De Sarah Ferguson-Kwestie

JULI 1986

Donderdag 17 juli

Ik word er doodziek van overal te lezen hoe knap prins Andrew is. In mijn ogen ziet hij er eerder uit als een van die mafkezen die op school leren metselen en pleisteren. Zijn nek heeft iets wat schreeuwt om een stapel bakstenen. En dan die grote genadeloze witte tanden! Het idee dat die aan Fergie’s hulpeloze nek knabbelen, doet me huiveren. Sommige vrouwen houden van lange, goedgebouwde mannen, die in helikopters vliegen en huizenhoge bankrekeningen en gouden Coutts Cards hebben. Maar persoonlijk denk ik dat Fergie zichzelf vergooit aan hem. Juffrouw Sarah Ferguson is geboren om de vrouw van Adriaan Mole te worden. Ik heb haar dat geschreven en haar gesmeekt van gedachten te veranderen voor 23 juli. Tot nu toe heb ik geen antwoord gehad. Ze zal het wel erg moeilijk hebben met de keuze: rijkdom, pracht en praal en publiciteit met prins Andrew, of armoede, zelfbespiegeling en gedichten beluisteren met Adriaan Mole—geen gemakkelijke keuze.

Sarah Ferguson, o Sarah Ferguson, jouw naam doet mij bijkans wenen. Trouw niet met Andy met zijn kromme benen. Kom, kom naar Leicester. Trouw met mij! Verlaat het paleis. Neem een taxi uit de rij. Ik wacht op je aan het einde van de snelweg. Dan stel ik je voor aan mijn ouders en vrinden. Jij en de hond zullen het vast goed kunnen vinden.

Vrijdag 18 juli

Vandaag weer geen brief van Sarah Ferguson. Ik heb Buckingham Palace opgebeld, maar de (vast gepruikte en gepoederde) lakei weigerde me met haar door te verbinden. Hij zei: ‘Juffrouw Ferguson neemt geen telefoontjes aan van onbekenden.’ Ik zei: ‘Hoor es, beste man, ik ben geen onbekende voor juffrouw Ferguson. Wij zijn zielsverwanten.’ Ik weet het niet zeker maar ik had kunnen zweren dat de lakei ‘Lik me reet’ mompelde voor hij de hoorn op de haak gooide. Er zit niets anders op dan naar Buckingham Palace gaan en haar persoonlijk in levenden lijve confronteren. Ik heb een telegram gestuurd naar mijn rossige geliefde.

Sarah, ik kom naar je toe. Ontmoet me bij het hek van het paleis om twaalf uur.

Jouw onverminderd, hartstochtelijk liefhebbende geliefde, Adriaan Mole (18¼)

P.S. Ik zal een zonnebril dragen en een plastic Marks en Spencer draagtas.

Zaterdag 19 juli

BUCKINGHAM PALACE, 1.30 UUR ‘S-MIDDAGS

Ze is niet gekomen. Ik vroeg aan een politieagent te paard of Sarah thuis was. Hij zei: ‘Ja, ze krijgt binnen wuifles van de koningin-moeder.’ Ik vroeg of hij haar een briefje van mij wilde geven, maar hij werd afgeleid door een bus vol opgewonden Japanse toeristen die zijn paard opmaten en zijn bijzonderheden noteerden. Ze zullen hem wel gaan namaken en de wereld overspoelen met goedkope politiepaarden. Wij Engelsen leren het toch ook nooit!

Per trein keerde ik terug naar de grauwe provincie. Een dikke oude vrouw hield een non-stop monoloog over haar plannen voor de koninklijke trouwdag. Ik wilde haar toeroepen: ‘Jij, oud dik stom wijf, je zult de 23ste naar een leeg scherm zitten kijken want er zal geen koninklijk huwelijk plaatsvinden. Dus zeg je bestelling van twee dozijn gebakjes en het krat met allerlei soorten priklimonade maar gauw af.’ Dat had ik graag willen roepen, maar natuurlijk deed ik het niet. De mensen hadden vast gedacht dat ik een of andere krankzinnige puber was die geobsedeerd was door Sarah Ferguson, en ik ben natuurlijk niets van dat alles.

Zondag 20 juli

Sarah heeft mijn brief nog steeds niet beantwoord. Misschien had ze toevallig geen postzegels meer.

Maandag 21 juli

Ik vroeg aan de postbode of er iets voor mij bij was van Buckingham Palace. Hij antwoordde: ‘Hallo, heeft Ted Hughes de geest gegeven? Word jij nu de volgende hofdichter? En zo ja, mag ik je dan van harte gelukwensen?’

