Kelly

De babymuziekgroep kwam in een grote, oude kerk aan Pine Street bij elkaar. De kerk had glas-in-loodramen van Christus bij het altaar en in de kelder waar de muziekles was, hingen posters van de Anonieme Alcoholisten. Op dinsdagochtend trok Kelly Olivers sneeuwpak uit en deed zijn muts en sjaal af. Ze ging op de overblijfselen van een tapijt zitten met haar man naast zich. Steve zwaaide naar Becky en Ayinde terwijl Galina, de leidster, op de oude piano begon te rammen en aan het welkomstliedje begon. 'Hallo, goedemorgen, welkom Nick. Hallo, goedemorgen, welkom Oliver.' Ze zongen hun welkom voor Cody, Dylan, Emma, Emma, Nicolette, Ava, Julian en Jackson. 'Hallo, goedemorgen mammies. Hallo, goedemorgen nanny's,' zong Galina op de toetsen slaand. 'Hallo, goedemorgen papa...'

Steve hupte Oliver op zijn knie op en neer en zwaaide met zijn maraca in de maat mee terwijl de groep begon te zingen. 'Als je gelukkig bent, klap dan in je handen!' Kelly onderdrukte de neiging om op haar zakcomputer te kijken. 'Als je gelukkig bent, klap dan in je handen!' Ze wist dat Elizabeth nog steeds kwaad was over het feest van Wartz. 'Als je gelukkig bent en dat echt wilt laten zien...' Ze zakte tegen de muur. Ze voelde zich dubbel, niet op haar plaats en moe. Boven alles vooral moe.

'Hé,' fluisterde Steve. 'Van mij mag je gaan hoor, O en ik doen het hier prima.'

'Nee, ik blijf wel,' fluisterde ze terug. Er waren papa's die met hun zoon of dochter naar de muziekles kwamen, waaronder een man van een jaar of vijftig die met een driejarige kwam (Kelly was er nooit achter gekomen of het zijn zoon of zijn kleinzoon was). Andrew was al een paar keer met Ava gekomen. Zelfs Richard Towne, met een honkbalpet over zijn ogen getrokken, was op een dinsdagochtend geweest, rustig alle starende blikken van de andere ouders en die ene mammie met een digitale camera die stiekem een foto van hem had gemaakt met Julian in zijn armen, negerend en vrolijk 'Boer daar ligt een kip in 't water' meezingend. Maar die pappies hadden werk om naar terug te gaan en niet alleen het zoeken naar een baan. Zogenaamd zoeken naar een baan, bedacht ze zich verdrietig terwijl Steve Olivers hand om een babytamboerijn legde en hem hielp ermee te schudden.

Kelly keek naar de poster en overwoog Stap Een van de Twaalf Stappen: 'We Weten Dat Ons Leven Stuurloos Is Geworden,- We Geven Ons Over Aan Een Hogere Macht'. Haar leven was stuurloos geworden. Waar was de twaalfstappengroep voor te drukke moeders die getrouwd waren met mannen zonder baan?

'We gaan spelen!' zei Galina. Ze maakte een gymtas open en gooide een dozijn rubberen ballen in de cirkel. De grote kinderen - van twee en drie, degenen die konden lopen - gilden van plezier en waggelden naar de ballen. Oliver snakte hikkend naar adem en begon te huilen toen Steve een rode bal op zijn schoot legde. 'Ssh, ssh, het is goed,' zei hij en liet de bal aan Oliver zien.

Kelly trok Olivers truitje recht en dacht aan het telefoontje met haar zussen van de avond ervoor. 'Hoe is het met meneer Perfect?' had Doreen gevraagd.

'Prima!' zei Kelly. 'Het gaat prima met ons allemaal! Alles is prima!' Nadat ze had opgehangen, zat ze aan de keukentafel rekeningen over te maken. Steve kwam binnen en gaf haar schaapachtig zijn creditcardrekening. Elfhonderd dollar. 'Waarvoor?' vroeg ze op scherpere toon dan de bedoeling was.

