NAWOORD VAN DE AUTEUR

Bulgarije heeft mij altijd geïnteresseerd. Het is een fascinerend land gelegen aan de Zwarte Zee, diep in de Balkan. Ik bezocht het land in 2007 en besloot dat het ooit zou figureren in een verhaal. Hoewel het uiteindelijk zijn debuut beleeft in een kort verhaal, zal de locatie beslist terugkeren in een toekomstige roman.

De Thraciërs zijn intrigerend. Hun beschaving heeft echt bestaan, zoals beschreven in het verhaal. Na haar opkomst maakte de Thracische cultuur een bloeiperiode door, alvorens te worden ingelijfd door veroveraars. Helaas ontwikkelden de Thraciërs geen schrift en herinneren alleen hun graftomben aan hun bestaan. Er zijn een paar honderd van dit soort graven gevonden; vele ervan bevatten een enorme verscheidenheid aan gouden en zilveren objecten. De Vallei der Thracische Koningen, in centraal Bulgarije, is echt en een bezoek waard. Dit koepelgraf in het zuidelijk Rilagebergte is mijn verzinsel. Maar het is accuraat beschreven, evenals het omringende landschap.

Dit verhaal is een prequel.

De laatste opmerking van Lev Sokolov wanneer hij wegloopt nadat Cassiopeia Vitt hem bedankt omdat hij haar leven heeft gered, is profetisch.

Vijf jaar later zullen ze elkaar weer ontmoeten.

Die geschiedenis wordt verteld in De tombe van de keizer.