AANPASSING
Het was of de slaap Fern middenin een zin had overmand. Vanaf het moment dat ze wakker werd, praatte ze aan één stuk door. De volgende ochtend was er nog steeds geen harde werkelijkheid tot haar doorgedrongen. Er was geen sprake van spijt, geen teken van droefheid. Integendeel, Jimmy en ik werden overspoeld met haar grenzeloze energie. Voor we uit bed waren had ze zich al gewassen en aangekleed. Kwinkelerend als een vogeltje in de ochtend sjouwde ze achter me aan door de suite terwijl ik me aankleedde om beneden te gaan ontbijten. Zonder zich de tijd te gunnen om op adem te komen ging ze van het ene onderwerp op het andere over: de kleren die haar vriendinnen droegen, hun kapsels, haar lievelingszangers en -films. Toen ik haar iets had verteld over ons nieuwe huis, beschreef ze de huizen van haar rijke vriendinnen, de huizen waarin ze had geslapen als Clayton het had toegestaan.
Luisterend naar haar verhalen, beseften Jimmy en ik dat Clayton en Leslie Osborne haar werkelijk naar heel veel plaatsen hadden meegenomen. Ze was naar Londen geweest en het Engelse platteland, en naar Frankrijk en Spanje en Italië. Elke winter hadden ze ook tweemaal vakantie genomen in het Caribisch gebied. Toen we met het vliegtuig naar huis gingen, merkten we dat Fern een ervaren reizigster was. Ze maakte enthousiast haar riem vast en installeerde zich zonder enige nervositeit voor de reis.
Toen we opstegen en door de wolken vlogen, keek ik naar Fern om te zien of ik enig teken van spijt kon ontdekken, maar ze lette scherp op alles wat er om haar heen gebeurde. Ze glimlachte naar mij, en Jimmy knipoogde. Hij was volmaakt gelukkig.
Het weer was perfect. Hoewel het al halverwege de herfst was, was het nog zo warm als in de zomer. De toeristen bleven naar de stranden en kustplaatsen komen, dus het was druk op de luchthaven in Virginia Beach.
Julius wachtte op ons bij de uitgang. Hij keek verbaasd op toen hij ons met Fern tussen ons in zag aankomen, en trok zijn wenkbrauwen op toen Jimmy haar voorstelde als zijn zusje. Fern gaf hem een hand en zei beleefd: 'Hoe maakt u het?'
Gecharmeerd door Ferns handdruk en glimlach, deed Julius snel het portier voor haar open, en ze sprong de auto in.
'Zie je wel,' fluisterde Jimmy, denkend aan de manier waarop Clayton Osborne haar in ons bijzijn had behandeld, 'ze hoeft niet gedreigd te worden om zich netjes te gedragen.'
Fern was enthousiast over het landschap op weg naar Cutler's Cove en toen we in ons dorp aan zee arriveerden klapte ze enthousiast in haar handen.
'O, schitterend!' riep ze uit. 'Het is net een dorp uit een sprookje met de kleine zeilbootjes en vissers en kleine winkeltjes. Ik wil alles verkennen!'
Jimmy straalde. De hele ochtend had hij vol liefde naar haar gekeken, en ik was zo verschrikkelijk blij voor hem. Telkens als Fern iets grappigs zei of ons verbaasde me haar kennis, straalde hij van trots. Het verbaasde me zo snel als ze zich had aangepast en hem volledig had geaccepteerd als haar broer. Het was of al die jaren van scheiding niet meer dan minuten waren geweest. Ze hield voortdurend zijn hand vast en omhelsde en zoende hem zo vaak ze kon. Jimmy was verrukt door al die bewijzen van genegenheid. Normaal zou hij gebloosd hebben en zich niet op zijn gemak hebben gevoeld als een vroegrijpe tienjarige haar armen om hem heen zou hebben geslagen en hem in het openbaar zou hebben gezoend, maar hij onderdrukte zijn preutsheid en was blij met haar duidelijke emotie. Telkens weer keek hij stralend mijn richting uit.
Toen ze het hotel voor het eerst zag, slaakte Fern een kreet van enthousiasme.
'O, Jimmy, het is precies zoals ik heb gedroomd dat het zou zijn,' zei ze luid fluisterend.
'Gedroomd?' vroeg ik.
'Ja, ik viel gisteravond in slaap terwijl ik eraan dacht, en ik droomde dat het hoog op een heuvel zou liggen, zodat je mijlenver over zee kon zien als je op de veranda stond,' legde ze uit. Jimmy keek naar me of de fantasieën van een kind een spirituele betekenis hadden, alsof het bewees dat ze al die tijd bij ons had gehoord.
'O, ik wilde dat jullie me lang geleden waren komen halen,' zei ze. De tranen sprongen ons in de ogen.
'We zullen het goedmaken, Fern,' zei Jimmy. 'Dat beloof ik je.'
'Dat weet ik, Jimmy,' antwoordde ze, en ze omhelsde hem weer. Telkens als Jimmy haar iets beloofde, kromp ik onwillekeurig even ineen. Beloftes aan een klein meisje waren de sterren aan haar droomhemel. Als die beloftes niet werden nagekomen, lieten ze de wereld somber en donker achter, en zou ze gaan wantrouwen aan alles wat volwassenen haar vertelden. Ik was bang dat Jimmy te veel beloftes zou doen, want bij elke nieuwe belofte begonnen Ferns ogen meer te stralen.