Steve haalde zijn schouders op. 'Eten. Kleding. O, en de verjaardag van mijn moeder.' Kelly keek naar de rekening. Steve had driehonderd dollar uitgegeven, waarschijnlijk aan een nutteloos ding om stof te verzamelen op haar schoonmoeders etagère. Toen ze het geld overmaakte, had ze zich misselijk gevoeld.

'Waarom laat je me niet wat van onze aandelen verzilveren?' had hij gevraagd.

Ze huiverde. Wat zou er gebeuren als het spaargeld op was en Steve nog steeds niet zou werken? Wat zou er gebeuren als ze de ziektekostenverzekering niet konden betalen en een van hen ziek werd? Ze wist hoe dat verhaal afliep: om zeven uur 's ochtends deurwaarders aan de telefoon. Tweedehands auto's en afdankertjes. Mooi niet. Ze had er te hard voor gewerkt om Oliver zulke dingen te besparen.

'Visje, visje, in het water,' zong Galina. Kelly zong ook. Alle moeders zongen; alle nanny's zongen. Steve zong ook, zo hard dat Kelly hem wel moest horen. 'Wie weet er nog een dier?'

'Een koe!' riep een nanny.

'En wat doet een koe?'

De nanny ging op handen en knieën zitten terwijl haar verantwoordelijkheid - een van de Emma's, dacht Kelly - begon te giechelen, in afwachting van wat ze wist dat er zou komen. 'Boeoeoeoe!' zong ze hard. De kinderen lachten, klapten en riepen: 'Boeoeoeoe!'

'Weet papa een dier?' vroeg Galina en keek naar Steve.

'Eh,' zei hij en keek naar Oliver. 'Een hond?'

'Hond! Een hondje is goed! En wat voor geluid maakt een hondje?'

Steve grinnikte mak. 'Waf, waf?'

'Harder blaffen, papa, harder!' spoorde Galina hem aan.

'Waf, waf,' blafte Steve.

'En wat doet een hondje?'

'Dat kwispelt met zijn staart!' riepen Emma één en twee, Cody, Nicolette en Dylan tegelijk.

'Laten we eens kijken hoe papa met zijn staart kwispelt!'

Aan de overkant van de kring zat Ayinde angstvallig naar de bovenkant van Julians hoofd te kijken en Becky beet op haar onderlip. Ze wist wel beter dan te gaan lachen, dacht Kelly; Becky stond al sinds ze drie weken eerder de baslijn van 'Smoke on the Water' op een babyxylofoon had gespeeld, op Galina's zwarte lijst.

'Kwispelen, papa!' instrueerde Galina. Door haar Russische accent leek ze wel een van de tweederangs boeven in een James Bond-film. 'Kwispelen!'

Steve schudde lachend met zijn kont. Oliver begon te giechelen en probeerde in zijn handjes te klappen.

'Goed zo, Steve,' riep Becky.

'Goed zo, papa. Oké, iedereen. We gaan onze ballen opruimen!'

Volgens mij heeft hij dat al gedaan, dacht Kelly terwijl het afscheidsliedje begon. 'Dag, dag, dag mammies... dag, dag, dag kindjes...' Ze trok de slaperige Oliver zijn sneeuwpak weer aan en trok zijn muts over zijn oren. Steve en zij duwden hem door de menigte AA-deelnemers en de mist van sigarettenrook die hen omringde. In de hal keek Kelly steels de kapel in, de glas-in-lood-Maria zag er sereen uit met haar stralenkrans en witte gewaad. Vast omdat Joseph wel werk had.

Terug thuis verschoonde Kelly Olivers luier, kuste zijn buik en wangen en keek verlangend naar haar bed. Een minuutje dan, dacht ze en trok haar schoenen uit.

Het volgende wat ze voelde, was dat ze werd wakker geschud. Ze hield haar ogen dicht. Ze had een heerlijke droom gehad over Colin Reynolds, op wie ze in de tweede verliefd was geweest en met wie ze had getongzoend in de gymzaal van de onderbouw. Colin Reynolds was in haar droom volwassen, ze deden veel meer dan zoenen en er was in de verste verte geen baby, of echtgenoot, te bekennen.

Steve schudde haar weer heen en weer. 'Kelly. Telefoon.'

'Ik lig te slapen.'

