hoofdstuk 1

Inleiding

Niet zo lang geleden kwam er iemand bij mij op bezoek die ik al een aantal jaren niet meer had gesproken. Hij wist wel dat ik met iets bezig was dat te maken had met ADD, maar nu kwam dan toch de vraag ... “maar wat is dat nou eigenlijk precies?” Ik kijk hem aan en vraag: Vanwaar de interesse nu ineens? “Nou ik heb een collega die me vertelde over haar zus met ADHD dus toen heb ik haar over je site verteld.” Oh ok, vind je haar leuk of zo? “Nee, maar toen ze er zo over vertelde schrok ik wel een beetje, ik herken er zoveel van in mezelf.” Hij voegde hieraan toe: “Ik wist niet dat het zo erg kon zijn.”

 

In gedachten zoek ik koortsachtig naar het laatje met de benodigde informatie. Maar na een korte blik in het niets, springt het dan uiteindelijk open en antwoord ik: Ja ADHD is wel iets anders als ADD maar de ernst ervan is even groot. Rick zegt: “Maar ik heb nog nooit iets aan je gemerkt, je ziet er toch goed uit.”

Ik zeg: Nee, maar ADD is voor de buitenwereld ook niet merkbaar en ik heb zelf vroeger natuurlijk ook nooit met mijn problemen te koop gelopen. De meeste problemen met ADD zijn onzichtbaar.

 

Op kritische toon zegt hij: “Ik hoorde van die collega dat het een handicap is?” Om het zo kort mogelijk samen te vatten leg ik uit dat de hersenen op verschillende soorten benzine werken. Mensen met ADD komen tekort aan een stofje dat je in staat stelt om tot activiteit te komen bij saaie dingen. Dan wordt het even stil. Ik probeer het duidelijker te maken door te zeggen dat er in zijn hersenen een stofje vrij komt als hij denkt aan opstaan uit zijn stoel. Doordat er voldoende van dat stofje aanwezig is, staat hij ook daadwerkelijk op. Van dat stofje (o.a. dopamine) komen mensen met ADD tekort. De ernst hiervan is per ADDer verschillend.

 

Rick vraagt me voorzichtig waarom ik nooit iets heb gezegd. “We zijn toch vrienden?”

Ik zeg: Tot het moment dat ik er zelf voor het eerst over hoorde heb ik mezelf altijd een beetje als een aansteller gezien. Ik wist toen zelf nog niet dat ik ADD had. Ik vond niet dat ik mocht zeuren en heb altijd gedacht dat ik kennelijk nog steeds niet genoeg mijn best deed. Je gaat ervan uit dat je niets anders bent dan andere mensen en wellicht toch ernstig tekort schiet in je disciplinefactor. Je beschouwt veel van de symptomen van ADD als karaktereigenschappen. Omdat ADD erfelijk is, herken je veel ervan vaak ook nog in je familie. Wie je bent als persoon voelt in wezen wel natuurlijk aan. Dat de belemmeringen die je ervaart in sommige situaties veel groter zijn dan bij iemand zonder een concentratiestoomis, weet je op dat moment nog niet. Je voelt je alleen anders. Je bent anders.

 

Rick roept: “Maar dat is dan toch eigenlijk heel erg zielig!”

Dat wil je als ADDer nu ook weer niet helemaal horen maar ik leg uit: Nou ja, omdat ik eigenlijk iets verborgen hield, waarvan ik niet wist dat het problemen waren als gevolg van een concentratiestoomis. Ik ben harder gaan lopen. Helaas ook op terreinen waar het opbrengen van voldoende concentratie heel erg moeilijk voor mij is gebleken. Dat heeft me om zoveel energie / mentale inspanning gevraagd, dat ik al op jonge leeftijd voor het eerst overspannen raakte en rond mijn 19e in een depressie kwam. Ik heb altijd gevochten om niet onder te doen aan de prestaties van andere mensen. Dat wordt door je omgeving, al vanaf de schooltijd op een bepaalde manier ook zo van je geëist. Omdat ik hier op sommige gebieden toch wel heel erg veel moeite mee had, heeft dit me jaren lang erg onzeker gemaakt. Hierdoor had ik ook bij dingen waar ik wel goed in presteerde, nog steeds het gevoel onvoldoende te hebben gegeven. Je hebt de kennis en het kunnen wel, maar het wil er langs de “gebruikelijke weg” helaas niet altijd uit komen. Dat heeft verschillende oorzaken en kan soms erg frustrerend zijn. Onbewust ben je steeds op zoek naar omwegen.