We stopten niet bij het hotel; we lieten ons door Julius rechtstreeks naar huis rijden. Christie was inmiddels thuis uit school. Toen we voorreden kwam ze naar buiten gehold met mevrouw Boston achter zich aan; haar goudblonde vlechten dansten op haar schouders. Ze sprong in Jimmy's armen. Ik keek naar Fern en zag dat ze haar ogen tot spleetjes kneep en haar lippen vertrok tot een geforceerd glimlachje. Met Christie in zijn armen draaide Jimmy zich naar haar om.
'Christie, dit is mijn zusje Fern. Ze komt bij ons wonen,' zei hij.
Mevrouw Boston sperde haar ogen open en hield haar hoofd schuin van verbazing.
'Hi, Christie,' zei Fern. Christie staarde haar achterdochtig aan, kennelijk onzeker van haar eigen emoties. Ze was opgewonden bij het vooruitzicht dat er nog een kind in huis zou komen, maar voelde zich ook bedreigd door het idee dat ze Jimmy's liefde met iemand zou moeten delen. 'Mag ik je een zoen geven om je goedendag te zeggen?' vroeg Fern. Christie keek naar mij om mijn reactie te zien. Ik stond er glimlachend bij, dus knikte ze vriendelijk.
Fern boog zich naar voren en gaf Christie een zoen op haar wang. Christie plukte aan een van haar vlechten en bleef vol ontzag naar haar staren.
'Dit is mevrouw Boston, Fern,' zei ik. 'Onze huishoudster en heel goede vriendin,' zei ik nadrukkelijk.
'Hallo,' zei Fern snel.
'Welkom, lieverd,' zei mevrouw Boston. Zij en Julius wisselden een verbaasde blik toen hij onze koffers naar binnen droeg.
'Fern krijgt de kamer naast Christie,' legde ik uit. Mevrouw Boston knikte.
'Ik zal ervoor zorgen dat het bed wordt opgemaakt en de kamer goed gelucht wordt,' zei ze, en ging onmiddellijk weg om het te doen.
'Misschien kun jij Fern ons huis laten zien, Christie,' stelde ik voor, toen Jimmy haar neerzette. Christie keek omhoog naar Fern om te zien of ze dat wilde, en Fern knikte met een heldere blik.
'Oké,' zei Christie. 'Kom mee,' riep ze, en holde de trap op. Fern glimlachte even naar Jimmy en volgde.
'Is dit niet fantastisch? Is het niet geweldig?' zei Jimmy. Ik pakte zijn hand vast en liep samen met hem achter de opgewonden kinderen naar binnen.
Christie was gefascineerd door haar nieuwe jonge tante. Ze liet haar al haar speelgoed en mooie kleren zien. Toen Fern alles gezien had, ook het prieel en Christies schommel en glijbaan in de achtertuin, en ze zich in haar kamer had geïnstalleerd, gingen we naar het hotel. Jimmy brandde van verlangen om haar aan iedereen voor te stellen. Ze gingen eerst naar Philip en Betty Ann, en Christie nam haar bij de hand en rende met haar weg om haar de tweeling te laten zien. Ik ging naar mijn kantoor om te zien wat er gebeurd was tijdens mijn afwezigheid. Ik zag aan de boodschappen dat moeder de hele dag gebeld had.
'Waarom heb je niet gezegd dat je naar New York ging om te winkelen?' vroeg ze toen ik terugbelde. 'Ik had misschien wel mee gewild. Of wilde je dat niet?' vroeg ze klaaglijk.
Toen ik haar vertelde wat ons eigenlijke doel was geweest en wat er gebeurd was, was ze verbijsterd. Haar sympathie voor Fern verbaasde me, want ik had half en half verwacht dat ze zou gaan zeuren dat het zo moeilijk was, twee kinderen in huis.
'Arm kind,' zei ze zachtjes, en toen ging ze verder. 'Ik begrijp wat het betekent om seksueel te worden misbruikt. Is ze erg gesloten?' vroeg ze.
'Nee, moeder, integendeel. Ze is een heel extravert, uitbundig klein meisje.'
'Heus? Ik kan me nog herinneren hoe ik was nadat je... mijn schoonvader... misbruik van me maakte,' zei ze.
'Misschien komt het omdat ze in haar hart nog een klein meisje is,' opperde ik. 'Zoals Jimmy zei, kinderen zijn veerkrachtiger. Als ik eraan denk wat hij en ik allemaal hebben meegemaakt, denk ik dat hij gelijk heeft,' voegde ik eraan toe. Moeder wilde daar niets van horen.
'Ik zal een diner geven om het te vieren,' zei ze. 'Ik bel je zodra ik alles geregeld heb.'
'Moeder,' waarschuwde ik. 'Maak er een simpel etentje van. Geen massascène.'
'Dawn, alsjeblieft, ik heb geen massascènes,' protesteerde moeder.
'Je weet wat ik bedoel, moeder. We willen Fern niet overweldigen.'
'Ik geloof dat ik wel weet hoe ik een fatsoenlijk familiediner moet geven,' schepte moeder op.
'Oké, moeder. Dank je,' zei ik, en liet het daarbij.
De volgende paar dagen werd ik in beslag genomen door Fern. Ik ging met haar winkelen om kleren te kopen en dingen voor school, want het meeste had ze in New York achtergelaten, na haar abrupte vlucht uit het huis van de Osbornes. Jimmy verzekerde me dat Clayton Osborne niets, maar dan ook niets zou nasturen.
'Hij zou de kosten niet willen betalen,' zei Jimmy.
