24

Janet Edgely was vréselijk geschokt door het nieuws over Catriona’s vrijlating.

‘Hoe is het mógelijk!’ zei ze toen ze het nieuws vernam. Ze logeerde in een boerderijtje in de buurt van Florence, dat ze op het internet had gevonden. Daar zat ze al sinds ze de eerste ruwe versie van het boek had voltooid, en ze sloeg er de twee forse voorschotten stuk die ze van haar uitgever had ontvangen: een voor het boek over Cat Marsden, en een voor de ‘autobiografie’ van een beroemdheid waaraan ze over een paar weken in Londen zou beginnen, als ghostwriter.

‘Het boek gaat niet door,’ zei haar uitgeefster en minnares Davina, negenenvijftig jaar oud en dol op champagne. Sinds ze elkaar op het boekenfestival in Edinburgh hadden leren kennen, hadden ze een verhouding. Davina had Janets langdurige zoektocht naar eeuwige liefde gerechtvaardigd. Ze hadden het plan opgevat om samen naar Italië te verhuizen en olijven te telen, en daar te leven van de royalty’s van Janets ‘buitengewone’ boek.

‘Wat? Dat kunnen ze toch niet doen?’

‘Dat kunnen ze best… Lees het contract maar,’ zei Davina.

‘Ik kan het herschrijven.’

‘Dat willen ze niet, Janet. Je kunt maar beter aan de biografie beginnen.’

‘Wanneer kom je?’ vroeg Janet.

‘Ik kan dit weekend niet overkomen. Ik heb een boekpresentatie,’ zei ze. ‘Ik bel je nog wel.’

Janet had altijd in de ware geloofd. Ze had twee ellendige relaties doorstaan en decennia gewacht tot de ware vrouw zou verschijnen, en opeens was ze daar. Davina Bastow.

‘Ik ben dol op je!’ had Davina gezegd na de reactie van de redacteur op de eerste hoofdstukken. ‘Zalige bestsellerschrijfster van me!’

‘We nemen olijven én bijen!’ had ze verklaard na het jaarlijkse feest van de uitgeverij, waar Janet omzwermd werd als een Toscaanse honingraat.

Maar nu zou Davina haar wel bellen. En daar zou Janet op wachten.

Omdat ze per se wilde voorkomen dat haar overeenkomst met de uitgeverij ongedaan werd gemaakt, besloot Janet zo veel mogelijk informatie te vergaren voordat ze terugging naar Edinburgh om de directie ertoe over te halen haar het boek te laten herschrijven. Ze nam Catriona Marsdens obsessieve aantekeningen door, die veelal draaiden om haar ex-vriendjes: ‘de plotwendingen van [haar] leven’, en dergelijke onzin.

Ze herlas haar manuscript. Daarin had ze aangevoerd dat Catriona mannen uitkoos van wie ze nooit echt had gehouden, dat ze hen in een vlaag van wraakzucht had vermoord, daartoe aangezet door onopgeloste problemen die te maken hadden met haar vader en haar seksuele geaardheid.

Ze kamde haar eigen aantekeningen en interviewcitaten uit.

Ze nam nauwkeurig de krantenknipsels over de zaak door.

Ze belde haar schoolvriendin Margaret, nu politieagente in Schotland, en smeekte haar alle bijzonderheden van de arrestatie van Irene uit de doeken te doen: ze had bekend en het wapen overgedragen, ze had geen ander alibi gehad. Op de snijbladen van de snoeischaar zaten dna-sporen van de slachtoffers, op de handvatten de vingerafdrukken van Irene. Er was zoveel bewijs dat ze wel tien keer beschuldigd kon worden.

Daarna pakte ze haar spullen in om naar huis te rijden.

Onderweg bezocht Janet het ouderlijk huis van Joe. Zijn ouders deden alsof ze niet thuis waren. Ze ging bij het makelaarskantoor in Bagni di Lucca langs om Pietro te spreken. Vroeger had hij haar maar wat graag te woord gestaan, met name om Catriona te steunen, maar nu had hij geen zin om in details te treden, en hij moest er snel vandoor om een huis te bezichtigen. Ze ging in het oude centrum van Sasso koffie drinken, en raakte in gesprek met een bejaarde Schots-Italiaanse dame die haar aan een ex-vriendin van Joe voorstelde, een jonge moeder die een gelato bestelde voor haar zoontje. Helaas sprak de vrouw geen Engels, bovendien begon ze bij het horen van Joes naam grove gebaren te maken en te schelden.

Vervolgens reed Janet naar Lucca om met Joe te praten.

‘Ik heb het gehoord,’ antwoordde Joe met een stalen gezicht op Janets inleidende woorden in de spreekkamer.

‘Ga je met haar praten?’ vroeg Janet.

