40

Inspecteur Sly krijgt zijn man te pakken

Sidney had alweer op de bel gedrukt.

De stewardess haastte zich door het gangpad en boog haar Max Factor-gezicht naar Sidney toe.

“We hebben vertraging in verband met een technisch mankement, meneer,” loog ze. “Blijf alstublieft op uw plaats zitten.”

“Maar we staan al meer dan een uur aan de grond. Wat voor technisch mankement?”

“Ze weten wel wat ze doen, Sidney,” zei Ruth. Deze milde terechtwijzing van Ruth verbaasde Sidney; het maakte hem ook bang. Hij herinnerde zich dat Ruth gisteren niet met hem had willen vrijen en dat ze de telefoon tegen zijn zin had aangenomen. Verdere aanwijzingen voor Ruths rebellie waren er nog niet geweest – tot op dit moment.

“Ze weten duidelijk niet wat ze doen, Ruth; ze klungelen maar wat aan. Ik ga het vliegtuig uit, nu meteen!”

“Alstublieft, meneer, we hebben de opdracht gekregen om niemand van boord te laten,” zei de stewardess. Zweetparels drongen door haar make-uplaag heen. Er ontsnapte een lok uit haar wrong. Ze zag er nu menselijk uit, als iemand van vlees en bloed, in plaats van een etalagepop. Een grote, lijvige man bewoog zich zijwaarts door het smalle gangpad. Inspecteur Sly had zijn man bijna te pakken. De stewardess wees naar Sidney en deed een stap opzij om het recht zijn loop te laten.

“Sidney Lambert? Recherche: inspecteur Sly. Gaat u alstublieft met me mee en stel geen vragen over het hoe, wat en waarom. Ik ben een druk bezet man, dus laten we maar niet ingaan op de bijzonderheden. Sta op en kom mee.”

Sidney zei: “Hoe? Wat? Waarom?”

Ruth zei: “Ze weten het van de ring, Sid!” Ruth deed haar nieuwe gouden ring met de diamant af en overhandigde hem aan inspecteur Sly, die hem eens ronddraaide, “Aardig dingetje” zei en hem tot haar verbazing weer teruggaf.

“Het heeft zeker te maken met Coventry?” zei Sidney, toen hij en Sly onder politie-escorte het vliegtuig stommelend via de aluminium trap verlieten.

“Ja,” zei Sly. “Ik neem je in hechtenis en zal je net zo lang onder handen nemen tot je me vertelt waar Coventry zich schuilhoudt. Ik heb volgende week een paar dagen verlof en ga vogels observeren in Norfolk. Ik wil deze zaak opgelost en in kannen en kruiken hebben voor ik mijn verrekijker inpak.”

Sidney rilde in zijn dunne witte kleding. Na Portugal leek Engeland saai en grauw; het beroerde weer was in een van zijn onbestemde buien: een beetje koud, een beetje nat, een beetje mistig, al met al een beetje deprimerend. Terwijl ze over de landingsbaan liepen, keek Sidney naar de gesloten Engelse gezichten om hem heen. Ze lijden in Engeland allemaal aan seksuele verdringing, dacht Sidney, zich tijdelijk van zijn landgenoten distantiërend.

“Wat gaat er met mijn vrouw gebeuren?” vroeg hij aan Sly.

“Sid, beste jongen, ik weet het niet en het kan me niet schelen ook. Ze zal wel naar huis teruggaan, naar de Midlands, of in de buurt blijven hangen om op jou te wachten, denk je ook niet?”

“Het enige wat ik u over Coventry kan vertellen is dat ze in Londen zit,” zei Sidney.

Sly vroeg: “Bedoelt u daarmee Londen of Groot-Londen? Misschien kunt u me beter meteen het adres geven. Laat de postcode maar zitten.”

Toen ze het luchthavengebouw binnengingen, zocht Sidney naar zijn sigaretten en vervloekte vervolgens zijn ijdelheid, die hem ertoe had gebracht om een strakke broek en een overhemd zonder zakken te kopen. Sly merkte Sidneys agitatie op.

“U bent een roker, meneer Lambert?”

“Ja, hebt u er eentje?”

“Nee, meneer Lambert, ik ben een fervent tegenstander van roken.”

Sly was in zijn element. Die heb ik er zo onder. Een paar uurtjes zonder nicotine en het is bekeken.