'Maar aan de kleren, de schoenen en andere dingen die Fern uitkoos, kon ik merken dat ze gewend was om de duurste dingen te kopen. Ze was volkomen op de hoogte van alle dure merknamen en designers. Clayton Osborne was kennelijk niet gierig geweest als het ging om zaken die ze nodig had en wilde hebben, dacht ik. Toen ik haar ernaar vroeg, snauwde ze: 'Hij kocht alles voor me wat ik wilde, zodat ik niemand zou vertellen wat hij deed.'
'Waarom kocht hij dan het poppenhuis niet dat je zo graag wilde hebben voor Kerstmis?' informeerde ik, toen we het warenhuis in Virginia Beach verlieten.
Lange tijd gaf ze geen antwoord, en toen zei ze: 'O, uiteindelijk heeft hij het toch gekocht, nadat hij weer binnen was gekomen om me in bad te doen. Móet ik daarover praten?' voegde ze er snel aan toe.
'Natuurlijk niet, lieverd,' zei ik. 'Ik was alleen nieuwsgierig.'
Ze keek tevreden.
De volgende dag schreef ik haar in op de Cutler's Cove school. De directeur, meneer Youngman, zei dat hij zich in verbinding zou stellen met de Marion Lewis school om Ferns rapporten op te vragen.
'We moeten weten wat haar sterke en zwakke punten zijn, om haar een juiste plaats te geven. Bespeel je een instrument, Fern?' vroeg hij.
'Nee,' zei ze snel. Ze keek naar mij en zei toen: 'Ik wilde fluitspelen, maar mijn stiefvader vond dat tijdverspilling.'
'O, nou, misschien kunnen we je hier fluitles geven als je dat wilt. Je nichtje Christie is een uitstekende pianiste,' ging hij glimlachend verder.
Ik dacht dat Fern blij zou zijn met het vooruitzicht muziekles te krijgen, maar ze leek niet erg enthousiast. Toen we weggingen was ze zelfs voor het eerst sinds haar komst somber gestemd. Ik veronderstelde dat het kwam omdat ze zenuwachtig was bij de gedachte dat ze naar een nieuwe school zou gaan. Ik wist maar al te goed wat het betekende om naar de ene nieuwe school na de andere te worden gestuurd. Elke keer was het een belangrijke emotionele crisis, omdat nieuwe leerlingen altijd scherp onder de loep werden genomen. Als ik naar een school ging die al begonnen was, kreeg ik het gevoel dat ik onder een vergrootglas werd gelegd. Ik wist dat de andere meisjes mijn kleren en haar inspecteerden. Ik wist dat de jongens naar mijn figuur en gezicht keken, en ik wist dat de docenten zich afvroegen wat voor leerlinge ze nu weer kregen.
Uit Ferns verhalen hadden we afgeleid dat ze verschillende scholen had bezocht en soortgelijke ervaringen had meegemaakt.
'Dit is een heel prettige school, Fern,' stelde ik haar gerust. 'Je zult het hier vast wel naar je zin hebben. Iedereen is vriendelijk en bezorgd. De docenten kennen hun leerlingen goed, en omdat het maar zo'n kleine gemeenschap is, kennen ze de families ook.'
Ze keek niet erg opgelucht.
'Je gaat elke dag met Christie in de limousine naar school,' zei ik, in de hoop haar een beetje op te vrolijken, maar haar reactie was precies tegenovergesteld aan hetgeen ik verwachtte.
'De andere leerlingen zullen alleen maar een hekel aan me hebben omdat ik een rijk meisje ben,' klaagde ze. Ze had de gewoonte haar mondhoeken op te trekken en haar tanden op elkaar te klemmen als iets haar niet beviel.
'Is dat je al eerder overkomen?'
'Soms,' zei ze. 'De leraren hebben ook een hekel aan je, omdat je familie rijk is en je zoveel meer hebt dan zij.'
'O, nee, Fern, dat is hier niet het geval. Christie houdt van haar onderwijzeressen, en zij zijn dol op haar. Ik weet zeker dat je je zult aanpassen. Alles komt in orde,' zei ik, maar ze leek niet overtuigd.
Toen klaarde haar gezicht op en ze vroeg: 'Wanneer kan ik in het hotel gaan werken?'
Ik moest lachen. Ik wilde dat we in ons hart altijd kinderen konden blijven en werk als een pleziertje beschouwen.
'Meteen, als je wilt. Wat zou je willen doen?'
'Bij de receptie,' antwoordde ze enthousiast.
'Goed. Ik zal je aan mevrouw Bradly voorstellen. Zij heeft de leiding van de receptie,' legde ik uit.
'Ik dacht dat jij over alles de leiding had,' antwoordde Fern.
'Dat heb ik ook, maar elke afdeling in het hotel heeft een eigen chef, die toezicht houdt,' legde ik uit.
'Maar jij kunt haar toch zeggen wat ze moet doen, hè?' hield ze vol.
'Ja, Fern, maar mevrouw Bradly is hier veel langer dan ik, en ze weet precies wat er gedaan moet worden. Ik hoef haar niets te zeggen,' zei ik glimlachend.
Mevrouw Bradly was een heel innemende, elegant uitziende zestigjarige vrouw, die haar zilvergrijze haar op zijn plaats hield met mooie parelmoeren spelden. Ze had vriendelijke groene ogen met lachrimpeltjes. Ze leidde haar afdeling efficiënt en ze hoorde bij het hotel. De gasten vonden het altijd prettig door haar verwelkomd te worden bij hun aankomst.