‘Nee. Nadat het was gebeurd hebben we het achter ons gelaten. We hebben onze vaste telefoonnummers laten afsluiten en andere mobiele telefoons genomen.’

‘Ik geloof niet dat haar moeder het heeft gedaan. Er klopt helemaal niets van,’ zei Janet, die meteen maar open kaart speelde. ‘Alles is altijd anders dan het lijkt, hè Joe?’

Er werd op Joes deur geklopt. Hij wilde dat ze vertrok.

‘Ik ga opnieuw beginnen, het boek herschrijven.’

‘Nou,’ zei Joe, terwijl hij de deur opendeed om haar uit te laten, ‘veel succes ermee.’

En met een fantástisch grote zonnebril op haar neus liep Janet Joes praktijk uit en verdween in de menigte op het plein.

Toen Joe na het werk thuiskwam, vertelde hij niet dat Janet bij hem langs was geweest. Zijn ouders zeiden ook niets over haar, hoewel hij van Pietro hoorde dat ze ook bij hen was komen rondneuzen.

Catriona was nu vrij en kon opeens voor de deur staan. Wat zou hij dan doen? Hij had van haar gehouden, ja, maar ze had in de week voor hun huwelijk met drie mannen seks gehad, en er zat op elk willekeurig moment minstens één familielid van haar in de gevangenis wegens een rits zware misdrijven.

En nu was dat mens, die Edgely, ook nog aan het rondsnuf fe len. De familie had al genoeg meegemaakt, dacht hij tijdens het douchen, en zo’n kakmadam hoefde het niet allemaal weer op te rakelen. Zoals zijn moeder bedekt te kennen had gegeven, kon hij haar – het – maar beter negeren en gewoon doorgaan met zijn leven.

Hij kwam onder de douche vandaan en keek hoe laat het was. Hij moest zich snel aankleden. Hij had een afspraak met Giulia Conti van de brandnetelravioli.

Hij had er geen hoge verwachtingen van. Geen foto. Goede uitstraling. Dat wees onmiskenbaar op gewichtsproblemen, verlepte huid, slecht gebit, enzovoort. Maar toen hij op de deur klopte van Giulia’s koopappartement in Lucca, was hij aangenaam verrast. Ze was beeldschoon. Ongeveer dertig, met zwart, glanzend haar en een vrouwelijk figuur dat heel mooi uitkwam in haar gebloemde jarenvijftigjurk. Bovendien was ze gecompliceerd, en daar hield hij van. Erg onzeker, en met een zenuwtrekje: onder het praten sperde ze telkens even haar neusgaten open. Misschien was dit de ware voor hem, dacht hij, terwijl ze haar tas en sleutels pakte. Misschien was zij wél trouw.

Ze was in ieder geval bereid zich uit te sloven. Tongde in het afscheidsstadium, vroeg of hij nog iets wilde komen drinken en deed alles wat hij voorstelde toen ze eenmaal binnen waren.

‘Ik moest maar eens opstappen,’ zei hij na afloop. ‘Morgen weer vroeg op. Bedankt voor de heerlijke avond.’

Tijdens de rit naar huis besefte hij dat het waarschijnlijk niets zou worden met Giulia. Hij zou voor alle zekerheid nog een keer met haar afspreken – ze had tenslotte een aantal van de eigenschappen die hij graag zag bij een vrouw. Maar ze was niet Schots, en om de een of andere reden kon hij het beeld van een Schotse bruid maar niet uit zijn hoofd zetten: melkwitte huid met sproeten, rood haar, lichtgroene ogen die hem glimlachend aankeken boven een ontbijt van worstjes met gebakken brood.

Wat was dat toch met rood haar? Het was zijn enige obsessie, zijn fantasie. Datgene wat hij zich voor de geest haalde als hij alleen in bed lag met een doos tissues bij de hand, de twee woorden die hij googelde nadat zijn laatste patiënt was vertrokken en hij klaar was met zijn administratie en de deur van zijn spreekkamer op slot had gedaan.

Catriona.

Goed, dacht hij, terwijl zijn auto de berg op klauwde, Catriona had de week voor hun huwelijk seks gehad met drie mannen. Hij wist dat ze seksueel avontuurlijk was. Het was juist die gretigheid geweest waardoor hij zich tot haar aangetrokken had gevoeld.

Ach nou ja, ze dronk af en toe iets te veel.

Ach nou ja, ze had op een keer een vuilnisbak omgeschopt toen Joe zei dat hij Italië nooit kon verlaten.

Maar ze was vrij. Onschuldig.

En de herinneringen – aan haar kleine, bleke armen die naast hem heen en weer zwaaiden op bospaadjes, aan de geur van haar dikke, lange rosblonde haar, aan het ondeugende gegrinnik waaraan ze zich vaak overgaf – gaven hem een ongemakkelijk heet gevoel vanbinnen.