Een nieuw jaar breekt aan. Overal waar mensen zijn, hetzij op vooruitgeschoven bases in het zonnestelsel, of op de goede, oude aarde zelf, wordt de jaarwisseling op passende wijze, met veel vocht, vrolijkheid en vuurwerk, gevierd. Slechts weinigen vermoeden, dat het jaar 2044, dat overal met zoveel vreugde wordt begroet, een beslissend jaar zal worden voor de mensheid, een jaar, waarin het lot van de mensheid bezegeld zal worden. De politieke toestand in de Melkweg is kritiek. Het zonne-imperium, nietig in verhouding tot het rijk van de Arkoniden en het machtsblok van de Droefs, bevindt zich letterlijk tussen twee vuren. Eén vonk en ook in het zonnestelsel zal de oorlogsbrand uitbreken! Maar deze vonk gloeit al 73 jaar, in het zonnestelsel van de Topsiders.
HOOFDPERSONEN IN DEZE ROMAN:
Perry Rhodan: regent van het zonne-imperium.
Reginald Bull: Perry Rhodans beste vriend.
Gucky: als de muisbever 'luitenant Guck' wordt genoemd, dan is er iets mis.
Atlan: onsterfelijk, speelt met verbluffend gemak de rol van een typische Arkonide.
Tgex-go: president van Topsid.
Gallus: expert op het gebied van ionisatievelden.
Joe Pasgin: zijn BURMA gaat voor in 'operatie Hemelvaart'.
Twee dagen geleden, op oudejaarsavond, was het begonnen. Thora's dood overschaduwde nog altijd het privé-leven van de weinige mannen, in wier handen het lot van het zonne-imperium lag, maar het afscheid van het jaar 2043 werd ook door hen gevierd, zij het met minder franje dan gewoonlijk. Bij die gelegenheid was het gebeurd. Door een onhandige beweging veegde Reginald Bull een fles cognac van de tafel. De inhoud vloeide uit; het glas viel aan scherven op de grond. Bully bukte zich om de scherven op te rapen en sneed zich daarbij in zijn linkerduim.
Over enkele minuten begon het nieuwe jaar. Met de bloedende duim in zijn mond, zijn blik op de grote klok en opvallend bleek, bleef Bully na het snelle opstaan bewegingloos in zijn stoel zitten.
'Als dat geen ongeluk betekent. . .', zei hij, bijna onverstaanbaar. Perry Rhodan, Crest, Freyt en Mercant keken hem half spottend, half vermaakt aan. Maar ook hadden ze allemaal hun oren gespitst. Niemand was een Bully gewend, die aan astrologische hocus-pocus of aan slechte tekens geloofde. De gezellige conversatie van het kleine gezelschap was door dit voorval onderbroken. Ook Perry Rhodan keek nu naar de klok. Over drie minuten begon het jaar 2044; het werd tijd om de champagneglazen te vullen. Bully haalde ten slotte de duim uit zijn mond, trok een zorgvuldig opgevouwen zakdoek uit de binnenzak van zijn jasje en wikkelde die om zijn bloedende duim. 'Als dat geen ongeluk . . .'
De rest ging verloren in een hels lawaai, dat het vertrek binnenspoelde. Het nieuwe jaar was aangebroken! Terrania, de hoofdstad van het Solaire imperium, begroette het met alles wat maar lawaai kon produceren. Sirenes gierden, alarminstallaties loeiden. Vuurwerk steeg met een hels geknetter op naar de heldere nachtelijke hemel, en op de ruimtehaven lieten de straalmotoren van de ruimtebollen zich plotseling horen, om met hun donderend geluid bij te dragen aan de begroeting van het nieuwe jaar, terwijl harmonisch erop afgestemde magnetische velden met hun geluidloze geweld de schepen van de solaire vloot op hun plaats hielden.
In een gezellig vertrek van Perry Rhodans woning, die de machtigste man van het Sol-imperium zelden gebruikte, brachten ze ge vijven een dronk op het nieuwe jaar uit. Ze hadden geen reden, zich over achter hen liggende triomfen en successen uit te laten en in deze herinneringen te zwelgen, want de algehele toestand liet dat niet toe. Desondanks beschikten ze nog over een behoorlijke portie gezond optimisme. Alleen Bully, van wie men dat nooit verwacht zou hebben, vormde een uitzondering.
'Ben je bijgelovig, dikke?' vroeg Rhodan aan zijn zwaarlijvige vriend, wiens rode haren weer als borstels overeind stonden. 'Nee,' antwoordde Bully en zette zijn glas neer. 'Maar kijken jullie nou eens!' Hij wees naar de scherven op de grond. 'De fles was van onbreekbaar glas! Maar daar liggen de scherven van zijn onbreekbaarheid. Ik ben niet bijgelovig, maar als ik aan scherven van onbreekbaar glas, dat nooit ofte nimmer snijwonden teweeg zal brengen, ook nog mijn duim openhaal, dan is dat gewoon een voorteken van naderend onheil!'
'Maar je bent niet bijgelovig, hé, Bully?' vroeg Rhodan meesmuilend en keek intussen naar zijn medewerkers en vrienden, die om Bullys uitlatingen moesten lachen. 'Dat ben ik nog nooit geweest!' beweerde de dikzak vol energie en wilde weer van voor af aan beginnen, toen Allan D. Mercant, hoofd afdeling contraspionage van de Solaire strijdkrachten, zich in het gesprek mengde. 'Is dat wel logisch, mister Bull?'
De dikzak antwoordde zonder na te denken: 'Slechte tekens zijn nooit logisch!'
Perry Rhodan zei lachend: 'Ik geef het op! . . . Proost, dikke, op het jaar 2044!' Hij hief zijn glas met champagne op en bracht een toost uit op zijn beste vriend.
Deze dronk het glas in één teug leeg. Hij zette het neer en mompelde: 'Ik heb maar één wens . . . dat het jaar 2044 zo snel mogelijk voorbijgaat en we het volgende oudjaar ook zullen kunnen vieren!'
'Allemaal vanwege je gewonde duim?' zei Rhodan spottend, maar enigszins scherp, want Reginald Bull was goed op weg, de gezellige stemming te bederven. In die paar uur, dat de verantwoordelijken voor het zonne-imperium privé bijeen waren, moest er nu eens niet gerept worden over hun dagelijkse beslommeringen. En Perry Rhodan had nu duidelijk genoeg gezegd, dat hiermee de discussie gesloten was. Maar Bully had zeker watten in zijn oren.
'Niet alleen daarom,' begon hij weer, 'maar omdat dat glas onbreekbaar moet. . .'
'Genoeg, dikke!' onderbrak Rhodan hem, greep een nieuwe fles cognac, zette die voor hem neer en zei toen bijna op commandotoon: 'Bedien jezelf, ouwe jongen! Drink een paar glazen! Je hebt het nodig!' En toen werd het toch nog een gezellig samenzijn in die eerste uren van het nieuwe jaar.
Maar toen ze tegen drie uur 's morgens uiteen gingen, moest Bully weer het laatste woord hebben. 'We zullen het fijntjes houden, ik heb me helemaal niet gesneden aan de scherven van het onbreekbare glas, want dat veroorzaakt nooit snij wonden ... ik lijd alleen maar aan hallucinaties.'
Niemand sprak hem tegen. Ze verlangden allemaal naar hun bed, maar niemand kon de zo plotseling pessimistisch geworden Reginald Bull vergeten, en zijn gedram kostte de anderen minstens een uur slaap.
'Langzaam!' brulde de oververmoeide O'Keefe op het materie-zendstation D-18 in maansector Han/456 door de microfoon tegen zijn collega in het contra-station op de aarde. 'Willen jullie uitgerekend op de eerste werkdag van het nieuwe jaar een record breken? Stuur onderdeel 762 van de lopende band pas over een minuut naar boven. Mijn robots beginnen langzamerhand warm te lopen, en de antizwaartekrachtsvelden zweten al!'
Er waren geen warmlopende robots op de maan, noch zwetende antizwaartekrachtsvelden, maar het tempo van zijn contra-station was voor O'Keefe gewoon te straf geworden, en ondanks zijn oververmoeidheid, die alles te maken had met een intensief oudejaarsfeest, had hij net vastgesteld, dat er twee kilometer verderop bij de montage van lopende band 66 een defect was opgetreden. Een zich vlak onder het maanoppervlak bevindende loze ruimte was zonder geluid ingestort en had daarbij een deel van de band en enkele werkrobots mee de diepte in gesleurd en waarschijnlijk lagen die nu onder het puin begraven. Bij hem ging het rode signaal ook al aan. Automatisch werd het materie-zendstation op aarde ook stilgelegd. Tegelijkertijd meldde zich ook de op de maan gebouwde positronische toezichtcentrale, die het gecompliceerde montageproces controleerde en in staat was om per seconde niet minder dan 250.000 verschillende handelingen op verschillende plaatsen op te nemen en met het geprogrammeerde montageschema te vergelijken. Deze centrale had tot taak, bij defecten in te grijpen, indien nodig een beroep te doen op de reservevoorraad werkrobots en zulke instructies te geven dat de door het defect opgelopen vertraging binnen twee uur weer was ingehaald. De goede, oude maan van de aarde was een unieke werkplaats geworden.
Intussen had hij langzamerhand zijn gezicht verloren.
Het mannetje in de maan trok weg! Hij werd verdrongen door Perry Rhodan.
De toestand in de melkweg dwong hem daartoe; op aarde was geen plaats meer om gigantische lopende banden aan te leggen, waar continu ruimtebollen van stapel liepen en waarnaast industrieën met een grote capaciteit stonden, die alle aggregaten, onderdelen en deeltjes produceerden, die voor de schepen nodig waren.
Alleen op de maan was er nog plaats; overal. En overal op de maan werden eerst grote materie-zendstations gebouwd, met bijbehorende contra-stations op aarde. En toen het eenmaal zover was, begon een materiaalstroom naar de maan te vloeien, die de verdenking kon oproepen, dat de aarde van al haar industrieën werd beroofd.
De trawant van de aarde werd wapensmid voor het zonne-imperium! Meer dan honderd miljard Solar had Rhodan tot nu toe in deze nieuwe wapenindustrie gestoken. Zoeven was bij de aanleg van lopende band 66 een ongelukje gebeurd. Zulke dingen deden zich ieder uur honderd keer voor. Ze konden het totale bouwplan niet in de war brengen. Meer dan vijftig lopende banden waren al van alles voorzien. Enkele honderdduizenden speciale robots werkten aan de lopende banden hun programma, ruimtebollen voor het zonne-imperium te bouwen, af. Maar dit idee, om van een wereld een wapensmidse te maken, kwam niet van Rhodan.
Arkon had al meer dan 15.000 jaar geleden het voorbeeld gegeven, had alleen geen maan gebruikt, maar een planeet, die bovendien eerst uit zijn oude kringloop was gehaald en daarna in een nieuwe gebracht. Achttien minuten nadat het rode licht aangegloeid was op materiezender D-18 en op het contra-station op aarde, achttien minuten na het instorten van een loze ruimte onder de vooruitgeschoven montagepost van lopende band 66 ging ook bij dit project alles weer zijn gewone gangetje, en anderhalf uur later was de vertraging in het montageprogramma ondanks O'Keefe's vermoeidheid ingehaald. Cullins, die op dat moment de verantwoordelijke man was voor de productie van raketsondes, was radeloos.
'De duivel hale die Droefs en Arkoniden,' kreunde hij en was onmiddellijk zowel Droefs als Arkoniden alweer vergeten. Belangrijker voor hem was de nieuwe bestelling uit Terrania. Hij moest onmiddellijk 4.500 raketsondes per materie-zender, het nummer van het apparaat was aangegeven, naar de ruimtehaven van Terrania verzenden. Cullins had ze niet, maar in de ontladingszone van het Einstein- en Droef- universum had men ze dringend nodig. Arkoniden en Droefs bevochten elkaar daar ononderbroken, en de robotschepen van de grote coördinator, de positronische regent van Arkon, maakten met evenveel ijver jacht op iedere raketsonde als die van de Droefs.
Achter elkaar door werden Perry Rhodans spiedende raketogen in het gebied van de overlappingszone neergeschoten, maar enkele van de afgevuurde sondes kwamen met waardevol observatiemateriaal terug naar de zich ver in de ruimte bevindende waarnemingskruisers van Terra en brachten Terra op de hoogte van de bewegingen van beide vloten en zelfs van de samenstelling van de bemanningen. Deze waarnemingsschepen waren uitsluitend lichte kruisers uit de stedenklasse, honderd meter in doorsnede, bezetting van honderd vijftig man, licht bewapend, maar met supersterke straalmotoren uitgerust en daardoor in staat, in minder dan vijf minuten de snelheid op te voeren tot die van het licht!
Cullins trommelde met zijn vingers op zijn bureau. Hij wist bijna zeker wat er ging gebeuren, als hij aan de aarde meldde, dat hij slechts over een kleine 3.000 sondes beschikte. Op de beeldoverbrenging verscheen nu het positronische antwoord op zijn aanvraag.
De ontbrekende 1.500 sondes waren pas over 27:42,07 uur gereed voor verzending.
Bezorgd vroeg hij om radioverbinding met de aarde.
De chef van de afdeling magazijnbeheer H-89, Mister Gibbons, verscheen op het beeldscherm. Hij had het grote aantal sondes besteld. Hij trok een ondoorgrondelijk gezicht. 'Dan spijt 't me, Cullins; ik zal de chef moeten mededelen . . .' 'Wie?' onderbrak Cullins deze heer Gibbons op de aarde. 'Wilt u Perry Rhodan . . .?'
'Wie anders? Hij heeft bevel gegeven vierduizend vijfhonderd sondes naar de ontladingszone te sturen, en het schijnt hier niet om een routinekwestie te gaan. Want houdt Rhodan zich ooit met dit soort zaken bezig? Er schijnen grote moeilijkheden te dreigen, en we vermoeden allemaal dat hij deze sondes nodig heeft om na te gaan van wie deze moeilijkheden komen. Wees op het ergste voorbereid, Cullins!' Dat was een schrale troost. Cullins kromp ineen, toen op het beeldscherm het herkenningsteken van het bewind verscheen, wat betekende, dat een van de hoofdverantwoordelijken met hem wilde spreken.
Maar hij slaakte een onmerkbare zucht van verlichting, toen hij het dikke gezicht van Reginald Bull op het scherm zag. Geen mens noemde hem zo. Iedereen noemde hem Bully, maar dat deed geen afbreuk aan zijn persoonlijkheid. Hij nam het zelf ook nooit zo nauw met de etiquette, en om een passende krachtterm in passende omstandigheden zat hij nooit verlegen. 'Cullins,' brulde Bully en schudde zijn hoofd met de overeind staande borstelharen, 'ik breek je botten, als die twee transportschepen met vierduizend vijfhonderd sondes niet binnen twee uur kunnen starten! Voor zover wij weten, beschik je over een voorraad van meer dan achtduizend raketsondes. Je hoeft niet met excuses aan te komen. Die accepteer ik niet. Maar ik had hier al een voorgevoel van! Ik heb niet voor niets het topje van mijn duim afgesneden! Die dingen zijn dus binnen het uur hier beneden, Cullins!' Daarop legde Cullins beide handen op zijn hart, en riep met de moed der wanhoop terug: 'Je bent niet beneden, Bully.
Dat moest het einde betekenen. Hij had de plaatsvervanger van Perry Rhodan, de op een na machtigste man van het zonne-imperium, Bully genoemd. Dat zou mister Reginald Bull hem nooit vergeven! Maar toen hoorde hij Bully lachen. 'Wat is er daar bij jullie boven eigenlijk aan de hand? Waarom kloppen onze inlichtingen hier beneden niet?'
'Boven', dat was altijd de maan. Iedereen zag haar toch altijd boven zich staan, en dus moest 'onder' altijd de aarde zijn. De halve maan viel van Cullins hart, toen hij Bully hoorde lachen, maar zijn opluchting werd nog groter door Bullys bedaarde vraag naar het te boek staande verschil. 'We zijn toch aan het reorganiseren geweest, mister Bull. Onze hele sondevoorraad is op de schroothoop terechtgekomen, omdat die dingen zo makkelijk te peilen waren. Maar ik heb dit toch medegedeeld via de officiële kanalen. Drie . . . nee, vier dagen geleden.
'Officiële kanalen . . .' Bully kreunde. 'Cullins, ik kan je geen verwijten maken. Je hebt correct gehandeld, maar als ik de woorden 'officiële kanalen' hoor, moet ik altijd weer denken aan die keer dat ik een ontzettend pak slaag van mijn vader heb gekregen, omdat hij via de officiële kanalen had vernomen, dat zijn lieve zoontje de boosdoener was, die in onze buurt twee maanden lang elke nacht een spook liet opduiken. En alleen daarom had mijn goede vader de exclusieve medewerking van de recherche gekregen, om dit unicum, dat al meer dan twintig gezinnen uit hun woningen had verjaagd, op te sporen!
Officiële kanalen! Nou, wanneer zijn de sondes beschikbaar, Cullins?' 'Over achtentwintig uur, sir! Reginald Bull maakte op het beeldscherm een hulpeloos gebaar. 'Goed! Nu zou ik graag alleen de belangrijkste feiten over de nieuwe constructie willen horen. Wel. . .?' 'Sir, tot nu toe kwamen van de honderd sondes in het gunstigste geval 7,38 stuks terug. Deze verhouding is bij het nieuwe apparaat bij 100 naar 21,83 verschoven . . .' 'Wat drukken die ingenieurs zich toch raar uit,' zei Bully hoofdschuddend. 'Dus bij de nieuwe sondes komen er niet meer zeven van de honderd, maar tweeëntwintig van de honderd terug. En daarvan heb je er drieduizend in voorraad?' 'Ja, sir. Precies drieduizend sondes . ..'
Bullys bulderende lach weerklonk. Vervolgens keek hij hoofdschuddend naar Cullins. 'Helden zijn jullie!' spotte hij plotseling met onverholen tevredenheid in zijn stem. 'Waarom hebben we eigenlijk meer dan vierduizend sondes nodig, als de nieuwe drie keer zo goed zijn als die ouwe dingen? Stuur er tweeduizend naar beneden, Cullins. Dat komt neer op zesduizend van oude makelij. Maar weet je, wie jou komt halen, als je voorspelling niet uitkomt, Cullins?'
'Sir,' verdedigde de man op de maan zich, 'mijn gegevens zijn gebaseerd op positronische berekeningen . . .' '. . . en de snee in mijn duim is gebaseerd op gegarandeerd onbreekbaar glas. Dag!'
Met een traag gebaar veegde Cullins zijn voorhoofd af. Ontdaan keek hij naar het donkere beeldscherm. 'Sterren en Melkwegen,' fluisterde hij, 'wat heeft een positronische berekening met onbreekbaar glas te maken?'
Daar zou Cullins nooit antwoord op krijgen!
Maar anderhalf uur na dit gesprek tussen Rhodans plaatsvervanger en Cullins op de maan, vertrok een uiterst modern vrachtschip van Terrania's ruimtehaven met aan boord 2.000 raketsondes van het allernieuwste model, om de zich diep in de Melkweg bevindende lichte kruisers van de Stedenklasse daarvan te voorzien. Inderdaad dreigden ergens in de Melkweg moeilijkheden. Onder de vele binnenkomende meldingen waren er gisteren twee geweest, die Rhodan na kennisname, zonder iets te zeggen had doorgegeven aan Bully en Atlan.
'Dat zal toch wel bij één keer blijven,' was het commentaar van Atlan.
'Dat is het begin!' zei Bully met overtuiging en liet zich door blikken van Rhodan en Atlan niet van zijn standpunt afbrengen. 'Ik moet steeds aan mijn duim denken . . .' Perry Rhodan verloor iets van zijn zo vaak bewonderde zelfbeheersing. 'Bespaar ons nu eindelijk eens je kinderachtige praatjes. Met deze onzin kan je niet eens bij Gucky aankomen! Waarom zie jij in deze melding het begin van een proces?' Ook de uitval van Rhodan kon de man met de rode borstelharen, die wat weg had van een stier, niet in verwarring brengen. 'Het is daarom een begin, omdat we met de grote coördinator van Arkon te maken hebben. Zoals jullie weten, is dat een robotbrein, en ik heb bij hem nog nooit een van onze menselijke ontoereikendheden gevonden. Hier in deze melding staat, dat een imperiumschip, tot nu toe door robots bestuurd, drie galactische kooplui als gezagvoerders heeft gekregen. In de andere melding wordt beweerd, dat de robotcommandant voor een Ara geruild is! En dat betekent voor mij, Zijne Majesteit, de grote coördinator van Arkon, heeft besloten een eind te maken aan de dwaze verspilling van materiaal door zijn robots. Dit relaismonster ziet meer voordeel in menselijke voorzichtigheid dan in de programmering van een robot, die tot de vernietiging van het schip doorvecht!
De mammoetcomputer zegt bij zichzelf, als mijn schepen van de Droefs op hun donder krijgen . . .' 'Kun je je niet iets eleganter uitdrukken, Bully?' onderbrak Rhodan, die in deze omstandigheden geen zin had in grapjes en ook Bullys slordige taalgebruik nu niet kon aanhoren, hem scherp. 'Dat kan ik best Perry, maar het probleem blijft gelijk! Nou, vooruit, laat ik verder gaan met het navorsen van de overwegingen van het brein: Duiken er Droefschepen op, dan vechten mijn robots op leven of dood; maar worden mijn schepen door mensen bestuurd, dan proberen ze, wanneer ze inzien dat de toestand hopeloos is, hun huid en daarmee ook het schip te redden, waarover ze het bevel voeren. Daarom is de inhoud van deze beide berichten over reorganisaties in de Arkonidische vloot het begin van een situatie die voor ons zeer bedenkelijk is. Terwijl de mammoetautomaat voor zijn stervensbereide en materiaal verslindende robots zijn smoel, Rhodan onderbrak hem op scherpe toon, en zijn gezicht liep lichtelijk rood aan.
'Verdomme, Bully, ga je nu eindelijk eens anders uitdrukken!' 'In dit geval heb je gelijk, Perry,' gaf Reginald Bull verbazend bereidwillig toe,' omdat de mammoetautomaat op Arkon geen smoel heeft!' Atlan, die tot nu toe niets had gezegd, was een scherp waarnemer. In deze minuut benijdde hij Perry Rhodan om zijn vriend Reginald Bull.
Rhodan, een en al discipline, hard tegen zichzelf, vervuld van zijn roeping, de aardbewoners tot heersers over het universum te maken, had als beste vriend een man aan zijn zijde, die ook nooit zijn plicht verzaakte, maar die zich vaak schaamteloos verlustigde in zijn grillige invallen en daarbij zijn ware aard toonde: royaal, luchthartig, gauw opvliegend en met zijn impulsieve karakter nooit verlegen om een krachtterm. Hij luchtte daarmee niet alleen zijn eigen hart, hij gaf zelfs Rhodan een ventiel om stoom af te blazen, ook al was het alleen maar door een fel antwoord, zoals zoeven was gebeurd.
Nu mengde Atlan zich in het gesprek: 'Barbaar, je ongedisciplineerd pratende vriend heeft de nieuwe situatie beter onderkend dan wij tweeën . . .'
Naast hem mompelde Bully, met opzet zo duidelijk, dat Atlan hem wel verstaan moest, Admiraaltje, dat zet ik je natuurlijk nog eens betaald. Spreek door. Ik hoor je zo graag praten.'
Atlan liet zich ook niet storen in zijn uitweidingen, maar hij vergat toch niet, Bullys dreigement te registreren. Als iemand zich aan dergelijke beloftes hield, dan was het Reginald Bull.
'. . . We moeten er rekening mee houden, dat de robotregent te zijner tijd op grond van wat voor situaties of gebeurtenissen, die voor ons niet zonder gevolgen zullen blijven, merkt, dat achter de onophoudelijke aanvallen van de Droefs het zonne-imperium zit, dat ze steeds tot nieuwe oorlogshandelingen verleidt. Rhodan schudde zijn hoofd even. 'Admiraal, ik kan hier niet mee instemmen, want. . .' Atlan onderbrak hem waarschuwend: 'In het geval Gray Beast heeft men mijn waarschuwingen ook niet ter harte genomen. Als we niet voor het laatst de kans krijgen, Arkon door bluf of een list het onderspit te laten delven, dan zullen op zijn hoogst over zes maanden na het laatste gevecht aan het overlappingsfront schepen van Arkon op deze ruimtehaven landen, en het licht van de zon zal dan niet meer kunnen doordringen tot de aarde, omdat enige tienduizenden ruimteschepen als een massieve korst Terra zullen omgeven . . .'
'Hij praat, alsof hij op oudejaarsavond het topje van zijn duim heeft afgesneden met onbreekbaar glas . . .'
Atlan, boos en opgewonden over Bullys domme tegenwerping, draaide zich met een ruk om en riep onbeheerst: 'Mister Bull, houdt u nu toch eens één keer uw sm . ..' Langzaam, met een brutale grijns, stond Bully op, knikte vriendelijk naar Atlan, die zich hartgrondige verwijten maakte over zijn ontsporing, knikte Perry Rhodan toe en maakte aanstalten om te gaan. 'Vrienden,' sprak hij sluw, 'voor taalbeheersing verdienen we een tien, maar als men ons een cijfer zou moeten geven met betrekking tot onze zorgen om het zonne-imperium, zouden we alle drie een onvoldoende krijgen!'
Hij stond al bij de deur. Hij sprak nu niet meer op sluwe toon. Hij lachte niet meer. Hij praatte ook niet meer over zijn duim. Hij zei alleen tot slot: 'De robotregent op Arkon is dankzij de aanvallen van de Droefs op het ogenblik machtiger dan ooit tevoren. De meer dan duizend volkeren, waaruit het Grote Rijk bestaat, gehoorzamen op de eerste plaats hem, zonder beperkingen. Hoeveel gevechtsschepen heeft hij aan het front? Tachtigduizend? Honderdduizend? Laat Arkon tot aan het eind van de vijandelijkheden de helft daarvan verliezen; voor ons maakt dat niets uit, want wij redden het toch niet, of het nu om vijftigduizend of om tienduizend ruimteschepen gaat!
Maar er is nog iets, waardoor ik niet meer rustig slapen kan! Wij tweeën, Perry , jij en ik .. . hebben op een of andere manier iets belangrijks over het hoofd gezien. Sinds oudjaar laat dat me niet meer los. Sinds oudjaar breek ik mijn hoofd over wat we vergeten hebben. Ik weet alleen dat het ergens iets te maken heeft met Arkon ... en wanneer die eenmaal goed en wel hier zijn . . . Nou, dan wens ik het zonne-imperium een goede nacht! We hebben er niets aan, ons illusies te maken, of een galgemaal te houden tot het eind van de strijd in de ontladingszone. Ja, ik heb de robotregent eens voor leeghoofd uitgemaakt. Nu weet ik waarom, omdat ik altijd bang ben geweest voor dit super genie en zijn onbezielde logica. Met mijn lasterpraat heb ik mezelf alleen zoet willen houden. Sinds oudjaar ben ik daar van afgestapt.
Het positronenbrein hoeft alleen maar een relais van enkele honderden miljoenen positronen te laten werken, en dat begint dan te rekenen ... en wij weten, hoe goed hij kan rekenen. Dat hij niets vergeet, weten we ook. En wie honderd ruimtebollen van Arkon wilde kopen, staat ook genoteerd in het brein, dus in een seconde kan het reusachtige monster uitrekenen hoe groot onze ruimtevloot is, en vanaf dat ogenblik valt er niets meer te lachen voor ons... of er in de overlappingszone een galactische oorlog gaande is of niet!
Vrienden, dan zullen de ruimteschepen van Arkon plotseling hier landen en wij tweeën, Perry ... wij zullen in de houding staan voor Arkonidische robots, en jij, admiraal, zult als verrader door een robot in een gaswolk veranderd worden . . . als we niet nu of morgen erachter komen, wat we over het hoofd hebben gezien!
Smakelijk eten!'
Lange tijd bleef Perry Rhodan naar de deur staren, waardoor Bully verdwenen was. Atlan zei niets. Reginald Bulls waarschuwingen en sombere voorspellingen hadden hem meer aangegrepen dan hij liet merken.
Tenslotte zei Rhodan: 'Dat is Bully! Sinds oudjaar is hij een zwartkijker . . .'
'Ziet hij de zaken werkelijk zo zwart?'
Verrast keek Rhodan de Arkonide aan. 'Wat wil je daarmee zeggen?' 'Daarmee wil ik zeggen, Perry, dat je zonder Reginald Bull nooit schepper van het zonne-imperium zou zijn geworden! Hij heeft op het juiste moment de juiste intuïtie en bovendien de moed, te zeggen, dat hij bang is. Perry, is iemand, die een voorgevoel heeft van naderend onheil, een zwartkijker of een realist?' Perry Rhodan leunde achterover in zijn stoel. Zijn onverschrokken blik rustte op Atlan. Nu haalde hij diep adem. Iedere trek van zijn markante gezicht was scherp getekend. Rustig lagen zijn handen op de leuningen van de stoel.
'Zwartkijker of realist. . . Daar kan ik je op het ogenblik geen antwoord op geven, Arkonide. Daar moet ik eerst eens een nachtje over slapen.' Atlan scheen met deze beslissing tevreden te zijn, want hij knikte, maar daarna vroeg hij: 'Perry, je kunt me natuurlijk niet vertellen, wat jullie tweeën vergeten of over het hoofd gezien hebben?'
Een lichte verrassing tekende zich af op Rhodans gezicht. 'Laat jij je ook al beïnvloeden door die belachelijke duim van Bully?' vroeg hij nors. De Arkonide antwoordde bedaard: 'Barbaar, ik geloof dat er op deze vraag geen antwoord is, maar desondanks neem ik de vage voorgevoelens van Bully niet licht op. We moeten ons voorbereiden om te kunnen reageren op onaangename verrassingen, zoals de veiligheid van het zonne-imperium dat vereist.' 'Hm,' gaf Rhodan toe, 'ik weet waar je op doelt, op Gray Beast, indertijd, vóór de ondergang van deze wereld, had ik meer op jouw waarschuwingen moeten letten. En nu is het een goedkope verontschuldiging, als ik zeg: Wie had kunnen denken, dat een uitgevallen trillingdemper de Arkon-schepen de weg naar Gray Beast zou wijzen? . . . Okay, nu begrijpen we elkaar, en bovendien is Bully in mijn ogen nu geen zwartkijker meer, maar een realist!' 'Spotter!' antwoordde Atlan.
De strategische positie van de aarde werd met de dag slechter. Rhodan en zijn mannen stonden daar machteloos tegenover. Door de botsing tussen twee universums, die allebei een ander tijdniveau hadden, was het geweldige Arkon-imperium ondanks alle decadentie en de revolutionaire bewegingen van vele honderden volkeren machtiger dan ooit. De onophoudelijke aanvallen van vliegende Droef-ruimte-eskaders, die met gebruikmaking van alle mogelijke machtsmiddelen een invasie in het Einstein-universum wilden afdwingen, hadden het door een positronisch mammoetbrein geregeerde Grote Rijk na vijfduizend jaar van voortdurende tekenen van verval eindelijk herenigd. De oorlogsvloot van Arkon, tot nog toe opgesplitst in vele honderden kleine, overal in de Melkweg opererende formaties, was nu samengebald tot één enkele machtige blokkade in de ontspanningszone, waar twee universums elkaar raakten en gedeeltelijk overlapten. Zolang deze gigantische, materiaal verslindende gevechten tussen Arkoniden en Droefs voortduurden, dreigde er geen acuut gevaar voor het kleine zonne-imperium. Maar Rhodans ruimte-tijdexperts hadden uitgerekend, dat over ongeveer twee maanden de ontladingszone tussen de twee universums onstabiel werd en dat dan een eind zou komen aan het makkelijke overstappen van de ene wereldruimte in de andere. Dat betekende tegelijkertijd groot alarm voor Terra, maar voor de Grote Coördinator, het robotbrein op Arkon volledige vrijheid van handelen om met ongeveer 80.000 oorlogsschepen de Melkweg af te zoeken naar dit zonne-imperium, dat volgens de berekeningen van het reusachtige positronenbrein een grotere bedreiging voor Arkon vormde dan de op dit ogenblik nog woedende strijd met de Droef uit de ruimte met het andere tijdniveau. Rhodan, die erop gerekend had, dat hij als lachende derde uit deze strijd tevoorschijn zou komen, had na de vernietiging van zijn planetaire basis op Gray Beast ingezien, dat dit gezegde op zijn geval niet van toepassing was.
Lang geleden al waren er allerlei voorzorgsmaatregelen genomen, die de positie van de aarde in de galaxis moesten versluieren. Het handelsverkeer met andere werelden, dat in de laatste jaren steeds omvangrijker was geworden, was na het ongeluk met hun uitgevallen trillingdemper bij Gray Beast, abrupt tot een minimum teruggebracht, maar toch waren Rhodan, Bully en Atlan het volkomen met elkaar eens, dat al deze maatregelen hen alleen aan een galgemaal hielpen. Op wat voor manier dan ook, op een goede dag zou Arkon de aarde ontdekken. Maarschalk Allan D. Mercant, hoofd van de Solaire veiligheidsdienst, die jong was gebleven door een cellenbad op de kunstplaneet Zwerver, zat met John Marshall, de commandant van het geheime mutantenkorps, tegenover Perry Rhodan en Atlan. Allan D. Mercant was zonder enige informatie op dit punt naar de bespreking gekomen. Daarin leek hij op Perry Rhodan, die ook slechts zelden zijn toevlucht nam tot vaste afspraken en zoiets 'uit de losse hand' regelde.
Mercant maakte er geen ophef van, dat hij binnen de melkweg een inlichtingendienst had opgebouwd, die zijn weerga niet kende. Op alle belangrijke planeten van het Grote Imperium zaten zijn mannen, en de berichten die ze doorgaven, waren een getrouwe weergave van de werkelijke toestand in het Arkon-imperium.
Zwijgend luisterden Rhodan en Atlan naar zijn verslag. Het leek of John Marshall er met zijn hoofd helemaal niet bij was, maar de mannen kenden hem te goed om zich door zijn afwezige houding in de luren te laten leggen. John Marshall ving op dit ogenblik Reginald Bulls gedachten op en vernam, hoe het afsnijden van Bullys rechterduimtopje in zijn werk was gegaan.
Zelfs binnenpret kon er bij Marshall niet af. Hij moest denken aan die keer dat Reginald met zijn luidruchtig gemopper op niet mis te verstane wijze zijn instinctieve afkeer van de door Arkon geblokkeerde planeet Honur had geuit. Toentertijd had geen mens, ook Rhodan niet, hem serieus genomen, en toen tenslotte de ramp neerdaalde op de hoofden van de bemanning van de TITAN, en achthonderd mensen, waaronder Thora, Crest en Bully, wegdommelden in een levensgevaarlijke, euforische toestand, was het te laat om nog op Reginald Bulls waarschuwingen in te gaan.
Terwijl Mercant nog steeds verslag uitbracht, 'luisterde' Marshall verder: We suizen met de snelheid van het licht op een situatie af die we niet meer in de hand zullen kunnen houden. De mutanten moeten onmiddellijk teruggeroepen worden naar de aarde om in te grijpen!' En dat was het laatste wat hij van Bully te horen kreeg, die zich enkele verdiepingen lager bevond. Zijn gedachten richtten zich op andere problemen, en de commandant van het mutantenkorps nam nu pas weer volledig deel aan de bespreking van de situatie.
De conclusie was duidelijk: het zonne-imperium bevond zich in een defensieve toestand.
Als we alleen maar afwachten, bedrijven we struisvogelpolitiek,' verklaarde Rhodan. 'We moeten het robotbrein schaakmat zetten voordat de laatste ruimteslagen tussen Arkon-schepen en Droefs zijn uitgevochten . . .'
'Barbaar,' onderbrak Atlan hem op meewarige toon, 'dat is nu juist onmogelijk! Een Groot Imperium zonder robotregent houdt in, in de bolvormige sterrenhoop M-13 een kernbom van galactisch formaat tot ontploffing brengen . . . Nee, Rhodan, zo gaat het niet, maar het is tijdverspilling als we ons nog langer met dit onderwerp bezighouden, want we hebben nog niet eens een weg gevonden, die ons naar Arkon 3 voert. We ... O, oproep van de intercom, Perry!'
Het grijze beeldscherm flikkerde even, daarna verscheen het gezicht van de chef van het grote hyperradiostation van Terrania. 'Sir, ik kan mister Bull niet bereiken, maar ik heb hier enkele nieuwe berichten uit de ruimte, die naar mijn idee onmiddellijk uitgewerkt moeten worden . . .' 'Geef ze via het scherm door,' beval Rhodan kortaf en ging een eindje opzij, zodat Atlan plaats kon nemen voor het scherm.
Het gezicht van de chef van het hyperradiostation verdween. Daarvoor in de plaats verscheen een tekst. Via het beeldscherm werden ze in kennis gesteld van de gedecodeerde melding van een waarnemingskruiser.
0005-1 aan commandant. Beknopt verslag van teruggekeerde raketsondes 456 -18, -19, -34 en 65. Het 82e lichte gevechtseskader van de Arkon-vlootformatie CCDXII is om 5:54,34 Aardetijd afgelost en teruggeroepen. Alle robotofficieren, inclusief de commandanten, hebben hun schepen verlaten en zijn overgestapt op Arkon-vrachtvaarder H-56 874.
Om 11:03,21 Aardetijd hebben Topsiders het bevel over het 82e lichte gevechtseskader overgenomen. Om 14:33,06 is de formatie naar het front teruggekeerd.
0005-1 aan commandant.
Perry Rhodan had in deze minuten het gevoel dat zijn zonne-imperium aan het bezwijken was onder het donderende geweld van gigantische Arkon-schepen.
'Bedankt!' riep hij in de microfoon, voordat Atlan een woord kon uitbrengen.
'En de andere meldingen, Perry?' vroeg de Arkonide lichtelijk geërgerd.
Allan D. Mercant en John Marshall hadden het hyperradiobericht niet mee kunnen lezen. Ze hadden geen idee van wat er aan de hand was. Rhodan ging niet in op Atlans vraag. Zijn gezicht, dat lichtelijk bleek was geworden, wendde hij naar Mercant en Marshall. 'Topsiders hebben het 82e lichte gevechtseskader van de 232e vlootformatie van Arkon . . .' Sol-maarschalk Allan D. Mercant, anders een toonbeeld van zelfbeheersing, sprong op van zijn stoel. John Marshall reageerde minder opvallend. Hij drukte zijn handen tegen zijn slapen en herhaalde: Topsiders . . . Topsiders!' Daar doorheen klonk nu Atlans luide stem: 'Mag ik ook weten wat er aan de hand is? Hoe kunnen deze hagedissen jullie als muizen in je hol jagen?'
Binnen enkele seconden had Perry Rhodan zijn spreekwoordelijke zelfbeheersing hervonden. Hij wendde zich tot Atlan, die hem onderzoekend aankeek.
'De hagedissen op de planeet Topsid jagen ons niet als muizen in onze gaatjes terug, maar zullen ons met de bereidwillige medewerking van Arkon uit onze schuilplaatsen verdrijven, want de Topsiders kennen de positie van de aarde al meer dan zeventig jaar tot op een meetfout van slechts zevenentwintig lichtjaren!'
'Barbaar,' wees Atlan hem terecht, 'Jullie Terranen beschikken over een bijzonder soort macabere humor, maar hier kan mijn Arkonidische verstand niet bij. Deze grap . . .' 'Een grap van de wereldgeschiedenis, Atlan,' onderbrak Rhodan hem verbitterd.
'Zou ik eens mogen weten wat de pointe van deze grap is?' vroeg de Arkonide nors, en in zijn gelige ogen gloeide een dreigend licht. 'Hoe is het mogelijk dat de hagedissen de positie van de aarde tot op een meetfout van zevenentwintig lichtjaar kennen? Waarom zit iedereen er bij als de personificatie van een slecht geweten? Rhodan, is je bewering geen grap, en hebben jullie er inderdaad nooit meer aan gedacht dat de Topsiders ongeveer de plek kennen, waar de aarde om de zon draait?' 'Ja,' gaf Perry Rhodan toe. 'Meer dan zeventig jaar heeft geen mens daaraan gedacht! En nu zijn door het robotbrein Topsiders benoemd tot commandanten en officieren van nota bene Arkon-oorlogsschepen! Nu hoeft alleen nog maar mijn naam te vallen, een bepaalde herinnering opgewekt te worden, en drie uur later zoeken een paar duizend Arkon-ruimteschepen deze sector van de Melkweg naar ons af, uitgaand van dit zevenentwintig lichtjaren van ons verwijderde radio-peilpunt. Daarna zullen ze ons snel vinden . . .'
Perry Rhodan gaf Atlan een samenvatting van wat hieraan voorafgegaan was.
Het begon hiermee dat Thora's expeditieschip gedwongen was een noodlanding te maken op de aardse maan, omdat de bemanning vergeten had essentiële onderdelen mee te nemen. Om Arkon, dat toen nog niet werd geregeerd door een robotbrein, op de hoogte te brengen van hun toestand, werd naar het M-13-stelsel een hyperradiobericht uitgezonden. Arkon had dit afgeluisterd, of het was door een van de zelden optredende storingen niet overgekomen. Maar het op de planeet Topsid in de Orion-sector levende intelligente hagedissenras, had het uitgangspunt van de telecom-zending gepeild, zonder te merken dat hun peiling op het chi-coördinaat onderhevig was aan een fout van zevenentwintig lichtjaren.
Met dit als uitgangspunt zochten de hagedissen van Topsid de aarde en de daar gestrande Arkon-kruiser in het Wega-stelsel en vonden daar ook een Arkoniden- of mensenachtig ras, de Ferronen. De Ferronen, een onschuldig, beminnelijk volk, konden zich niet verweren tegen deze invasie, die vanaf een punt, ongeveer achthonderd lichtjaren bij hen vandaan, over hen losbarstte. Maar Perry Rhodan speelde het klaar, met een minimale strijdmacht de Topsiders in de Wega-sector zelf vernietigend te verslaan en vierde daarmee een van zijn eerste triomfen, die voor hem tegelijk een van zijn eerste stappen was op weg naar het doel, op een goede dag heerser over het heelal te zijn.
'...De planeet Topsid is achthonderd vijftien lichtjaren van de aarde verwijderd, Atlan. De meetfout van de hagedissen op de chi-coördinaat bedroeg slechts 3,4 procent. Tja . . . en daarna zijn we nog een keer geconfronteerd met de hagedissen in het Betelgeuze-stelsel. . .' 'Dat weet ik,' onderbrak Atlan hem. 'Voor Arkon, de Springers en de galactische medici is in die tijd de aarde in een hel van atomaire reacties ondergegaan . . . een aarde, die jij met je verstandige tactiek daarheen had verplaatst. Maar toen het eenmaal zover was, Perry, had je je toch zeker de meetwaarde van de Tophitradiopeiling moeten herinneren! Dat begrijp ik niet! Hoe kan iemand zoiets nou over het hoofd zien?'
'Mensen zijn geen Arkoniden, admiraal,' antwoordde Perry Rhodan rustig en wendde zich daarna meteen tot de commandant van het geheime mutantenkorps: 'John, roep jij je mensen terug.' 'Wat ben je van plan?' vroeg Atlan geïnteresseerd.
'De laatste kansen benutten en een nalatigheid goedmaken, als . . . als ons nog zoveel tijd rest.' 'Wil je naar Topsid, naar de hagedissen?' vroeg Atlan enigszins verbaasd, en weer werd hij bevangen door bewondering voor deze Terranen met hun grote aanpassingsvermogen, die vaak problemen met een koelbloedigheid tegemoet traden, die hij met zijn Arkonidische verstand gewoonweg niet kon begrijpen.
'Ik wil niet naar de Topsiders, Atlan, ik moet erheen!'
'Topsid behoort nu tot het grote imperium,' meende de Arkonide te moeten zeggen.
'Jij toch ook, nietwaar?' vroeg Rhodan op zijn beurt met onbewogen gezicht, en opnieuw wachtte hij het antwoord niet af, maar wendde zich deze keer tot Allan D. Mercant. 'Hoeveel agenten bevinden zich op Topsid?'
'Twee, sir,' antwoordde Mercant zonder lang na te denken. Ho Kwan-to en F. C. Curtiss. De opmerking van de admiraal, dat Topsid tot het Arkon-imperium behoort, is van secundaire betekenis. De stemming is allesbehalve goed, als er over Arkon wordt gesproken. Ze zouden zich liever vandaag dan morgen losmaken van de banden met het grote imperium . . .'
'. . . En juist daarom zijn ze het bevel gaan voeren over gevechtsformaties!' merkte Atlan spottend op. 'Dat kan ik niet tegenspreken,' zei Mercant en maakte een lichte buiging in de richting van Atlan, 'maar in mijn uiteenzetting schuilt geen tegenspraak, want als de Topsiders het gewaagd hadden om niet in te gaan op het verzoek van de robotregent, het bevel te gaan voeren over de schepen, dan bestond op dit moment de planeet Topsid niet meer!' Perry Rhodan deed niet mee aan deze discussie. 'Mercant, je moet erachter zien te komen, of zich op Topsid al Arkoniden bevinden. Ik heb deze inlichtingen binnen vijf uur nodig. Valt er verder nog iets te bespreken, heren?'
Dat betekende, dat deze bijeenkomst beëindigd was.
Perry Rhodan bevond zich nu nog alleen met Atlan in zijn werkkamer. 'Tsja,' zei Atlan en gebruikte onwillekeurig een uitdrukking van Bully, 'eindelijk schijnt ons dan toch een licht op te gaan. Maar ik herhaal nog één keer mijn vraag: hoe konden jullie allemaal vergeten, dat de hagedissen de positie van de aarde in de melkweg kennen, afgezien van die kleine fout op het chi-coördinaat?'
Perry Rhodan zweeg. De Arkonide Atlan zou geen antwoord krijgen op zijn vraag. Het was vergeten, en nu moesten de mensen van het Solaire imperium tol betalen!
Vierentwintig uur waren verstreken sinds deze gedenkwaardige bespreking. In deze vierentwintig uur waren steeds meer mutanten in Terrania gearriveerd.
John Marshall haalde al zijn medewerkers terug. En toen zij zagen, dat ze niet de enigen waren, die bevel hadden gehad, terug te komen, wisten ze, dat er ergens groot gevaar dreigde.
Bully durfde niet meer over zijn duim te praten. Hij kwam daar ook niet meer aan toe. In de afgelopen nacht had hij zijn bed niet gezien, maar in plaats daarvan had hij een gedetailleerd plan opgesteld, dat aan Atlan de half verbijsterde, half gefascineerde uitroep ontlokte: 'Wat …. willen jullie als Arkoniden naar Topsid vliegen?'
'Is het dan zo moeilijk om voor een suffe, snoevende Arkonide te spelen?' vroeg Bully achterbaks. Atlan keurde Bully geen antwoord waardig, maar verdiepte zich in het plan.
Een kamer verder was Rhodan met John Marshall in bespreking. De commandant van het geheime mutantenkorps kon de bestuurder van het zonne-imperium melden, dat op enkele mutanten na, die niet bereikt konden worden, ze allemaal in Terrania waren. 'Harno ook?' 'Ja, sir.'
'Gucky heeft zich bij mij nog niet laten zien. Is hij er niet, John?' 'Nee, hij houdt zich al enkele uren op in de Kublai Khan. De muisbever schijnt weer eens bij iemand gedachtenspion gespeeld te hebben.' 'Hoe kom je daarbij, Marshall?' vroeg Rhodan nieuwsgierig, want hij lette streng op de naleving van zijn voorschrift, dat buiten John Marshall geen enkele telepatische mutant de gedachten van de verantwoordelijke mannen van Terrania mocht lezen. Ook voor Gucky maakte hij geen uitzondering. 'Ik trof hem een uur geleden in de centrale van de Kublai Khan, waar hij in een stoel lag en zijn speciale laarsjes bekeek. Toen hij mij zag, zei hij schijnheilig: 'John, denk je ook niet dat ik deze sloffen beter voor verwarmde laarzen kan ruilen, of geloof je niet, dat we bij deze expeditie op de tocht komen te staan?' En toen ik dat hoorde, wist ik, dat Gucky méér wist.
'Dan weet hij dus ook, dat we de Kublai Khan willen gebruiken,' zei Rhodan peinzend. 'Marshall, was je alleen met Gucky in de commando-centrale of. . .?' 'Alleen, sir.'
'En wat voor antwoord heb je hem gegeven, John?'
'Ik ergerde me, sir. Het pessimisme van de muisbever was de bekende druppel, die de emmer doet overlopen, daarom snauwde ik hem toe: "Je kunt ook nog een speciale broek voor bijzondere gelegenheden laten maken!" Maar daarmee had ik indirect toegegeven, dat er een gewaagde onderneming voor de deur staat, en Gucky grijnsde met zijn knaagtand en antwoordde: "We krijgen gedonder, en als ik aan de stukgesneden duim van de dikke denk, dan krijg ik nu al koude voeten!" Daarop heb ik mister Bull gevraagd of hij misschien inlichtingen aan Gucky had verstrekt; Mister Bull had hem ook niets van zijn gewonde duim verteld. Dus . . .'
Op dit moment meldde Gucky zich over de telecom bij Perry Rhodan en John Marshall vanuit de Kublai Khan en gaf met ontwapenende openhartigheid toe, dat hij het gesprek tussen Rhodan en Marshall had afgeluisterd.
'Is dat dan erg? De onzin, die hier uitgekraamd wordt, is veel erger, Perry. Als de Kublai Khan in een Arkonidische superreus wordt veranderd, dan kun je toch minstens verwachten, dat die lui het Arkonidische schrift beheersen, On-Tharu wordt namelijk met Th geschreven. Natuurlijk heb ik die pijpekoppen . . .'
Dat waren uitdrukkingen van Reginald Bull, die de muisbever zich met een diefachtig plezier toeeigende. Maar bij de uitdrukking 'pijpekoppen' viel Rhodan Gucky scherp in de rede.
'Luitenant Guck, de situatie is veel te ernstig . . .'
'Ja,' onderbrak de muisbever hem, 'zogauw je me met luitenant aanspreekt, dan is er werkelijk wat aan de hand, maar ik vind het niet aardig van Marshall, dat hij geklikt heeft. Mag ik langskomen, Perry?' 'Onmiddellijk! Dit is een bevel!' Zowel John Marshall als Perry Rhodan voelde, dat de muisbever er niet meer was. Hij had zijn gedachten afgeschermd, of hij was al met een teleportatie-sprong op weg naar hen. Maar Gucky kwam niet opdagen. Rhodan gaf Marshal bevel, Gucky te zoeken, zijn gedachtenimpulsen op te vangen. Na enkele minuten moest de commandant van het mutantenkorps toegeven, dat hij hem niet kon vinden.
'Dat zal ik hem betaald zetten, en ditmaal laat ik geen genade voor recht gelden!' beloofde Perry Rhodan, en zijn gezicht vertoonde tekenen van ergernis over het eigengereide optreden van de muisbever. Daarna ging Rhodan met zijn hand over zijn voorhoofd en veegde zo alle gedachten aan Gucky weg. Hij begon met John Marshall het door Bully opgestelde plan door te nemen, waarvan het zwaartepunt bij het inzetten van de mutanten lag. 'Sir,' merkte Marshall op,' is dit inzetten van alle mutanten niet uiterst gevaarlijk? Als er ook maar iets gebeurt, en daarmee moeten we rekening houden, dan loopt u gevaar in een klap het hele korps te verliezen.' 'John,' antwoordde Rhodan, en schudde even met zijn hoofd, 'je hebt nog altijd niet begrepen, dat onze nalatigheid ons dwingt tot dit optreden. Het is pas zeventig jaar geleden, dat de hagedissen-invasie in de Wega-sector plaatsvond. Kun je aan de hand van dit feit inzien hoe groot het gevaar is, dat wij door hen of door het robotbrein opgespoord worden? De dictator en zijn militaire junta, die toentertijd de macht in handen hadden, zullen wel niet meer leven, maar nog wel een paar duizend hagedissen misschien, die zich deze gebeurtenis van zeventig jaar geleden nog zeer goed kunnen herinneren. Bovendien moeten we niet vergeten, dat er notities van gemaakt zijn. Ook al zouden de hagedissen met hun herinneringsvermogen geen gevaar meer voor ons opleveren, dan breken we toch nog onze nek over deze notities, en om dit zeer dringende gevaar te bedwingen, moeten we met inzet van al onze middelen zo te werk gaan op de planeet Topsid, dat geen enkel gegeven nog ooit gevaar voor ons kan opleveren.
Ik weet, wat ik daarmee in de waagschaal stel, Marshall. Ik weet ook, voor welke opgave jij en het mutantenkorps daardoor gesteld worden. Als er maar één faalt, is het morgen met het zonne-imperium gedaan! Dan zijn de Arkoniden nog sneller hier dan we vreesden!' Maar John Marshall had nog steeds bezwaren tegen de massale inzet van onvervangbare mutanten. Hij deed dat uit een gevoel van verantwoordelijkheid en Perry Rhodan wenste zich in stilte geluk, dat hij als commandant van het geheime mutantenkorps deze ongemakkelijke, maar doodeerlijke John Marshall had. 'Sir, u heeft me zoeven uitgelegd, dat deze keer de totale bemanning op grond van zijn uiterlijk is geselecteerd. Er komen dus alleen mannen in aanmerking, die op Arkoniden lijken, maar de meeste van mijn mutanten zijn kleiner dan de gemiddelde Arkonide. Ik verzoek u, daaraan te denken!'
'Heb jij een ander plan, dat gemakkelijker te realiseren is en tegelijkertijd onze onderneming gegarandeerd tot een succes maakt, Marshall?'
'Het moet niet al te moeilijk zijn, op Topsid in het geheim een net van hypnose-zenders aan te leggen en de hagedissen net zolang te beïnvloeden tot de robotagent voor ons geen gevaar meer oplevert!' 'Marshall. . .' antwoordde Perry Rhodan lichtelijk ontsteld en keek hem verwijtend aan. 'Je weet toch hoe ik denk over dit massa-indoctrinatiemiddel. Dat ik jullie inzet is voor mij een allerlaatste oplossing, en dan nog met tegenzin. Bovendien hebben we in dit geval bijna geen gegevens over de hagedissen. We weten dus niet of een hypnose, die weken of maanden aanhoudt, bij hen hersenletsel veroorzaakt. Moet ik me dan later verwijten maken en er verantwoordelijk voor zijn, dat honderdduizend hagedissen geestesziek zijn? Ik ben toch geen zielloos robotbrein?'
Het drong op dit moment absoluut niet tot Perry Rhodan door, dat hij met deze uiteenzetting bewezen had, dat zijn aanspraken op de heerschappij over het Solaire imperium gerechtvaardigd waren, terwijl een superintelligente, maar zielloze en kunstmatige constructie op Arkon 3 slechts een kortstondig overgangsverschijnsel mocht zijn en blijven. Voordat Marshall iets terug had kunnen zeggen, ging de deur open en kwamen Allan D. Mercant en de muisbever binnen. Gucky, die uiteraard een paar geharnaste verwijten kon verwachten, grijnsde vriendelijk met zijn knaagtand. Op zijn voetjes, die in speciale laarsjes waren gehuld, trippelde hij door het vertrek, waarbij hij steunde op zijn brede staart, en ging waardig in een stoel zitten.
Rhodan, die door middel van zijn nauwelijks toereikende telepathische vermogens de gedachten van de muisbever probeerde te lezen, stootte op een krachtig afweerscherm. Gucky liet zijn gedachten niet bespioneren.
'Mag ik even storen, sir . . .' Met deze opmerking was Allan D. Mercant binnengekomen.
Perry Rhodan had het liefste, dat iedereen met wie hij zich onderhield, gemakkelijk zat. Daar was altijd nog wel tijd voor.
'Sir, Gucky is bij mij langsgekomen, nadat hij de spionagedienst had gealarmeerd. De actie, die ik toen op touw heb gezet, is op het ogenblik nog gaande. Ik verwacht echter, dat hij spoedig zal worden afgesloten. Gucky heeft verhinderd, dat de telecomspecialist Ulbers en de straalmotoringenieur Huang-Lu een afgesproken startsein voor een sonde aan een op de maan werkende kliek gaven. De sonde is al door de recherche in beslag genomen. Hij bevatte een hyperzendapparaat met een eigen programmering volgens welke de hypercom vijf minuten na de start ononderbroken de galactische positie van de aarde zou uitzenden!' Allan D. Mercant, die anders een toonbeeld van kalmte was, had deze verklaring met trillende stem afgelegd. Perry Rhodan was even verbleekt, en het kon niemand ontgaan zijn, dat John Marshall bij zijn woorden ineengekrompen was. De muisbever ging er eens goed voor zitten, liet zijn pientere ogen heen en weer rollen en grijnsde nog vriendelijker met zijn knaagtand. Met zijn linkervoorpoot ondersteunde hij zijn muizenkop. Steeds weer kwam zijn blik bij Perry Rhodan terecht.
Maar deze keek langs Gucky heen. Binnen een seconde had hij zich ingesteld op dit schokkende bericht. 'Mercant, wat voor reden heb je om aan te nemen, dat je actie spoedig beëindigd zal zijn?' vroeg hij kortaf. 'Gucky heeft bij de zonneveiligheidsdienst alle personen opgenoemd, die iets te maken hebben met deze unieke samenzwering tegen het zonne-imperium. Ulbers en Huang-Lu hadden al bevel gekregen, naar de Kublai Khan te gaan en bevonden zich al op het schip, in de radiocentrale, toen Gucky plotseling ingreep en ze telekinetisch vasthield. Daarna alarmeerde hij de recherche, zorgde ervoor, dat Ulbers en Huang-Lu door bemanningsleden in de gaten werden gehouden en dook daarna bij mij op. Toen het bericht van de maan binnenkwam, dat de sonde in beslag was genomen en ik . . .'
De intercom eiste hun aandacht op. Het scherm werd stabiel en een man, die het kleine insigne van de zonneveiligheidsdienst op zijn revers droeg, meldde afgemeten: 'Sir, actie Zauberflöte beëindigd. Alle achttien samenzweerders gearresteerd. Einde bericht. Heeft u nog vragen, sir?'
De commandant van de zonneveiligheidsdienst had geen vragen.
Maar Rhodan vroeg verbaasd: 'Waarom actie Zauberflöte, Allan?' 'Geen idee,' antwoordde Mercant hoofdschuddend. 'Ja, waarom Zauberflöte . . .?'
Plotseling piepte de muisbever uit zijn stoel: 'Waarom niet Zauberflöte? Zien de sondes er niet als fluiten uit? Natuurlijk vereist dat enige fantasie. Maar wilden die kerels ook niet de Arkoniden met deze fluiten naar zich toe toveren? Daarom heb ik jouw spionagedienst ook zo snel aan het werk gekregen, Allan! Toen ik in de intercommicrofoon brulde: 'Actie Zauberflöte starten, wisten ze niet meer hoe ze het hadden. Iedereen dacht, dat hij iets vergeten of over het hoofd gezien had. Niemand stelde vragen. Als poliepen hebben ze de adressen opgezogen, die ik aan ze doorgaf. En toen kon het spul beginnen. Zoiets bijzonders was het nu ook weer niet, maar alleen omdat jij, John, over me gekletst hebt en ik 'razend op je was, daarom gebruikte ik mijn telepathie, om wat rustiger te worden, en daarom ging ik naar de radiocentrale om Huang-Lu en Ulbers op heterdaad te betrappen. Dat was alles, en totdat de mannen van de Kublai Khan deze twee vlegels . . .'
'Gucky . . .!' riep Rhodan uit en wilde nog meer zeggen, maar de muisbever verbeterde zich haastig en piepte er tussendoor: '. . . totdat de mannen van de Kublai Khan mij verlosten van deze twee heren, had ik ze intussen in een toestand gebracht, waarin ze maar wat graag bekentenissen deden, zodat ik uit hun hersenkronkelingen de namen van hun medesamenzweerders kon aflezen.' 'Wat heb je met ze uitgehaald?' vroeg Rhodan scherp. Gucky gaf zijn luchthartige houding niet op. Met een wijds gebaar verklaarde hij: 'Perry, jij bent de regent van het zonne-imperium. Het kleinere werk kan je aan ons overlaten. Daar hoefje je niet druk over te maken. Wanneer start de actie Tandarts?'
'Wat is dat nou weer?' zei Rhodan zichtbaar geërgerd. 'Druk ik me niet duidelijk genoeg uit, Perry?' vroeg de muisbever op vakkundig schijnheilige toon. 'Zijn we dan niet van plan alle kiezen van de Topsid-hagedissen te trekken, zodat ze ons niet meer kunnen bijten, beste Perry?' 'En nu eruit, schijnheilige. De lucht om de stoel van de muisbever trilde even. Op hetzelfde ogenblik was Gucky uit zijn stoel en uit het vertrek verdwenen. Hij, die iedereen bij zijn voornaam aansprak, zelfs Perry Rhodan, had bliksemsnel ingezien, dat de atmosferische verhoudingen in Rhodans werkvertrek plotseling verslechterd waren, althans voor hem, en had er de voorkeur aan gegeven zich zonder groeten te verwijderen. Allan D. Mercants apparaat, de zoneveiligheidsdienst werkte met de precisie van een positronisch instrument.
Gucky was nog geen vijf minuten verdwenen, toen over de intercom een uitvoerig bericht binnenkwam, dat tevens de redenen voor deze samenzwering duidelijk maakte. Alle achttien mannen hadden in de afgelopen drie jaren wegens gebrek aan discipline op allerlei gebieden, waarschuwingen gehad en in sommige gevallen zelfs straf. In geen enkel geval viel er iets aan te merken op hun werk. Ulbers had zelfs de naam, een van de beste hypercom-specialisten te zijn, en de drie verbeteringen in de hypereindfase bewezen dat wel.
Uit zijn oppositionele instelling ten opzichte van Rhodans politiek was in de loop van de tijd een haatcomplex gegroeid, dat de uiteindelijke drijfveer was achter het plan, de galactische positie van de aarde aan Arkon te verraden door een continu hypersein dat uitgezonden zou worden door een sonde. 'Een ongeluk komt zelden alleen,' zei Rhodan somber, toen hij het bericht had gelezen. 'Maar wat moet ik eigenlijk met Gucky doen? Ik kan hem toch moeilijk gaan straffen, omdat hij ons gered heeft van een grote ramp, maar hij moet eens een goede uitbrander hebben, anders gaat hij steeds vaker over de schreef. Marshall, waarom lach je?' 'Sir,' zei de telepaat, 'Gucky neemt ons steeds opnieuw bij de neus. Anders zou hij geen Gucky heten.
Drieduizend Swoons en eenzelfde aantal mensen hadden van Rhodan opdracht gekregen, zo snel mogelijk apparaten te ontwikkelen, waarmee men in de hyperruimte reusachtige ionisatievelden zou kunnen opwekken en in stand houden. Bully, die ook dit deel van het plan contra Topsid had bedacht, bewees opnieuw hoe goed hij met mensen of ook met de Swoons, de komkommerwezens, kon omgaan. Eerst hadden ze hem bevreemd aangestaard, en overal waar hij met zijn plan over deze geweldige ionenvelden opdook, stuitte hij op onbegrip. Hij gunde ze hun lol, werd niet driftig, maakte geen spottende toespelingen, maar twee of drie uur later zat hij weer bij de specialisten en sprak hen opnieuw aan over hetzelfde probleem.
'Ik heb hyper-stoorvelden van astronomische afmetingen nodig. Ik moet hyper-stoorvelden hebben die het na één uur, na honderd uur, zelfs na duizend uur nog niet begeven. Ik heb dus instrumenten nodig, waarmee ik het hyperradioverkeer van een planeet kan stilleggen. Leveren jullie mij deze apparaten niet, dan is het waarschijnlijk, dat je binnen afzienbare tijd een andere werkgever hebt. Alleen op grond hiervan ben ik vastbesloten, want in theorie is er toch niets dat de bouw van zo'n instrument in de weg staat, binnen drie dagen een bedrijfsklare serie tot mijn beschikking te hebben. Zelfs de Swoon micro-mechaniciens van de melkweg, die bijna allemaal een genie waren op hun eigen terrein, hadden Bullys verlangens als onuitvoerbaar van de hand gewezen maar nu bewees Bully, dat hij terecht de naam had, koppig te zijn. 'Vrienden,' had hij collegiaal verklaard, 'ik ben natuurlijk niet helemaal een leek op dit gebied en weet daarom, dat mijn opdracht bijna onuitvoerbaar is. Bijna . . . maar dit kleine woordje 'bijna' zou voor u toch een aansporing moeten zijn, mijne heren, om iets dat bijna onmogelijk is mogelijk te maken. Als we ervan uitgaan, dat de constante hy op de hyper-oscillograaf met de curven . . .
En Reginald Bull dwong de experts gewoon samen met hem hun vaktaal te spreken. Hij begreep er iets van, hoewel niet zoveel als zij, maar hij kon meepraten. Maar overal bleef hij niet langer dan een half uur hangen, want hij wist maar al te goed, dat de tijd drong en dat ieder uur het noodlot in de vorm van talrijke Arkon-eskaders op de aarde kon neerstrijken.
Terrania, voor een oppervlakkige waarnemer alleen maar een zeer bedrijvige wereldstad, was een heksenketel van overhaaste voorbereidende maatregelen geworden. Overal ging er wel iets mis. Er gebeurden dingen, waar geen mens op had gerekend. Gedetailleerde plannen moesten totaal veranderd worden. Bevelen werden doorkruist door andere bevelen. Wat een half uur geleden nog hoogste urgentie had, werd nu uit de productie genomen.
Een klein legertje robots kreeg een Arkonidisch uiterlijk. Hun totale programmering moest worden veranderd, en de nieuwe was gebaseerd op het feit, dat hoogmoed en arrogantie tot de meest karakteristieke eigenschappen van de Arkoniden werden gerekend.
De tweeduizendkoppige bemanning van de Kublai Khan werd zonder uitzondering aan een zeer intensieve hypno-training onderworpen. Ze moesten op de planeet Topsid niet alleen qua uiterlijk op Arkoniden lijken, maar ook qua karakter en optreden.
De Kublai Khan, vermomd als On-Tharu, de schrijffout was intussen weggewerkt -, was niet het enige schip dat ingezet werd. Acht ruimtebollen van de Statenklasse met een middellijn van honderd meter en een bemanning van honderd vijftig koppen, vlogen mee, en verder twee zware kruisers. Op hun rompen stonden Arkonidische letter- en cijfertekens, en ook al was het niet de bedoeling, dat het escorte op Topsid zou landen, het was zeker niet de bedoeling, dat bij een toevallige ontmoeting met een ruimteschip van het Grote Imperium een belachelijke fout voor Perry Rhodan het begin van het einde zou betekenen. Bully had in zijn plan, dat in grote trekken door Rhodan was geaccepteerd, rekening gehouden met een voorbereidende fase van vier dagen. Maar aan het einde van de tweede dag leek het of ze niet eens hoefden te rekenen op een vertrek naar de planeet Topsid in het Orion-stelsel binnen een week. Pech was troef.
Vanuit de ontladingszone, waar de materiaalverslindende gevechten tussen Droef- en Arkonruimteschepen zonder onderbreking voortgezet werden, kwamen nieuwe meldingen met alarmerende inhoud binnen: Het robotbrein op Arkon was bezig alle hulpvolkeren van het Grote Imperium te mobiliseren en dwong ze hun beste ruimtekapiteins- en officieren naar het front te sturen. Intussen werden negentien eskaders alleen al door Topsiders bemand! Perry Rhodan deelde dit mee aan Bully, die net zat bij te komen van een drie uur durende worsteling met een Gordiaanse knoop van onverwachte gebeurtenissen, die hij had weten op te lossen. 'Zo? Negentien eskaders? Allemaal bemand met Topsid-officieren. Ben je alleen, Perry?' 'Ja,' antwoordde deze. 'Doe me dan een plezier en vertel me er verder niets meer over. Ik ben bang. Ik weet niet wat er met me aan de hand is. Er komt iets op ons af, als een stortvloed . . . Grote goedheid, Perry, zouden we nu weer iets over het hoofd gezien hebben?' Rhodan herinnerde zich Atlans vraag, of Reginald Bull met zijn onheilspellende vermoedens een zwartkijker of een realist was. Maar zó had hij Bully nog nooit meegemaakt. Rhodan kende deze kant van het karakter van zijn vriend niet. Hij moest toegeven, dat Bully voor de landing op de planeet Honur ook al eens de niet verstommende waarschuwer had uitgehangen, maar dat had nooit zulke proporties aangenomen als nu het geval was. 'Voor deze speciale expeditie naar Topsid is niets over het hoofd gezien of vergeten,' antwoordde Rhodan met vaste stem. 'Het brein op Venus heeft zijn berekeningen ook op dit aspect geconcentreerd en uitgerekend, dat we in alle belangrijke kwesties 85 tot 97,5 procent kans op succes hebben
'Het brein . . .' wierp Bully tegen en slaakte een diepe zucht. 'Mijn aversie tegen deze positronische monsters neemt dagelijks toe. Als hulp bij het rekenen zijn ze uniek, maar als voorspellers van de toekomst. . . Perry, dat de duivel ze halen! Ik heb me voorgenomen, tijdens deze expeditie op mijn instinct af te gaan en me niet te bekommeren om de adviezen van een positronenbrein 'Je zult nauwelijks de gelegenheid krijgen om actief bezig te zijn,' riep Perry Rhodan over de beeldoverbrenging terug. 'Je plan is slechts op dit punt veranderd, dat noch jij, noch Atlan, noch ik officieel de Topsid-expeditie leiden, maar alleen onze mutanten in samenwerking met gespecialiseerde technici!' Bully floot tussen zijn tanden. De peinzende uitdrukking op zijn gezicht maakte snel plaats voor een zwijgend blijk van instemming, want hij knikte nauwelijks merkbaar met zijn hoofd. 'En wat blijft er voor ons dan over, Perry?' 'Het kleine werk, dikke, het fijnere werk. De bijna onoplosbare opgave, alle voorbereidingen te treffen om de robotregent op Arkon een rad voor ogen te draaien. Heb je er wel eens over nagedacht wat dat eigenlijk wil zeggen, deze reuzencomputer van valse informatie te voorzien? En om je geschokte zelfvertrouwen weer op de been te helpen, zal ik je vertellen, wat het brein op Venus over onze voornemens te zeggen had. Atlan keerde behoorlijk gedeprimeerd met dit bericht naar de aarde terug.
'Het is onmogelijk om een historische gebeurtenis, die een volk in zijn totaliteit heeft meegemaakt, te vervalsen. De waarschijnlijkheidsberekeningen produceerden een serie resultaten die tussen de 78 en de 98,47 procent liggen en daarmee elke kans op succes uitsluiten.' Het koord, waarover wij ons in deze Topsid-aktie zullen voortbewegen, heeft, van honderd uit gezien, op bepaalde plaatsen slechts een omvang van 1,53 procent van zijn solsterkte. Daar staan 98,47 procent tegenover . . .'
'Perry,' onderbrak Bully hem energiek, 'vind jij het ook zo vreemd, dat wij, het zonne-imperium, in de loop van de jaren geen enkele maal echt onze neus hebben gestoten? We verdienen het wel! Ja, kijk me maar verbaasd en vragend aan. Wat doen wij vóór iedere expeditie? We gaan naar de moderne Pythia en laten ons in getallen en decimale breuken vertellen of we een kans maken of niet!
We zijn een eind op weg, halve Arkoniden te worden. Zonder tegenspraak slikken we, wat een robotbrein, dat met een Arkonidische mentaliteit geconstrueerd werd, uitkraamt en vergeten intussen dat we mensen zijn!
Kom nu niet aandragen met het argument, dat de gevolgen van de Topsid-expeditie verstrekkend kunnen zijn, en dat dat de enige reden was om het positronische brein op Venus te ondervragen. Alles wat we doen, heeft gevolgen. Maar als we nu eindelijk eens ophielden, slaaf te zijn van de computer, en weer mensen werden, die ten volle hun eigen mogelijkheden uitbuiten, dan zouden we ieder rekenbrein de baas zijn en ook op Topsid aan bod komen. De Arkoniden zijn door het bezit van rekenbreinen denklui geworden, moeten onze nakomelingen ook zulke slaapkoppen worden? En daarom interesseert 't me geen snars wat voor voorspelling het brein op Venus over onze actie heeft gedaan. Verdomme, Perry . . . we zijn mensen en geen Arkoniden. Dan moeten we ons ook als mensen gedragen!' In plaats van een kort of een lang antwoord hield Perry Rhodan een vel papier voor de cameralens van het communicatieapparaat. Bully las op zijn scherm naast het percentage 98,47 in Rhodans handschrift: Fout, geen rekening gehouden met waarde mens. Rh. 'Waarom laat je me dan zo lang praten, Perry,' mopperde de dikzak, maar zijn gezicht straalde plotseling. 'Omdat ik met plezier naar je heb geluisterd, Bully. Ik geloof dat we elkaar af en toe aan zulke waarheden moeten herinneren. Hoe staat het overigens met de ionisatieveldopwekkers?'
'Vóór morgenavond hoeven we niet op resultaten te rekenen. De grootste moeilijkheid is, dat de reflexielagen in de hyperruimte in stand gehouden moeten worden, en dat wil maar niet lukken ... en dan is er nog een vervelende bijkomstigheid: de hyper-stoorvelden gedragen zich in de hyperruimte als ronddraaiende schijven met vluchtneigingen, die inderdaad plotseling zonder aanwijsbare oorzaak de richtstraal verlaten en dan spoorloos verdwijnen. Ben ik eigenlijk de enige, die op dit idee van ionisatievelden in de hyperruimte is gekomen, Perry?' 'Jazeker; jij hebt er het patent op en daarom interesseren je moeilijkheden me slechts gedeeltelijk. Wanneer is de serie stooraggregaten klaar? Morgenavond?' 'Als er voor die tijd een paar wonderen gebeurd zijn, ja, anders . . .' Nu bleek dat Perry Rhodan toch uit een ander hout was gesneden dan de dikke Reginald Bull. IJskoud onverbiddelijk stelde hij zijn eis: 'De serie is morgenavond bedrijfsklaar, Bully. Daar ben jij verantwoordelijk voor. Bedankt!'
Crest, de oude Arkonidische topgeleerde, was binnengekomen. Het onsterfelijk makende cellenbad was zowel hem als Thora op de kunstplaneet Zwerver geweigerd. Nu was ook voor Crest de tijd aangebroken, dat steeds meer tekenen erop begonnen te wijzen, dat zijn einde nabij was. Geestelijk was hij echter nog net zo vitaal als in zijn beste jaren. Hij ging naast Rhodan zitten, rustig en gelaten, zoals Rhodan en Bull van hem gewend waren sinds ze hem vele tientallen jaren geleden op de maan hadden leren kennen.
'Rhodan,' zo begon hij, 'ik heb de lijst van de mutanten die meegaan, nog eens doorgenomen. Zou het niet verstandiger zijn om alleen de helft van deze onvervangbare mensen mee te nemen naar Topsid? Atlan denkt er anders over; ik kom net bij hem vandaan, maar ik geloof dat John Marshall het met me eens is. Hij vindt de massale inzet van zijn mutanten een te groot risico.' 'Crest,' antwoordde Rhodan, na een diepe zucht, 'we moeten dit risico nemen. We moeten de actie op Topsid zo snel mogelijk volbrengen. Vergeet niet dat we gedwongen worden, handelend op te treden. We rukken op vanuit een defensieve positie. Dat is een slecht uitgangspunt . . . Ogenblikje, het hyperradiostation meldt zich.' Weer kwamen er nieuwe berichten binnen van het front, waar Arkonidische ruimtearmada’s de overlappingszone blokkeerden en met de Droef uit het andere universum in een niet aflatende strijd verwikkeld waren.
Meer dan drie dozijn meldingen waren binnengekomen. Deze zondvloed van berichten was te danken aan de nieuwe raketsondes, die lang niet zo makkelijk te peilen en neer te schieten waren als het vorige type. Bovendien was door de verbeterde magnetisch-veldoptiek, die verbluffend veel leek op de allang achterhaalde rubberlensoptiek, de opbrengst aan optische waarnemingen met meer dan duizend procent toegenomen.
'Sir', meldde de commandant van het hyperradiostation in Terrania, en er klonk trots in zijn stem,' op dit moment beschikken wij over een kompleet overzicht van de Arkonidische formaties aan het front. Arkon heeft, afgezien van alle reserve- en hulpschepen, driehonderd tachtigduizend ruimteschepen aan het front.
Op meer dan vijftigduizend wordt het bevel al gevoerd door humanoïden; ieder uur worden duizend robotcommandanten vervangen door denkende wezens. Vanavond zal op alle types slagschepen van Arkon de commandowisseling een feit zijn. Twee uur geleden is een zesduizend-koppig contingent hagedissen uit het Topsid-stelsel gearriveerd. Dat is al het derde transport in tien uur. Sir, we zijn nog niet helemaal klaar met onze conclusies, maar ik kan nu al zeggen, dat Arkon overal aan het front, waar hagedissen het bevel voeren over oorlogsruimteschepen, met de geringste materiaalverliezen te kampen heeft. Het is zelfs zo dat de Droefs op die plaatsen met ongekende felheid teruggedrongen worden.
Alstublieft, sir, dit zijn de meldingen . . .'
'Bedankt,' onderbrak Rhodan hem. Hij wist nu genoeg. Dit overzicht was voor hem voldoende om handelend te kunnen optreden. Hij verbrak de verbinding. Crest had meegeluisterd. 'Nou,' vroeg hij de oude Arkonide, 'staan we er nu niet slecht voor? Nu moeten de bases Hades en Ellert ook in gaan grijpen. We mogen het robotbrein geen adempauze gunnen, anders vliegen morgen of overmorgen Arkon-ruimteschepen boven de aarde . . .' 'Wat ben je van plan, Rhodan?' vroeg Crest, die deze Terraan had bewonderd vanaf het eerste moment dat hij hem ontmoet had. 'Onze basis in het Droef-universum ontvangt per sonde het bevel, tot het uiterste te gaan om van Ellerts invloed op de Droefs gebruik te maken, zodat ze hun massale aanvallen op het blokkade-front blijven volhouden. Zouden we de Droefs niet kunnen wijsmaken, dat de vijand de komende dagen vlootformaties met superkrachtige beschermingsvelden laat aanrukken, die praktisch onverwoestbaar zijn? Crest, hoe lang duurt het om dit lokaas in cijfergegevens te vertalen?' 'Drie, hooguit vijf uur, Rhodan, maar . . .'
'Neem me niet kwalijk Crest, op dit ogenblik ken ik het woord 'maar' niet. Ik verwacht de gegevens over vijf uur. Verder nog iets?' Crest verdween.
Rhodan liet Reginald Bull opschrikken, die weer bezig was, nieuwe mankementen zonder al te veel tijdverlies te verhelpen. 'Dikke, het grote brein op Arkon zal vanavond, aardse tijd, op de meeste gevechtsschepen denkende wezens als commandant hebben. Je moet voor elkaar zien te krijgen, dat we morgenavond beschikken over instrumenten voor hyperruimte-stoorvelden, zodat de eerste schepen vannacht nog naar Topsid kunnen vertrekken. Uitstel is niet meer mogelijk. Sluiten!'
Hierna stelde Rhodan zich in verbinding met Allan D. Mercant. 'Nog nieuws over Topsid?' 'Nee, sir. Tot nu toe is er geen Arkon-schip opgedoken in de Orion-sektor of heeft het brein daar melding van gemaakt, maar mijn beide agenten hebben door peiling vastgesteld, dat het brein van Arkon de afgelopen vierentwintig uur driemaal verbinding met Topsid heeft gehad.
Ze konden het gesprek niet ontcijferen.'
'En hoe is de toestand in het algemeen, Mercant?'
De maarschalk trok een verbeten gezicht, 'Slecht, sir! De reuzencomputer wordt van uur tot uur machtiger. Zelfs in de beste tijden van het imperium is het niet voorgekomen dat iemand de teugels zo strak in handen had ... en zelfs de Ara's wagen het niet in opstand te komen, om maar te zwijgen van de Springers en de Zwaarwichtigen. Die Droefs met hun onophoudelijke massale aanvallen . . . die hebben het uiteenvallende imperium weer tot een eenheid gesmeed. Mijn agenten, die niet beschikken over ons overzicht, staan voor een raadsel. Afscheidingsbewegingen, revoluties tegen Arkon en dergelijke zijn nergens in M-13 meer te vinden.' 'Dank je, Mercant.' Hij stelde de tekst voor het bevel op, dat over twee uur op Hades, een planeet in het Droef-universum, moest arriveren. De hulpverbinding met Hades was sinds de ondergang van Gray Beast aangelegd, maar bestond slechts uit radiocontact, waarvan Rhodan niet graag gebruik maakte, omdat hij de risico's van een radiopeiling maar al te goed kende. Daarom gaf hij er voor het overbrengen van dit bevel de voorkeur aan, een sonde te gebruiken, die hoogstens neergeschoten kon worden of in geval van onderschepping zichzelf vernietigde en geen spoor achterliet van het bevel dat hij moest overbrengen. Rhodan was net bezig de tekst door te geven aan het hyperradiostation, toen op het andere scherm de planeet Pluto zich meldde.
'Even wachten!' riep Rhodan opzij, beëindigde zijn tekst, gaf orders dat hij over minstens tien relaisstations moest gaan en richtte toen pas zijn aandacht op de verbinding met Pluto.
De relaisstations waren niets anders dan observatiekruisers van de statenklasse, die zich overal in de melkweg bevonden en vaak berichten in code opvingen, die zigzag van het ene schip naar het andere werden doorgezonden, steeds op een andere frequentie, totdat het bericht zijn doel bereikte met een vertraging van vijf seconden, zodat het voor geen enkele normale peildienst mogelijk was geweest begin- en eindpunt ervan te bepalen. 'Ja?' zei Rhodan en keek naar het beeldscherm, waarop het gezicht van de commandant van het Pluto-garnizoen te zien was. 'Sir, neemt u me niet kwalijk . . .' 'Ja, zeg het maar,' onderbrak Rhodan hem en liet daarmee merken dat hij eigenlijk gestoord werd. Het gezicht van de garnizoenscommandant werd nog ijziger. Hij schraapte zijn keel en zei toen op zijn blaffende toon, die Rhodan helemaal niet aanstond: 'Sir, een zekere luitenant Thomas Cardiff probeert al enkele dagen . . .' Perry Rhodan kromp ineen, toen de naam van zijn zoon viel, Thomas Cardiff, maar zijn stem verraadde niets van zijn opwinding, toen hij de majoor op Pluto in de rede viel, 'Ben ik zijn meerdere of u, majoor? Behandelt u luitenant Cardiff alstublieft hetzelfde als alle andere officieren!'
'Sir . . .' Perry Rhodan kon niet bevroeden, hoe de majoor al zijn moed bijeen moest rapen om hem de zaak voor te. leggen, 'het psychiatrische onderzoek van de luitenant heeft uitgewezen, dat hij op grond van het haatcomplex dat hij jegens u koestert, slechts beperkt toerekeningsvatbaar is, en daarom zou ik zo vrij willen zijn . . .'
Perry Rhodan boog zich voorover. Zijn grijze ogen fonkelden plotseling. Zijn mond werd streng. De rimpels in zijn voorhoofd werden dieper, verraadden nu zijn opwinding. Alleen zijn stem bleef kalm, zij het met een ijzige ondertoon. 'Als luitenant Thomas Cardiff in een inrichting thuishoort, kan hij geen officier van de zonne-ruimtevloot blijven. Als hij niet ziek is en alleen aan zijn door hemzelf kunstmatig opgeschroefde haatcomplex lijdt, zorgt u er dan voor dat hij iets om handen heeft, majoor! Heeft u ook kinderen?'
'Ja, twee jongens en een meisje, sir . . .'
'Okay! En wat gaat u nu met hem doen, majoor?'
'Hij houdt opruiende redevoeringen tegen u, sir . . .'
De majoor had het dan eindelijk klaargespeeld om de misstappen van Thomas Cardiff over te brieven aan zijn vader.
'Dat is helaas niets nieuws, majoor. Maar over u ben ik ook ontevreden, omdat u zich in uw handelingsvrijheid laat beperken door het feit dat Thomas Cardiff mijn zoon is. Dat is het laatste wat ik van u verwacht. Breng hem voor de krijgsraad, daar hoort hij thuis, en geef hem na een eventuele straf zoveel te doen, dat de lust tot het houden van opruiende redevoeringen hem vergaat!' 'Sir, ik wilde graag nog een opmerking maken,' zei de majoor.
'Gaat uw gang!'
'Sir, luitenant Cardiff bezit uw energie . . .'
Perry Rhodan onderbrak de majoor nogmaals. 'Een positief punt, dat doet me goed. Probeert u zijn energie in geordende banen te leiden. Ik hoop voor Thomas Cardiff, dat het u lukt. . . Jaja, majoor, ik geloof dat kinderen er zijn om hun ouders last te bezorgen . . . Bedankt!' De verbinding tussen de ijzige planeet Pluto en de aarde was verbroken, maar in Terrania bleven Rhodans gedachten nog minutenlang rond zijn zoon draaien, die pas op Siliko V, een Arkonidische vestingplaneet, erachter was gekomen, dat Thora en Perry Rhodan zijn ouders waren en van dat moment af had geweigerd, afstand te doen van de naam Thomas Cardiff, waaronder hij was opgegroeid. Met zijn handen onder zijn hoofd staarde Rhodan voor zich uit. 'Thomas!' riepen zijn gedachten steeds maar, maar hij wist dat deze roep tegen het Arkonidische erfdeel van zijn moeder in, niet tot Thomas Cardiff zou doordringen. Thomas Cardiff, Perry Rhodans enige kind, haatte zijn vader! De binnenkomst van Bully kwam voor Rhodan als een opluchting. De dikzak bleef verbaasd staan, toen hij zijn vriend in deze voor hem ongebruikelijke houding zag zitten. 'Nieuws?' vroeg hij voorzichtiger dan hij gewend was. 'Thomas komt voor de krijgsraad, Bully . . .'
'Zo! Dat is me wat moois!' Dat klonk als een trompetstoot vóór de aanval. 'En jij . . .? Jij hebt natuurlijk je toestemming gegeven, Perry?' 'Moet ik, als regent van het zonne- . . .'
'Perry,' onderbrak Reginald Bull hem, 'je bent een geweldige kerel, maar als vader ben je geen knip voor de neus waard! Mijn ouwe legde me altijd over de knie, als ik weer eens wat uitgevreten had, maar hij zou naar de president van de Verenigde Staten gerend zijn om voor mij te pleiten, als dat ooit nodig was geweest. Maar wat doe jij? . . . Laat me eens even bij het apparaat.' Hij schoof Perry opzij. De knop maakte een klikkend geluid, toen hij hem indrukte. De centrale meldde zich. Reginald Bull vroeg een verbinding aan met de garnizoenscommandant van Pluto. Even later kwam het beeld op. 'Majoor,' begon Bully, 'het gaat om Thomas Cardiff. Ik ben het er niet mee eens dat deze jongeman voor de krijgsraad moet komen . . . Ja, ik spreek vanaf dezelfde plaats als waar de regent enkele minuten geleden met u gesproken heeft. Hij zit naast me. We begrijpen elkaar dus? En of u de luitenant te grazen neemt en hoe ... dat weet en kunt u veel beter dan ik. Maar we zijn het dus met elkaar eens?'
'Volkomen, mister Bull,' klonk het met een zucht van verlichting van de planeet Pluto.
'Okay, majoor!' riep Bully in de microfoon en verbrak toen de verbinding.
Een van zijn goede kanten was, dat hij verder niet meer over het geval Thomas Cardiff sprak. Daarvoor was hij ook niet naar Perry Rhodan gekomen.
'Morgenmiddag is de serie nieuwe apparaten gereed voor gebruik, Perry! De specialisten hebben de grootste moeilijkheden nu wel gehad.
Over een paar uur zijn de mensen van de praktijk aan de beurt om een bewijs van hun kunnen te leveren. Ik denk, dat we allebei vannacht ons bed wel zullen zien.' Terwijl hij dat zei, bekeek hij het topje van zijn rechterduim, dat allang weer vastzat, maar toch scheen het hem niet te bevallen, want hij schudde ontevreden met zijn hoofd. Perry Rhodan dacht er niet aan, Bully te vragen, waarom hij zijn hoofd schudde. Hij had echt geen zin om nogmaals de duistere voorgevoelens van zijn vriend te moeten aanhoren. 'Ja,' zei hij, alleen om de aandacht van Bully af te leiden, 'vannacht zullen we wel weer eens in bed terechtkomen.'
Acht lichte kruisers van de statenklasse, kleine ruimtebollen met een doorsnede van slechts honderd meter, waren op weg gegaan naar het Orion-stelsel. Ook waren twee schepen van de Terraklasse ingezet. Alleen het superslagschip Kublai Khan, dat er nu uitzag als een Arkonslagschip, lag nog te wachten. Het kon pas in actie komen, als de gecompliceerde voorbereidingen voor zijn bezoek aan Topsid beëindigd waren.
Gallus, de belangrijkste expert op het gebied van ionisatievelden in de hyperruimte, vloog mee met de Burma en kwam niet uit zijn piepkleine laboratorium, totdat Joe Pasgin, die op dat ogenblik het bevel voerde over het statenklasse-schip, hem via de intercom in de centrale ontbood. Gallus, klein en smalletjes, een gevoelig brok zenuwen, en een specialist op zijn terrein, was voor het eerst in de ruimte. Dat wist Joe Pasgin, en daarom stond hij voor het grote panoramische scherm van de Burma, toen Gallus de centrale binnenkwam en nu opeens vele duizenden zonnen tegen een zwarte achtergrond moest zien stralen. Maar de expert op het gebied van ionisatievelden keek niet eens naar de weergave van het universum op het panoramische scherm. Alleen meldingen over de kunstmatig opgewekte stoorvelden, die nu aan de praktijk getoetst werden, interesseerden hem.
Pasgin moest tegen hem zeggen: 'De proeven worden pas in de Orion-sektor genomen. Uitdrukkelijk bevel van de regent, Mr. Gallus. Tenslotte willen we niet met alle geweld de Arkoniden naar de aarde halen. Hoort u de tijdmelding? Over twintig seconden maken we de overgang en komen dan uit in het Orionstelsel. U kunt toch nog wel twee minuten geduld hebben, nietwaar?' Beveiligd door de trillingdemper maakten acht lichte kruisers en twee schepen van de Terraklasse hun sprong en kwamen ongeveer achthonderd lichtjaren verder weer in hun eigen wereldruimte terug. Nadat de schok, teweeggebracht door het opnieuw stoffelijk worden, vervlogen was, en de verscheurende pijn in de nek was weggeëbd, kwam van de Sambo al het teken voor de eerste proefneming met de nieuwe instrumenten, die ionisatievelden van astronomische omvang moesten opwekken en in stand houden. De afstand tussen Burma en Sambo bedroeg 1,1 miljoen kilometer. De schepen konden elkaar zonder technische hulpmiddelen niet zien. Maar in de radiocentrale van de Burma, waar Gallus en Pasgin drie nieuwe toestellen gadesloegen, die aan de hypercom-ontvanger gekoppeld waren, werd de 1,1 kilometer verwijderde Sambo tot leven gebracht. Een vreemd gevormde en steeds veranderende dubbele curve, die op het scherm van een meetinstrument verscheen, dat veel weg had van een oscillograaf, deed Gallus uitroepen: 'Daar! Dat is de Sambo!' Joe Pasgin, die van deze radiotechniek niets begreep, knikte bevestigend, uit beleefdheid. Die twee curves zeiden hem totaal niets, hij had nog nooit zoiets gezien. Maar Gallus, de kleine, tengere man, scheen er verliefd op te zijn. Als in extase bleef hij er strak naar kijken, en toen het ovale scherm naast het oscillograaf-achtige meetinstrument plotseling gifgroen oplichtte en na enige schommelingen in de lichtsterkte constant bleef, liet hij een kreet van verrukking horen. De radiotechnicus van de Burma scheen al voor de start ingelicht te zijn over de functie van het ovale scherm, want hij zei verrast: 'Inderdaad! Hypercom haalt hier niet bij! Dat had ik nooit gedacht!' Gallus was nu alleen wetenschapsman. 'Richtstraal in zelfde positie laten, alstublieft! Ik wil reflexmetingen doen!'
Onwillekeurig begon Joe Pasgin zich te interesseren voor de proeven van Gallus, want in laatste instantie zouden de resultaten hiervan erover beslissen, of het mogelijk was de hagedissenplaneet te beroven van ieder radiocontact en alleen die meldingen door te laten dringen, die zoals bij haasje-over op Terraschepen door de geblokkeerde zone gebracht werden, om daarna opnieuw uitgezonden te worden.
Gallus, de kleine, tengere man, was onherkenbaar veranderd. Met een bijna fantastische energie breidde hij de serie proeven steeds meer uit en legde hij van test tot test steeds strengere maatstaven aan, maar wat hij ook deed, hij slaagde er niet in, de ionisatievelden in de hyperruimte te doorbreken. Nog verbazingwekkender was voor hem het feit, dat de stoorzones zo stabiel bleven en dat ze zonder veel energie verlies in alle richtingen en dieptes verschoven konden worden. 'Het grootste nuttige effect bereiken we bij een afstand van achtentwintig tot vierendertig en een halve lichtminuut,' legde Gallus uit aan de aandachtig luisterende Joe Pasgin. 'Drie kruisers aan de ene kant is voldoende om ieder radiocontact naar en met M-13 en het blokkadefront te verhinderen. Verder moeten er steeds twee schepen klaar staan om op te kunnen treden in onvoorziene omstandigheden.
Mister Pasgin, de chef zal zeker tevreden over ons zijn,' stelde Gallus ten overvloede vast. Pasgin deed net of hij Gallus' enthousiaste uitroep niet had gehoord. 'En hoe komen al die berichten, die de hagedissen niet ontvangen, door de stoorvelden heen bij ons?' wilde hij weten.
'Zelfs het krachtigste hypercom-bericht komt niet door de stoorvelden heen, zoals we die in eerste instantie ontwikkeld hebben. Het is immers een kenmerk van dit soort ionen dat ze voor honderd procent reflecteren, in ieder geval levert dit wel het gevaar op . . .'
'Wat voor gevaar?' vroeg Joe Pasgin. 'Het gevaar, dat we het weerkaatsingsveld onder een verkeerde hoek instellen op de invalshoek van de richtstraal, en dan is het niet zo moeilijk om hem weer terug te zenden naar zijn uitgangspunt . . .' 'Grote Melkweg,' schrok Pasgin op, 'zou het robotbrein dan in antwoord op zijn hyperradio-oproep zijn eigen oproep ontvangen?' 'Natuurlijk,' zei Gallus verbaasd, omdat hij zich de opwinding van de officier niet kon voorstellen. 'Is de commandant op de hoogte van deze mogelijkheid, Gallus?' 'Natuurlijk niet! Waarom zou hij?' 'Ooooh . . .! Zoiets kan alleen een geleerde vragen, die met zijn hoofd in de wolken loopt,' barstte Pasgin los. 'Wat denkt u dat het robotbrein zal doen, als het in plaats van een antwoord zijn eigen vraag over de ontvanger hoort? Hij stuurt een vlootformatie naar de plek, waar het hyperbericht teruggekaatst is . . .' 'Waar? In de hyperruimte?' vroeg Gallus argeloos. Hij was echt iemand zonder bijgedachten en hij ging helemaal op in zijn beroep. Joe Pasgin beheerste zich. Geërgerd, omdat deze expert niets begreep van de harde werkelijkheid, antwoordde hij: 'Nee, maar de Arkon-ruimteschepen zullen opduiken op de plek, waar de bron van de hyperradiostoringen ligt, en ze zullen onverbiddellijk toeslaan. Daarom moet de commandant zo snel mogelijk op de hoogte gebracht worden.' De boordomroep meldde uit de centrale, dat de gemengde formatie van Terra de bevolen positie in vijf minuten had bereikt.
De officier nam vlug afscheid van Gallus. Toen Pasgin de centrale betrad, heerste er een koortsachtige bedrijvigheid. Onophoudelijk kwamen uit alle delen van de ruimtebol, die slechts een doorsnede van honderd meter had, opgaven en meldingen. Ze luidden een van de gewaagdste manoeuvres in, die Perry Rhodan ooit had ondernomen. Veel mannen in de centrale van de Burma hadden vroeger op andere schepen aan allerlei expedities deelgenomen en in de loop van de tijd een feilloos instinct gekregen voor wat een onschuldige of een gevaarlijke expeditie was.
Deze expeditie was niet alleen uiterst riskant, het was in feite een bijzonder brutale onderneming. Niemand had zin in vuurcontact met de vijand, maar iedereen wilde graag proberen, door een drieste 'coup' de robotregent op Arkon voor te zijn, en daarom namen ze allemaal met graagte het risico op zich, dat aan deze onderneming verbonden was. De expeditie had een naam gekregen, die overal al ingeburgerd was: Operatie Hemelvaart! Dat zei voldoende, maar Perry Rhodans mannen maakten zich er niet dik om. Ze waren gewend, af en toe de wind van voren te krijgen, en ook al was deze expeditie allerminst een dagje uit, wat het in werkelijkheid was, wisten ze ook niet: de vertwijfelde poging van Perry Rhodan om te redden wat er nog te redden viel! Joe Pasgin nam de meldingen van de andere ruimtebollen door. Hij checkte hun posities en knikte daarna bevestigend in de richting van de boordcomputer. Dat betekende voor de officier aan het rekenbrein, dat de overige schepen de voorgeschreven posities hadden ingenomen en dat hij met zijn werk kon beginnen. De Burma bezat in tegenstelling tot andere schepen van de statenklasse een speciale positronische rekenmachine, waarvan het vermogen op het niveau van de Arkonidische hyperwiskunde lag, met behulp waarvan echter alleen berekeningen over de hyperruimte mogelijk waren.
Op dit ogenblik was het apparaat bezig met het uiterst moeilijke probleem, de richtstraal van de hyperradiozender van Arkon III, die de regent altijd gebruikte, te berekenen. Voor iedere seconde op zich moest rekening gehouden worden met niet minder dan enkele honderden, vaak elkaar doorkruisende processen, het grootste probleem was eigenlijk niet, dat het Topsid-stelsel meer dan 33.000 lichtjaren verwijderd was van het centrum van Arkon, maar dat ook de invalshoek binnen de hyperruimte bepaald moest worden; want volgens de Arkonidische hyperwiskunde bestond er in de hyperruimte niet zoiets als ruimtetijd, noch enig ander begrip dat identiek was met begrippen uit deze ruimte.
Mensen uit het Sol-stelsel zouden zonder hulp van positronische machines niet eens begonnen zijn aan deze opgave. Maar hier op de Burma begon men er zonder dralen aan, en op het ogenblik dat de ponsband uit de rekenmachine in het opvangbakje viel, vroeg Pasgin: 'Zou het niet beter zijn, als ik die expert erbij haalde, Ylers? Gallus heeft me zoeven in de radiocabine iets verteld over de mogelijkheid van een weerkaatsing van honderd procent. . .' 'Mijn god, haal die man hierheen! Ik kan dit risico toch niet alleen dragen!' bulderde de officier aan de boordcomputer en schudde meewarig zijn hoofd. Pasgin zag het, terwijl hij bevel gaf Gallus in de centrale te ontbieden.
'Ylers, geloof je dat van die honderd procent niet?' vroeg hij geïnteresseerd.
Zonder lang na te denken, antwoordde Ylers: 'Een reflectie van honderd procent bestaat niet! Alleen al het proces van het terugkaatsen verslindt energie . . .' 'Ook in de hyperruimte?' vroeg Pasgin.
'Ooooh . . .,' bromde Ylers, 'nou heb je me beet, want die vraag kan geen mens met ja of nee beantwoorden . . .'
'Ho, ho, Ylers! Onze expert beweert dat het zo is. Hij zegt, dat het terugstralen zonder verlies van energie een van de karakteristieke eigenschappen van de hyperruimte is . . .' 'Hij kan het weten . . .,' gaf Ylers met tegenzin toe, maar hij bleef met zijn hoofd schudden. Gallus kwam binnen. 'Mister Gallus, wilt u zo vriendelijk zijn, de uitkomst van de positronenmachine te controleren . . .' 'Ogenblikje, mister Pasgin,' onderbrak Gallus hem, 'ik geloof, dat er hier sprake is van een misverstand. Ik ben helemaal niet in staat om de uitkomsten van de boordcomputer te controleren. Dat kan een Arkonide ook niet. Elke berekening over de hyperruimte komt neer op rekenen met onbekenden in het onbekende. Maar waarom bij een juiste berekening een resultaat tot stand komt, dat ook bij praktische toepassing, denk bijvoorbeeld aan de overgangssprong, juist blijkt te zijn, dat is iets, waar zelfs een Arkonide geen verklaring voor weet!' 'Dus ik kan zonder bezwaar het afgesproken signaal doorgeven aan de aarde, dat de voorbereidingen afgelopen zijn?'
en sneed zich daarbij in zijn linkerduim...'Ja,' zei de ionisatie-expert, 'niets kan u daarvan weerhouden.' 'Goed, prachtig . . . dan kan Operatie Hemelvaart dus beginnen!' mompelde Pasgin en riep daarna via de intercom de radiocentrale op. 'Afgesproken bericht aan commandant. Gebruik relaisstations. Bericht verminken. Code bekend. Bevestiging. Einde.'
Uit de radiocentrale kwam de bevestiging. Tegelijkertijd werd het klaarliggende bericht uitgezonden. Er begon schot te komen in de onderneming.
Op 6 januari 2044, om 23:31,09 uur aardse tijd, ving het grote hyperradiostation van Terrania het hypercombericht van de Burma op, en gaf het onmiddellijk door aan de startklare Kublai Khan. Om 23:35,14 uur startte het superslagschip Kublai Khan, dat evenals het vlaggenschip Drusus over een fictiezender beschikte. De ruimtebol, die een doorsnede had van vijftienhonderd meter en gemaakt was van de beste kwaliteit staal, herbergde een bemanning van tweeduizend man, die speciaal uitgekozen waren voor deze expeditie. Alleen al de uniformen van de mannen spraken voor zichzelf. Voor Terranen, die nog nooit de aarde hadden verlaten, leek het een grote verkleedpartij; alleen voor Atlan had het iets vertrouwds, en hij voelde een lichte heimwee naar Arkon opkomen. Overal om je heen zag je Arkonidische uniformen op de Kublai Khan, en overal werd Arkonidisch gesproken of het wijd verbreide interkosmo, de voertaal in het verkeer tussen de sterren.
De bemanning van de Kublai Khan scheen het Engels niet te beheersen! Op 7 januari 2044 om 02:01,34 uur aardse tijd maakte het superslagschip, beveiligd door zijn trillingdemper, de hypersprong, om één lichtminuut vóór de vooruitgeschoven, gemengde vlootformatie weer op te duiken in de hyperruimte, vlakbij het Orion-stelsel. Terwijl tweeduizend als Arkoniden verklede Terranen nog te lijden hadden van de pijnlijke sprongschok, gaf de automatische zender aan de gemengde formatie het herkenningsteken door.
De belangrijkste betrokkenen bij deze onderneming hielden zich met Perry Rhodan in de centrale van de Kublai Khan op, en op dit ogenblik luisterden ze aandachtig naar Joe Pasgins verslag van de proeven met de hyperstoorvelden. Bully, die met zijn dikke lichaam werkelijk geen enkele overeenkomst met een Arkonide vertoonde, maar wel het uniform van een Arkonidische generaal droeg, zei hardop denkend: 'Als alles goed gaat met die ionisatievelden, dan heet ik voortaan Smith. O, mooie Melkweg, dat lijkt me een heerlijk vooruitzicht!' Niemand sprak hem tegen, zelfs Gucky, de muisbever, niet, die zich in het uniform van een Arkonidische inspecteur in een ligstoel had genesteld en naast zich een bol had liggen: Harno, zijn nieuwe vriend. Het leek dus of er alleen nog maar wat te doen was voor Perry Rhodan en Atlan. Bully, die het plan tegen de Topsiders had opgesteld, was net als de anderen in de centrale alleen nog maar toeschouwer. De muisbever gaapte zelfs demonstratief en vergat al even opvallend, een poot voor zijn mond te houden.
Maar de radiocentrale had de handen vol.
Het ene bevel volgde het andere op. Perry Rhodans schepen begonnen de door hagedissen bewoonde planeet Topsid hermetisch af te sluiten van elk radiocontact met andere werelden. Het ene ionisatieveld na het andere werd opgewekt. Het Topsid-stelsel werd op een afstand van ongeveer dertig lichtminuten door een bolvormig iets ingesloten, dat in de normale wereldruimte niet bestond, maar dat in de onbegrijpelijke hyperruimte vaste vorm kreeg en ervoor zorgde, dat berichten uit de ruimte de hagedissen niet konden bereiken en dat zij op hun beurt geen langere richtstraal dan dertig lichtminuten konden produceren. Ergens botste hij op dit ondoordringbare bolvormige hyperstootveld, om daarna volgens de eigen wetten van de hyperruimte afgebogen en teruggekaatst te worden. In de radiocentrale van de Kublai Khan, die volgens de Arkonidische lettertekens op de romp van de bol On-Tharu heette, maakten gecompliceerde machines van binnengekomen fluittonen meldingen van respectabele lengte en importantie. De boordomroep gaf ze onmiddellijk door aan Perry Rhodan en zijn team. Op 7 januari 2044 om 03:42,04 aardse tijd was de hagedissen wereld Topsid geïsoleerd, en nu kon Perry Rhodan er pas over gaan denken, een vroegere nalatigheid uit de wereld te helpen.
Terwijl de On-Tharu met halve lichtsnelheid langzaam op het twee-zonnen-stelsel Topsid af schoof, bleef de gemengde formatie van de Sol-vloot binnen de bevolen afstand, voor en achter de stoorzone. Intussen werden op het superslagschip de laatste voorbereidingen getroffen om bij de landing op de hagedissenwereld niet met ongenadig straalgeschut ontvangen te worden. Rhodan boog zich voorover naar de microfoon en zei tegen de radiocentrale: 'Schakel de hyperfrequentie van het robotbrein in en straal zijn golfpatroon uit. Dertig seconden is genoeg. De regent zendt ook nooit langer naar ons uit!' Bijna tegelijkertijd waren achter hem de dreunende stappen van een robot te horen, die op hem af kwam. Atlan glimlachte enigszins gereserveerd, Bully grijnsde vergenoegd en scheen alles, wat te maken had met de verwonding aan zijn duim op oudejaarsavond, te zijn vergeten. De muisbever scheen niet in het minst gevoelig te zijn voor het zenuwslopende van deze toestand; hij had Harno, het bolwezen, dicht tegen zich aan gerold en een poot op het gladde oppervlak gelegd. Gucky's ogen waren en bleven gesloten; alleen zijn knaagtand was voortdurend te zien. Dat betekende: Gucky voelde zich in zijn element. Uit de luidspreker van de boordomroep klonk: 'Camouflage gereed!' Het was nauwelijks te zien dat Rhodan knikte.
De robot was naast hem blijven staan. Hij scheen speciaal geprogrammeerd te zijn voor deze gelegenheid.
Op het scherm was het roemruchte golfpatroon van het robotbrein van Arkon III te zien.
Sinds twintig seconden moest dit patroon ook te zien zijn op enkele speciale beeldschermen van de hagedissen.
En daar kwam van de Topsidwereld de eerste radio-impuls dat ze de 'commando-oproep van de robotregent van Arkon' ontvingen! Precies op het eind van de dertigste seconde begon de robot naast Perry Rhodan met zijn metaalachtige stem, die een verbluffende gelijkenis vertoonde met het orgaan van het robotbrein, te spreken: 'Hier spreekt de "Grote Coördinator". De On-Tharu, onder het bevel van mijn bijzonder gevolmachtigde, Attor, zal vandaag nog op Topsid landen om aldaar een onderzoek te verrichten. Aan ieder verzoek om hulp, aan ieder bevel moet gehoor worden gegeven. Iedere weigering heeft vernietiging van de planeet tot gevolg!'
Daarna werd de verbinding verbroken, die voor iedere Topsider rechtstreeks van Arkon 3 en van de Grote Coördinator moest komen. De robot, die op deze misleiding was geprepareerd, verdween weer. De On-Tharu suisde nog altijd met halve lichtsnelheid op het twee-zonnen-stelsel af, dat met zijn zevenentwintig planeten niet bepaald klein te noemen was. Van deze zevenentwintig werelden behoorden vijftien tot de grote, felwit gloeiende zon, waarvan de massa zesmaal groter was dan zijn violette metgezel. Zes andere planeten cirkelden om de fel stralende, violet gloeiende ster, die er op het eerste gezicht uitzag als een 'dwerg', maar in feite een zeer hete zon was, met een geringe massa, te verwaarlozen zwaartekracht en geringe doorsnede. De overige zes planeten cirkelden om beide zonnen heen, en een van deze zes planeten was de centrale wereld van de hagedissen, terwijl de overige vijf van geringere betekenis waren.
Het reusachtige brein aan boord van de On-Tharu dat zijn Arkonidische kennis had overgenomen van de oude Titan, gaf juist aan het gigantische besturingssysteem van de ruimtebol de laatste koersgegevens voor de Topsidwereld door, toen het schip door de hagedissen en hun ruimte-bewakingsschepen gepeild werd. 'Peiling!'
' Structuurverstoring!' 'Zes schepen in geel. . . twee in groen!'
De drie mannen, in wier handen het slagen of mislukken van deze roekeloze onderneming lag, keken elkaar even aan.
'Vuurleidingcentrale?' Atlan nam via de intercom contact op met de geweldige wapencentrale van deze gigantische ruimtebol. 'Ja, sir?' meldde de officier zich, maar hij herstelde zich onmiddellijk en zei: 'Ja, admiraal?' 'Als je denkt, dat die hagedissen te dichtbij komen, vuur dan met alle wapens een waarschuwingsschot voor de boeg af. We geven geen waarschuwingen via de radio. We geven geen antwoord op oproepen via de radio. Als we net doen of we Arkoniden zijn, dan moeten we ons ook als Arkoniden gedragen . . . Dus zonder waarschuwing vuren, maar de Topsiders niet raken! Begrepen?' 'Ja, admiraal. . . eenmaal een Arkonide, blijft een Arkonide!' Atlan kromp ineen bij dit antwoord vanuit de vuurleidingcentrale. Atlan hoefde niet naar links of rechts te kijken om te controleren of Rhodan en Bully lachten of niet.
'Brutale hond,' brieste Atlan woedend.
'Ik wist echt niet,' zei Bully, 'dat onze belangrijkste schutter ook dichter was, want alleen een dichter kan het karakter van een volk in zes woorden zo uitdrukken, dat nadere informatie overbodig is. Atlan, ligt in deze zes woorden niet alles besloten: 'Eenmaal een Arkonide, blijft een Arkon . . .'
De laatste lettergreep bleef achterwege.
De Kublai Khan loste vanuit beide geschutkoepels schoten voor de boegen van de aanstormende Topsid-schepen, en ook al lagen beide geschutkoepels meer dan vijftienhonderd meter uit elkaar, de schoten waren in de centrale duidelijk hoorbaar.
De krachtigste geluidsgolven waren nauwelijks weggeëbd, toen Atlan zich voorover boog naar Bully en hem toefluisterde: 'Dat van die dichter vergeet ik niet licht, dikke, en . . .' Reginald Bull, die het leven veel liever van de plezierige kant bekeek, maar daarbij het avontuur nooit uit de weg ging, legde zijn hand op Atlans arm. 'Je wilt onze vuurleidingsofficier toch niet als een Arkonide behandelen! Ja, vriend, met al je begrip voor ons en onze mentaliteit begrijp je ons mensen af en toe verschrikkelijk slecht! Majoor Crafford ... zo heet hij, geloof ik, heeft jou niet willen kwetsen, maar de hemeltergende domheid en arrogantie van je volk willen veroordelen. Admiraal Atlan, misschien zou vandaag de dag het hele universum jullie toebehoren, als jullie vrienden hadden kunnen maken. Eigenlijk . . .'
Het tweede salvo dreunde met vlak op elkaar volgende geluidsgolven door het geweldige schip heen. Majoor Crafford had zijn tweede waarschuwing afgevuurd, in de vorm van dodelijke stralenbundels. De luidspreker meldde vanuit de radiocentrale: 'De hagedissen vragen om de naam van het schip, sir . . .' Crest, die zich tot nu toe op de achtergrond had gehouden, liep op Perry Rhodan af, wilde iets zeggen, toen plotseling zeer luid weerklonk: 'Energiepeiling, sir! Men probeert ons lastig te vallen vanaf de planeet Topsid!'
Het bericht was volkomen onbegrijpelijk.
'Lastig vallen? Wat bedoelen jullie daarmee?' vroeg Rhodan op scherpe toon.
Op hetzelfde ogenblik begonnen de alarmsirenes van het beveiligingsscherm te gillen. In het schip zelf begonnen transformatoren te loeien, en het ene reserveaggregaat na het andere sloeg aan, ten behoeve van de compensatoren die de nog onbekende energiemassa's, die tegen de superkrachtige beveiligingsschermen van de Kublai Khan aan spoelden, op te zuigen en ze via de geweldige transformatoren af te voeren naar speciaal voor dit doel geconstrueerde accumulatoren. Dit onverwachte voorval duurde slechts twee seconden, daarna was het spook als een bliksemschicht verdwenen. Weer bracht de luidspreker nieuws uit de radiocentrale over.
'Topsid verontschuldigt zich, de On-Tharu te laat herkend te hebben en heeft alle schepen bevolen rechtsomkeert te maken!'
Bullys commentaar hierop: 'Dat is niet alleen een domme, maar ook nog een brutale leugen. We moesten . . .'
Nogmaals kwam er een bericht door van de hyperradiocentrale. 'Het hyperradiostation op Topsid roept het brein van Arkon op!' 'Niet reageren!' beval Perry Rhodan kortaf. Hij herinnerde zich, dat hij het mammoetbrein op Arkon III ook al eens tevergeefs had opgeroepen. 'Sir, de stoorzone is hier. De stoorzone was de bolvormige ionenmassa, die het totale zonnenstelsel gescheiden hield van de rest van het heelal.
'Niet reageren! Einde gesprek!' Het volgende ogenblik kwam Perry Rhodan weer terug op het lastig vallen. 'Zo, mijne heren, nu zou ik wel eens een verklaring willen horen voor het feit, dat de absorptiecapaciteit van onze beveiligingsschermen bijna teniet gedaan is!' Zijn stem duldde nu geen uitvluchten meer. Zijn grijze ogen fonkelden, maar dit fonkelen was geen teken van onbeheerste opwinding, maar van ergernis, omdat hij deze vraag moest stellen.
'Sir, hier afdeling 184/t.' De dynamische onderzoekafdeling van doctor Bansfield meldde zich via de intercom. Het jonge gezicht van de dertigjarige geleerde vertoonde sporen van opwinding. 'Topsid moet een nieuw soort verdedigingsmethode ontwikkeld hebben, sir. Ik kan nog niet instaan voor de juistheid, maar onze eerste conclusie is, dat ze een twee-fasenstroom . . .' 'Wat is dat?' onderbrak Rhodan de geleerde geërgerd. 'Sir, neemt u me niet kwalijk . . .' 'Voor de draad ermee!' drong Rhodan aan.
'De uitdrukking twee-fasenstroom is een noodoplossing, omdat we nog niet weten, hoe de hagedissen het uiterst gecompliceerde probleem van het meten van de absorptiecapaciteit van onze beveiligingsschermen door middel van een taststraal, opgelost hebben. Voorzover we dat konden vaststellen, brengt de taststraal de meegevoerde energiespanning over op de spanning van onze beveiligingsschermen." 'Die spanning is toch niet constant!' wierp Bully tegen. 'Dat is onzin!' Maar de jonge geleerde scheen zeer zeker te zijn van zijn zaak. 'Dat dacht ik ook eerst, sir, maar toen we merkten, dat de accumulatoren, die we in het geval van overbelasting zouden laten volstromen, nog steeds leeg waren, maar dat wel enkele grote accu's meer dan twintig procent hadden verloren, en dat in minder dan twee seconden, toen bleef er nog maar één verklaring over, namelijk dat de hagedissen een middel hadden gevonden waardoor beveiligingsschermen van ieder type ruimteschip na een zeer zwakke aanval van buitenaf zichzelf van binnenuit vernietigen. Want tegen al onze verwachtingen in hebben de compensatoren van onze beveiligingsschermen de energieschokken niet geabsorbeerd, maar in een onbegrijpelijke reactie plotseling enorme massa's energie uit onze accumulatoren aangevoerd naar onze beveiligingsschermen en ze in minder dan twee seconden niet alleen volkomen verzadigd, maar van binnen uit bijna vernietigd . . .'
Atlan was met een ruk overeind gekomen, Bully daarentegen was vlakbij het beeldscherm gaan staan, alleen Rhodan bleef onbeweeglijk in zijn ligstoel zitten.
'Doctor,' zei hij, en zijn stem had, zoals meestal in bedenkelijke situaties, een geruststellende toon, 'het komt dus in het kort hier op neer: Ons beveiligingsscherm is geraakt en gepeild door een taststraal. De aangevoerde energie heeft zich op het zelfde ogenblik ingesteld op de spanning van onze veiligheidsschermen . . . Wilt u me onderbreken, als ik een denkfout maak? Daardoor werden de schermen schijnbaar van buitenaf versterkt, maar hoe kunnen compensatoren dan plotseling precies omgekeerd gaan functioneren en in plaats van overtollige energie te absorberen nog meer energie op de schermen overbrengen?'
'Sir . . .' en daarna haalde doctor Bansfield diep adem, 'de taststraal is identiek geworden aan onze beveiligingsschermen, is toen binnengedrongen en heeft, zoals de diagrammen onweerlegbaar aantonen, niet alleen alle transformatoren, maar ook alle compensatoren omgepoold! Dit proces is misschien alleen te verklaren met behulp van de hyperthorica, de speculatieve grenswetenschap van enkele oud-Arkonidische wiskundigen . . .'
Perry Rhodan, die met Reginald Bull het hoogste niveau van Arkonidische hypnotraining had doorlopen, herinnerde zich deze geleerden en was verbaasd, dat doctor Bansfield hier iets van afwist. Maar hij liet zijn verwondering niet blijken. Hij bedankte Bansfield en moedigde hem aan, zijn onderzoek met volle energie voort te zetten. 'Ik heb zelf op het ogenblik geen tijd om me bezig te houden met dit geval, maar dat het van het allergrootste belang is, deze zaak op te lossen, hebben we zoeven allemaal zelf kunnen ervaren. Indien mogelijk, brengt u me dan verslag uit ... en wees van één ding overtuigd, doctor ... op Topsid zullen we een uitgebreid onderzoek instellen naar dit beangstigende afweerwapen. Ik dank u.'
De torenachtige telescooppoten van de On-Tharu schoven naar buiten; het gebulder van de motoren was veranderd in een zacht zoemen, anti-zwaartekracht-projectoren zorgden ervoor dat het ruimteschip met een middellijn van vijftienhonderd meter vrijwel gewichtloos werd. Driehonderd meter boven de ruimtehaven van Kerh-Onf, volgens de Arkonidische sterrencatalogus de voornaamste stad in het twee-zonnenstelsel en de enige ruimtehaven die berekend was op superruimteschepen, daalde de On-Tharu tergend langzaam neer. Perry Rhodan had John Marshall en Harno, het bolwezen, bij zich geroepen. De eerste twee moesten met hun telepatische vermogens de geestesgesteldheid van de hagedissen die aan de rand van de haven stonden te wachten, doorvorsen, terwijl Harno met zijn natuurlijke televisieapparatuur de basis moest vinden, die de taststraal had uitgestraald. Atlan en Bully zetten het geweldige ruimteschip, dat door zijn monumentale omvang tegelijkertijd een afspiegeling was van het Grote Imperium aan de grond. Alle gevechtsposten waren bezet en zelfs de fictieafzender was klaar voor gebruik. Plotseling barstte de muisbever los:'Perry, die hagedissen zien groen van nijd. Het liefst zouden ze iedere Arkonide in een baan om de zon schieten. Met de Grote Coördinator hebben ze nog minder op . . .' 'Dat klopt!' viel Marshall, commandant van het geheime mutantenkorps, hem bij. 'De hagedissen hebben in de loop van de geschiedenis ieder verdrag, dat ze met Arkon sloten, steeds weer verbroken.' Gucky vlijde zich tegen Perry Rhodan aan. Hij was de enige, die zich dat kon permitteren. Hij was dan ook geen mens, en wilde dat ook niet zijn. Hij liet vaak merken, dat hij trots was op zijn dierenlichaam, zonder dat hij daarbij reclame maakte voor zijn fenomenale talenten en zijn meer dan middelmatige intelligentie.
Wie met Gucky omging, moest zich eerst losmaken van het idee, dat intelligentie iets te maken had met een menselijk uiterlijk. Het voorbeeld van de muisbever toonde aan, dat het niet de bedoeling van de schepping was geweest om de mensachtigen zonder meer een bevoorrechte plaats te geven.
'Baas, de delegatie van de regering is gearriveerd. Het opperhoofd heet Xxal-Ri, maar voor de juistheid van de orthografie kan ik niet instaan. Oooh, wat houdt hij veel van de Arkoniden, en wat moet Xxal-Ri een slecht geweten hebben, want hij denkt voortdurend aan de bedriegerijen ten opzichte van Arkon, waaraan dit stelsel zich schuldig heeft gemaakt. En waarom we zo langzaam landen, dat zit hem ook niet lekker . . .'
Zacht als een veertje kwam de On-Tharu neer. De motoren verstomden na een laatste gereutel, langzaam zakten de antigravo's naar beneden.
Harno meldde zich telepathisch bij Rhodan. Het bolwezen zweefde ter hoogte van zijn borst en liet een merkwaardige geschutbatterij zien, die noch op een desintegrator, noch op een thermostraler, noch op een impulskanon leek.
'Dit is de plaats, Perry, waar de taststraal naar de Kublai Khan werd afgeschoten. De hagedissen zijn er enkele minuten geleden achtergekomen, dat ze met hun straal de afweerschermen van ons ruimteschip kunnen vernietigen. Op dit ogenblik verspreiden ze het bericht. . .' 'Als we de hagedissen hun gang zouden laten gaan, Perry . . . dan maakten ze gehakt van ons. Nu hebben ze het over vroeger, ze praten over het strafproces dat ze in het Betelgeuze-stelsel meegemaakt hebben ... ze springen van de hak op de tak ... nu springen ze op de tak, dat er geen enkele sluis in ons schip opengaat . . .'
Gucky werd door Bully onderbroken. 'Er zijn op Topsid geen takken, dus kunnen de Topsiders ook niet op een tak springen. Je moet eens proberen, je wat exacter uit te drukken. Zoeven heb je de commandant van de hagedissendelegatie een opperhoofd genoemd . . . Gucky, zulke uitdrukkingen kan een luitenant van het geheime mutantenkorps zich niet veroorloven!'
'Neemt u me niet kwalijk, plaatsvervangend regent,' piepte Gucky zo ernstig, dat het zelfs Perry Rhodan opviel en hij de muisbever verwonderd aankeek. Zoveel plotselinge bescheidenheid was men van hem niet gewend. Meestal verweerde hij zich resoluut. 'Ik zal me alleen nog door uw voorbeeld laten leiden, sir!' Een oproep uit de radiocentrale smoorde het gelach. 'Sir, oproep van de Sambo!' De Sambo bevond zich vóór de stoorzone. 'Een groepje Topsidvrachtvaarders probeert hyperradiocontact op te nemen met de vierde wereld van het twee-zonnen-stelsel. . .'
Geërgerd zei Rhodan in de microfoon: 'De Sambo moet alles niet ingewikkelder maken dan het al is! Onmiddellijk beginnen met overbrengingsproces!'
Het overbrengingsproces hield in, dat een aards ruimteschip vanuit de ruimte vóór de bolvormige ionisatiezone met het bericht van een willekeurig vreemd schip door deze blokkade heen vloog en aan de achterkant opnieuw het bericht uitzond naar het punt, waar het voor bestemd was. In feite een zeer omstandig procédé, maar de knapste koppen van Terrania hadden niets beters kunnen bedenken en hadden toen maar, zij het met tegenzin, met Bullys plan ingestemd. Intussen waren op de On-Tharu alle voorbereidingen getroffen voor het verlaten van het schip. De ene melding na de andere kwam bij de centrale binnen. Alles liep op rolletjes. Atlan en Rhodan maakten aanstalten om de centrale te verlaten. 'En ik?' piepte Gucky ijverig. 'Ik dacht, dat ik als nummer één op het programma voor de hagedissen stond, Perry! Lijd je aan geheugenstoornis?'