Ze was nu weduwe en woonde alleen in een klein huisje in het dorp. Haar twee dochters waren getrouwd en woonden ver weg, één in Washington, D.C. en één in Richmond. Ik kende niemand die problemen had met mevrouw Bradly, ook kinderen niet. Ze had zelf drie kleinkinderen. Dus toen ik Fern voorstelde en haar vertelde dat Fern zo graag wilde helpen bij de receptie, heette ze haar met open armen welkom.
'Ik ben op zoek geweest naar een goede assistente,' zei ze glimlachend. Ferns glimlach was meer meesmuilend, dacht ik. Ze leek op een kind
dat wist dat de Kerstman niet bestond en er een hekel aan had dat iemand probeerde haar iets op de mouw te spelden.
'Goed,' zei ik, 'ik Iaat je achter bij mevrouw Bradly, die je zal uitleggen wat je moet doen, oké?'
Fern knikte. Zonder in details te gaan, nam ik mevrouw Bradly terzijde en vertelde haar dat Fern een moeilijke tijd achter de rug had en veel liefde en zorg nodig had.
'Laat haar maar aan mij over, Dawn,' zei ze. 'Ik krijg niet vaak genoeg de kans om voor grootmoeder te spelen.'
'Dank u, mevrouw Bradly,' zei ik, en ging weer aan het werk.
Fern deed me opnieuw verbaasd staan. Ze was erg extravert en zorgde ervoor dat iedereen wist dat ze Jimmy's zusje was. Zodra ze de kans kreeg was ze bij hem, en ging zelfs urenlang met hem naar buiten als hij toezicht hield op het onderhoud. Ze vond het heerlijk om in de eetzaal van het hotel te eten en zat trots - bijna arrogant, dacht ik - naast Jimmy. Het duurde niet lang of ze kende alle kelners en hulp kelners. Ze paste zich zo snel aan de routine van het hotel aan en installeerde zich zo gemakkelijk en comfortabel in huis, dat het leek of ze er al jaren was. Toen ik er op een avond iets meer dan een week later na het eten een opmerking over maakte tegen Jimmy, knikte hij.
'Dat heb ik ook gemerkt,' zei hij, en haalde zijn schouders op. 'Ik denk dat het komt omdat ze zoveel op zichzelf is aangewezen. Je weet wel, niet op Leslie Osborne kunnen steunen om de dingen te doen die iedereen van een moeder verwacht, en... met die perverseling samenwonen. Ze moet de kans hebben gezocht om zoveel mogelijk alleen te zijn, bij hem vandaan.'
'Ik denk het,' zei ik. Toen lachte ik.
'Wat is er?'
'Ik dacht aan Fern toen ze nog een baby was. Weet je nog hoe veeleisend ze kon zijn, dat ze bijna hysterisch kon worden tot ik haar in mijn armen nam en voor haar zong, of dat ze begon te huilen als papa binnenkwam en niet onmiddellijk naar haar toeging? Ze is bepaald niet als verlegen kindje geboren. Er is geen reden waarom ze dat nu wél zou zijn.'
Jimmy glimlachte.
'Papa is bezig zijn reis te regelen,' zei hij. 'Toen ik hem vertelde dat we Fern bij ons hadden, kon ik de tranen in zijn stem horen. Hij belt over een paar dagen terug om me precies te vertellen wanneer hij, Edwina en Gavin hier naar toe komen.
'Is het niet ongelooflijk?' ging hij verder. 'Allemaal weer bij elkaar.'
'Allemaal behalve mama,' zei ik triest. Ik wilde zijn vreugde niet verstoren, maar ik moest onwillekeurig aan haar denken en wenste dat zij erbij had kunnen zijn.
De tranen sprongen in Jimmy's ogen, maar hij bedwong ze en slikte ze weg.
Als we 's avonds terug waren uit het hotel, vroeg Christie altijd aan Fern om in haar kamer te komen spelen, maar ik wilde zorgen dat Fern een goede start maakte op school.
'Je moet Fern haar huiswerk laten maken,' zei ik. 'Als ze klaar is, mag ze naar je toe.'
Christie trok een lief pruilmondje en ging weg om te wachten. Meestal ging Fern naar haar toe en gingen ze samen kleuren of met Christies poppen en ander speelgoed spelen. Op een avond toen ik langs Christies kamer kwam, hoorde ik dat Fern haar beval haar 'tante Fern' te noemen. Ik bleef bij de deur staan luisteren.
'Ik ben Jimmy's echte zuster, dus ben ik jouw tante, en voortaan moet je me tante noemen, anders doe ik net of ik je niet hoor. Begrijp je?'
'Goed,' zei Christie gehoorzaam.
'Ik ben eigenlijk veel ouder dan jij, maar ik vind het niet erg om met je te spelen om je dingen te leren,' ging Fern verder op heel volwassen toon. De toon verbaasde me. Het was een goede imitatie van Clayton Osborne.
'Je kunt me alles vragen watje wilt,' ging ze verder. 'Over alles. Zelfs,' zei ze terwijl ze haar stem liet dalen, 'vragen over jongens. Je weet waarom jongens anders zijn, niet?
'Nee, dat weet je niet,' ging Fern snel verder. 'Je knikt, maar ik zie aan je gezicht dat je het niet weet. Nou, ik zal het je vertellen.'
Ik ging de kamer binnen en schraapte mijn keel om haar aandacht te trekken, maar toen Fern naar me keek zag ik een heel vreemde glinstering in haar ogen. Ze waren helder van frustratie en kwaadheid. Ze keek net als een volwassene die woedend was dat ze gestoord werd. Maar na een ogenblik verdween de ergernis uit haar ogen, haar gezicht verzachtte, en ze glimlachte .
'Hallo, Dawn,' zei ze.
