoir kwam een man naar ons toe gelopen, gekleed in een licht velours pak met een roze zijden sjaal die om zijn hals was dichtgeknoopt. Wat hem heel opmerkelijk maakte was zijn houding van schuchtere zelfbewondering. Hij bleef bij elke etalage staan om zijn spiegelbeeld te bewonderen, om zijn kleren recht te trekken, of om een lok weg te vegen van zijn haar dat tot vlak onder de oren was afgeknipt en dat door een vlagerige noordoostenwind veelvuldig in zijn ogen werd geblazen.

'Is dat hem echt?'

'Jazeker!'

'Hij ziet er echt heel knap uit! Wat gaan we zeggen? Moeten we doen alsof we niets hebben gezien?'

'Jij kunt hem een aardig complimentje geven,' zei Kit. 'Ik zal we wel op het autorijden concentreren.'

Eugene begon verlegen te kijken toen hij bij de auto kwam.

'Hallo.' Ik krabbelde uit mijn stoel overeind om hem op de achterbank te laten. 'Wat zie je er elegant uit.'

'Vind je?' Hij streek even over zijn revers en veegde een onzichtbaar pluisje van zijn mouw voor hij zich bukte om achterin te kijken. 'O lieve help.' Hij trok zijn hoofd terug. 'Ik maak me een beetje zorgen over die kist wijn. Dat hout is nogal ruw. Ik wil mijn broek niet openhalen.' Hij glimlachte innemend. 'Zou het heel lastig zijn om die achterin te zetten?'

'Ja,' zei Kit, ongewoon scherp. 'Daar is hij te groot voor. Dat heb ik al geprobeerd.'

Uiteindelijk vouwde ik me op de achterbank dubbel aangezien mijn spijkerbroek wel tegen een stootje kon. Al het verkeer scheen in de andere richting te gaan, dus kon Kit heel hard rijden en werd ik danig door elkaar gerammeld omdat hij alle kuilen en hobbels met grote snelheid nam. Eugene zat heel stil op de passagiersplaats, nadat hij zijn nieuwe kleren met eindeloze zorg had rechtgetrokken om ze niet te kreuken. Het spul dat de kapper op zijn haar had gespoten was adembenemend. Ondanks alle klachten van Eugene dat het erg tochtte, stond Kit erop de raampjes weer omlaag te draaien.

Constance liep toevallig door de hal toen we binnenkwamen. Ze droeg een mand met kastanjes om na het eten te poffen. Eugene slenterde naar haar toe, waarbij hij probeerde neutraal te kijken. Hij bleef even staan onder een van de grote lantaarns die we vanwege de mist de hele dag lieten branden, zodat ze zijn pak, de sjaal en zijn kortgeknipte haar in volle glorie kon bewonderen. Met bewonderenswaardige tegenwoordigheid van geest liet ze slechts een paar kastanjes vallen. Ze gleden over de vloer en verdwenen onder de lange tafel, waar Pegeen ze de volgende dag opzoog, zodat de stofzuiger verstopt raakte en veel problemen verroorzaakte tot Kit hem uit elkaar haalde en de hinderlijke kastanjes verwijderde.

'Sta me toe.' Eugene nam de mand met een galante buiging van haar over.

'Dank je wel!' zei Constance ademloos, met overdreven dankbaarheid, gezien het feit dat de mand niet meer dan een paar ons kon hebben gewogen. Ze schraapte haar keel. 'Wat zie jij er... goed uit!'

'Vind je? Ik wilde hetzelfde tegen jou zeggen.'

Constance zag er bijzonder aantrekkelijk uit in een zwarte jurk met een hoge hals, die ze had aangetrokken omdat pastoor Deglan kwam eten. Haar dikke haar was naar één kant geborsteld, zoals Liddy haar had geleerd. Ze staarden elkaar aan, en langzaam begonnen ze allebei te blozen, waardoor hun ogen leken te stralen.

'Zullen we... vind je het leuk als we vanavond onze lezingen hervatten?' vroeg Eugene. 'Ik heb vandaag een nieuwe editie van Patrick Pearse gevonden. Er staan een paar gedichten in die jij nog niet kent.'