 

Rick vraagt: “Waarom heb je het jezelf al die jaren zo moeilijk gemaakt?”

Ik wist waar mijn talenten lagen en hoe ik deze het beste kon toepassen maar als je een huis, een baan, een relatie en jezelf in stand moet houden in de tegenwoordige tijd, ben je er minder snel toe geneigd om drastische veranderingen in je leven te maken met een onzekere uitkomst. Nu ik weet dat ik ADD heb, is het voor mezelf aanvaardbaar en zelfs van groot belang geworden, om deze veranderingen wel te overwegen. Ik zoek nu bewust naar omwegen.

 

“Maar wat betekent ADD dan voor jou,” vraagt Rick.

Hoe bedoel je? “Nou op welke manier merk jij ADD in je leven?”

Terwijl ik enkele pijnlijke voorbeelden probeer te bedenken om het totaalplaatje te schetsen, anticipeer ik al op de “zal allemaal toch allemaal wel mee vallen frons.” Je bespreekt problemen die bij de meeste mensen wel enige herkenning teweeg brengen. Vroeger kreeg je dan nog wel eens reacties als: “Jij hebt gewoon een goede planning nodig” of “Weet je zeker dat het geen modeverschijnsel is”, “Ben je niet gewoon een beetje lui...” De meest pijnlijke reacties zijn opmerkingen over het ontbreken van discipline. Je moet er langzaam steeds handiger in worden, om je verhaal zo helder en duidelijk mogelijk over te laten komen, zodat een reactie als “Ja ik ben zelf met heel veel discipline en strakke hand opgevoed” nog onmogelijk lijkt.

 

ADDers worden gedreven door hun concentratievermogen. Een goede planning of overzichtelijke agenda, verandert niets aan het concentratievermogen.

 

Een oude bekende, Wicher vergeleek het onlangs nog met de ooghandicap (Retinitus Pigmentosa) van mijn broer. Je zegt niet tegen een visueel gehandicapte dat hij beter uit zijn doppen moet kijken. Net zoals je niet tegen een ADDer kunt zeggen dat hij/zij meer discipline moet opbrengen. In die zin is ADD inderdaad zonder meer een handicap.

Rick kent mij uit een tijd dat ik standaard een coltrui, colbert en spijkerbroek droeg en de facade van “Met mij gaat alles prima” nog goed vol wist houden, zelfs ten opzichte van vrienden en mezelf. Dat ik bij thuiskomst na het werk, direct, met mijn kleren aan, in slaap viel van vermoeidheid en ’s avonds nooit op tijd in slaap kon komen wist niemand.

 

Ik vertel Rick dat ik redelijk kan schrijven maar absoluut niet kan rekenen. Dat ADD vaak voor komt in combinatie met dyslexie en/of dyscalculie en dat mijn problemen met rekenen en het doen van de administratie, dusdanig groot zijn dat ik hulp nodig heb / krijg bij het beheren van mijn geld. Ik heb vroeger erg in de schulden gezeten door het te laat betalen, incassobureaukosten, het niet goed kunnen overzien van mijn inkomsten en uitgaven en het doen van te dure aankopen. Mijn administratie lag in een doos of belandde na enige tijd rond slingeren in de vuilnisbak. Ik heb 10 jaar nodig gehad om tot 19.000 (toen nog) gulden in de schulden te komen en er weer uit. Nu heb ik volkomen in eigen opdracht mijn administratie uit handen gegeven om nieuwe problemen te voorkomen. Ik heb nu een vast bedrag per dag te besteden en pin van een aparte rekening iedere week alleen mijn boodschappengeld. Alle rekeningen en formulieren gaan per postadres naar de persoon die mijn administratie doet. Voor het eerst in mijn leven heb ik nu ook wat gespaard.

