Dankwoord
Ook bij mijn derde uitstapje naar het denkbeeldige Fahlenberg ben ik begeleid door vrienden en assistenten die ik op deze plaats hartelijk dank voor hun steun.
In de eerste plaats dank aan mijn vrouw en belangrijkste lezeres Anita voor de ontelbare brainstormsessies tot in de vroege uurtjes en haar geduld met een man die het grootste deel van zijn tijd doorbrengt met fictieve personen.
Verder dank ik mijn agent, Roman Hocke, die me op een belangrijk moment heeft bijgestaan, evenals Rainer Wekwerth, het levende bewijs dat je echte vrienden op elk moment van de dag of nacht kunt opbellen.
Kirsten en Markus Naegele, Kristof Kurz en het voltallige team van Heyne kan ik alleen maar opnieuw bedanken voor de vruchtbare en vriendschappelijke samenwerking. Bij hen voel je je als auteur in de allerbeste handen. Dat geldt ook voor Heiko Arntz, die ook deze keer zijn rode ballpoint precies op de goede plekken heeft gebruikt, belangrijke vragen heeft gesteld en die liet zien dat hij een fijne neus heeft voor dit verhaal.
Verder geldt mijn dank iedereen die me ondanks overvolle agenda’s en andere verplichtingen bereidwillig en geduldig heeft ondersteund bij mijn onderzoek. Het kader van dit dankwoord is te klein om hier iedereen afzonderlijk te noemen, maar dat maak ik goed met een barbecue in de tuin van huize Dorn. Beloofd.
Bovendien dank ik Albert Schöffel, die me uitvoerig heeft geïnformeerd over de verschillende functies van bewakingssystemen. Voor kunstzinnige vrijheden en inhoudelijke fouten ben ik als enige verantwoordelijk.
Bovendien dank ik de ‘Club der fetten Dichter’ alsmede Rainer Zahn, Marianne en Andreas Eschbach, Cecilia Perucci, Luca Crovi en Dario Argento. Elk van deze ontmoetingen was en is inspirerend.
Mijn grootste dank echter geldt u, beste lezers en lezeressen. Zonder u waren mijn boeken slechts bedrukt papier. Pas in uw handen komen verhalen tot leven.
Wulf Dorn
April 2011