'O,' zei hij. 'Dat wist ik niet.' Kelly begroef haar gezicht in het kussen en hoorde een Beckyachtige snedige opmerking in haar hoofd: 'Ja, dat ik met mijn ogen dicht in het donker lag, zette je vast op het verkeerde been.'

'Neem maar een boodschap aan,' zei ze terwijl Oliver begon te huilen. Shit. Ze ging rechtop zitten en keek naar de klok. Drie over vijf? Dat kon niet kloppen.

'Heb ik de hele middag geslapen?' vroeg ze terwijl ze Oliver uit zijn wieg haalde en op het aankleedkussen legde en Steve achter haar aan sjokte met de telefoon in zijn handen.

'Je zult wel moe zijn geweest,' zei hij. Vijf uur, dacht Kelly. Ze had helemaal niet gewerkt en de hond zou wel moeten worden uitgelaten en ze had haar e-mail niet eens gecheckt. Elizabeth zou wel ziedend zijn.

Ze klemde de telefoon onder haar kin. 'Hallo?'

'Kelly Day?'

'Ja.'

'Dag, met Amy Mayhew. Ik ben journaliste voor Power Magazine en ik hoopte dat je me zou kunnen helpen met een artikel waar ik mee bezig ben.'

'Waar gaat het over?'

'Over succesvolle vrouwen,' zei ze. 'Vrouwen die het is gelukt met succes te werken terwijl ze hun kinderen opvoeden.'

Succesvol. Het woord alleen al was genoeg om Kelly in hysterisch lachen te laten uitbarsten. Dat of een vreselijke jankbui. Maar als het haar lukte - als ze op het publiek kon overkomen als een vrouw die werk en gezin succesvol wist te combineren - zou dat haar misschien helpen weer in Elizabeths gratie te komen.

'Ik heb wat onderzoek naar je gedaan.' Kelly hoorde op de achtergrond een toetsenbord ratelen. 'Je werkt toch bij Evenewens?'

'Inderdaad’ zei ze. 'Ik was eerst IT-risicokapitaalplanningsconsulente en ik ben min of meer in het evenementplannen gerold. Ik werk nu bij Evenewens, dat als het beste bedrijf in Philadelphia wordt beschouwd. We overwegen uit te breiden naar New Jersey en New York. Maar ik werk nu parttime.'

Kelly hoorde dat er meer werd getypt. 'En je hebt net een kind gekregen?'

'Op dertien juli,' zei ze terwijl ze Olivers spijkerbroek losmaakte en met één hand zijn luier lostrok. 'Dus ik werk nu maar twintig uur per week. Nou ja, officieel dan. Maar je weet hoe dat gaat.'

'Niet echt’ zei Amy Mayhew. 'Ik heb nog geen kinderen.' Aan de hand van haar o-zo-serieuze toon en scherpe lachje maakte Kelly zich een voorstelling van Amy Mayhew: een hip donkerblauw pak met precies de goede schoenen erbij. Op haar bureau zou een enveloptasje liggen dat net groot genoeg was voor haar sleutels, portemonnee, een lippenstift en een paar condooms en dan zou het nog maar ongeveer een zestiende van de maat van de luiertas hebben die Kelly altijd met zich meezeulde. In Amy Mayhews ogen zou geen zeven centimeter lange pony hangen doordat ze al vier maanden geen tijd had gehad om naar de kapper te gaan, haar vingernagels zouden zijn gemanicuurd en ze zou subtiel naar eau de toilette ruiken in plaats van naar Kelly's kenmerkende parfum van lichaamsgeur, moedermelk en wanhoop.

'Hallo?'

'Ik ben er nog’ kon Kelly nog net zeggen terwijl ze Olivers broek vastmaakte.

'Luister,' zei ze, 'ik zou heel graag een afspraak maken voor een interview. Hoe ziet je maand eruit?'

'Nou, ik ben heel flexibel.' Kelly rende naar de slaapkamer, legde Oliver midden op het lege, onopgemaakte bed, griste een pen van het nachtkastje, bladerde naar een lege bladzijde in Olivers babyboek, dat al maanden niet was bijgehouden, en begon te schrijven. Kapper. Manicure. Nieuw pak (?). Ze paste nog steeds niet in haar oude. En nieuwe schoenen. Ze moest haar koffertje zoeken. Ze had ooit een geweldig koffertje gehad. Van kalfsleer, met een gouden handvat. Ze dacht dat ze het in de kast had zien staan, onder het autostoeltje waar Oliver al uit was gegroeid.