'Fern, lieverd, kan ik je even spreken?' zei ik.
Ik nam haar mee de gang in. Ze staarde naar me op met een blik vol verwarring en onschuld. 'Ik hoorde toevallig een paar van de dingen die je tegen Christie zei toen ik langskwam,' zei ik. Toen schudde ik mijn hoofd. 'Ze is nog veel te jong om al te leren over de bloemen en de bijtjes.' Ik glimlachte. 'Ze is nog geen zes.'
'Ik wist dat allemaal al toen ik zo oud was als zij,' snauwde ze terug. 'Daar zorgde Clayton wel voor.'
'Maar hier is het anders, Fern. Jij bent Clayton niet. Christie heeft alle tijd om te leren over seks. We moeten haar eerst rustig een klein meisje laten zijn, oké? Ik weet dat je alleen maar een aardige tante voor haar wilt zijn, maar - '
'Dat deed Clayton ook altijd,' zei ze snel, met een woedende blik op mij.
'Wat?'
'Me bespioneren als ik vriendinnen op bezoek had,' zei ze beschuldigend.
'Ik bespioneerde je niet, Fern. Ik kwam toevallig langs en - '
'Dat is hetzelfde,' zei ze. 'Als twee mensen een privé-gesprek hebben in een kamer, wordt een ander niet geacht bij de deur te staan luisteren,' preekte ze. Ik voelde dat ik een kleur kreeg.
'Het spijt me als je vindt dat je bespioneerd wordt, Fern, maar Christie is mijn dochter, en ik moet bezorgd zijn over alles wat ze doet, ziet en hoort. Begin alsjeblieft niet meer over dat onderwerp met haar, oké? Als het zover is kun je een grote hulp voor haar zijn. Je bent al een hele jongedame, en - '
'Oké,' zei ze. 'We zullen het bij babypraat houden. Ik ben moe,' ging ze verder. 'Ik ga naar bed en lezen en slapen. Mag ik gaan?'
'Ja, lieverd. Welterusten.'
'Welterusten,' zei ze, en slenterde weg.
'Waar is tante Fern?' riep Christie toen ik weer naar binnen ging.
'Ze was moe en is naar bed, schat. Jij moet langzamerhand ook naar bed.'
'Maar we speelden een spelletje... school. Zij was de onderwijzeres en ik was de leerling,' protesteerde ze.
'Je kunt morgen weer spelen.'
Christie keek me woedend aan en liep met tegenzin naar de badkamer om haar tanden te poetsen. Later, toen ik naar beneden ging, vertelde ik Jimmy wat ik Fern tegen Christie had horen zeggen en mijn gesprek met haar. Hij zat in de grote fauteuil en las een van zijn autotijdschriften.
'Ze was erg uit haar humeur dat ik haar terechtwees,' voegde ik eraan toe. Hij schudde zijn hoofd en liet zijn tijdschrift zakken.
'Arm kind,' zei hij. 'Al die jaren van misbruik moeten erg veel schade hebben aangericht.'
'Misschien moeten we zorgen dat ze met iemand kan praten, Jimmy. Misschien een kinderpsycholoog,' stelde ik voor.
'Ik denk het niet,' zei hij. 'Ik denk dat gewoon in een normale wereld leven met mensen die van haar houden en voor haar zorgen haar zal genezen. Na een tijdje zal al dat andere vervagen, dat weet ik zeker.'
'Ik weet het niet, Jimmy. Naar wat ze me vertelt, heeft ze jaren eronder geleden. Zoiets kan ze niet van de ene dag op de andere of zelfs na maanden vergeten. En ik ben bang dat Christie...'
'Bang waarvoor?' vroeg hij. 'Je gelooft toch zeker niet dat mijn zusje Christie zal bederven?' Jimmy's ogen hadden dezelfde kleur van gloeiende kolen als die van Fern soms.
'Dat zei ik niet, Jimmy. Natuurlijk doet ze dat niet, maar Fern is nog
nooit samen geweest met een kind dat zo jong is, en vooral niet een dat zo intelligent en vlug van begrip is. Als jij ook eens met haar wilde praten...' opperde ik voorzichtig.
Zijn gezicht ontspande zich en hij leunde achterover.
'Goed,' zei hij. 'Ik zal met haar praten, maar we moeten begrip tonen. Ze is door een hel gegaan. We mogen haar niet het gevoel geven dat ze van de ene verschrikking in de andere is gevallen.'
'Ik geloof niet dat hier bij ons wonen ooit op een verschrikking zal lijken, Jimmy,' zei ik.
'Nee, nee, natuurlijk niet. Oké,' zei hij, en haalde diep adem. 'Ik regel het wel. Het spijt me als ik kortaf leek. Ik ben nog steeds zo woedend over wat er met haar is gebeurd.'
'Ik begrijp het, Jimmy,' zei ik. Ik ging naar hem toe om hem een zoen op zijn wang te geven. Hij glimlachte en las verder in zijn tijdschrift, maar ik had onwillekeurig het gevoel dat het minuscule barstje in het vernis van ons huwelijk iets groter was geworden.
En om redenen die ik niet helemaal begreep.
Als Fern van streek was omdat ik haar de vorige avond terecht had gewezen, liet ze daar de volgende ochtend niets van merken. Voor het eerst zelfs, toen zij en Christie op het punt stonden met de limousine naar school te gaan, stond ze te wachten terwijl Christie me een zoen gaf. Toen deed ze een stap naar voren.