'Ja,' antwoordde Constance, bijna fluisterend.

'A bientot, dan.' Eugene zwaaide met zijn vrije hand, boog en verdween naar boven, met de mand kastanjes.

Constance zweefde terug naar de keuken, haar ogen op een onzichtbaar punt in de verte gericht.

'Heb je mijn naaigaren meegebracht?' Sissy was geruisloos dichterbij gekomen.

'O ja. Hier, alsjeblieft.' Ik viste in een van de tassen en haalde een klosje rood en een klosje groen te voorschijn. 'Wat ben je aan het maken?'

'Een baret.' Sissy deed koel. Ze was als Flora Macdonald gekleed, in een witte jurk en een geruite sjerp.

'Heb je hem?' Liddy kwam naar beneden gehold. Ze zag de tas met Modiste erop gedrukt, en ze slaakte een kreet van blijdschap. 'Ik heb de hele dag zitten duimen dat het zou lukken. Het is het enige dat me op de been heeft gehouden op deze stomvervelende dag. De Franse Revolutie en huppen en springen met gymnastiek. Volslagen stupide!' Ze rukte de lagen vloeipapier weg en hield de jurk tegen zich omhoog. 'Wat vind jij, Kit?'

'Heel Kilmuree zal aan je voeten liggen.' Hij sprak met bestudeerde onverschilligheid. 'Ik zet je boodschappen in de keuken, Bobbie.'

Liddy keek hem na toen hij door de hal liep. 'Alsof Kilmuree me ook maar één mallemoer kan schelen. Dat hele rotgat kan wat mij betreft afbranden.' Ze keek mij aan. 'Denk je dat ik dit in Londen aan kan hebben?'

'Je zult mooier zijn dan wie ook.'

'Echt?' Haar ogen straalden en ze sloeg haar arm om mijn middel. 'Het was heel lief van je om hem op te halen, Bobbie. O ja... Papa zei nog dat ik tegen jou moest zeggen dat hij weer naar Dublin moest. Iets over voorbereiden van seminars die hij volgend trimester moet geven. Hij blijft een paar weken weg. Hij zei dat ik dit aan je moest geven als verlaat kerstcadeautje.'

Ze pakte een klein, groen boekje, met goud bedrukt, van de tafel. Hij was weg. Ik probeerde mezelf ervan te overtuigen dat dit beter was, dat ik er blij om was. Ik draaide het boekje om en bekeek de rug. The Collected Poems ofW.B. Yeats.

'Hij vroeg of ik dit vooral aan je wilde geven,' ging Liddy verder. 'Hij zei zelfs dat hij mijn kledingtoelage zou inhouden als ik het vergat. Maar volgens mij was dat een grapje. Het is niet echt een geweldig cadeau, hè?' Liddy keek verontschuldigend. 'Het komt uit de bibliotheek. Maar hij heeft een hekel aan winkelen. Tante Connie is boos omdat hij haar niet had laten weten dat hij vandaag zou vertrekken. Hij kwam opeens met zijn koffer de hal in. Hij is maar vijf minuten bij mama geweest om afscheid te nemen. Het is al heel bijzonder dat hij aan je heeft gedacht.'

Sissy siste langzaam. Ik vermoedde dat zij bij degenen hoorde van wie hij geen afscheid had genomen.

'Het is bijzonder onattent van Finn,' mopperde Constance op gedempte toon toen we samen aan de keukentafel zaten. Turlough McGurn had de beloofde boodschappen weer eens niet gebracht en omdat we genoeg hadden van alle appels die we in de appeltaart, als vulling voor pannenkoeken en gepureerd in een Charlotte Russe hadden gegeten, waren we bezig pruimen, die we in een oude weckfles in de voorraadkamer hadden gevonden, te ontpitten. Katty zat aan het andere uiteinde van de tafel te knikkebollen en te mompelen boven het koperen haardstel uit de eetkamer, dat ze moest poetsen.