'Spoedbericht aan commandant! Spoedbericht aan commandant!' schreeuwden de luidsprekers van de boordomroep, zodat ieder gesprek onmogelijk werd. Luitenant Elp, dienstdoend officier van de radiocentrale, ratelde het volgende bericht af: 'Waarschuwing van F.C. Curtiss, agent van de Solaire contraspionage op Topsid. Zoeven vernomen dat hier sinds twee dagen drie Arkonidische robotschepen klaarliggen om zesduizend voor de ruimtevaart opgeleide Topsiders aan boord te nemen. Ligplaats van de Arkonruimteschepen onbekend!, Einde melding F.C. Curtiss!' Atlan en Rhodan keken elkaar eens aan. Bully ging gespannen rechtop zitten in zijn ligstoel. In de enorme centrale van de On-Tharu heerste vijf seconden stilte. Perry Rhodan haalde eenmaal diep adem, keek waar John Marshall was en beval kortaf: 'Mutanten inzetten!' Bully bekeek het topje van zijn rechterduim. Plotseling bekroop hem weer dat mysterieuze gevoel, dat zijn laatste oudejaarsavond bijna bedorven had.
Terwijl Rhodan en Atlan de centrale verlieten, schoof Gucky op Reginald Bull af en piepte in zijn oor: 'Dikke, ik had toch beter verwarmde sloffen kunnen aantrekken, want zoals we nu op de tocht komen te staan . . .! Maar als je denkt, nu te kunnen gaan zeuren over mijn manier van uitdrukken, dan wil ik je er wel eerst beleefd aan herinneren, dat jij tot nu toe constant over je duim hebt zitten zeuren . . .'
De muisbever week met een bliksemsnelle sprong terug voor Bullys uitschietende hand. Marshall riep Gucky op. 'Blijf in contact met de chef tot ik terug ben!' Hij verliet nu ook de centrale om enkele mutanten achter de beide Arkonidische robotschepen aan te sturen. Allereerst moesten ze te weten zien te komen tot welke leeftijd het robotbrein hagedissen met ruimtevaartervaring naar het front stuurde. John Marshall was niet vergeten waarom Perry Rhodan op het laatste moment aan deze vertwijfelde onderneming was begonnen. Via de centrale anti-zwaartekrachtkoker kwamen Rhodan en Atlan bij de grote sluis, die zich precies tegenover de Topsid-delegatie bevond. Honderd vijftig robots, die sprekend op Arkoniden leken, zetten zich in twee gelijke groepen naast Rhodan en Atlan in beweging, toen ze over de brede trap afdaalden naar het plastic-beton van de ruimtehaven. In de verte, tegen de achtergrond van een vaalwit, hoog gebergte, tekenden zich de bizarre bouwsels van de hagedissenstad Kerh-Onf af. Ongeveer twee kilometer vóór hen, aan de rand van de ruimtehaven, stond een groep van meer dan tweehonderd hagedissen.
Rhodan en Atlan, beiden gehuld in kleurrijke Arkon-uniformen, trots en arrogant, als ware Arkoniden, liepen op deze groep toe. Rechts en links van hen dreunden de metalen stappen van honderd vijftig gevechtsrobots over het plastic-beton. De negen man van het mutantenkorps, het geheime mutantenkorps van de Melkweg, waren niet ingezet ter bescherming van Rhodan en Atlan, maar hadden als taak gekregen, bij het eerste contact met de hagedissen meteen vast te stellen, wat er op deze planeet nog bekend was van de gebeurtenissen in de Wega-sector, 70 jaar geleden. Aan de rand van de ruimtehaven zetten de gastheren zich in beweging.
Ze liepen als mensen, de Topsiders. Ze hadden handen en voeten en liepen rechtop; ook ademden ze hetzelfde luchtmengsel in, maar daarmee hield iedere gelijkenis op. Hun haarloze, platte hagedissenschedel met de dunne, bijna messcherpe lippen en de grote bolle, uitpuilende ogen gaf ze een roofdierachtig uiterlijk. Het was moeilijk in te denken, dat deze hagedissen verstand hadden, dat hun intelligentie gelijk was aan die van de gemiddelde mens. In hun wereld golden maatstaven van ethiek en moraal, zoals de mens die kent, niet. Voor het begrip medelijden bestond zelfs geen woord in hun taal. Maar op de vreemdsoortigste gebieden, onvoorstelbaar voor Arkoniden en mensen, leverden ze grote geestelijke prestaties.
Het niet-menselijke van hun uiterlijk werd nog onderstreept door de donkere schubbenhuid die hun slanke lichamen bedekte. Communicatiestoornissen waren niet te verwachten. Iedere Topsider die in staatsdienst was, moest het interkosmo volkomen beheersen. Daarom hadden Rhodan en Atlan ook afgezien van vertaalcomputers, maar wel zelf voor het vertrek naar dit twee-zonnen-stelsel door middel van een hypospoedcursus de taal van de hagedissen geleerd. Maar ze hadden afgesproken om de Topsiders hierover in het ongewisse te laten.
De twee groepen ontmoetten elkaar halverwege.
Elf humanoïden met honderd vijftig robots stonden tegenover zo'n tweehonderd hagedissen, en tussen hen in bevond zich een lege ruimte van ongeveer tien meter. Atlan deed één stap naar voren, het prototype van de Arkonide, arrogant, trots en brutaal. 'Wie is Xxal-Ri? Laat hij naar voren komen, vlug een beetje!' zei Atlan op zo'n manier, dat zelfs Perry Rhodan zich onbehaaglijk voelde. Meer dan tweehonderd slanke, onbeweeglijke hagedissen gaven blijk van hun inwendige opwinding door het fonkelen van hun grote, uitpuilende ogen, die alle kanten op draaiden.
Een hagedis in een olijfgroen uniform zonder onderscheidingstekenen, trad naar voren. 'Ben jij Xxal-Ri? Ik eis in opdracht van de "Grote Coördinator" onverwijld onderzoek, welke Topsider bevel heeft gegeven om een taststraal op de On-Tharu te richten! Xxal-Ri, weet je waar ik het over heb?' 'Ja . . .,' siste Xxal-Ri. Atlan wees hem onmiddellijk scherp terecht. 'Spreek mij altijd aan met hoge heer, en . . .,' hij wees naar Perry Rhodan, 'de gevolmachtigde van de Grote Coördinator van Arkon met Grote Arkonide Attor! Wanneer worden de Topsiders voorgelicht, die het gewaagd hebben een taststraal te richten op een schip van de Grote Coördinator? Ik wacht niet langer dan twee uur. En nu wil ik de stad in. Opzij, hagedissen . . .!' Alleen een echte Arkonide, zoals Atlan, kon deze rol zo goed spelen. Perry Rhodan hoorde achter zijn rug enkele mutanten opgewonden hijgen. Hoewel ieder detail van tevoren besproken was en iedereen de Arkoniden en hun overdreven hoogmoed kende, was het optreden van Atlan toch tegen het zere been. Het viel niet te rijmen met hun menselijke mentaliteit. En wat Atlan zo even gepresteerd had, de Topsiders hagedissen noemen, was de grootste belediging, die je dit niet-humanoïde volk kon aandoen.
Desondanks waren de hagedissen alleen razend in hun gedachten, zonder dat hun gedachten daden werden. Het was nog te vroeg voor een openlijke confrontatie met Arkon. Hun herinnering werd nog verteerd door de dodelijke salvo's, die in het Betelgeuze-stelsel op hun ruimtevloot waren afgevuurd, en hun verstand verbood hen, door zinloze tegenstand het gevaar op te roepen, dat ze door de Grote Coördinator vermorzeld zouden worden. 'Niets te merken van actieve tegenstand, sir, maar Xxal-Ri denkt er niet aan, het door Atlan geëiste onderzoek te beginnen. Hij wil drie ter dood veroordeelde hagedissen als schuldigen aan ons uitleveren!' Dat was een krachtige telepatische melding, die Atlan ook kon opvangen.
Op hetzelfde ogenblik bulderde hij tegen Xxal-Ri, de leider van de delegatie, 'Hagedis, als je het lef hebt, ons af te schepen met drie ter dood veroordeelden, dan zal de Grote Arkonied Attor bij de Grote Coördinator drie superslagschepen opeisen en dit stelsel uit de melkweg wegvagen!'
Het was ongehoord, zoals Atlan opsneed maar de hagedissen geloofden hem, met zijn prachtig gespeelde brutaliteit en arrogantie, en Xxal-Ri toonde voor de eerste keer dat hij net als een mensachtige van angst ineen kon krimpen. Zijn abnormaal grote ogen rolden ook niet meer heen en weer; ze staarden Atlan ontsteld aan en Perry Rhodan had nog nooit zo'n duidelijk blijk van angst gezien als nu in Xxal-Ri's ogen. Toen stiet de hagedis in zijn moedertaal uit: 'De robotregent heeft de duivel gestuurd, die gedachten lezen kan...!'
Onder de Topsiders, die om Xxal-Ri heen stonden, ontstond onrust. Rhodan en Atlan gaven hun echter niet de gelegenheid om deze beroering aan te laten zwellen. Honderd vijftig marcherende gevechtsmachines dreven de hagedissen uiteen, en spoedig bereikten de mannen met hun escorte de rand van de ruimtehaven. Plotseling raakte Rhodan voorzichtig de hand van de Arkonide aan. Hij had ook via Harno als telepathierelais een bericht van Gucky opgevangen. 'Baas, F.C. Curtiss meldde zoeven, dat de beide Arkonidische ruimteschepen op het punt staan naar Kerh-Onf te vliegen. Er moeten zich ongeveer anderhalf duizend hagedissen aan boord bevinden.'
Om te antwoorden maakte Rhodan gebruik van zijn armbandmicrofoon. Hij riep Bully rechtstreeks op. 'Zolang dat gaat, geen notitie nemen van die twee met robots bemande ruimteschepen. Einde!' Atlan had meegeluisterd. 'Barbaar, ik vrees dat zich donkere wolken boven onze hoofden samenpakken. De Kublai Khan zal voor alle. zekerheid startklaar moeten staan. Dat lijkt me een geruststellend idee . . . maar ik zal die Topsiders wel eens leren hoe ze Arkoniden, die in opdracht van de Grote Coördinator hierheen komen, moeten ontvangen en behandelen . . .'
Toen Perry Rhodan samen met Atlan en vier gevechtsmachines en twee mutanten als eersten naar de stad vlogen, zei de Arkonide zo zachtjes, dat alleen Rhodan hem kon verstaan: 'Ik kreeg bijna een hekel aan mezelf, toen ik die hagedissen zo overdonderde en ze een hoogmoedige, arrogante Arkonide voortoverde. Maar ik heb ook iets ontdekt, barbaar . . . het kostte me geen enkele moeite, deze rol te spelen . . .' 'Een plotseling losbarstend donderend geluid dat uit de lichtelijk violet getinte Topsidhemel kwam, onderbrak hem.
Twee Arkonidische slagschepen landden op de ruimtehaven van Kerh-Onf. Het waren de beide met robots bemande ruimtebollen, die in opdracht van het brein op Arkon nog eens zesduizend hagedissen met ruimtevaartervaring onder dwang kwamen recruteren, om ze daarna zo snel mogelijk af te voeren naar het mensen- en materiaalverslindende overlappingsfront. Gelaten keek Rhodan toe hoe de beide schepen aan de andere kant van de ruimtehaven landden. In tegenstelling tot Atlan zag hij in hun aanwezigheid geen gevaar voor zijn gewaagde onderneming. Hij keek achterom en zag, dat de rest van de mutanten en de gevechtsmachines hen volgden in vijf andere zweeftoestellen van Topsidische makelij.
De bizarre bouwsels van Kerh-Onf, de miljoenenstad, doken op uit de lichte nevel, die zich over de hele planeet uitstrekte. Tijdens de drie vluchten om Topsid hadden de precisie-instrumenten van de Kublai Khan hetzelfde verschijnsel aan de nachtzijde waargenomen en geïdentificeerd als nevel.
Met zijn 14.708 kilometer, van pool tot pool, was de as van Topsid ongeveer tweeduizend kilometer langer dan de as van de aarde. Toch bedroeg de zwaartekracht slechts 1,3 g.
Er waren geen ijsmassa's geregistreerd op de polen. Oceanen van aardse omvang waren er niet, wel hele reeksen binnenzeeën, die verbonden waren door kanalen. Vier enorme rotsmassieven zouden de oppervlakkige beschouwer de indruk kunnen geven, dat Topsid alleen uit gebergten bestond, maar daar stonden de grote vlakten tegenover, die zich uitstrekten tussen die gebergten.
Drie manen cirkelden om Topsid heen, nietige begeleiders met een middellijn van 600, 850 en 900 kilometer.
'Admiraal,' vroeg Rhodan, 'kende men in jouw tijd op Arkon de Topsiders al?'
'Nee . . . dat wil zeggen, ik weet het niet. Maar wat is dat nou . . .?' Enigszins opgewonden wees hij naar links. Vijf kleine ruimtebollen van Arkonidische makelij schenen de zweeftoestellen de weg te willen versperren. Op hetzelfde ogenblik trilde de lucht voor Rhodan en Atlan even.
Gucky, de muisbever stond voor hen, onder zijn linkerarm had hij Harno, het bolwezen. 'Perry,' piepte hij, voordat Rhodan iets had kunnen zeggen, 'de Topsiders zijn de stellage met de taststraal aan het demonteren. Ik zou die hagedissen graag een handje helpen. Is het goed . . .' 'De Topsiders zijn nog stiekemer dan het brein!' riep Atlan. 'Daarom zou ik er graag voor willen zorgen, dat alle gedemonteerde onderdelen gaaf op de Kublai Khan arriveren,' zei Gucky en grijnsde met zijn zeldzame knaagtand. 'Dat zal ons achteraf menige ergernis besparen. 'Maar je laat Harno hier,' beval Rhodan. En je neemt geen risico's. Begrepen?'
'Prachtig,' jubelde de muisbever, 'maar pas goed op Harno, baas . . .' Nogmaals trilde de lucht om Gucky en hij verdween, maakte een teleportatie-sprong naar de taststraalbasis van de Topsiders. Door het plotselinge opduiken van de muisbever waren ze de vijf Arkonidische ruimtebollen weer vergeten. Nu herinnerde Rhodan het zich weer. Maar daar was Bullys telecom-melding al.
'Drie kleine Arkon-ruimteschepen boven ons. Spionageschepen. Geven geen antwoord op radio-oproepen. On-Tharu gereed om te vuren. Als ze nog lager komen of voor ons schip landen, laat ik ze met onze krachtigste trekstralen begroeten. Accoord?' 'Accoord, maar trekstraal pas dan gebruiken.
'Ik geloof, dat we vals alarm hebben gegeven,' riep Bully er tussendoor, 'want de schepen veranderen van koers. Maar waarom blijven die andere twee jullie dan op de hielen zitten? Ze zitten ongeveer zesduizend meter boven jullie! Zien jullie ze niet?'
Bully gebruikte op dit moment alle observatie-instrumenten van de Kublai Khan en kreeg de twee kleine ruimtebollen door middel van de continue positronische vergroting te zien alsof ze slechts drie meter van hem af waren.
'Niet ingrijpen!' riep Atlan in plaats van Rhodan in zijn microfoon. 'Ik heb een vermoeden. Deze vijf scheepjes zijn op jacht naar bruikbare Topsiders . . .'
'Keurig uitgedrukt, admiraal,' spotte Bully vanuit de Kublai Khan. 'Zeker erg moeilijk om je Arkonidische verleden te vergeten! Okay!' Op achthonderd meter hoogte en met een razende snelheid suisden de Topsidische zweeftoestellen op de miljoenenstad af.
Atlan tuurde hoofdschuddend naar de smalle, maar abnormaal hoge bouwsels. 'Wat is dat voor een waanzinnige bouwstijl?' vroeg hij aan niemand in het bijzonder. Deze vraag had Perry Rhodan zich enkele minuten geleden ook al gesteld.
En met Rhodan en Atlan dachten ook hun metgezellen, dat alles ieder ogenblik in elkaar zou kunnen storten, want deze bouwstijl was een uitdaging voor alle wetten van de statica.
Plotseling riep Rhodan uit: 'Stalactieten . . . stalagmieten! Zou dat ook een oplossing zijn voor het raadsel van de herkomst van de hagedissen?'
Atlan keek de Terraan een ogenblik verbluft aan. De termen stalactieten en stalagmieten hoorden niet thuis in het dagelijkse spraakgebruik, maar toen herinnerde hij zich dat stalactieten de hangende druipstenen in kalksteengrotten waren, terwijl met stalagmieten het druipgesteente bedoeld werd, dat naar boven wees.
En inderdaad zagen alle bouwsels in Kerh-Onf eruit als deze kalkzuilen in grotten. Maar dat verklaarde nog niet waarom dit alles niet bij het minste of geringste zuchtje wind in elkaar stortte.
'Antizwaartekracht behoedt de bouwsels voor instorten,' opperde Atlan, en bleef zijn hoofd schudden over deze stad en deze huizen. 'Waarschijnlijk is er geen andere verklaring, maar het is toch waanzin, zo te bouwen . . .' 'Of oerinstinct, Atlan . . . Een onbewuste herinnering aan de grauwe oertijd, toen de Topsiders nog holenhagedissen waren . . .' 'Jammer dat die tijd voorbij is,' zei Atlan. Daarbij keek hij toevallig door de transparante bodem naar beneden. Hun zweeftoestel maakte aanstalten om te gaan landen voor het grootste gebouw van Kerh-Onf. Op dertig meter hoogte bevond zich een landingsplatform, dat als een schotel bovenop de bizarre hoogbouw lag. Maar de batterijen afweergeschut aan weerszijden van het grote portaal, waar juist een groepje hagedissen uit kwam, konden niemand ontgaan. De landing werd exact uitgevoerd door een automaat en even later stonden de zweeftoestellen op één lijn naast elkaar. De opmars van de robots, die eruit zagen als Arkonidische gevechtsmachines, gaf een extra accent aan het bezoek van de Arkonide Attor aan Topsid. Atlan, de admiraal maakte nog meer indruk dan Perry Rhodan in zijn kleurrijke uniform. Iedere stap, iedere beweging was een uitdrukking van Arkonidische arrogantie. Terwijl Rhodan toneel moest spelen, was Atlan nu pas echt in zijn element.
De hagedissen, ongeveer veertig in getal, bogen zich alleen voor het geweld, dat belichaamd werd door de afgezant van de Grote Coördinator, en ze waren verstandig genoeg om in te zien, dat ieder verzet tegen het imperium alleen maar de ondergang van hun twee-zonnen-stelsel met zich mee zou slepen. Er werden begroetingsfrasen in interkosmo uitgewisseld. Rhodan had genoeg aan twee zinnen. In de derde zin maakte hij bekend, waarom hij naar Topsid gekomen was. '. . . maar ik verlang niet alleen, dat alle Topsiders, die de ruimteslag in de Wega-sector hebben meegemaakt, aan mij voorgesteld worden, ook wens ik inzage in alle gegevens over deze gebeurtenissen. En nu zou ik graag met mijn delegatie mijn intrek nemen in een ruimte, die beantwoordt aan het gewicht van mijn opdracht. Of weet men op Topsid niet hoe een afgezant van de Grote Coördinator ontvangen moet worden?' De uitdrukkingloze hagedissengezichten verraadden niet wat voor indruk de woorden van de Arkonide Attor op hen gemaakt hadden. De Topsider Tgex-go, wiens strakke olijfgroene uniform zich door drie witte strepen van de andere onderscheidde, antwoordde kortaf: 'Wilt u mij volgen!'
Toen Perry Rhodan en Atlan de eerste stappen deden, sloten de robots hen van beide kanten in en schermden hen naar alle kanten af. Tien minuten later, na het verlaten van de centrale liftkoker, betraden ze een grote vergaderzaal. Nog steeds ging Tgex-go met zijn hagedissen hen voor, liep nu langs de rechterkant van de zaal en bleef toen voor een zitgelegenheid staan, die speciaal voor mensachtigen bestemd was.
'Tgex-go, ben je de president of de dictator?' vroeg Rhodan, nadat alleen Atlan en hij waren gaan zitten. 'Hoge heren,' antwoordde de hagedis, 'het twee-zonnen-stelsel Topsid wordt niet meer door een dictator onderdrukt, maar het volk . . .' 'Spaar me je preken, Tgex-go,' viel Rhodan hem geërgerd in de rede. 'Je bent dus de president, als je niet de dictator bent?'
De ogen van de hagedis begonnen te gloeien. De toon, die Rhodan had aangeslagen, was ook eigenlijk te grof, maar voor Arkoniden de taal, waarin ze zich onderhielden met de door hen gekoloniseerde volkeren. En wie dat niet beviel, maakte kennis met de macht van het Grote Imperium. 'Hoge heer . . .'
Weer maakte Tgex-go een fout tegen de Arkon-etiquette. Atlan viel hem scherp in de rede: 'Op de ruimtehaven heb ik je afgevaardigde Xxal-Ri al uitgelegd, dat ik met hoge heer en Attor, de afgevaardigde van de Grote Coördinator, met Grote Arkonide aangesproken moet worden. Kan ik ervan op aan, dat jullie dat nu eens in je hagedissenoren knopen?' Voor het eerst ontstond er onder de Topsiders een lichte beroering, maar Tgex-go maakte een gebaar met zijn hand en het geroezemoes verstomde onmiddellijk. 'Grote Arkonide,' begon hij, zonder te reageren op Atlans woorden, 'wij hebben voor het Grote Imperium niets te verbergen. Maar Rhodan, de Arkonide Attor, onderbrak hem. 'Spaar ons je leugens, Tgex-go! Waarom proberen jullie dan op dit ogenblik jullie nieuwe type taststraal, waarmee je de afweerschermen van ruimteschepen kunt vernietigen, te verdonkeremanen?'
'Okay, barbaar! Geef hem zijn vet!' fluisterde Atlan hem in het Engels toe.
Tgex-go kromp als een mens ineen. Zijn metgezellen verging het al niet anders. 'Grote Arkonide . . .'
En weer slaagde hij er niet in, zijn zin af te maken. Hij was te verbijsterd om nog verder te kunnen spreken. Iemand uit het gevolg van de Arkonide ging plotseling voor zijn secretaris staan en blafte: 'Jij bent commandant op een ruimteschip geweest, toen de grote slag boven de Ferronen-wereld begon, nietwaar! Kom maar mee, Topsider!' Twee robots stampten op hem af. De angstaanjagende gevechtsmachines strekten hun metalen armen uit naar de hagedis, die met de gedachte om te vluchten had gespeeld, en grepen hem beet.
De Topsider durfde zich niet te verroeren.
De anderen ook niet. Rhodan ontving een door Harno versterkte telepathische melding: 'Sir, Tgex-go denkt aan een ruimte, die ongeveer honderd meter lager moet liggen. Daar bevinden zich de meeste notities over de slag in de Wega-sector. De Topsider probeert er bovendien achter te komen, waarom Arkon geïnteresseerd is in het oprakelen van deze oude geschiedenis. Verder staat hij perplex, dat wij iets afweten van het tastapparaat. Tgex-go is zeer gevoelig voor buitennatuurlijke verschijnselen . . .' Rhodans armbandontvanger gaf een signaal. Ook Atlan werd opgeroepen. Allebei drukten ze het knopje in. Aan de andere kant sprak Reginald Bull.
'John Marshall kan sinds vijf minuten geen contact meer krijgen met Gucky. Ongeveer vijf minuten geleden is er in de buurt van de beide robotschepen iets gebeurd, waar we nog geen verklaring voor hebben. Daarom heb ik contact opgenomen met jullie . . .'
'Stop!' riep Atlan plotseling in de microfoon van zijn armbandtoestel, want de lucht tussen hem en de Topsiders had even getrild, en daar was Gucky, de vermiste muisbever. 'Hoe zit dat eigenlijk met jou . . .!' snauwde Rhodan hem toe, vergat onmiddellijk zijn woede en vroeg: 'Hoe staat het ermee?' De muisbever, één meter lang, probeerde zich groter voor te doen, maar het lukte niet. 'Opdracht uitgevoerd, chef, maar wel moeilijkheden gehad met de robots van de andere firma. Die waren nog veel feller op dat nieuwe tastding dan wij. Volgens mij wisten ze zelfs, dat ik alles had laten verdwijnen. Plotseling moesten ze mij allemaal hebben. Moet je kijken hoe ik eruit zie. Ik verga van de pijn. Het scheelde een haar, Perry, of ik had het ergste pak slaag van mijn leven gehad. Atlan, je mag van mij de groeten doen aan het robotbrein en vragen of hij nu eindelijk eens robots gaat bouwen, die een val van vierduizend meter hoogte overleven! Veertien van de zestien heb ik de lucht in geslingerd en daarna naar beneden laten storten. Als rijpe tomaten spatten ze uit elkaar. Alleen de laatste twee robots kon ik niet te pakken krijgen en daarom ben ik rechtstreeks hierheen gekomen: Perry, dit is een nieuwe constructie! Deze robots hebben grijpers! Ze . . .!'
Weer meldde Bully zich over de microcom. 'Micky Mouse vertelt deze keer geen sprookjes. Buiten staan acht robots, die naar binnen willen. Ze zenden hun eis achter elkaar door uit. En daar . . . daar komt nog een zwerm aangevlogen. Hoeveel zijn 't er? Dertig of veertig stuks . . .' 'Dat is iets voor mij,' piepte de muisbever naast Perry Rhodan, en voordat deze iets had kunnen zeggen, had Gucky zich al geteleporteerd. De hagedissen in de zaal waren wit weggetrokken bij het plotselinge vertrek van een levend wezen, dat gewoon in de lucht oploste. Het meest onder de indruk was echter Tgex-go, de president van het twee-zonnen-stelsel. Rhodan, die zijn gedachten kon lezen, greep zijn kans en bracht hem nog meer in verwarring door te zeggen: 'President, je zult wel merken, waarom de Grote Coördinator van Arkon geïnteresseerd is in deze gebeurtenissen van vroeger. Ik zal zelf mijn medewerkers het archief in sturen, dat ongeveer honderd meter lager ligt, terwijl jij met je regering op het ogenblik niets anders hoeft te doen dan alle Topsiders, die deze tijd metterdaad hebben meegemaakt, bijeen te brengen in Kerh-Onf en ze daar op ons te laten wachten. In naam van de Grote Coördinator eis ik, dat er binnen het uur een regeringscommuniqué verschijnt, waarin bekend wordt gemaakt, dat alle Topsiders verplicht zijn, ons zo goed mogelijk te helpen bij het zoeken naar oude gegevens en ooggetuigen.
Ik zal je zeggen, Tgex-go, dat ik deze opdracht in twee dagen voltooid moet hebben. Moet ik langer op Topsid blijven, dan gaat elk uur extra drieduizend hagedissen met ruimtevaartervaring kosten, die onmiddellijk naar het front gestuurd zullen worden!'
Dat was een keihard dreigement. Het viel Perry Rhodan zwaar, op deze manier te spreken, maar als hij zijn gezicht als Arkonide niet wilde verliezen, dan moest hij zo wel te werk gaan.
Arkoniden vroegen nooit ergens om! Ze eisten het! 'Grote Arkonide,' antwoordde Tgex-go, die nog steeds verbijsterd was door de raadselachtige gebeurtenissen, 'het volk van de Topsiders en zijn regering zal alles in het werk stellen om deze opdracht van de Grote Coördinator zo goed mogelijk te vervullen. Mag ik mij terugtrekken met de volksraad om de noodzakelijke maatregelen te treffen?' Perry Rhodan knikte nauwelijks merkbaar, maar geen enkele hagedis was het ontgaan. Toen Rhodan, Atlan en de mutanten daarna even alleen waren, zei Rhodan, 'Ik heb het gevoel dat we op een kruitvat zitten!'
Vierentwintig uur lang zag het ernaar uit, dat Perry Rhodan met zijn vertwijfelde, groots opgezette onderneming erin zou slagen het rad van de geschiedenis van het universum tot stilstand te brengen om een vergeten gebeurtenis van zeventig jaar geleden te vervalsen. Vierentwintig uur lang liep alles op rolletjes.
Zelfs de robots van de beide Arkon-ruimteschepen, die naar het twee-zonnen-stelsel waren gekomen om ervaren hagedissen te recruteren, hadden, nadat ze opnieuw drieëndertig gevechtsmachines hadden verloren, hun aandacht geconcentreerd op de On-Tharu. Vierentwintig uur lang had Gucky zich overgegeven aan het onbeschrijflijke genot, sterker te zijn dan de nieuwste gevechtsmachines van Arkon, en in zijn geest zag hij steeds weer hoe hij deze robots door middel van telekinese onschadelijk had gemaakt.
Vierentwintig uur lang had de specialisten-bemanning van de Kublai Khan, inclusief het gedeelte dat aan boord moest blijven, onder leiding van de mutanten het ene succes na het andere geboekt. Er waren nog acht Topsiders in leven, die metterdaad en op verantwoordelijke posten de slag in de Wega-sector hadden meegemaakt. Twee van deze acht hagedissen hoorden bij het radiopeilstation, dat indertijd de hulpkreet van het Arkon-expeditieschip, dat een noodlanding had gemaakt op de maan, had opgevangen en nagemeten. Nauwelijks waren deze twee Topsiders verhoord door mutanten, of een Gazelle suisde al op de Zuidpool af, nam het peilstation bij verrassing, en daarna haalden acht Terranen, vermomd als Arkoniden, het radioarchief ondersteboven. John Marshall himself leidde deze actie!
Zijn haren rezen te berge! 'Nog een keer afdraaien,' beval hij met hese stem, hoewel hij wist, dat hij zich niet vergist had. Nogmaals werd de nauwelijks drie millimeter lange band afgedraaid. De automatische vertaler, die tegen de uitgang van het toestel was geplaatst, formuleerde elk woord exact in het Engels: Daar had je het weer: 'Phi 43:72,6458 . . . Chi 09:79,3852 . . . Psi 18:00,9851 hypercomfrequentie: 4763 0086 . . . 0999 frequentie galactisch expeditieschip. Tijd: 456,735.886, berekend volgens Arkon-standaardtijd en astronomische fout-neutralisering van ,00.31 ±. Veldsterkte van de ingang: 3 d± 2.
Topsidbasis bij 456,735.886: Phi . . .' 'Bedankt!' had Marshall gezegd, en doctor Benthuys zette de recorder snel weer af. Benthuys was niet alleen in het bezit van het kapiteinsbrevet voor lichte kruisers, niet alleen specialist op het gebied van de algemene computerkunde, hij was ook astro-navigator eerste klasse, en als hobby had hij de hyperwiskunde van de Arkoniden. Verder zag Benthuys met zijn rode en altijd slecht geschoren gezicht er uit als een eenvoudige boer, die wel goed aardappels naar binnen kon werken, maar de benen nam bij het eerste het beste beroep op zijn verstand. Maar doctor Benthuys nam niet de benen. Hij had een ouderwets notitieblok op zijn knieën liggen en krabbelde met een ouderwets potlood cijfers en formules op het papier.
'Marshall,' zei hij al rekenend, 'ik moet onmiddellijk de positie van de aarde weten om . . .' Marshall had de zender al ingeschakeld, en nu sprak Benthuys zelf met de centrale van de Kublai Khan. Vijf minuten later had hij de benodigde gegevens. 'Hm . . .,' was het enige wat hij zei, maar hij schreef niets op.
Op het moment dat Marshall dacht dat het uren zou gaan duren, trok hij hem mee naar de grote sterrenkaart en wees met de punt van zijn potlood naar de kleine stip, die de planeet Topsid aangaf. 'Hier bevinden we ons ... Jij hebt de coördinatenwaarden ook gehoord, Marshall. Je kunt uit een hypercombericht bijna nooit afleiden, waar het vandaan komt, maar bij dit bericht van zeventig jaar geleden gaat het wél! Dat komt doordat de Topsiders in dit geval de veldsterkte van de ingang konden vasthouden, en dat is in de regel onmogelijk . . Kijk! Je hoeft alleen nog maar rekening te houden met ongeveer vijfhonderd verschillende processen en daarna trek je op een goede sterrenkaart van Topsid een lijn in de richting, die aangegeven wordt door de uitkomst ... zo ongeveer! Kijk, dan komen we uit bij het Wega-stelsel, niet ver van de aarde . . .' En toen waren de vierentwintig uur, waarin Rhodans wanhopige onderneming onder een goed gesternte was verlopen, ten einde. Via de radio werd alarm gemeld. Doctor Benthuys zweeg. Marshall verstarde. De chef nam het woord. 'Hoeveel tijd heb je nog nodig, Marshall?' vroeg hij kortaf. 'Vier tot zes . . .'
Verder kwam de commandant van de mutanten niet. 'Twee uur, Marshall! Meer tijd hebben we niet. Is de Gazelle gecamoufleerd? Hebben je mensen ruimtepakken aan?' Dat riekte naar een noodsituatie. Als Perry Rhodan zo sprak, dan ging het om leven of dood. Wat zou er gebeurd zijn?
Maar John Marshall durfde het niet te vragen. Als de baas uit zichzelf geen uitleg gaf, dan betekende dat, dat hij er geen tijd voor had. Marshall wierp een vragende blik naar Benthuys. Het hing van de doctor af, of ze hun opdracht in twee uur konden voltooien. Benthuys knikte.
'Okay, chef, binnen twee uur hebben we alles veranderd. Benthuys denkt, dat hij het voor elkaar kan krijgen en . . .'
Rhodan onderbrak hem nogmaals. 'Begin over één uur de Gazelle startklaar te maken. Ik herhaal: ruimtepakken aantrekken! We worden vanuit de ruimte aangevallen! Einde gesprek!'
'Aanvallen vanuit de ruimte . . .?' echo de Benthuys, haalde daarna zijn schouders op en verklaarde: 'Wat heb ik daarmee te maken? Ik ben hier om deze gegevens een beetje te vervalsen. Zeg je me, wanneer het hier ook mis dreigt te gaan, Marshall? En laat me nu alleen. Verdwijn met je radioapparatuur. Ik moet me nu concentreren. Tot straks . . .'
En weer bewonderde de Arkonidische admiraal Atlan de Terraan Perry Rhodan, terwijl Bully Perry's houding niet in het minst bewonderenswaardig vond; hij zou in zijn positie precies hetzelfde gereageerd hebben.
'Afwachten!' had Rhodan zoeven besloten. 'Afwachten en je gereed houden. Meer kunnen we op het ogenblik niet doen. Marshall en zijn team in het Pool-radio-peilstation zijn over twee uur klaar. Fellmer Lloyd bijt de spits af in Kerh-Onf en hoopt ook binnen twee uur alle gegevens uit het archief vernietigd of vervalst te hebben. Je lacht, admiraal. Is er iets dat je niet aanstaat?' Atlan wist niet eens, dat hij gelachen had. 'Heb ik gelachen? Zo? Dat zal dan om je naïviteit geweest zijn. Denk je heus, dat je Arkon met grove vervalsingen om de tuin kunt leiden? Heb je nog steeds geen idee, over welke middelen Arkon beschikt om documenten op hun echtheid te toetsen? Je bent en blijft. . .' De roodharige Bully grijnsde breeduit en met enig leedvermaak naar Atlan. Daarop zweeg de Arkonide. Hij verviel niet in de fout, Terranen te onderschatten. Vaak hadden deze mensen ongelooflijk goede invallen. 'Je gegrijns zal je nog eens opbreken, dikke,' mopperde Atlan, omdat Bully alsmaar bleef zwijgen. 'Je bent je duim zeker vergeten?' De impulsieve Bully liet zich nu niet uit de tuin lokken. Hij bleef grijnzen en hield zijn mond. Toen merkte Atlan, dat Rhodan ook niets meer zei. 'Wat hebben jullie?' vroeg hij verbaasd. 'Dat had ik niet van je gedacht, admiraal!' antwoordde Bully. 'Je loopt nog altijd met je hoofd in de wolken, ook al heb je de afgelopen tienduizend jaar onder ons, mensen, mogen doorbrengen. Arkonide, jouw Grote Imperium is een onbetekenend samenraapsel van volkeren en tegenstrijdige belangen, dat op het ogenblik alleen nog bijeengehouden wordt door de dreiging van de Droefs . . .'
'Je praat als een kip zonder kop!' onderbrak Atlan hem op grove manier. 'En wat het verband met jouw niet al te intelligente gegrijns is . . .' 'Inderdaad! Ik heb ook niet intelligent gegrijnsd,' zei Bully er tussendoor. 'Mijn grijns moest medelijden uitdrukken. Voor jou blijft Arkon het neusje van de zalm! Maar wij Terranen kunnen volgens jouw goed gefundeerde inzichten het robotbrein natuurlijk niet bij de neus nemen! En ook al haal ik alle tien volgende oudejaarsavonden steeds weer mijn duim open . . . wedden, dat wij jouw robotbrein in de maling zullen nemen, zoals het nog nooit in de maling genomen is? Liegen en bedriegen kan iedereen. Wie liegt is dom, wie bedriegt ook. Maar wij, beste Arkonide, zijn noch het een, noch het ander van plan. We willen alleen verhinderen dat Arkoniden onze goede aarde als schietschijf gaan gebruiken, en daarom blijft op deze hagedissenplaneet alles bij het oude, met het kleine verschil, dat de feiten, van welke aard dan ook, ondubbelzinnig aantonen waar nu eigenlijk de door Arkon zo lang gezochte aarde te vinden is . . . namelijk aan het andere uiteinde van de Melkweg, tweeduizend lichtjaren diep in een zijtak van de spiraal, daar posteren we die goeie ouwe aarde, en het mammoetbrein blijft daar zoeken tot het een ons weegt. . .'
De radiocentrale maakte een eind aan Bullys monoloog. Joe Pasgin op de Burma, gestationeerd aan de andere kant van de hyperstoorzone, meldde zich. 'Sir, ik ontvang net via een koerierschip het bericht, dat drie grote formaties schepen van de galactische kooplui al drie uur contact proberen te krijgen met Topsid. Een ruimtecylinder heeft intussen Arkonstation G-98765-0 opgeroepen en verzocht of ze zich wat intensiever met deze vreemde storing willen bezighouden.
Station G-98766-0 bevindt zich op achtendertig lichtjaren afstand van dit stelsel, in de buurt van de "Kleine Ruiter".
G-98765-0 blokkeert al langer dan twintig minuten op meer dan honderd hyperfrequenties al onze ontvangstinstallaties aan de buitenkant van de stoorzone. Er zijn nog geen ongelukken gebeurd, maar omdat het Arkonidische station zegt, dat er geen sprake is van een storing, hebben twee van de drie koopvaartformaties besloten, naar Topsid te vliegen. Ze naderen met 0,8 van de lichtsnelheid en zullen over ongeveer veertig minuten bij de stoorzone arriveren. Wat zijn uw orders, sir?' 'Door laten vliegen, Pasgin. Zorg ervoor, dat onze schepen niet ontdekt worden. Verder nog iets?' Het gesprek met de Burma was afgelopen. Er wachtte alweer iemand tot Rhodan uitgesproken was. Kitai Ishibashi, de suggestor, meldde zich uit Din-Kop, de op een na grootste stad van de Topsid-planeet. Deze lag aan het Gun-Ki-meer, de grootste binnenzee van deze planeet en was het centrum voor industrie van dit twee-zonnen-stelsel. 'Sir,' klonk de stem van de Japanner, 'we hebben zoeven een radiobericht opgevangen. Het komt uit het stelsel. Drie radiotechnici verbazen zich niet alleen over enkele storingsverschijnselen, maar zijn met hun vermoedens zelfs erg dicht bij de waarheid en spreken van "radio-isolatie" . . .'
'Is dat alles, Ishibashi?' onderbrak Rhodan hem.
'Nee, sir . . .' gevolgd door een diepe zucht. 'Aan één uur hebben we niet genoeg. Tama Yokida heeft met zijn medewerkers hier op de ruimtehaven meer dan dertig gevechtsschepen gevonden, die de slag in de Wega-sector hebben meegemaakt. Geen van de ruimteschepen is nog luchtwaardig, maar wrakken zijn het óók niet! Precies tweeëndertig schepen met tweeëndertig . . .' 'Ras Tsjoebai is er toch bij, nietwaar?' vroeg Rhodan, die bliksemsnel had ingezien welk gevaar er dreigde. Met het kleine team in Din-Kop kon de Japanner ook onmogelijk alle computers 'bewerken' en de daarin opgeslagen astronomische gegevens over het Wega-stelsel vervalsen.
'Ja, sir, Tsjoebai is er ook . . .' 'Ik zal Gucky sturen. Hij is over vijf minuten bij jullie. Tsjoebai en Gucky moeten alle boordcomputers van deze oude schepen vernietigen. Maar jij bent ervoor verantwoordelijk, Ishibashi, dat je team niet een schip van zeventig jaar geleden over het hoofd ziet. Je weet wat ervan afhangt . . .'
'U kunt op ons vertrouwen.' 'Blijf aan de ontvanger. Ik roep meteen de muisbever!' Dat was de enige van John Marshalls geheime mutantenkorps, die het zich kon veroorloven met een teleportatie-sprong in de cabine van Rhodan te verschijnen. 'Baas,' piepte hij energiek en rekte zich uit in zijn kleurrijke en elegante uniform, dat hij op maat had laten maken, 'ik weet alles al. Laat je me de vrije hand?'
Gucky vond niets fijner dan spelen! Er waren mensen, die zijn spelen vernielzucht noemden, maar er waren veel meer mensen, die in een noodtoestand wensten, dat een spelende Gucky hen te hulp kwam, want als telepaat, teleporteur en telekineet was hij de 'man' met de meeste parahoedanigheden, en bovendien was hij erg moedig, zodat je je gewoon geen betere partner kon wensen dan de muisbever. 'Zo?' vroeg Rhodan. 'Ik moet je de vrije hand laten, hoewel je tegen mijn uitdrukkelijk bevel in weer eens mijn gedachten hebt gelezen, luitenant Guck?'
Als de ypsilon achter zijn naam ontbrak, dan zat er wat scheef. Maar luitenant Gucky scheen zich daar weinig van aan te trekken. Hij grijnsde onverstoorbaar met zijn zeldzame knaagtand. 'Chef, de tijd dringt ... ik moet weg! Bevallen mijn nieuwe laarzen je? Jou ook, dikke? Elektrisch verwarmd! Ik kan rustig op de tocht gaan staan! Dus je laat me de vrije hand! So long!' En weer trilde de lucht, en terwijl de muisbever uit Perry Rhodans cabine verdween, 'werd' hij weer in dezelfde seconde, 12.000 kilometer verderop, naast de Japanse suggestor Kitai Ishibashi en piepte tegen de rijzige, slanke man: 'Hou maar op, Kitai. Waar vind ik . . . Oh! Ik heb zijn gedachten al te pakken. Ik . . .' Het laatste bewijs van Gucky's aanwezigheid was een licht bewegen van de lucht, maar ook dat vervluchtigde als dunne rook die alle kanten op drijft.
Reginald Bull stond op. Je kon nu pas goed zien hoe dik hij was. 'Wat moeten we nu eigenlijk denken van die alarmmelding uit de ruimte . . . "Drie Arkon-slagschepen vliegen op het Topsid-stelsel af!" . . . Het is niet gebruikelijk, dat onze mannen ze zien vliegen . . .'
Een goed uur geleden had een van de twee zware kruisers dit bericht uitgezonden, en ongeveer dertig minuten later medegedeeld, dat de Arkon-ruimteschepen asteroïden met een hoog ijzergehalte geweest moesten zijn. Maar ze waren niet voor honderd procent zeker, wat ze nu eigenlijk gepeild hadden. 'Onze mensen krijgen teveel tegelijk te verwerken,' zo probeerde Rhodan te verklaren. Hij wendde zijn scherp gesneden gezicht naar Atlan. 'Arkonide, ben je nog altijd bang, dat het brein onze manipulaties met de Wega-gegevens doorziet?' 'Ja. Heeft de onverwachte ontdekking van Kitai Ishibashi niet bewezen hoe makkelijk we iets belangrijks over het hoofd zien . . . vandaag of morgen is Arkon met zijn ruimte vloot boven de aarde.' 'Admiraal, wie niet waagt, die niet wint! Laat het brein maar vaststellen, dat we pogingen tot vervalsing ondernomen hebben, dan zal het ook van mening zijn dat we iets belangrijks over het hoofd hebben gezien. Als het zo loopt, dan is deze wanhopige actie op Topsid een succes . . . dan rest de robotregent niets anders dan de aarde ergens aan het uiteinde van de Melkweg te zoeken. En wat de Topsiders betreft, die de slag in de Wega-sector in een verantwoordelijke positie hebben meegemaakt, we hebben ervoor gezorgd dat dit brokje herinnering in hun hersenen ontbreekt. Deze enkele hagedissen zullen zich de strijd in de Wega-sector nooit meer herinneren, maar wel denken aan een strijd tegen Rhodan die zeventig jaar geleden aan het uiteinde van de melkweg werd gevoerd . . .'
De luidspreker van de boordomroep brulde:
'Sir, onze vloot meldt structuurtaster-peilingen! Er komt een Arkonvloot op het twee zonnen-stelsel af. Vermoedelijke aankomst over vijfendertig tot veertig minuten! Geschatte sterkte van de formatie duizend tot vijftienhonderd gevechtsschepen van alle klassen!' Mijn duim . . .,' mompelde Bully en staarde de luidspreker aan alsof het zijn persoonlijke vijand was. Atlan wilde iets zeggen, maar dat kwam er niet meer van. Kalm, zonder een spoor van opwinding, zei Perry Rhodan in de microfoon: 'Alarm voor iedereen! Alarm voor iedereen! Onze schepen terugtrekken. Vuurcontact vermijden. Roep Pasgin op en vraag exacte inlichtingen!' In de roes van het alarm bleven ze nog seconden lang verbonden met de Kublai Khan. De drie man in de cabine konden horen wat er in de grote radiocentrale werd gezegd. 'Grote goedheid, de halve Melkweg verkeert in een staat van opwinding . . .! Hallo Burma, hallo Burma! Onmiddellijk ontvanger inschakelen . . .! Een paar honderd hyperberichten in de lucht... En de Topsiders, die beginnen ook iets in de gaten te krijgen! Dat zijn zeker duizend Arkonruimteschepen! Zo'n berichtensalade heb ik nog nooit meegemaakt . . .'
Toen werd de verbinding met de radiocentrale verbroken. Wat de drie mannen gehoord hadden, deed het ergste vermoeden. Maar niemand zei iets. Zwijgend verlieten ze het vertrek.
Toen ze de enorme centrale van de Kublai Khan binnengingen, waren de laatste voorbereidingen voor de start al getroffen. Perry Rhodan kon zich in iedere situatie op de mannen van de Sol-ruimtevloot verlaten. Het zoemen, dreunen, razen en gieren van de gigantische aggregaten vulde de enorme ruimtebol. John Marshall, die met zijn team nog steeds in het op de Zuidpool gelegen station van de Topsid-radiopeilingsdienst was, kwam met het kort-maar-krachtige bericht: 'Chef, we hebben nog tien minuten nodig. Uw toestemming graag!' 'Accoord, Marshall, als je maar vijf minuten daarna hier bent!' Atlan wilde tegen dit besluit protesteren, maar toen voelde hij Bullys hand op zijn arm, en de roodharige man keek hem zo dwingend aan, dat hij zijn protest inslikte. 'Vervloekte roekeloze Terranen!' kon hij toch niet nalaten te zeggen. Joe Pasgin meldde zich vanaf de Burma.
'Sir, wij houden onder dekking van onze krachtigste peilingsafweer als laatste schip nog stand. Arkonvloot van minstens tweeduizend schepen probeert het hele Topsid-stelsel af te grendelen. Tot nu toe honderd dertig superslagschepen geregistreerd.
Aantal zware kruisers ligt tussen vijf- en zeshonderd! Alleen op groen zevenenzestig tot vijfentachtig graden is nog een vrije passage, maar . . . We moeten de hypersprong maken, sir. Massale aanval uit. . .' De hypercom kraakte nog even, daarna was er op de hyperfrequentie geen verbinding meer tussen Burma en Kublai Khan.
In plaats daarvan kwam er uit Kerh-Onf een noodkreet. De twintigkoppige groep in het archief werd door Topsiders verhinderd het gebouw te verlaten.
Kitai Ishibashi meldde zich uit het 12.000 kilometer verderop gelegen Din-Kop. 'Maken aanstalten voor start. Alleen de beide teleporteurs zijn er nog niet. Ze komen later!' Luitenant Gilberg, die de tastpeiling onder zich had, meldde: 'Formatie Topsid-slagschepen op geel drieënveertig. Achttien schepen . . .' Rhodan riep al in de microfoon: 'Vuurleidingcentrale! Dwing de Topsiders door waarschuwingsschoten tot koersverandering! Waarschuwingsschoten . . . geen voltreffers!'
Bully, die in de stoel van de copiloot zat, bracht een verbinding tot stand met het fictiefzender-station. 'FZ gebruiksklaar?' 'Ja, sir!'
'Okay, zet je maar schrap, want straks krijg je meer te doen dan je lief is!'
Atlan voelde zich toeschouwer. 'Barbaren . . .,' zei hij meer dan eens, hardop denkend. 'Terranen . . .' Hij kon ze alleen maar bewonderen. Uit de ruimte kwam een Arkon-vloot van meer dan tweeduizend schepen met donderend geweld op hen af, maar deze mensen, die enkele sterrenseconden geleden nog in het Stenen Tijdperk hadden geleefd, deden net alsof het hanteren van zo'n grote overmacht dagelijks werk voor ze was.
'Dikke, doet je duim geen pijn meer?' kon Atlan niet nalaten te vragen.
Een salvo uit de thermo-geschutkoepels van de Kublai Khan kletterde waarschuwend tegen de rompen van de Topsid-schepen. Het superslagschip verroerde zich nauwelijks en vuurde na een korte pauze het tweede salvo af.
Op het grote panoramascherm van de Kublai Khan waren de Topsid-ruimteschepen al als glinsterende puntjes te zien. De schepen, die al bij de strijd in de Wega-sector een gebrek aan versnellingvermogen en wendbaarheid hadden vertoond, bleken nog steeds aan hetzelfde euvel te lijden.