Geen wonder dat Engeland naar de bliksem gaat met ambtena ren van dat kaliber.

7 uur ‘s-avonds Pandora Braithwaite belde vandaag uit Leningrad.

Ik vroeg haar hoe het met haar Russisch ging. Ze zei: ‘O ver bazend goed. Ik heb vanmorgen in een knollen-queue deelgenomen aan een heel stimulerend debat. Arbeiders en intellectuelen discussieerden over de onderliggende symboliek in De kersentuin. Ik debiteerde de mening, in het Russisch natuurlijk, dat de kersen stonden voor de patriarchale ballen van Moedertje Rusland, en bewees daarmee dat Tsjechov biseksueel was.’

Ik vroeg hoe de verzamelde genieën in de knollen-queue had den gereageerd op haar analyse. Pandora zei: ‘O, ze begrepen er geen barst van, die stomme boeren!’ De lijn werd zwakker dus schreeuwde Pandora: ‘Adriaan, neem het koninklijke huwelijk voor me op de video op, lieveling.’ Toen werd de verbinding verbroken en had Pandora mij verlaten.

Dinsdag 22 juli

Mijn Sarah stond vanmorgen op de voorpagina van de krant met een heel indecente blote jurk aan. Die stomme Andrew stond ongegeneerd in haar decolleté te loeren. Wanneer Sarah mijn vrouw is zal ik erop staan dat ze de knoopjes van haar vest tot bovenaan dicht doet. Hierin ben ik het helemaal met de moslims eens.

Geen brief. Geen hoop meer. Morgen is het huwelijk. Ik zal er niet naar kijken. Ik zal op straat rondzwerven, zwelgend in mijn wanhoop. O God! O Sarah!

Woensdag 23 juli

MIJN SARAHS TROUWDAG

Sarah! Sarah! Sarah!

Vanmorgen snikte ik zo lang in mijn kussen dat de veren aan elkaar vastplakten en klonten vormden als stukjes dode kip.

Uiteindelijk stond ik op, kleedde mij in het zwart en nam een eenvoudig maar voedzaam ontbijt tot mij. Mijn moeder kwam naar beneden en zei door de sigarettenrook heen: ‘Wat is er met je gezicht aan de hand?’

Ik antwoordde zachtjes: ‘Ik ben diep wanhopig, moeder.’

‘Hoezo, spelen je aambeien weer op?’ Ze kuchte.

Ik verliet de keuken terwijl ik mijn hoofd medelijdend heen en weer schudde en zei sotto voce: ‘Heer, vergeef de filistijnen waar ik bij woon, want zij weten niet wat ze zeggen.’ Mijn vader hoorde het en zei: ‘O, heeft hij tegenwoordig ook nog last van godsdienstwaanzin?’

Ik passeerde oma, die op weg was naar ons huis. Ze droeg een dienblad vol petit fours met de letters FA erop. Oma had haar nette kleren aan; haar hoed wiegde van de exotische, lang uitgestorven vogelveren, ze droeg net-handschoenen en een broche van een vossenklauw. Ze was in haar knollentuin. Ze riep uit: ‘Ha, Adriaan, schatje, krijgt oma geen kusje van je?’ Ik gaf een zoen op haar verweerde wang en liep door voor ze de tranen in mijn ogen kon zien. Ze riep me schor na: ‘Een mooie koninklijke huwelijksdag, Adriaan.’

Ik kwam langs de Co-op waar de vlag ondersteboven hing en langs de Sikh tempel waar hij goed hing. Ik kocht een herinneringsbeker met Andy en Fergie erop en maakte prins Andrews gezicht zwart met een viltstift. Daarna ging ik bij het kanaal zitten, zette wat bloemen in de beker en schreef nog een laatste brief aan Sarah:

Lieve prinses Sarah,

 

Je zult wel gauw genoeg krijgen van het misbaksel waar je mee ge trouwd bent (hij ziet eruit als iemand die al het beddengoed naar zich toe trekt). Zodra je ook maar het kleinste beetje weerzin voelt, denk er dan aan dat ik hier in Leices ter op je zit te wachten. Ik kan je geen rijkdom beloven (al heb ik 159 pond en 57p in de Market Harborough Building Society), maar ik kan je intellectuele conversatie bieden en mijn lichaam, dat vrijwel onbevlekt is en jaren jonger dan dat van je echtgenoot.

Nou Sarah, ik zal je niet langer ophouden want ik neem aan dat je echtgenoot op zijn lompe manier aandacht vraagt. Ik verblijf, mevrouw,

 

Uw nederigste en gehoorzaamste dienaar,

Adriaan Mole.