'Dag, Dawn,' zei ze. 'Ik zie je na school in het hotel,' beloofde ze. Ze sloeg haar armen om me heen zoals ze bij Jimmy deed en zoende me op mijn wang. Voor ik kon reageren, nam ze Christie bij de hand en liep hard met haar weg. Toen ik me omdraaide, met mijn hand op mijn wang, zag ik Jimmy breed grijnzen.
'Ze is als een bloem die gevangen is gehouden in een donker, vochtig souterrain en eindelijk de vrijheid heeft gevonden in de zon,' zei hij. 'Nu bloeit ze op. Een fijne meid.'
'Ja,' zei ik, nog steeds verbaasd.
Maar die middag verdween iets van mijn optimisme toen de directeur van de school, meneer Youngman, telefoneerde.
'Ik weet dat u het erg druk hebt, mevrouw Longchamp,' begon hij, 'dus dacht ik dat ik u maar moest bellen in plaats van u te vragen hier naar toe te komen. Hebt u een ogenblik?'
'Ja, meneer Youngman. Wat is er?' vroeg ik. Mijn hart begon sneller te kloppen.
'We hebben vandaag de schoolrapporten van Fern - ik moet eigenlijk zeggen Kelly Ann - van de Marion Lewis school ontvangen. Ik vrees dat haar prestaties in het verleden veel te wensen overlaten. Wist u hoe slecht haar cijfers waren?'
'We hebben begrepen dat ze zich daar niet gelukkig voelde,' begon ik.
'Ze had een onvoldoende voor alle vakken,' zei hij, en herhaalde nadrukkelijk 'alle vakken'. 'Maar niet alleen dat. Haar oude docenten klagen allemaal over haar gedrag.'
'Ik denk dat dat voor een groot deel te maken heeft met haar ongelukkige leven thuis, meneer Youngman,' zei ik. 'Misschien kunnen mijn man en ik beter bij u langskomen om u te spreken. Er zijn enkele bijzondere omstandigheden.'
'Eh, ja, ik veronderstel dat het, alles in ogenschouw genomen, nuttig zou kunnen zijn,' zei hij. 'Het spijt me dat ik u moet lastig vallen.'
'Ik weet zeker dat Jimmy wil dat we komen. Welk tijdstip later op de dag schikt u?' vroeg ik, en ik maakte een afspraak met hem voor Jimmy en mijzelf.
Toen ik het Jimmy vertelde, was hij het volledig met mij eens.
'We zullen hem alles moeten vertellen,' zei hij. 'In ieder geval moeten haar docenten op de hoogte zijn. Het zal voor meer begrip en tolerantie zorgen.'
Later, toen we met Youngman hadden gesproken en hij alles gehoord had, schudde hij somber zijn hoofd en zei dat hij erg blij was dat we hem in vertrouwen hadden genomen.
'Het zou een verklaring kunnen zijn,' gaf hij toe. 'Waarschijnlijk was haar opstandige gedrag op school haar manier van hulp vragen. Alleen al haar besluit om de naam Kelly Ann op te geven en haar echte naam weer aan te nemen is een bewijs hoe graag ze wil vergeten. Arm kind. U kunt er zeker van zijn dat ik dit discreet zal behandelen. We zullen onze uiterste best doen haar weer op het goede spoor te zetten.'
'Belt u ons alstublieft als er problemen zijn,' zei ik.
'Zie je?' zei Jimmy. 'Dat is een intelligente, meelevende en begripvolle man. Zo moeten wij ook zijn.'
Ik knikte, maar maakte me toch ongerust dat de problemen wel eens groter konden zijn dan Jimmy voorzag. En toen, alsof ik een zigeunerin was en de toekomst kon voorspellen, gebeurde er iets dat mijn angst en ongerustheid deed toenemen.
Twee dagen later kwam mevrouw Bradly bij me. Ze was erg nerveus en de tranen rolden over haar wangen. Ik stond onmiddellijk op en liep naar haar toe.
'Wat is er, mevrouw Bradly? Is er iets met uw familie?' vroeg ik. Ze schudde haar hoofd. Ik liet haar op de leren bank zitten en schonk een glas water in.
'Dank je,' zei ze, toen ze het had opgedronken Toen haalde ze diep adem en vertelde waarom ze zo zenuwachtig was. 'We hebben een tekort van bijna driehonderd dollar in de kleine kas,' zei ze. 'Het is de eerste keer dat dit gebeurt sinds ik hier werk, en je weet, Dawn, dat is al heel wat jaren.'
'O, mevrouw Bradly, weet u zeker dat het geld weg is?'
'Florence Eltz en ik hebben het wel tien keer gecontroleerd. We schrijven alle ontvangsten en uitgaven tot op de penny op, en het lijdt geen enkele twijfel, het geld is weg.'
Ik ging naast haar zitten. Mijn hart begon te bonzen. Mevrouw Bradly was te beleefd om te zeggen wat ik vreesde dat ze zou zeggen. Ze zou wachten tot ik het haar vroeg.
'Wat denkt u dat er gebeurd kan zijn, mevrouw Bradly? Kan het verkeerd zijn opgeborgen?' vroeg ik hoopvol.
'Dawn, Florence en ik hebben al die mogelijkheden grondig onderzocht voor ik besloot naar jou toe te gaan. We hebben die arme mevrouw Avery gedwongen de deposito's van de afgelopen week van de cocktail lounge en van de kamers steeds opnieuw na te gaan, maar ze heeft niet geklaagd. Ze wilde net zo graag als wij de fout vinden.
