Bijlage 1
Stadia van Burn-out
Stadium I: Hoge verwachtingen en idealisme | |
Symptomen: | enthousiasme over het werk toewijding aan het werk hoog energieniveau en hoge prestaties positieve en constructieve houding goede vooruitzichten |
Stadium 2: Pessimisme en vroege onvrede met het werk | |
Symptomen: | lichamelijke en geestelijke moeheid frustratie en ontgoocheling laag moreel verveling eerste stresssymptomen |
Stadium 3. Terugtrekken in isolement | |
Symptomen: | vermijding van contact met collega's woede en vijandigheid sterk negativisme depressie en andere emotionele klachten concentratieproblemen extreme lichamelijke en geestelijke vermoeidheid veel stressklachten |
Stadium 4: (Onomkeerbare) onthechting en interesseverlies | |
Symptomen: | zeer weinig eigenwaarde chronisch absenteïsme blijvende negatieve gevoelens over werk algeheel cynisme onvermogen om met anderen om te gaan ernstige emotionele problemen zeer ernstige lichamelijke stressklachten |
Bijlage 2
Wat is uw burn-outindex?
Met behulp van onderstaande vragenlijst kunt u vaststellen, of er sprake is van burn-out.
niet | soms | vaak | |
1. Ik voel me op het werk vijandig en boos. | 1 | 2 | 3 |
2. Ik heb het gevoel steeds goed te moeten presteren. | 1 | 2 | 3 |
3. Ik onttrek mezelf aan contacten met collega's. | 1 | 2 | 3 |
4. Bij alles wat me wordt gevraagd, heb ik het gevoel dat het opgelegd wordt. | 1 | 2 | 3 |
5. Ten opzichte van mijn collega's en klanten word ik steeds afstandelijker en gevoellozer. | 1 | 2 | 3 |
6. Het werk is erg vervelend, saai en routinematig geworden. | 1 | 2 | 3 |
7. Ik heb het gevoel stil te staan in mijn carrière. | 1 | 2 | 3 |
8. Ik heb negatieve gevoelens over mijn werk, en heb nog uitsluitend aandacht voor de negatieve kanten ervan. | 1 | 2 | 3 |
9. Ik heb het gevoel minder dan ooit te presteren. | 1 | 2 | 3 |
10. Ik heb moeite om mijn werk en tijd te organiseren. | 1 | 2 | 3 |
11. Ik ben sneller geïrriteerd dan ooit tevoren. | 1 | 2 | 3 |
12. Ik voel me machteloos bij het veranderen van mijn werk. | 1 | 2 | 3 |
13. Ik neem de frustraties van het werk mee naar huis. | 1 | 2 | 3 |
14. Ik vermijd persoonlijk contact meer dan ooit. | 1 | 2 | 3 |
15. Ik zit me af te vragen, of mijn baan wel bij me past. | 1 | 2 | 3 |
16. Ik zit te piekeren over mijn werk, zelfs wanneer ik naar bed ga. | 1 | 2 | 3 |
17. Elke werkdag begin ik met de instelling: ‘Zal ik deze dag wel doorkomen? | 1 | 2 | 3 |
18. Ik heb het gevoel, dat niemand geïnteresseerd is in wat ik doe. | 1 | 2 | 3 |
19. Ik breng meer tijd door met vermijden van werk, dan met werk zelf. | 1 | 2 | 3 |
20. Ik voel me uitgeput op het werk, zelfs bij voldoende nachtrust. | 1 | 2 | 3 |
Score: