32 De ongeschreven wetten van de Kempen
Elke plaats kent zijn taboes, geboden en verboden. Het zijn de ongeschreven wetten, de normen en waarden die van oudsher worden doorgegeven en die als bindmiddel werken – of hebben gewerkt – in de samenleving. Hier een aantal van deze ongeschreven wetten, en de gevolgen als de wetten overtreden worden:
1. Wie op zijn eerste huwelijksnacht het eerst in bed stapt, zal als eerste sterven. Daarom moet het echtpaar elkaar de hand reiken en tegelijk hun voet in bed zetten. (Heist, Heist-Goor)
2. Als ge het hangijzer ledig boven het vuur laat hangen, zullen de koeien verdrogen. (Heist-Bruggeneinde, Hallaar)
3. Als ge met de ledige wieg schommelt, zal het kind dat er daarna wordt ingelegd, buikpijn krijgen. (Heist-Goor) Dat brengt ongeluk. (Dr. J. Weyns)
4. Als ge kleren herstelt die ge nog aan uw lichaam hebt, zult ge nooit welstand krijgen. (Hallaar)
5. Als een meisje het afwaswater laat koken, zal ze in geen zeven jaar trouwen. (Heist, Berlaar)
6. Een spiegel breken is de oorzaak van zeven jaren ongeluk. (Heist)
7. Een pasgeboren kind moogt ge nooit de naam geven van een onlangs gestorven kind, want dan zal het andere kind ook weldra sterven. (Heist-Laar)
8. De deur van ’t kaske (de provisiekast) moogt ge niet laten openstaan, want dat brengt ongeluk. (Heist, Hallaar)
9. De kam waarmee een dode gekamd is, moet men verbranden, want wie hem later durft te gebruiken, zou zijn haren zien uitvallen. (Heist-Bruggeneinde)
10. Vroeg in de morgen zingen is een kortstondige vreugd, de zanger zal in de dag nog ongeluk hebben. (Heist-Laar) ‘Vogeltjes die ’s morgens vroeg zingen, worden ’s avonds van de kat gevangen.’ (Hallaar)
11. Wie op de misweg durft te pissen, zal een ‘weenoog’ (ooglidontsteking) of wratten krijgen. (Heist-Centrum, Heist-Goor, Beerzei)
12. Een zwaluwnest tegen de gevel of in de stal moogt ge niet uitstoten, dat brengt ongeluk. (Heist-Goor, Hallaar)
13. Een ‘Lievevrouwke’ (onzelieveheersbeestje) mag niet gedood worden, daar doet ge kwaad mee. (Heist, Berlaar)
14. Als het vuur in de haard plots blaast of poeft, komt er bezoek. (Hallaar) … zult ge nieuws krijgen. (Heist, Hallaar) Als de kachel een plof laat horen, zit de duivel in de schouw. (Heist)
15. ’s Avonds moogt ge uw nagelen niet knippen, dat brengt ongeluk. (Heist-Laar, Neeroeteren)
16. Koffie of drank die overschiet bij het hooien of andere veldarbeid, moogt ge niet mee terug nemen; hij moet uitgegoten worden, anders volgt er regen. (Heist-Lo en Vijfstraten)
17. Als ge een stoel op één poot doet draaien, draait ge het geluk uit huis. (Hallaar, Mechelen)
18. Als ge ergens op bezoek geweest zijt, moet ge uw stoel op een andere plaats zetten vóór ge weggaat. (Heist-Kwade Plas) Ook thuis als ge gaat slapen. (Heist-Goor) ... anders wordt ge van de maar bereden (een nachtmerrie krijgen).
(Booischot)
19. Als de eerste persoon die ge ’s morgens tegenkomt een vrouw is, zult ge van de hele dag geen geluk hebben. (Heist-Goor, Booischot) Is het echter een man, dan wordt uw dag goed. (Booischot)
20. Messen moogt ge niet ten geschenke geven, bijvoorbeeld bij een bruiloft; dat steekt de vriendschap af. (Heist) Een mes moogt ge niet met de snede omhoog laten liggen, dat brengt ruzie in huis. (Heist-Centrum en Goor) ’s Avonds als ge gaat slapen, moogt ge nooit messen op tafel laten liggen. (Itegem)
21. Kruis-over-elkaar-liggende messen brengen ruzie voort. (Berlaar) Als de messen kruiselings lagen en er viel een kind in ’t vuur, dan moet ge eerst de messen naast elkaar leggen en dan pas ’t kind pakken. (Heist-Laar)
22. Als het brood averechts (met de vlakke kant boven) op tafel ligt en er valt een kind in ’t vuur, dan moet ge eerst naar ’t brood springen, het omkeren en dan het kind uit het vuur trekken. (Heist-Goor)
23. Een vrouw mag tijdens haar zwangerschap geen wieg of kleertjes kopen, ze moet wachten tot na de geboorte. Anders kan het kind doodgeboren worden. (Hallaar, Schriek) Ze mag geen wiegje op voorhand gereed maken, dat brengt ongeluk aan ’t ongeboren kind. (Heist-Lo, Hallaar)
24. Een geboorte- of levensboom planten kan riskant zijn. Daarop wees het spreekwoord: ‘Boomken groot, mènneken dood!’ (Hallaar) Boomken groot, planterken dood! (HeistCentrum) Wie een notelaar plant, zal sterven als de boom volgroeid is. (Nijlen)
25. Indien de trouwkoets een wiel verliest, of als de dissel breekt, voorspelt dat een dode in de familie. (Heist-Centrum)
26. Wanneer schoenen opvallend kraken, verraden zij aldus dat ze door hun drager nog niet betaald zijn. (Heist)
27. Als iemand zijn boterham laat vallen en deze komt met de gesmeerde kant op de grond terecht, dan zegt men: ‘Gij hebt vandaag al gelogen! Dat is uw straf.’ (Heist)
Het is maar dat u het weet…