'Kan het volgende week vrijdag? Misschien kunnen we samen lunchen.'

'Lunch vrijd.' schreef Kelly op. Vroeger lunchte ze. Dan nam ze cliënten mee naar twee uur durende lunches bij Capital Grill en Striped Bass. Dan nam ze een glas wijn met een salade en gegrilde vis of geroosterde kip. Vroeger bestond de lunch niet alleen uit pindakaas als Oliver even sliep, zo uit de pot gelepeld en van haar vingers gelikt omdat er geen schone messen waren omdat zij noch Steve de afwasmachine had aangezet.

'We zouden graag wat foto's op het werk maken en een paar thuis, met de baby...'

Shit. Shit. Shit, shit, shit. Ze moest schoonmaken: de keukenvloer was meer dan smerig; Steve had voor de koelkast een fles kunstmelk geknoeid en het niet bepaald goed schoongemaakt. Er moesten verse bloemen komen, ze moest stofzuigen, ze moest zorgen dat Steve het kantoortje opruimde en ze moest een plek bedenken om de zak met van-nul-tot-drie-maandenkleding die ze naar de spullenhulp had willen brengen, op te ruimen... meubels. Die had ze ook nodig. Of misschien kon ze zeggen dat haar meubels net werden gereinigd of zo, of dat ze in opslag stonden omdat ze nieuw tapijt kregen...

'...en je man.'

'Man?' herhaalde Kelly.

'Ja,' zei Amy Mayhew lachend. 'Je weet wel, de hoek van de samenleving.'

'O, mijn man is vaak op zakenreis.'

'Wat deed hij ook alweer?'

'Hij is consulent voor beginnende internetbedrijven.' De woorden vlogen uit haar mond als een zwerm kwaadaardige vogels. O god, dacht ze, wat als Amy Mayhew Steve zou gaan googelen om hem na te trekken? 'Hij begint net... zijn bedrijf is nog niet officieel, hij heeft nog geen website en kantoor en zo, maar hij is erg veel weg. Hij werkt samen met wat oude vrienden van zijn opleiding.' Hou je bek, zei ze tegen zichzelf. Dit was het moment dat ze het altijd had geweten als haar zussen logen. In plaats van een eenvoudig antwoord kreeg je dan een hele Hamlet-monoloog. 'Dus hij is er misschien niet voor de foto's.'

'O, nou ja. Schikt komende vrijdag?'

'Perfect!' zei Kelly. Ze spraken een tijd af. Amy Mayhew zei dat ze uitkeek naar de ontmoeting. Kelly zei dat zij er ook naar uitkeek. Toen hing ze op en liep met Oliver naar de keuken. Steve lag op de bank.

'Wie was dat?' vroeg Steve.

'Een of ander telemarketingbedrijf. Ik ga de hond even uitlaten. Kun jij Oliver zijn gepofte rijst geven?'

'Ja hoor,' zei Steve.

'En zou je je aan kunnen kleden?'

Steve keek naar zichzelf en leek verrast te zien dat hij alleen een boxershort en een t-shirt aan had. 'Waarom?' vroeg hij. 'Ik ga toch nergens heen?'

Ze beet de beledigingen die wanhopig graag haar mond uit wilden, weg. 'Ik weet dat je nergens heen gaat, maar het is halfzes 's avonds en het is een werkdag...' Haar stem ebde weg.

'Prima,' zei hij en trok een spijkerbroek van de vloer. 'Broek,' hoorde ze hem mompelen. 'Je moeder is een zeurpiet!' riep hij tegen Oliver. Kelly wreef over haar slapen. Ze voelde dat haar gebruikelijke late-avondhoofdpijn vandaag vroeg opkwam. Ze slikte twee pijnstillers, zette een was aan, maakte een paardenstaart en rende de woonkamer in.