'Ik ben niet boos om mezelf,' ging Constance sotto voce verder. 'Nou ja, wel een beetje, want ik mis hem echt. Maar het is zo plotseling. Ik weet zeker dat hij had gezegd dat hij tot zondag zou blijven. Violet heeft de hele dag liggen huilen. Maud zei dat ze zich moest beheersen, en ze dreigde haar een draai om de oren te geven. Ik ben geneigd te denken dat Violet misschien een beetje stevig moet worden aangepakt, maar Maud doet zulke dingen heel extreem.' Ze zweeg, en wreef even over haar neus, waardoor het puntje paarsgevlekt werd. 'Finn was weer eens in een van zijn zwijgzame buien, en dat maakte het er niet beter op. Mannen hebben een hekel aan scènes, hè? Violet is altijd heel demonstratief geweest en nu is ze enorm afhankelijk van hem. Ik denk dat het voor haar is alsof alles opnieuw begint.' Ze leunde met haar hoofd op haar hand, zodat haar wang paars werd. 'Stel je voor, een affaire te beginnen met een man met wie je al zestien jaar getrouwd bent. Dat zou wel eens heel romantisch kunnen zijn.'

'Je hebt pruimensap...' begon ik, maar ik werd in de rede gevallen.

'Romantisch!' Sissy was de keuken binnengekomen. Ik zag vanuit mijn ooghoeken dat ze een koffer bij zich had. 'Wat ben jij toch onnozel, ondanks al je geleerde gepraat! Je ziet niet eens wat er pal onder je neus gaande is. Je denkt dat je beter bent dan ieder ander omdat je in een groot huis woont en je familie eeuwenlang andere mensen heeft gecommandeerd, maar je bent blind!'

Bij het geluid van Sissy's boze stem liet Katty de pook die ze aan het poetsen was vallen. Hij viel rinkelend op de vloertegels.

Sissy viel tegen haar uit: 'En jij en die Pegeen kunnen naar de duivel lopen, stelletje akelige, kleinzielige zuiplappen! Jullie zijn jaloers omdat ik de aandacht van meneer had getrokken! Jullie zouden het liefst rottigheid met me uithalen, maar die kans krijgen jullie nu niet meer!'

Katty knipperde met haar ogen bij al dit venijn.

'Maar Sissy toch!' protesteerde Constance. 'Moet je echt zo schreeuwen?'

'Ik heb evenveel recht om te schreeuwen als ieder ander!' gilde Sissy. Ze maakte het teken van het boze oog, en haar blik was zo woest dat ik onwillekeurig dieper in mijn stoel wegzakte. 'Ik vervloek jullie allemaal! Moge de hartstocht koud worden en geliefden elkaar gaan haten! Moge hier geen kinderen worden geboren, anders dan onwettige! Dan zullen jullie weten hoe het is als de mensen op je neerkijken om iets wat niet je schuld is.'

Katty sloeg een paar keer een kruis en liep op haar tenen de keuken uit. Sissy spuwde haar minachtend na.

'Sissy!' Constance leek verbijsterd over deze uitbarsting van boosaardigheid. 'Je klinkt zo verbitterd, zo kwaad! Wat hebben wij misdaan? Ik dacht dat we je hier gastvrij hadden ontvangen, dat je hier gelukkig was...'

'We! Ja, dat is het nou net!' lachte Sissy. Haar donkere gezichtje was vertrokken van haat, vermengd met extase omdat ze nu eindelijk vrij was om alles wat ze zo lang op haar hart had gehad, eruit te gooien. 'Het is altijd wij en zij, daar gaat het nou net om. Jullie hebben me behandeld als een wild dier dat je te vriend moet houden. Net als die hond.' Ze wees met een ruk van haar kin naar Osgar. Hij lag op zijn rug op zijn gebruikelijke plek bij de haard, spartelend met zijn poten terwijl hij sliep. 'Je hebt nooit vriendschap met me willen sluiten. Maar toen zij kwam' - Sissy richtte haar ogen op mij - 'waren jullie meteen dikke mik. Zij moet overal bij zijn en ze moet voortdurend de hemel in geprezen worden. Zij is van zichzelf iemand. Ik ben het onwettige kind van een ketellapper en de hoer van je broer, en alleen om hém moet je vriendelijk doen tegen mij.'

In haar consternatie stootte Constance de schaal gezeefd pruimen sap om toen ze van haar stoel overeind sprong en met uitgestrekte handen naar haar toe liep. 'Sissy, alsjeblieft! Als ik fouten heb gemaakt, smeek ik je me te vergeven. Ik heb je nooit willen kwetsen.'

'Mij kwétsen? Er is iemand met meer hersens dan jij voor nodig om mij te kunnen kwetsen! Het raakt me gewoon niet wat jij doet. Jij kunt jezelf de hele tijd voor schut zetten met die slome duikelaar van een Eugene Devlin, terwijl zij' - Sissy wees minachtend naar mij - 'allerlei sluwe plannetjes smeedt. Ze gaat zich hier stevig nestelen, ondanks jou, Constance Macchuin, en dan zul jij de tweede viool moeten spelen, en kijk dan maar eens hoe je dat vindt!'

Constance, de zachtmoedigste, vriendelijkste, meest bescheiden vrouw die ik op deze wereld kende, keek terecht verbijsterd bij zoveel vijandigheid. Ze gaf haar oorspronkelijke voornemen haar armen om Sissy heen te slaan op en bleef bedremmeld staan, met enigszins gebogen hoofd. 'Ik had echt niet de bedoeling je ongelukkig te maken.'

'Ik ben degene die mij ongelukkig maakt of niet,' zei Sissy vernietigend. 'Jij bent volstrekt onbelangrijk voor mijn leven. Ik ga nu. Ik neem aan dat jullie je zorgen zullen maken of ik het zilver heb gejat. Maar je zult verbaasd zijn te horen dat ik geen donder geef om al dat spul waar jij en zij' — weer een boze blik in mijn richting - 'zoveel waarde aan hechten. Waar ik naartoe ga, zal ik messen en vorken hebben waarmee ik kan snijden en prikken, en dat is goed genoeg voor mij.'

'Ga je weg?' Constance keek oprecht spijtig, hoewel ik wist dat Sissy, zo niet een doorn in het vlees dan toch een ragfijne splinter was geweest vanaf de dag dat ze haar intrek had genomen. Maar ze voelde zich toch geroepen te zeggen: 'Wil je er niet nog eens over nadenken? Ik weet zeker dat Finn het heel jammer zal vinden als je zo weggaat, na een ruzie.'

'Hij geeft helemaal niets om me.' Sissy schudde haar lokken met roodgepunt haar naar achteren. 'Ik ben die keer gewoon stom geweest. Hij was treurig en zocht troost. Ik dacht dat hij misschien wel van me zou gaan houden, alleen maar omdat ik van hem hield. Maar zo werkt dat niet. Ik had net zo goed de maan lief kunnen hebben. Je kunt hem van mij zeggen...' Haar stem brak en er trok een hele reeks emoties over haar gezicht, van minachting tot verdriet en ten slotte woede. 'Ik heb geen zin om hier te blijven hangen en vriendelijke woorden uit beleefdheid te horen. Hier!' Ze zette de pot zwarte jam waar ze zoveel energie aan had besteed, voor me op de tafel. 'Jij zult dit harder nodig hebben dan ik. Ik heb in de dauw gelezen dat jou een groot verdriet te wachten staat, en daar ben ik blij om!'

Ik keek er bedenkelijk naar en zei toen zacht, want ik had met haar te doen en ik bewonderde haar om haar trotse houding: 'Dank je, Sissy, maar ik hoop dat ik nooit zo wanhopig zal zijn dat ik iemand zal willen vergiftigen.'

Sissy wierp haar hoofd achterover en lachte. 'Domkop! Een klein kind zou die hele pot leeg kunnen eten zonder ergens last van te hebben. Het is een liefdeselixer. Waar ik naartoe ga zal ik dat niet nodig hebben. Ik heb genoeg bekoring.'

'Sissy,' smeekte Constance. 'Laten we alsjeblieft niet in boosheid uiteengaan.' Ze legde schuchter haar hand op Sissy's arm.

Sissy schudde de hand van zich af alsof deze haar schroeide. 'Je kunt de pot op!'

Ze liep de keuken uit, haar hoofd hoog geheven, terwijl haar smoezelige witte jurk over de vloer sleepte, door het pruimensap dat daar was gemorst.