19 Waaghalzerij bij Breda
Tijdstip: 4 maart 1590
Plaats: Breda
Auteur: Onze redacteur
In Breda staat een groot kasteel, dat in 1350 werd gebouwd en in de 16e eeuw werd uitgebreid. Sinds 1826 is dit kasteel de Koninklijke Militaire Academie. Het was ooit het kasteel dat in 1590 op zo’n verrassende manier door de soldaten van Prins Maurits werd veroverd met behulp van het beroemd geworden turfschip van Breda.
Het was lente. Adriaan Janszoon van Bergen ging, zoals altijd, turf en brandhout leveren op het kasteel van Breda. Hij was een veel geziene gast op het kasteel, want regelmatig voer hij met zijn schip op en neer tussen het kasteel en Zevenbergen, waar het turf werd gestoken. In het kasteel, dat oorspronkelijk van de Van Oranje-Nassaus was, zaten toen Spaanse soldaten, die ook de stad Breda bezet hielden.
Op zekere nacht werden door de schipper zeventig soldaten van Maurits in zijn turfschip ondergebracht. Daarbovenop werd turf geladen. Het was een korte reis, maar men wilde alles zo voorzichtig mogelijk doen, zodat het geheim niet zou uitlekken. Zo moesten de verborgen soldaten langer dan twee dagen in het ruim blijven. Een van de redenen was dat er te veel tegenwind was. Maar eindelijk, op een ijskoude dag, kwam het schip dan bij het kasteel. Het werd vluchtig onderzocht en goed bevonden. De Spaanse soldaten sleepten het schip verder de kasteelgracht in. En meteen gingen ze het schip lossen. Zover zelfs, dat de soldaten die onderin zaten door de spleten in het hout het daglicht al konden zien. Maar de schipper speelde mee. Hij wist gedaan te krijgen dat de rest de volgende dag gelost zou worden.
Het werd nacht. Precies om 12 uur gaf de commandant van de verborgen troep bevel dat ze uit het schip moesten komen. Meteen werd de wacht overvallen en gedood. De rest van de bezetting werd teruggedreven. Een groep Spanjaarden ondernam nog een poging om uit breken. De meesten werden echter verslagen. Toen de mensen uit Breda hoorden wat er op het kasteel was gebeurd, rukten ze op, maar de soldaten van Maurits wisten hen met wapens tegen te houden. Toen het kasteel eenmaal in handen van de overvallers was, kwam ook de prins met zijn troepen naar Breda om vanaf het kasteel de stad te veroveren. De regering van Breda wist dit echter af te kopen door twee maanden soldij te geven aan de soldaten van Maurits. Zo bleef een gevecht in Breda achterwege. De turfschipper en zijn knecht kregen een jaargeld zolang zij zouden leven, uit dankbaarheid voor hun hulp.
Zijn superieure krijgskunsten had Maurits gebaseerd op de technieken van de legers van de oude Grieken en Romeinen. Waarschijnlijk leerde Maurits door zijn interesse in de oudheden ook het verhaal van het Paard van Troje kennen. Daarin nemen de Grieken na een lange belegering met een list de stad Troje in. Zij laten een houten paard achter op het strand en vertrekken. De inwoners van de stad halen het paard vervolgens als oorlogsbuit binnen. Wat zij niet weten, is dat het paard hol is en binnenin een flink aantal getrainde soldaten zitten te wachten om de poorten te kunnen openen voor hun collega’s die stiekem zijn teruggekeerd.