 

Ik vertel ook over mijn problemen om tot activiteit te komen: Bij mij stopt het opruimen en schoonmaken als het even kan bij de drempel van de keuken. Rick kijkt eens kritisch om zich heen, doet de keukendeur open en moet lachen als hij daar de enorme berg met vaat ziet staan. Ja allicht! Ik was een boek aan het schrijven... De huiskamer en slaapkamer zijn dit keer keurig netjes maar er is altijd wel 1 ruimte te vinden waar de chaos in groot contrast met andere plekken overheerst. Ik zou me niet op het schrijven van deze tekst kunnen concentreren, zonder de rommel op mijn bureau of alle blaadjes met notities naast mijn bed. Als de chaos overal overheerst gaat het meestal even niet zo goed met mij. Dan zijn de gordijnen constant dicht en ben ik veel in gedachten / meer op mezelf gericht. Een eerste teken van overbelasting en een waarschuwing dat ik tijd aan mezelf moet geven om niet opnieuw in een depressie te raken. Creatief bezig zijn helpt meestal.

 

Rick die zelf iedere minuut van de dag beheerst wordt door planning en structuur, zit nog steeds geïntrigeerd te luisteren dus ik ga maar door met vertellen. Ik kan beter nadenken / mijn eigen gedachten volgen en overzien, als ik in de natuur loop of creatief bezig ben. Tussendoor werk ik op dit moment aan nieuwe laden voor een kastje, een boekje voor kinderen met ADD en een schilderij. In mijn huis heb ik veel planten en bloemen.

Ik heb er veel moeite mee om dingen af te maken. Ik verlies erg snel mijn interesse in dingen dus ik moet erg bewust zijn van de keuzes die ik maak. Ik ben ook erg veranderlijk. Als het niet zo slecht voor mij was, zou ik het liefst iedere dag alcohol drinken, een klein jointje roken, seks willen hebben, shoppen op veilingsite’s voor leuke tweedehands dingetjes om op te knappen enz. Ik ben erg verslavingsgevoelig en ADD kost in die zin veel geld. Gelukkig lukt het mij van nature om wel gedisciplineerd met verslavende middelen om te gaan. Ik heb altijd een grote angst gehad voor hard drugs dus hier heb ik mij gelukkig nooit aan gewaagd. Als ik drank koop dan koop ik een heel klein flesje, voldoende voor 2 of 3 drankjes en dat is meer dan genoeg. Een grote fles zou net zo gemakkelijk opgaan. Veel mensen met ADD worden minder snel of helemaal niet dronken.

“Kan ADD nog opgelost worden?” vraagt Rick.

Ik bouw mijn leven om de stoornis heen en moet er zeven dagen per week en 24 uur per dag rekening mee houden. Er zijn veel valkuilen. In mijn geval zou een vaatwasser bijvoorbeeld een grote dagelijkse stress-factor wegnemen. Ik probeer de belemmeringen van mijn ADD, waar mogelijk weg te nemen door naar handige oplossingen te zoeken en ik probeer de voordelen te benutten. Het is voor mij noodzakelijk om erg bewust te leven, om dat donkere gat van een depressie nooit meer mee te hoeven maken, om mijn afspraken minder snel te vergeten, om in een opgeruimde omgeving te kunnen functioneren, om mijn werk vol te houden, eventueel een relatie en voldoende tijd voor mezelf over te houden. ADD is van grote invloed op alle belangrijke levensgebieden. Ik moet op de eerste plaats nastreven wat het beste voor mezelf is. Hierdoor kan ik ook het beste van mezelf aan anderen geven.

 

Tot mijn verbazing zegt Rick: “Nou, ik wou dat ik het ook had!”