'Alleen,' zei ze met een zucht, 'was er geen fout. Nee, Dawn,' zei ze hoofdschuddend. 'We twijfelen er niet meer aan - het geld is gestolen. De mensen die op mijn afdeling werken zijn al jaren bij me. Ik kan voor iedereen mijn hand in het vuur leggen... op één na,' voegde ze eraan toe. Haar woorden vielen loodzwaar op me neer. Zwijgend boog ik het hoofd.
'Hebt u haar ernaar gevraagd?' Ik wilde het weten.
'Ze was erbij toen we allemaal zo wanhopig zochten. Ze wist dat we het tekort ontdekt hadden, maar ze zei geen woord.'
'En ze kon erbij?' vroeg ik, opkijkend. Het leek wel of mijn hoofd zelf van lood was. Mevrouw Bradly beet op haar lip en knikte. Ze schudde haar hoofd en de tranen sprongen weer in haar ogen.
'Ik vrees dat er geen andere verklaring is,' zei ze. 'Zodra ze alle opschudding zag, zei ze dat ze weg moest. Ze zei dat ze naar huis moest om haar huiswerk te maken. Ik vroeg haar of zij er iets van wist, en ze snauwde nee en rende weg.
'Het spijt me dat ik je dit allemaal moet vertellen,' ging mevrouw Bradly verder.
'Kom, kom, mevrouw Bradly, u hebt er goed aan gedaan naar mij toe te komen,' zei ik, met een klopje op haar hand. 'Mijn man weet hier niets van, hè?' vroeg ik.
'O, nee, ik heb tegen niemand iets gezegd, en ik heb al mijn mensen gevraagd erover te zwijgen. Niemand zal een woord zeggen. Dat verzeker ik u.'
'Heel goed. Ik zal de zaak onderzoeken,' zei ik. Ze keek of ze weer in tranen zou uitbarsten, dus omhelsde ik haar en hielp haar overeind. 'Ga maar gauw en pieker niet te veel, mevrouw Bradly. Het heeft niets met u te maken.'
'Dank je, Dawn. Het spijt me,' herhaalde ze, en ging weg.
Ik voelde een koude rilling over mijn rug gaan en sloeg mijn armen om me heen. Ik herinnerde me dat ik die avond in New York in Ferns portemonnee had gekeken en gezien had hoeveel geld ze had. Had ze gelogen over haar zakgeld? Had ze het gestolen van Clayton?
Ik wilde de zaak zo mogelijk uitzoeken zonder Jimmy erbij te betrekken, dus verliet ik mijn kantoor en liep naar huis. Mevrouw Boston begroette me in de deuropening en zei dat Fern in haar kamer was. Haastig liep ik de trap op naar haar deur. Die stond op een kier, dus tuurde ik naar binnen en zag dat ze op haar buik op bed een tijdschrift lag te lezen.
Ik dacht dat je naar huis ging om je huiswerk te maken, Fern,' zei ik. Ze draaide zich om en staarde me met een woedende blik aan.
'Het is niet netjes om mensen te besluipen,' antwoordde ze.
'Ik besluip je niet. Ik kom je controleren. Je hebt tegen mevrouw Bradly gezegd dat je naar huis ging om je huiswerk te maken. Waarom doe je dat niet?'
Ze kwam snel overeind en deed haar tijdschrift dicht.
'Ik zei dat alleen maar omdat ik er genoeg van had. Het was vervelend, veel saaier dan ik gedacht had. Ik wil ander werk in het hotel. Misschien kan ik de kelners en hulpkelners helpen,' stelde ze voor.
Ik liep verder haar kamer in. Ze keek achterdochtig naar me op toen ik haar aan bleef staren, en toen wendde ze haar ogen af. Schuldbewust, dacht ik.
'Het feit dat je niet terug wilt naar de receptie heeft zeker niets te maken met het geld dat vermist wordt?' vroeg ik.
'Ik weet niet waar het is. Waarom? Heeft mevrouw Bradly gezegd dat ik het heb?' vroeg ze, terwijl de vurige blik weer terugkwam in haar ogen.
'Nee, maar ik hoopte dat je ons zou kunnen helpen het op te sporen,' zei ik.
'Dat kan ik niet. Ik weet er niks van. Ze moet het verloren hebben. Misschien heeft een van die andere vrouwen het weggenomen. Ze zien er arm uit en waren waarschijnlijk niet tegen de verleiding bestand.'
'Al die andere vrouwen hebben hier al jaren gewerkt en zijn volkomen betrouwbaar.'
'Nou, ik ook!' schreeuwde ze. 'Ik steel niet.'
'Niemand beschuldigt je van stelen, Fern. Het enige wat ik wil weten is of je enig idee hebt waar het kan zijn. Misschien is het in een verkeerde Ia gelegd of in een verkeerde envelop gestopt,' zei ik.
'Ik heb het niet gezien,' hield ze vol.
Ik bleef staan en staarde haar aan. Ze hield haar blik strak op het bed gericht.
'Als je het niet prettig vond bij de receptie, waarom heb je me dat dan niet verteld?'
'Dat wilde ik doen... vanavond,' antwoordde ze snel.
'Dat zou een stuk beter zijn dan leugens vertellen. Dat hoef je niet meer te doen, Fern. Er is geen reden om tegen iemand te liegen, en als je ooit iets nodig hebt - '
'Ik heb het geld niet gestolen,' herhaalde ze. Ze sloeg zo hard met haar vuisten op haar knieën, dat ik huiverde bij de gedachte hoeveel pijn ze zichzelf moest doen.
'Goed. We zullen het niet over het geld hebben. Heb je geen huiswerk?' vroeg ik.
'Ik heb nog genoeg tijd om dat te maken.'
'Hoe lang lees je dit soort bladen al?' vroeg ik, starend naar het tijdschrift op bed. Ik herinnerde me dat zij ze in haar koffer had gepakt.
'Dat weet ik niet,' zei ze schouderophalend. 'Ze zijn niet schunnig, als je dat soms bedoelt.'
'Ik zei niet dat ze schunnig waren. Ik vind alleen dat je er nog een beetje jong voor bent,' zei ik.
'Dat is niet waar. Ik hou van die verhalen. Je pakt ze toch niet af, hè? Dat deed Clayton altijd.'
'Nee, ik zal ze niet afpakken, maar — '
'Jij bent net zo gemeen als hij,' huilde ze, en verborg haar gezicht in het kussen. Haar schouders schokten van het huilen.
'Fern,' zei ik, naar haar toelopend. 'Ik heb niet gezegd dat je je tijdschriften niet mocht hebben.' Ik ging op bed zitten en legde mijn hand op haar schouder, maar ze trok zich terug en sprong van het bed af, of mijn aanraking haar verbrandde.
'Ik heb dat geld niet gestolen. Ik heb het niet gestolen!' gilde ze, terwijl ze met haar vuisten tegen haar benen sloeg. 'Mevrouw Bradly is een ouwe heks dat ze dat gezegd heeft. Ze is een ouwe heks, en jij bent een afschuwelijk mens omdat je haar gelooft,' riep ze uit, terwijl ze haar kamer uitholde.
'Fern!'
Ik stond op en ging haar achterna, maar ze sprong de trap af en holde de voordeur uit. Mevrouw Boston verscheen onderaan de trap en keek omhoog.
'Ik ben bang dat ik dat niet erg goed heb aangepakt, mevrouw Boston,' zei ik.
Ze schudde haar hoofd.
'Die is door niemand gemakkelijk aan te pakken,' zei ze profetisch, en ging weer aan het werk. Ik ging terug naar het hotel. Korte tijd later kwam Jimmy op kantoor, met een bezorgde en kwade blik. Hij ging zitten en keek me aan.'Wat is er met Fern gebeurd?' vroeg hij. Zijn keel leek dichtgeknepen en hij sprak moeilijk. Ik kon de spanning tussen ons voelen.
'Jimmy,' zei ik zachtjes, terwijl ik me naar voren boog. 'Ik ben bang dat Fern geld heeft weggenomen uit de kleine kas.'
Voor hij kon reageren, vertelde ik hem alles wat mevrouw Bradly mij had verteld. Hij luisterde en schudde toen zijn hoofd.
'Waarom zou ze geld stelen, Dawn? En van ons? Ze krijgt alles wat ze wil. Ze heeft geen geld nodig,' zei hij.
Ik vertelde hem over het geld dat ik in haar portemonnee had gezien toen we in New York waren.
'Nou, en?' zei hij. 'Dat bewijst dat ze geen geld nodig heeft. Ze heeft meer dan genoeg.'
'Maar, Jimmy, mensen stelen soms om andere redenen,' begon ik.
'Ze zou van ons niet stelen,' hield hij koppig vol. 'En het verbaast me dat je naar haar toe bent gegaan om haar te beschuldigen.'
'Ik heb haar niet beschuldigd. Ik vroeg haar of ze er iets van wist, en toen werd ze hysterisch,' zei ik.
'Dat is nou juist wat ik wil zeggen,' vloog hij op. 'Je weet hoe gevoelig en kwetsbaar ze is door alles wat er met haar gebeurd is. Jij zou toch zeker meer sympathie en begrip moeten hebben, Dawn. Ze kwam naar mij toegehold en huilde zo hard dat ik dacht dat ik haar nooit tot bedaren zou kunnen krijgen. Mijn hemd is doornat van haar tranen,' voegde hij eraan toe.
'Het spijt me, Jimmy. Ik probeerde alleen maar een nog groter probleem te voorkomen. Ik dacht — '
'Ik heb haar beloofd dat ik met je zou praten en dat je haar je excuus zou aanbieden,' zei hij.
Even staarde ik hem aan. Zijn woorden en woede verbijsterden me. De tranen sprongen in mijn ogen, maar ik bedwong ze.
'Ik heb niets verkeerd gedaan, Jimmy,' zei ik zachtjes.
'Het is niet wat jij hebt gedaan, Dawn. Het is hoe Fern zich voelt. Ik dacht dat je begreep hoe ze hunkert naar liefde, naar haar familie.'
'Oké, Jimmy,' zei ik, mijn trots wegslikkend. 'Ik zal haar mijn excuus aanbieden, als je denkt dat dat juist is.'
'Dat is het,' hield hij vol. 'En, Dawn.' Hij stond op. 'Als er volgende keer weer een probleem is met Fern, kom dan alsjeblieft eerst bij mij.'
Mijn hart voelde als een stuk lood in mijn borst. Ik kon niet slikken en een traan ontsnapte uit mijn ooghoek, maar Jimmy was al op weg naar buiten en zag het niet.
'Jimmy!' riep ik, toen hij bij de deur was. Hij draaide zich om.
'Ja?'
'Wat denk je dat er met het geld gebeurd is?' vroeg ik nadrukkelijk.
'Ik weet het niet, Dawn. Mevrouw Bradly is ook de jongste niet meer.
Het zou me niets verbazen als ze het op een dag ergens onder haar papieren zou vinden,' zei hij, en ging weg.
En plotseling besefte ik dat liefde ook slecht kon zijn; liefde kon ons verleiden als een toverkracht en de nacht in de dag veranderen, zwart in wit, en schuld in onschuld.