Inleiding
Allah is alwetend, zegt Mohammad.
Kader Abdolah is onwetend.
Ik heb het boek met veel liefde behandeld, want het was het boek
van het huis van mijn vader en van geliefde mensen die ik
persoonlijk gekend heb.
Als iets in mijn uitleg en verwerking niet klopt, dan is dat te
wijten aan mijn onwetendheid en aan mijn liefde voor het proza van
Mohammad. Ik gebruik de naam Mohammad zoals hij in de Koran
geschreven wordt, en uit respect voor de profeet.
Deze vertaling kunt u zien als een wandeling door de Koran: ik heb
geprobeerd u als lezer mee te nemen naar alle hoeken van het boek.
Er bestaan al vijf vertalingen in het Nederlands. U kunt die
natuurlijk altijd raadplegen. Ik buig mijn hoofd voor de enorme
inspanningen van de vertalers.
Ik heb hun werk altijd gekoesterd, met respect behandeld en het een
mooie plek in mijn bibliotheek gegeven.
Ik moet hier ook een paar dingen bekennen: Het is onmogelijk om de
Koran te vertalen; de schoonheid van Mohammads taal gaat in dat
proces verloren.
Alle zinnen van de Koran zijn suggestief. Je kunt ze op
verschillende manieren vertalen, en je maakt fouten.
Ik beken dat ik veel fouten gemaakt heb. Het kon ook niet anders.
Zonder die fouten kon ik niet door.
Er zijn veel onduidelijkheden in de Koran, maar ik heb er alles aan
gedaan om de teksten een beetje duidelijker te maken. Ik vind het
heel jammer dat ik de oorspronkelijke smaak, de geur en het gevoel
van de woorden van Mohammads vertelling niet aan u kan meegeven.
Toch heb ik een gat in de muur gemaakt waardoor u nu naar de tuinen
van Mohammad kunt kijken. Het doet Kader Abdolah goed dat hij zo
iets van het goddelijke proza van Mohammad aan zijn lezers kan
laten zien. Geniet ervan.
De werkwijze
Ik heb het boek rechtstreeks uit de oorspronkelijke Arabische Koran
van mijn vader vertaald.
Steeds als ik een zin had vertaald, bekeek ik direct vier Perzische
vertalingen en vervolgens de vijf Nederlandse vertalingen.
Daarnaast heb ik de vijfdelige middeleeuwse uitleg van de grote
korankenner Tabari geraadpleegd en als basis gebruikt. Bij alles
wat ik niet begreep, zocht ik naar zijn mening, want zijn oordeel
was altijd puur en oorspronkelijk.
Als ik er dan nog niet uit kwam, pakte ik de telefoon en vroeg ik
mijn bejaarde oom Aga Djan om advies.
Zonder zijn interpretaties en uitleg zou ik verdwaald zijn in het
boek.
Naast hem heb ik ook de oeroude gelovige mannen en vrouwen van de
familie geraadpleegd, de mannen en vrouwen die als oude bomen zijn,
bomen die bij harde wind als eerste op de grond zullen vallen.
Ik dank hen, ik dank hen voor hun grote harten.
De volgorde van de hoofdstukken, de soera’s.
In de Koran komen vele herhalingen voor.
Dat hoort bij het karakter van het boek. De Koran is een
vertelling, en hij was bedoeld voor de analfabete mensen. De
herhaling was noodzakelijk in die tijd.
Hoewel ik veel herhalingen heb weggehaald, bleef een deel van de
herhalingen onvermijdelijk.
Ik heb een viertal buitengewone beslissingen genomen.
Mohammad heeft twee soorten vertellingen of soera’s.
De eerste zijn de vertellingen ontstaan tijdens zijn verblijf in
Mekka en de tweede zijn de vertellingen ontstaan tijdens zijn
verblijf in Medina.
Er zijn tweeëntachtig soera’s uit Mekka en tweeëndertig uit
Medina.
De samenstellers van de Koran hebben alle soera’s door elkaar
gehaald, zodat de historische volgorde verdwenen is. Daardoor
ontstaat er een soort chaos in het boek, maar die chaos creéert wel
een goddelijke sfeer.
Ik heb de soera’s terug in hun historische volgorde gezet, opdat we
de ontwikkeling van Mohammad en zijn Koran beter kunnen volgen.
Daarnaast heb ik voor de meeste soera’s een inleiding geschreven om
de weg naar de kern van de tekst makkelijker te maken. Omdat de
vertaling van de Koran op deze manier alleen hier mogelijk was, heb
ik voor het eerst in 1400 jaar het boek van een andere omslag
voorzien: een mooie roodbruine Hollandse tulp.
Om de nieuwe identiteit van het boek te onderschrijven, heb ik vijf
elementen toegevoegd die aan het begin van elke soera staan: de
koe, de tulp, de windmolen, de regen en de klomp. (NB waren niet te
scannen, staan er dus niet bij)
Ter vereeuwiging van mijn proza, heb ik een soera aan de Koran
toegevoegd, soera 115.
Ik wil meteen bekennen dat mijn werk in de lijn van de oude
Perzische literatuurtraditie ligt. Grote Perzische meesters als
Hafez, Saadi, Khayam en Rumi hebben de Koran elk op hun
eigenzinnige manier.
Tot slot.
De Koran is de afgelopen veertienhonderd jaar de inspiratiebron
geweest van de grote oosterse dichters, schrijvers en architecten.
De wortels van de gehele Arabische en oosterse literatuur liggen
diep in dit boek.
De Nederlandse vertaling van de Koran kan op haar beurt een
bijdrage leveren aan de Nederlandse literatuur. Tot nu toe hebben
de Nederlandse schrijvers, dichters en kunstenaars hun inspiratie
in de Bijbel gezocht, nu mogen ze de Koran erbij pakken. Het is een
oud en geheimzinnig oord voor hen.
Het proza van deze vertaling is het proza van Mohammad ebne
Abdollah en Kader Abdolah samen. Het is anders dan wat men gewend
is in de Lage Landen.
Ik wens u een goede reis door de Koran en door het boeiende leven
van Mohammad.
Lees, en bewonder het.
Dat Mohammad ebne Abdollah blij moge zijn met deze
vertaling.
Met ontzag en trots.
Kader Abdolah
N A M E N L I J S T
(Staat achterin het boek, maar voor E-readers handig om eerst te
lezen)
Ik gebruik bewust de ene keer de spelling van namen zoals ze in
de Koran voorkomen en dan weer de spelling van namen zoals ze
in de Bijbel voorkomen.
In onderstaande lijst zet ik voor het begrip van de lezer
de schrijfwijze van een aantal namen uit de Koran naast die
van de Bijbel.
Ajoeb
Job
Dawoed David
Edris
Henoch
Elias
Elia
Emran Anna
(moeder van Maria)
Ghabiel Kain
Habiel
Abel
Haroen
Aaron
Hud
Eber
Ibrahim
Abraham
Isa
Jezus
Ishaaq
Isaäk
Ismaiel
Ismael
Jahja
Johannes (Iahja wordt in de Koran ook een enkele
keer gebruikt voor Jezus)
Jakoeb
Jakob
Joenes Jona
Joesef
Jozef
Lajja
Lea
Loet
Lot
Medin
Midjan
Noeh
Noach
Oria
Uria
Rahil
Rachel
Saba
Sheba
Saleh
Shelah
Shoeib Jetro
Soleiman Salomo
Taloet
Saul
Zakkaria Zacharias
Zolkafl
Ezechiél