'Sir, alle Topsidbases zijn gevechtsklaar,' meldde de energiepeiler. Ik heb de Gazelles instructies gegeven om lager dan driehonderd meter te vliegen!'
De lucht tussen Bully en Atlan trilde even. Daarna doken twee teleporteurs op: Gucky en Ras Tsjoebai. 'Perry,' zei de muisbever, 'de positronische apparatuur van die oude ruimteschuiten is net goed genoeg voor de schroothoop. Is er nog iets te doen voor ons?'
Bully greep naar de muisbever. 'Ingrijpen in Kerh-Onf, historisch archief. Onze mensen helpen. De hagedissen gaan ze met thermostralers en impuls geschut te lijf. Maar jullie moeten met z'n allen over hoogstens tien minuten hier zijn. Daarna verdwijnen we . . .'
'Mooi zo, dikke,' zei Gucky, nam de Afrikaan bij de hand en sprong. Uit de hangars van de Kublai Khan kwam de ene melding na de andere binnen. De afzonderlijke teams waren met hun Gazelles teruggekomen. Nog drie groepen ontbraken: die van John Marshall, Kitai Ishibashi en de groep in het historische archief.
'Over vijftien minuten bevindt de Arkon-vloot zich boven Topsid!' waarschuwde Atlan. 'Dan zijn we hier niet meer . . .,' antwoordde Bully, maar het klonk niet zo zelfverzekerd als anders. En weer kwam er een bericht uit de radiocentrale: 'Sir, deze vloot is op instigatie van Arkonstation G-98765-0 op ons afgekomen. De robotregent heeft zoeven met de president van de Topsiders gesproken. Gesprek helaas nog niet ontcijferd . . .'
Crafford, de artillerie-officier, riep over de alarmverbinding er tussendoor: 'Chef, graag toestemming tot vuren! Ishibashi's Gazelle dreigt neergeschoten te worden. Hij komt er niet doorheen . . .' '. . . maar geen voltreffers,' besliste Rhodan en wierp bliksemsnel een blik op de klok. De tijd vloog. Iedere seconde kwam de reusachtige Arkon-vloot dichterbij.
Waar bleef John Marshall met zijn Gazelle? Waarom maakte hij geen melding van zijn vertrek van het Poolstation?
Het rondom de ruimtehaven diep ingegraven afweergeschut van de Topsiden begon te schieten op een doel, dat op het panoramascherm van de Kublai Khan niet te zien was. Nogmaals kwam er een melding over de alarmlijn van de vuurleidingscentrale: 'Chef, het vuur wordt geopend!'
Bijna op hetzelfde ogenblik dreunden de machtige impulskanonnen. Hun doel was het afweergeschut van de Topsiders.
Dwars over het panoramascherm heen flitste een golvende lijn. Een ruimteschip dat neerstortte? Bericht uit de radiocentrale: 'Marshall meldt op handen zijnde landing in hangar, sir!'
Dus het was Marshall, die met zijn Gazelle vanuit de dunne luchtlagen met razende snelheid op de beschutting van de Kublai Khan kwam afgestormd!
'Topsid-vloot verandert van koers, sir . . .'
Een blik op de grote chronometer. Over hoogstens elf minuten zouden de eerste Arkonruimteschepen zich boven Topsid bevinden. Een schotelvormig voorwerp suisde op de Kublai Khan af. Uit hangar 18 werd gemeld: 'John Marshall en zijn team terug van Pool!' En drie seconden later klonk het: 'Kitai Ishibashi met zijn groep uit Din-Kop geland!' Rhodan keek Bully alleen maar aan. Hij begreep zijn blik. Hij kon ook niet zeggen waarom Gucky en Ras Tsjoebai nog niet terug waren.
'Radiocentrale . . .' Rhodans stem klonk nu iets heser, 'probeer contact te krijgen met het historische archief in Kerh-Onf. Spoed!' Toen piepte de muisbever achter Rhodans rug: 'Niks geen spoed, Perry. Over dertig seconden kunnen we vertrekken!'
Rhodan draaide zich om in zijn ligstoel. 'Luitenant Guck, wilt u zich melden zoals het hoort!' Zijn grijze ogen keken de muisbever scherp aan.
Gucky's knaagtand verdween bliksemsnel. De muisbever probeerde in de houding te gaan staan. De rechterpoot vloog omhoog naar zijn Arkonidische hoofddeksel. 'Luitenant Guck, lid van het geheime mutantencorps, terug van opdracht. Topsiden op de vingers getikt. Groep, die tot nek in modder zat, samen met Ras eruit gehaald. Leuk werk . . .' Perry Rhodan had er genoeg van. Vooral de laatste woorden van de muisbever lagen hem zwaar op de maag. Geërgerd maakte hij een gebaar, dat hij kon gaan. Atlan, die 10.000 jaar geleden al Arkonidisch admiraal was, die van de ene opdracht naar de andere was gevlogen, kon deze uiting van onverschilligheid van de Terraan plotseling niet meer harden. Hij zei fel: 'Mag ik jullie opmerkzaam maken op het feit, dat zich over tien minuten tweeduizend gevechtsschepen boven ons bevinden . . .?'
Perry Rhodan reageerde kalm: 'Maar we starten pas, als de laatste man aan boord is, admiraal! Was dat tienduizend jaar geleden bij de Arkonidische vloot niet de gewoonte?' 'Maar als de Topsiders bij onze start nogmaals hun nieuwe tastapparaat gebruiken en daarmee onze afweerschermen vernietigen . . .? wierp Atlan tegen.
'Kunnen ze niet,' piepte Gucky er tussendoor. 'De hagedissen beschikten alleen over dit ene apparaat. En dat heb ik van ze afgepikt, toen ze het wilden verdonkeremanen. Wedden, dat de Topsiden het overal zoeken, behalve in een werkplaats van de On-Tharu. Tenslotte ben ik een begaafd telekineet en . . .' Hangar 18 meldde zich weer. 'De groep uit het historische archief is zoeven geland. Sluisdeur gesloten!' Dat was het vertreksein! In de machinekamers van de Kublai Khan begonnen de motoren op volle kracht te draaien. Vervolgens begonnen de drukcompensatoren, de anti-zwaartekrachtvelden en enige miljoenen relais te functioneren. Van de ene seconde op de andere werd de Kublai Khan door middel van anti-zwaartekracht gewichtloos. Onmerkbaar verhief het superslagschip van de Sol-vloot met zijn middellijn van vijftienhonderd meter zich van de ruimtehaven van Kerh-Onf. De stuwkracht werd steeds groter. De versnellingswijzer ging met sprongen omhoog. De planeet Topsid scheen onder het bolvormige schip in de diepte te storten. En daar kwamen de eerste salvo's van het afweergeschut van de hagedissen.
Geweldige energiemassa's botsten tegen de afweerschermen van de ruimtebol. Watervallen van vlammen en energie spoten alle kanten op, produceerden in het schip een hels lawaai, terwijl de dreunende geluidsgolven het schip lichtelijk lieten slingeren. Maar de stuwende energie in het schip was toch krachtiger, duidelijker hoorbaar dan het inferno van knallen tegen de buitenkant van de beveiligingsschermen. 'Topsiders achter ons!' Dat was de eerste van een eindeloze reeks alarmberichten. Rhodan riep het station, waardoor de Kublai Khan zich onderscheidde van alle schepen met dezelfde omvang, op.
'Bij aanval op de Kublai Khan vuur vrijgeven voor fictiefzender!' Op dit moment piepte de muisbever duidelijk verstaanbaar in Bullys oor: 'Ik doe nu mijn elektrische laarsverwarming aan. Ik wil geen koude voeten krijgen . . .' Had Perry Rhodan deze volkomen overbodige opmerking van de muisbever niet gehoord? Scherp, maar beheerst beval hij: 'Iedereen ruimtepak aan!'
Dat gold ook voor hemzelf, voor Bully, Atlan en de muisbever Gucky, alleen niet voor Harno, het bolwezen, dat in Rhodans zak zat. De Kublai Khan stootte door de laatste luchtlagen heen. Het zenuwslopende gieren van de oververhitte luchtmassa werd langzaam minder, maar in de machinekamers zwol het donderende geluid van de op volle toeren draaiende aggregaten aan. Het beeld op het reusachtige panoramascherm van het superslagschip veranderde plotseling. De duistere wereldruimte spoelde de centrale binnen. De beide zonnen leken op fel gloeiende, scherp afgetekende ogen. Topsid, de centrale planeet van het hagedissenvolk, was in het nachtelijk duister van het universum onder hen verdwenen. 'Peiling!'
Over acht minuten zouden de Arkon-schepen er zijn!
De tastapparatuur van de Kublai Khan had de aanstormende vloot al te pakken.
'Structuurtasterpeiling!' Dat betekende, dat er nog steeds nieuwe schepen uit de hyperruimte kwamen om dat mysterieuze schip, dat de Topsiders wijsgemaakt had, in opdracht van de robotregent te komen, de weg te versperren. 'Radiocontrole . . .?' Rhodan wilde weten of de aanstormende Arkon-ruimteschepen evenals de Topsiders nog steeds niet wisten wie hen overbluft had.
De mannen in de radiocentrale van de Kublai Khan waren echte duivelskunstenaars. Luitenant Jouffre gaf de regent van het zonne-imperium in vijf zinnen uitsluitsel op dit punt.
In alle radioberichten, die ze tot nu toe hadden opgevangen, was geen enkele maal de naam Perry Rhodan of Terra gevallen. De regent van Arkon geloofde veeleer dat een of andere afvallige kolonie van zijn imperium geprobeerd had, profijt te trekken van een brok kennis, dat de Topsiders verwaarloosd hadden. Maar dat was voor de Grote Coördinator niet de voornaamste reden geweest om een reusachtige vloot uit te zenden, maar het feit, dat zijn hyperfrequentie misbruikt was. Alleen al daarom moest Arkon een voorbeeld stellen! En dat de zielloze mammoetcomputer op Arkon 3 wist toe te slaan, had hij al meer dan eens getoond.
'Chef. . .' Het gebeurde niet zo vaak, dat Perry Rhodan zo werd aangesproken, maar nu betekende het: onraad! 'Meer dan twintig superslagschepen vanuit groen honderd zesenvijftig graden!'
De geschutkoepels van de Kublai Khan losten salvo's. Op het panoramascherm werd de zwarte wereldruimte uiteengereten door ragfijne groene, vaalrode en felrode stralen. De Kublai Khan schoot met alle soorten stralen!
Er ontstond een zon. Een superslagschip van Arkon, dat door concentrisch straalgeschut werd getroffen, ging in een atomaire reactie ten onder.
Maar toen barstte het lawaai los rond het Terraschip. In de centrale begonnen de sirenes te gillen. De capaciteit van de afweerschermen was in verhouding tot de omvang van het schip astronomisch groot en toch begrensd, en toen ze even daarvoor getroffen werden door meer dan tien straalschoten, dreigden ze in elkaar te storten.
'Waar blijft de fictiefzender?' riep Bully in de microfoon naar het FZ-station.
Een gesproken antwoord kreeg hij niet. Het plotselinge sirenengegil was antwoord genoeg. De beveiligingsschermen werden weer stabiel. De aanval van de superslagschepen hield plotseling op. 'De helft ontbreekt!' riep een peilofficier.
Rhodan en Bully knikten nauwelijks merkbaar. Alleen de fictiefzender kon hen helpen, dit solide front van Arkonschepen te doorbreken. 'Als het schepen met een robotbemanning zijn, dan kunnen we ons testament wel maken . . .,' foeterde Bully tegen Perry Rhodan. De versnellingswijzer van de Kublai Khan kwam in de buurt van halve lichtsnelheid. Over enkele ogenblikken zouden ze de overgang kunnen maken.
De geschutsopstellingen 35 tot 62 begonnen te vuren. De transformatoren begonnen te gieren, de krachtstations loeiden. De veiligheidsschermen baadden in vlammenzeeën. De Kublai Khan scheen nu zelfs onder de voltreffers op de schermen te wankelen. Dat was natuurlijk onzin, maar zelfs Atlan keek abrupt op en tuurde naar de capaciteitswijzer van het beveiligingsscherm. 97 procent . . .!
'Grote goedheid . . .' Weer een onbeheerste verbaasde uitroep op de peilafdeling. Opnieuw werd door peiling aangetoond, dat een deel van de aanstormende vijandelijke scheepsformaties letterlijk in het niets was verdwenen.
De fictiefzender, het afgrijselijkste wapen, ooit aan mensen in handen gegeven, had weer eens toegeslagen. Het was niet door mensen gecreëerd. De FZ was afkomstig van de kunstmatige planeet Zwerver, waarop hij of het leefde, en behalve op de Kublai Khan was er alleen nog maar een exemplaar op Perry Rhodans vlaggeschip, de Drusus. 0,87 tot overgang!
'Het lukt!' zei Bully halfluid. Naast hem stond Gucky. Die keek hem met zijn grote ogen alleen maar vragend aan. Hij grijnsde allang niet meer met zijn knaagtand, maar hij toonde ook geen angst. De Arkon-schepen hadden zich verzameld voor een massale aanval. De peiling kreeg het niet meer voor elkaar, alle aanstormende formaties kenbaar te maken. Dat léék niet alleen op het einde, dat was het einde!
Meer dan tweeduizend schepen suisden van alle kanten op de vliegroute van de Kublai Khan af.
In de centrale van het Terrasuperslagschip klonken korte kreten. Drie - vier - vijfhonderd stralen, daar waren ze en vernietigden de beveiligingsschermen van de Kublai Khan, maar Rhodans schip bestond nog steeds.
Het tolde nu echter om zijn eigen as! Het was geraakt door meer dan twintig voltreffers. Het FZ-station meldde zich niet meer. Op groen moesten alle kanonnen uitgevallen zijn. De bovenste geschutkoepel was verdwenen. De desintegratorstations meldden een verlies van twintig procent. In het schip gaven sirenes gillend rampalarm. Robots renden rond om reusachtige straallekken af te sluiten.
'Drukcompensatoren uitgevallen . . .'
Dat was maar één van honderden rampmeldingen uit het schip. Snelheid . . . Zelfs Perry Rhodan werd nu bleek. . . Snelheid nog maar 0,48 Licht!
'Verliezen . . . Doden . . . Gewonden . . .'
Een nieuwe melding: 'Sir, een derde deel van de bolrand is verwoest . . .' Opnieuw werd de Kublai Khan getroffen.
Het machinecompartiment werd door een impulsstraal met een doorsnede van dertig meter voor tachtig procent vernietigd! De Kublai Khan was alleen nog maar een torso! 'Schip verlaten!'
Keer op keer herhaalde Perry Rhodan dit bevel.
Maar kwam er überhaupt nog iemand uit dit verwoeste schip? Zou de Kublai Khan niet bij de volgende treffer in een gaswolk veranderen?
'Schip verlaten! Donderkoppen gebruiken! Schip verlaten! Donderkoppen gebruiken!' Perry Rhodan zat als een machine in zijn ligstoel, als een robot, die alleen dit bevel kon uitspreken: 'Schip verlaten! Donderkoppen gebruiken!' Nu begaf het panoramascherm het ook, juist op het moment, dat acht superkrachtige stralen het onderste kwart van de Kublai Khan in een onderdeel van een seconde lieten verdampen.
Het superslagschip draaide al als een tol om zijn as. De invloed van de middelpuntvliedende kracht werd met de seconde groter. Dat betekende, dat de drukcompensatoren bijna niet meer werkten. Bully zat nog steeds naast Perry Rhodan. Naast Bully stond Gucky, en in de laatste stoel zat Atlan, die 10.000 jaar geleden admiraal was geweest.
Ze waren de laatsten in de centrale. Ze konden alleen nog met elkaar praten via de helmradio. En via de helmradio hoorden ze ook een van de laatste rampmeldingen: 'Sir, we hebben maar één donderkop! De andere krijgen we niet meer uit de hangars! De sluizen kunnen niet meer open!'
Bully kreunde onder zijn helm. Donderkoppen hadden een middellijn van zestig meter. De Kublai Khan had een bemanning van 2.000 koppen. De helft kon niet eens in die ene donderkop, waarover ze beschikten!
En toen krompen Bully, Atlan en de muisbever ineen. Rhodan had keihard in de microfoon van zijn helmzender geroepen: 'We kunnen met zijn allen in de donderkop . . .' Ergens klonken luide kreten in het halfverwoeste superslagschip, waarvan de bouw zestien jaar had geduurd. Tenslotte hoorden ze wat er aan de hand was.
De Kublai Khan stond in brand! Maar het was geen normale brand, die uitgebroken was, maar door een ongelukkige samenloop van vele omstandigheden moest er in het energie-accumulatorcompartiment een atoombrand zijn uitgebroken. 'Wegwezen!' beval Rhodan zijn beide vrienden en Gucky. 'Niet spreken! Laat de golflengte vrij voor mij . . .'
Geen enkele anti-zwaartekrachtlift deed het nog. Moeizaam worstelden zij zich via de noodgangen van dek naar dek. Steeds weer gaf Rhodan daarbij instructies via zijn helmzender.
'Laat het schip maar branden. Ik geloof dat dat onze laatste kans is, omdat we anders allang een gaswolk waren! Ga als sardientjes in de donderkop liggen . . . De ene laag op de andere, en het anti-zwaartekrachtveld zwak aan, zodat de ondersten niet platgedrukt worden! Maar laat voldoende ruimte over voor de gewonden! . . .'
Gucky had zich kunnen teleporteren. Hij, die weinig om een normale manier van voortbeweging gaf, bleef nu bij zijn vrienden. Iets anders kwam niet eens in hem op, en Rhodan, Bully en Atlan vonden het vanzelfsprekend, dat Gucky bij hen was.
Het licht begaf het. Dreigend duister omgaf hen. Ze waren nog achthonderd meter van de hangar verwijderd, waar zich bijna tweeduizend mensen in een donderkop met een middellijn van zestig meter persten. Nu drong het pas tot hen door, dat het slagschip nog steeds werd beschoten. Treffer na treffer trof de Kublai Khan, die stampte als een schip op de deiningen en om zijn eigen as draaide, terwijl overal brokstukken van de massieve romp afvielen.
'We redden het niet meer,' hijgde Bully plotseling, rende op Perry toe, hield hem staande en wees naar links in de diepte.
Ze stonden voor een liftkoker. Drie mensen en een muisbever staarden in de diepte. Onder hen raasde de atomaire hel, die onstuitbaar het aangeschoten restant van de Kublai Khan in een nietige zon zou veranderen.
'Doorlopen! Ik denk, dat we alleen nog leven, omdat de Arkoniden denken, dat het schip een vlammenzee is . . .'
Atlan bromde: 'Barbaar, wanneer je eenmaal dood bent, zullen ze je optimisme nog extra moeten doodslaan, anders leeft dat gewoon door!' Op dit moment werd Gucky levendig. 'De laatste mannen zijn net naar binnen, Perry. Ik teleporteer met Atlan, kom terug, neem de dikke mee, en jou het laatst. Okay, baas?' Daarmee gaf Gucky te kennen, dat hij al die tijd contact had gehad met een telepaat bij de donderkop. En voordat Atlan kon protesteren, klemde Gucky zich aan hem vast en verdween met de Arkonide in de teleportatiesprong.
Drie minuten later zat Perry Rhodan in de stuurstoel van de donderkop. Voor zich op het beeldscherm zag hij de wijdopen sluisdeur van de hangar en daarachter de donkere wereldruimte en de scherp afstekende lichtpunten, die hem voor het eerst vol haat aanstaarden, dacht hij.
Op het ogenblik dat de in een wrak veranderde Kublai Khan door een nieuwe voltreffer nog verder uiteengereten werd, schoot de donderkop met een donderend geluid de hangar uit, en Perry Rhodan hoopte, dat de Arkoniden het ruimtevaartuig zouden aanzien voor een wegvliegend stuk schroot van het superslagschip. De motoren in de kleine machinekamer draaiden op volle toeren, maar toch had hij het idee, dat de sloep langzaam wegsloop. De donkere ruimte werd plotseling uiteengereten door vier stralen, die op enkele duizenden kilometers van de ruimteboot sissend voorbij flitsten en even later insloegen in de torso van de Kublai Khan, die een oranjerode vuurbal werd en steeds feller begon te gloeien. 'Je had gelijk, barbaar,' zei de Arkonide en schudde zijn hoofd onder zijn ruimtehelm. Omdat de Kublai Khan zo sprekend op de hel lijkt, hebben mijn landgenoten jullie het genadeschot niet gegeven. Alle duivels, Perry, waar haal je in zulke helse situaties je kennis en je optimisme vandaan?'
Rhodan had zowaar tijd om hem even aan te kijken en bedachtzaam te zeggen. 'Een mens geeft zich pas over, als hij dood is . . .' Opnieuw waarde de dood rond! Een Arkon-ruimteschip had de donderkop ontdekt en gaf hen de volle laag.
Rhodan vloekte, wat hij zelden deed. Hij veranderde met een ruk van richting. Het deed er eigenlijk niet toe, waar hij heen vloog overal loerde de vijand op hen. 'Chef,' riep John Marshall uit, die aan de radio zat, 'er komt net een interessant bericht binnen. Het robotbrein heeft zijn vloot bevolen, het onbekende superslagschip op te brengen naar Arkon om vast te stellen, wie achter deze actie zit!' Bully lachte bitter. 'Eén-nul voor ons, regent! Die ziet . . .! Je bevel kwam te laat.
Achter hen ging het schip, dat in zestien jaren noeste arbeid op aarde gebouwd was, in een vlammenzee onder.
Het laatste bewijsstuk dat de robotregent had kunnen vertellen wie de euvele moed had gehad, zijn hyperfrequentie te gebruiken, om met zijn macht in troebel water te vissen, ging nu in vlammen op. 'Nul komma negen,' piepte Gucky, die de versnellingswijzer van de sloep niet uit het oog had verloren. 'Nog . . .'
Een angstaanjagende desintegratorstraal gleed zonder schade aan te richten langs de donderkop de diepe ruimte in.
'Chef, twee lichte kruisers schijnen ons nu exact gepeild te hebben en nemen…….
Marshalls vermoeden werd werkelijkheid.
Plotseling werd de sloep van twee kanten aangevallen. Perry Rhodan mepte de automaat-schakelaar op 'uit'. Hij bestuurde de dikkop met de hand. Opnieuw zette hij alles op één kaart. Als het hun nu niet lukte, te ontkomen, dan was alles afgelopen ... en de drukcompensatoren van de boot kreunden, toen hij de donderkop met een ruk uit zijn koers haalde, scherp afboog naar 45 groen, opnieuw de automaat aanzette en het aftellen voor de overgang liet beginnen. Maar nog één keer strekte de dood zijn klauwen vol stralen naar hen uit. Hij reet het beveiligingsscherm van de sloep uiteen, brak het in enkele seconden af, maar toen was het al tijd voor de overgang, en beveiligd door hun trillingdemper verdwenen ongeveer 1.700 overlevenden in de reddende hyperruimte.
De actie Topsid had aan tweehonderd drieënveertig mannen van de Solaire vloot het leven gekost. Daar woog het verlies van de Kublai Khan met de onvervangbare fictief-zender niet tegen op. Materiaal kon vervangen worden, mensen nooit!
Maar Atlan had zijn antwoord klaar. Hij begon met een diepe zucht. 'Als we niet veel te snel vergeten hadden, dat mensen belangrijker zijn dan machines, zou Arkon op het ogenblik het universum beheersen. We hebben ons dit op de hals gehaald en verdienen niet beter dan overheerst te worden door een zielloze machine . . . Perry, ben je ervan overtuigd, dat je mannen op Topsid niets over het hoofd hebben gezien?' Hij keek hem afwachtend aan. Perry Rhodan wierp een ernstige blik op de Arkonide.
'Ja, admiraal, ik ben ervan overtuigd, dat er op Topsid geen enkele aanwijzing meer is, die het brein de weg naar de aarde zou kunnen wijzen. Maar straks praten we verder. Ik maak de laatste overgang. Die brengt ons in het zonnestelsel. Klaar, Bully?'
Die stond al bij de kleine boordcomputer en had hem net de vereiste gegevens gevoerd. 'Klaar Perry ... ja, hij staat nu op "vrij"!'
En opnieuw begon het telwerk metaalachtig af te tellen naar de nultijd.
Hypersprong . . . Opnieuw stoffelijk worden . . . Schok en langzaam ontwaken uit een onbeschrijflijke toestand, en een vloek, die zelfs doorgewinterde ruimtevaarders onbekend in de oren klonk. Bully had gevloekt. Gucky keek half verstoord op. Atlan keek de zwaarlijvige man met zijn rode haar verbaasd aan. Rhodan nam zijn vriend van top tot teen op. Iedereen werd bekropen door een onbehaaglijk gevoel, hoewel op het kleine panoramascherm de donderkop de vertrouwde zon al zichtbaar werd.
Ze hadden reden genoeg om opgelucht adem te halen. Maar niemand deed het.
Atlan zei tenminste nog: 'We gaan een mooie tijd tegemoet. . .' Hij was de enige, die iets zei. Voor alle anderen was het voldoende, naar het topje van Bullys rechterduim te kijken.
Hij had zich opnieuw gesneden, en zijn duim bloedde . . .