Gekooide vogel

 

 

 

Mijn moeder was ervan overtuigd dat de verfdampen in de blinkertjesfabriek mijn aangezichtsverlamming hadden veroorzaakt. Ze zei dat ze me geld zou sturen als ik met dat baantje stopte. Tanya begon me ook geld te sturen. Mijn moeder en Tanya hielden regelmatig contact daar in de buitenwereld. Met hun hulp ging ik weg bij de blinkertjes en ik nam Tanya’s oude baantje bij de activiteitencoördinatie over. Maar er werden niet zo veel goederen meer gedoneerd en ik had niet echt veel te doen.

Jennifer Fair was al een tijdje uit de isoleer en ze was zelfs op de eliteafdeling beland, met hulp van Tanya. Zij werd mijn nieuwe kamergenote, maar ik miste Tanya nog elke dag. Bovendien was een goede vriendin van Jennifer, met wie ze ook was veroordeeld, inmiddels ook weer opgepakt (zij was dat meisje dat uit Renz was ontsnapt, vlak voordat ik daar aankwam) en die zat continu op onze kamer. Lisa Harris en Jennifer waren hartsvriendinnen en soms was er gewoon niet zo veel ruimte meer voor mij. Ik ging me steeds eenzamer voelen.

Om bezig te blijven was ik voorzitter geworden van de vrouwenorganisatie. Een nieuw directielid van de gevangenis wilde een inpandige pizzeria openen en ik werd de bedrijfsleider. We kregen een eigen ruimte – ver van de keuken – en ik runde de boel. Ik at erg veel pizza.

Ik werkte nog steeds aan mijn gratieverzoek en ik begon aan een cursus die werd aangeboden door een vrijwilligster. ‘Courage to Heal’ heette het, ‘de moed om te genezen’. Zonder goede vrienden om op terug te vallen was dit een van de moeilijkste dingen die ik ooit heb geprobeerd. Ik kende ‘Courage to Heal’ wel, maar in de praktijk viel het absoluut niet mee. Het misbruik te boven komen was net zo pijnlijk als het doormaken ervan. Soms zo pijnlijk dat het gewoon makkelijker was om het maar zo veel mogelijk te vergeten of net te doen alsof het nooit gebeurd was. Maar dan hoorde ik Tanya’s stem in mijn hoofd zeggen dat ik moest doorzetten. En dus zette ik door.

Tijdens al die zelfreflectie en al die schrijfopdrachten vond ik het veel makkelijker om mijn vader te vergeven dan om mezelf te vergeven. Ik probeerde niet meer te verzinnen waarom hij het gedaan had. Dat wist ik nu eenmaal niet. Oké, mijn grootvader had hem misschien beïnvloed, maar die had mijn vader niet gedwongen om zich aan me te vergrijpen. Dat had hij helemaal zelf gedaan en in feite had ik geen flauw benul waarom. Ik had het er moeilijk mee om hem én mij vrij te pleiten. Ik was niet alleen het slachtoffer van seksueel geweld, ik was ook een moordenaar. Ik zei tegen mezelf dat ik die kwalificaties ooit te boven zou komen. Maar het zou wel even duren.

Ik las Ik weet waarom gekooide vogels zingen van Maya Angelou voor het eerst.

 

Zijn vleugels gekneusd, zijn borst vol pijn

Slaand naar de tralies om vrij te zijn

 

De titel van dat boek volstond al om mijn leven te veranderen. Daarna openden de woorden die erin staan mij de ogen. Ik was een gekooide vogel, maar ik had nog steeds een stem. Ik realiseerde me dat mijn ziel, mijn leven en mijn karakter nog wel mooi konden zijn, ondanks de tralies en de hekken. Dit boek hielp me om wat minder streng voor mezelf te worden. Ik schreef erover in een brief aan Tanya. We schreven elkaar en aanvankelijk telefoneerden we ook een paar keer per week. Maar soms ging ik haar juist erger missen door ons contact. Zij leidde haar eigen leven en ik was oprecht blij voor haar. Maar haar nieuwe leven leek in niets op het oude en langzaam maar zeker groeiden we toch uit elkaar. Ik ging meer sporten en het hielp echt om alle pijn en alle angst eruit te zweten.

 

*

 

Op 17 november 1997 kreeg ik een telefoontje. Ik wist meteen dat er iets mis was, want ik werd naar kantoor geroepen, waar een van de onderdirecteuren me de telefoon overhandigde. Dit was niet de gewone gang van zaken bij het aannemen van telefoongesprekken.

De onderdirecteur zei: ‘Maak je moeder alsjeblieft duidelijk dat dit eigenlijk niet mag.’

Mijn moeder huilde hysterisch en mijn hart sloeg een paar slagen over, wat ook niet zo gek was.

‘Tanya is dood, liefje,’ zei mijn moeder nauwelijks verstaanbaar.

Ze was nog maar een jaar vrij en ze stierf door een slagadergezwel. Ze was zomaar dood neergevallen tijdens haar dagelijkse bezigheden.

Ik was er helemaal kapot van. Ik heb letterlijk weken gehuild. Jennifer en Sabrina probeerden me wel te troosten, maar ik kreeg er geen glimlachje uit. Ik kon niet eens doen alsof hun pogingen iets uithaalden. Ik probeerde zo veel mogelijk alleen te zijn met mijn verdriet.

Ik had helemaal niemand meer.

Mijn moeder stuurde me het programma van Tanya’s begrafenis. Er zat een fotootje bij van haar als een prachtig, onschuldig klein meisje met twee lange, blonde staarten. Er zat een gedicht bij dat ‘Veilig thuis’ heette.