Lemon zat bij de voordeur te kwispelen en Oliver zat in zijn kinderstoel met een gezicht vol rice-crispies. Steve zat hem in de woonkamer eten te geven. 'Er was eens,' zei Steve, 'een dappere prins die in een kasteel woonde.' Oliver zwaaide met zijn handjes door de lucht en maakte een tevreden geluid. 'De prins was zo dapper dat hij door grachten vol haaien, alligators en Dallas Cowboy-fans durfde te zwemmen’ ging Steve verder. 'Hij kon met één enkele zwaai van zijn angstaanjagende zwaard draken doden en hij kon in de kleinste plekken fileparkeren, en hij kon de mooie prinses van betoveringen en vloeken redden.' Steve zuchtte. 'En toen werd hij ontslagen en toen wilde de mooie prinses niet meer met hem praten.'

Kelly's hart kneep samen. 'Het spijt me...' begon ze te zeggen, maar wat speet haar? Dat hij was ontslagen? Dat had ze tegen hem gezegd en dat had geen verschil gemaakt. Dat het haar speet dat hij zich zo vreselijk voelde? Nou, hij zou zich niet zo vreselijk voelen als hij gewoon werk zou vinden en dat had Kelly hem al te vaak verteld en als hij dat zou doen, zou alles prima zijn en dan kon zij ophouden met fantaseren dat ze hem vermoordde en dat ze het eruit zou laten zien als een ongeluk bij het scheren zodat zijn levensverzekering zou uitbetalen.

Ze schraapte haar keel. Steve keek op. 'Hé’ zei hij.

'Hé’ antwoordde ze en maakte Lemons riem vast. 'Wat heeft hij gegeten?'

'De helft van de rice-crispies en twee hapjes pruimenprut’ rapporteerde Steve, die het blad van de kinderstoel pakte en ermee naar de gootsteen liep.

'Mooi’ zei ze, 'ik ga even...' Haar hart stond stil toen Oliver naar voren leunde. 'Steve!' gilde ze en begon te rennen. Niet snel genoeg. Oliver viel uit de stoel, met zijn gezicht op de grond. Er was een hoorbare bonk en toen een seconde stilte. Toen schepte Kelly hem van de vloer, Oliver opende zijn mond en begon te schreeuwen.

'O mijn god, o mijn god!' zei Kelly.

'Gaat het?' vroeg Steve, die eruitzag alsof hij een spook zag.

'Dat weet ik niet!' schreeuwde Kelly boven het gekrijs van de baby uit. 'Waarom zat hij niet vast?'

'Dat heb ik vergeten!' zei Steve. 'Gaat het wel?'

Kelly keek hem vernietigend aan en liep met Oliver in haar armen langs hem heen naar de keuken om de telefoon te pakken. Op weg ernaartoe zag ze dat Lemon inderdaad weer op de vloer had gepiest. Ze toetste het nummer van de dokter in, dat op de koelkastdeur stond en drukte een paar keer op de één tot ze met de dienstdoende verpleegster werd doorverbonden. 'Hallo, met Kelly Day. De moeder van Oliver. Hij is vijf maanden en hij is net uit zijn kinderstoel gevallen...'

Steve tikte op haar schouder. 'Wat kan ik doen?' fluisterde hij. 'Moet ik ijs pakken of zo? Moeten we een ambulance bellen?'

Kelly duwde hem opzij. Ze wist dat als ze ook nog maar een seconde naar zijn gezicht zou kijken, iemand in huis inderdaad een ambulance nodig zou hebben en dat het Oliver niet zou zijn.

'Rustig maar,' zei de verpleegster. 'Een baby die zo kan schreeuwen, kan niet al te ernstig gewond zijn. Is hij op een houten vloer gevallen?'

'Nee’ zei Kelly.

'En hij is niet buiten bewustzijn geweest en is niet even gestopt met ademen? Bloedt hij ergens?'

'Nee,' zei ze. Haar knieën beefden. Ze leunde tegen de muur. Oliver jammerde en begroef zijn gezicht in haar hals. 'Hij is er zo uitgevallen. Mijn man had hem niet vastgemaakt.'

'Dat kan gebeuren’ zei de verpleegster. 'En meestal is er niets aan de hand. Als hij zo huilt, als hij niet is flauwgevallen en niet heeft overgegeven, is er hoogstwaarschijnlijk niets aan de hand. Probeer het uzelf niet kwalijk te nemen. Of uw man. Hou hem een paar uur in de gaten en bel even als er iets verandert.'

'Oké,' zei Kelly. 'Dank u.' Ze verbrak de verbinding, wiegde Oliver in haar armen en zei: 'Ssh, ssh. Arme jongen, arme jongen.' Ze liep met hem naar de schommelstoel, waar ze haar shirt omhoog deed en zijn gezicht naar haar borst bracht. Oliver staarde haar aan, zijn wimpers nog vol tranen. Hij zag er ellendig en verraden uit, zuchtte toen gelaten en begon te drinken.

Steve kwam binnenlopen. 'Hij ziet er goed uit,' zei hij.

Kelly negeerde hem.

'Maar we moeten zeker met hem naar de dokter?'

Kelly zei niets.

'Het spijt me echt heel, heel...'

'Het spijt je,' herhaalde ze. 'Waarom had je hem niet vastgemaakt?'

'Dat zei ik toch: dat had ik vergeten!'

'Ja hoor,' snauwde ze. De dam brak en het vergif stroomde naar buiten. 'Net zoals je je deadline bent vergeten. Net zoals je hebt vergeten de afwasmachine aan te zetten. Net zoals je vergeet je godvergeten broek aan te trekken als ik je er niet aan herinner die aan te doen.'

Kelly trok haar shirt naar beneden en stond op. Ze duwde haar man opzij, die als verlamd in de deuropening stond. 'Ik moet de hond uitlaten.'

'Dat doe ik wel.'

'Je hoeft niets voor me te doen!' riep ze en zette de opnieuw huilende Oliver in zijn wagen, maakte overdreven gebarend zijn bandjes vast, pakte Lemon bij zijn riem en haastte zich met hond en kind de lift in en naar buiten.

Ze was halverwege de straat toen Steve haar inhaalde. Hij zag er schaapachtig en bang uit.

'Ga weg,' zei ze en ging harder lopen.

'Ik dacht dat je deze misschien nodig zou hebben,' zei Steve. Hij hield de luiertas die ze had vergeten, omhoog. 'Ik heb er een flesje in gedaan, voor het geval dat.'

'Dank je,' zei ze. Ze duwde de wagen naar de hoek van de straat en stopte voor het rode verkeerslicht.

'Mag ik met je meelopen? Alsjeblieft? Ik voel me afschuwelijk.'

Kelly zei niet tegen hem dat dat niet hoefde, maar ze ging wel zo ver opzij dat er ruimte was om naast haar te staan. Steve propte de luiertas in het rekje onder de wagen en ging erachter staan. Toen het licht op groen sprong, begon hij te duwen en ze liepen drie straten in stilte verder. 'Waar ging dat gesprek met die telemarketeer over?'

De leugen die ze de journaliste had verteld, knalde haar hersenpan weer in. 'O, niets belangrijks,' zei Kelly. Ze hoopte maar dat hij in de duisternis niet zag dat ze bloosde. 'Ze wilde weten wat voor tijdschriften ik lees en of ik het afgelopen jaar een nieuwe auto heb gekocht.'

'Sorry dat ik je daarvoor heb wakker gemaakt,' zei Steve. 'Luister, als je nog moet werken, kun je wat mij betreft naar huis. Ik ga wel met hem wandelen. Ik pas wel op hem als we thuiskomen.'

En hem dan weer laten vallen? Of laten overrijden door een vrachtwagen? dacht Kelly. Mooi niet. Ze moest een reden bedenken waarom ze die telefonische vergadering met Elizabeth en een nieuwe cliënt had gemist. Verkouden, verstuikte enkel, vrouwenprobleem. Iets wat om haar ging en niets met Oliver te maken had, want Elizabeth had haar gevoel over de baby heel duidelijk gemaakt.

'Nee, ik doe het wel.'

'Kelly, je bent uitgeput. Laat me nou helpen,' zei Steve.

Ze schudde vermoeid haar hoofd, woordeloos, en liep achter Steve aan die de wagen terug naar huis duwde.