8
DE KRACHTDAGEN
In het verleden, toen de mensen nog met de natuur leefden, hadden de wisselingen van de seizoenen en de maandelijkse cyclus van de maan een diepgaande invloed op de religieuze ceremoniën. Omdat men de maan zag als symbool van de Godin, vonden vererings- en magische ceremoniën in haar licht plaats. De komst van de winter, de eerste tekenen van de lente, de warme zomer en de komst van de herfst hadden ook ieder hun eigen ritueel.
Wicca is de erfgenaam van de voorchristelijke volkstradities in Europa. Wicca viert nog steeds de volle maan en de veranderingen van de seizoenen. De religieuze kalender van wicca telt dertien volle maanvieringen en acht sabbats voor de krachtdagen.
Vier van deze dagen (of liever gezegd: nachten) worden bepaald door de zonnewendes en -eveningen,9 de astronomische beginpunten van de seizoenen. De vier andere feesten zijn gebaseerd op oude volksfeesten (en, tot op zekere hoogte, de vieringen uit het oude Midden-Oosten). De rituelen geven structuur en regelmaat aan het wiccajaar en herinneren ons aan de eindeloze cyclus die door zal gaan, lang nadat wij er niet meer zijn.
Vier van de sabbats – misschien wel degene die het langst zijn
9 Sporen van deze oude gewoontes zijn zelfs te vinden in het christendom. Pasen vindt bijvoorbeeld plaats op de zondag na de eerste volle maan na de lente-evening, een nogal ‘heidense’ manier om de datum voor een kerkelijk feest te bepalen.
gevierd – waren waarschijnlijk verbonden met de landbouw en de drachttijd van dieren. Het zijn imbolc (2 februari), beltane (30 april), lughnasadh (1 augustus) en samhain (31 oktober). Onder wicca’s worden deze Keltische namen veel gebruikt, al zijn er ook andere benamingen.
Toen men vanuit een zorgvuldige bestudering van de hemel het astronomische jaar leerde kennen, nam men de zonnewendes en -eveningen (rond 21 maart, 21 juni, 21 september en 21 december) op in deze structuur.
Wie begon op deze tijden te vereren en kracht op te roepen? Deze vraag is niet te beantwoorden, maar deze gewijde dagen en nachten liggen aan de wortels van de 21 wiccavieringen. Veel van deze vieringen hebben in een wereldse of kerkelijke vorm de tand des tijds overleefd. Meivieringen, Allerheiligen en zelfs het Amerikaanse Thanksgiving (de laatste donderdag in november, oorspronkelijk een oogstfeest) zijn allemaal verbonden met oude heidense vieringen. Binnen de Katholieke Kerk zijn sterk gekerstende versies van de sabbatvieringen behouden gebleven.
De sabbats zijn zonnerituelen die de belangrijkste punten in de jaarlijkse zonnecyclus markeren. Zij vormen slechts de helft van het rituele wiccajaar. De esbats zijn de vollemaansvieringen van wicca. Dan komen we samen om ‘Zij die is’ te vereren. Wicca slaat op esbats de God niet over, want meestal worden bij alle rituele gelegenheden beiden vereerd.
Er zijn jaarlijks twaalf tot dertien volle manen, steeds om de 28 1/4 dag. De maan symboliseert de Godin en is een bron van energie. Daarom doen wicca’s na de religieuze aspecten van esbat vaak aan magie, waarbij ze gebruik maken van de grotere hoeveelheden energie die volgens hen dan aanwezig zijn. Sommige van de oude heidense vieringen zijn door de christelijke overheersing ontdaan van hun gewijde kwaliteit en zijn in onbruik geraakt of verwaterd. Samhain is overgenomen door de Amerikaanse snoepfabrikanten en yule, eens een van de meest heilige heidense dagen, wordt grootschalig commercieel uitgebuit. Zelfs de latere echo’s van de geboorte van de christelijke Heiland worden overstemd door het gerinkel van de kassa’s.
Maar de oude magie van deze dagen en nachten is niet verdwenen en wicca viert dit. De rituelen verschillen enorm, maar hebben allemaal te maken met de Godin en de God en ons thuis, de aarde. Zowel om praktische redenen als vanwege de magische sfeer vinden de meeste vieringen ’s nachts plaats. De sabbats zijn gericht op de zon en passen daarom beter rond het middaguur of bij zonsopkomst, maar dit is tegenwoordig een zeldzaamheid.
De sabbats verhalen van de Godin en de God, van hun relatie en het effect ervan op de vruchtbaarheid van de aarde. Er zijn veel varianten op deze mythe en hier volgt een vrij bekende versie, verweven met enkele basisbegrippen van de sabbats. De Godin geeft op yule (omstreeks 21 december) geboorte aan een zoon, de God. Dit is niet gebaseerd op het christendom. De winterzonnewende is vanouds een tijd voor goddelijke geboortes. Mithras was volgens de overlevering in deze tijd geboren. De christenen hebben dit gebruik in 273 overgenomen en aangepast.
Yule is de tijd van de grootste duisternis en is de kortste dag van het jaar. Vroege volkeren merkten dit op en smeekten de natuurkrachten om de dagen weer te lengen en de nachten korter te maken. Wicca’s vieren yule soms net voor de zon opkomt en zien de zon dan opkomen als kroon op hun werk. Daar de God ook de zon is, is dit ook de tijd waarop de zon wordt wedergeboren. In wicca ontsteekt men kaarsen of steekt men vuren aan om de terugkeer van het licht van de zon te vieren. De Godin slaapt ’s winters en rust uit van haar bevalling. Yule is het overblijfsel van oude riten om het einde van de winter te bespoedigen zodat de lente weer gauw zou komen om in al haar overvloedigheid voor voedsel te zorgen. Voor de hedendaagse wicca herinnert yule ons eraan dat het uiteindelijke resultaat van dood wedergeboorte is. Dit is een troostrijke gedachte in deze onzekere en onrustige tijden (zie hoofdstuk 9 ‘De spiraal van wedergeboorte’).
Imbolc (2 februari) viert het herstel van de Godin na het baren van de God. Het lengen van de dagen wekt haar. De God is een levenslustige jongen en zijn kracht is te voelen in het lengen van de dagen. De warmte maakt de aarde (de Godin) vruchtbaar, doet zaden uitkomen en ontspruiten. Het prille begin van de lente is daar.
Dit is na het naar binnen gekeerde winterleven een sabbat van reiniging onder invloed van de vernieuwende kracht van de zon. Het is ook een licht- en vruchtbaarheidsfeest, dat ooit in Europa werd gevierd met enorme vuren, toortsen en andere vormen van vuur. Vuur staat hier evenzeer symbool voor onze eigen verlichting en inspiratie als voor licht en warmte.
Imbolc staat ook bekend als het feest der toortsen, oimelc, lupercalia, feest van Pan, sneeuwklokjesfestival, feest van het wassende licht, de dag van Brigid en waarschijnlijk nog veel meer namen. Sommige vrouwelijke wicca’s volgen de oude Scandinavische gewoonte om op het hoofd een kroon van brandende kaarsen te dragen, maar de meeste wicca’s dragen hun kaarsen tijdens hun invocaties in de hand.
Dit is een van de traditionele tijden voor initiatie in een coven. Ook voor zelfinwijding, zoals het ritueel beschreven in hoofdstuk 12, kan in deze tijd worden verricht of vernieuwd.
Ostara (omstreeks 21 maart) is de lente-evening. Lenterituelen en de dag van Eostra markeren de eerste echte lentedag. De energieën van de natuur verschuiven subtiel van de trage winter naar de uitbundige en naar buiten tredende lente. De Godin is nu helemaal wakker en werpt een deken van vruchtbaarheid over de aarde, de God rekt zich uit en groeit naar volle wasdom toe. Hij loopt in de groene velden en verheugt zich in de uitbundigheid van de natuur.
Tijdens ostara zijn de dag en de nacht even lang. Het licht neemt het over van de duisternis, de Godin en de God sporen de dieren van de aarde aan om zich te vermenigvuldigen.
Dit is de tijd om iets nieuws te beginnen, een tijd van actie, het planten van toverspreuken voor toekomstig gewin en om rituele tuinen te verzorgen.
Beltane (30 april) markeert het volwassen worden van de jonge God. Aangewakkerd door alle energieën in de natuur, begeert hij de Godin. Ze worden verliefd, liggen tussen de bloemen in het gras en verenigen zich. De Godin wordt zwanger van de God. Wicca’s vieren het symbool van haar vruchtbaarheid in rituelen.
Beltane (ook bekend als de meiviering) is altijd een dag van feesten en rituelen geweest. Meipalen, fallische symbolen bij uitstek, stonden centraal in de oude Engelse dorpsrituelen. Veel mensen stonden bij het ochtendgloren op om bloemen te plukken en groene takken uit tuinen en velden te halen om de meipaal, hun huis en zichzelf te versieren.
De bloemen en groene takken symboliseren de Godin, de meipaal de God. Beltane geeft de terugkeer aan van vitaliteit, van passie en hoop die in vervulling is gegaan.
Wicca’s maken soms gebruik van meipalen in beltanerituelen, maar de ketel is een meer gebruikt symbool binnen de ceremonie. De ketel vertegenwoordigt natuurlijk de Godin – de essentie van het vrouw-zijn, het einde van alle verlangens, gelijk maar tegengesteld aan de meipaal, het symbool van de God.
Midzomer, de zomerzonnewende (omstreeks 21 juni) is ook bekend onder de naam litha. Op deze dag hebben de krachten van de natuur hun hoogtepunt bereikt. De aarde is overspoeld met de vruchtbaarheid van de Godin en de God.
In het verleden sprong men over het vuur om de vruchtbaarheid te stimuleren en vanwege de reinigende werking, gezondheid en liefde. Het vuur staat weer voor de zon, die op deze langste dag wordt vereerd.
Midzomer is een klassieke tijd voor alle soorten magie.
Lughnasadh (1 augustus) is de tijd van de eerste oogst als de lenteplanten vergaan en hun vruchten of zaden laten vallen, zowel voor ons om te gebruiken als om een nieuwe oogst zeker te stellen. Mystiek gezien verliest de God zo zijn kracht, terwijl de zon elke dag dieper in het zuiden zakt en de nachten langer worden. De Godin beziet het vol verdriet en ook vreugde, want ze realiseert zich dat de God sterft, maar als kind in haar leeft.
Lughnasadh staat ook bekend als het feest van het brood, oogstfeest of lammas en werd niet altijd precies op 1 augustus gevierd. Het viel oorspronkelijk samen met de eerste oogst.
Terwijl de zomer verstrijkt, gedenken wicca’s in het voedsel dat ze eten de warmte en de overvloed. Elke maaltijd is een daad van afstemming op de natuur en van herinnering dat niets in de natuur ooit constant is.
Mabon (omstreeks 21 september) is de herfstevening en de voltooiing van de oogst die met lughnasadh aanving. Dag en nacht zijn weer gelijk, in evenwicht als de God zich klaarmaakt om zijn fysieke lichaam te verlaten en het grote avontuur in het ongeziene aanvangt, op weg naar vernieuwing en wedergeboorte vanuit de Godin.
De natuur verliest krachten en trekt haar overvloed terug, klaar voor de winter en de rusttijd. De Godin knikt in de zwakkere zon, maar het vuur brandt in haar baarmoeder. Ze voelt de aanwezigheid van de God zelfs als hij tanende is.
Met samhain (31 oktober) neemt de wicca afscheid van de God. Dit afscheid is slechts tijdelijk. De God gaat niet gehuld in eeuwige duisternis, maar bereidt zich voor op zijn wedergeboorte uit de Godin als yule daar is.
Samhain staat ook bekend als het feest der doden, Allerheiligen en het feest der appels en was ooit een tijd van offers. In sommige streken werden dan de dieren geslacht om zeker te zijn van voedsel in het hartje van de winter. De God – geassocieerd met de dieren – viel eveneens om ons voortbestaan zeker te stellen.10 Samhain is een tijd van overdenking, van terugblikken op het voorbije jaar, van het accepteren van dat ene fenomeen van het leven waarover we geen controle hebben – de dood.
De wicca voelt dat in deze nacht de scheiding tussen de fysieke en de spirituele wereld dun is. Wicca’s herinneren zich hun voorouders en allen die hen zijn voorgegaan.
Na samhain vieren de wicca’s yule en is het wiel van het jaar één keer helemaal rondgedraaid.
In dit verhaal zijn mysteriën verscholen. Waarom is de God de zoon en daarna de minnaar van de Godin? Dit is geen incest, maar symbolisch. In dit op de landbouw gerichte verhaal (een van de vele wiccamythen) wordt de altijd veranderende vruchtbaarheid van de aarde uitgebeeld in de Godin en de God. De mythe spreekt over het mysterie van geboorte, dood en wedergeboorte. Het verhaal viert de wonderbaarlijke aspecten en de prachtige effecten van liefde en eert de vrouw die zorgt dat ons ras blijft voortbestaan. Het wijst ons er ook op hoe afhankelijk wij zijn van de aarde, de zon en de maan en hoe groot het effect van de seizoenen is op ons dagelijkse leven.
Voor boeren vertegenwoordigt het spel tussen de Godin en de God in een mythische cyclus de zorg voor ons voedsel. Zonder voedsel zouden we allemaal sterven. Voedsel is ten diepste verbonden met het hogere. Wicca ziet ook voedsel als een mani
10 Vegetarische wicca’s houden waarschijnlijk niet zo van dit deel van de samhainsymboliek, maar het is traditioneel. Wij offeren uiteraard geen dieren in onze rituelen, waarin we de dood van de God symbolisch vieren.
festatie van de goddelijke energie.
Zo stemmen wicca’s zich af op de aarde en het hogere door de sabbats te eren. Ze bevestigen hun aardse wortels. Door’s nachts bij volle maan rituelen te vieren, versterken ze eveneens in het bijzonder hun band met de Godin.
Het is een wijze wicca die de sabbat en de esbat in ere houdt, want dit zijn de tijden van symbolische en echte kracht. Het op de een of andere manier eren ervan – wellicht in riten die lijken op de suggesties in het Schaduwboek der staande stenen – is een integraal onderdeel van wicca.