7
DE MAGISCHE CIRKEL EN HET ALTAAR
De cirkel, magische cirkel of magische bol is een niet-fysieke, maar duidelijk omschreven tempel. Wicca maakt tegenwoordig voor rituelen en magisch werk veel gebruik van een cirkel, opgebouwd vanuit persoonlijke kracht.
De magische cirkel is zeer oud. De Babylonische magie maakte gebruik van vormen ervan. Ceremoniële magiërs uit de Middeleeuwen en Renaissance maakten er gebruik van, evenals verschillende indianenstammen, zij het misschien om andere redenen.
Er bestaan twee belangrijke vormen van de magische cirkel. De ceremoniële magiërs van vroeger (en van vandaag) gebruikten de cirkel ter bescherming van de aangeroepen krachten. In wicca gebruikt men de cirkel om een heilige ruimte te creëren voor de ontmoeting met de Godin en de God.
In het voorchristelijke Europa vonden alle religieuze vieringen buiten plaats. Het waren vieringen ter ere van de zon, de maan en de sterren en de vruchtbaarheid van de aarde. De staande stenen, de steencirkels, de heilige bossen en de bronnen van Europa zijn overblijfselen van de dagen van weleer.
Toen de nieuwe en machtige kerk de heidense4 rituelen verbood, gingen ze ondergronds. Niet langer hoorden de weidevelden de klanken van stemmen die de oude namen van de
4 Pagan (heiden) wordt in het Engelse taalgebied gebruikt als een soort geuzennaam die in tegenstelling tot ons begrip ‘heidens’ met ere gedragen en met een hoofdletter geschreven wordt. Waar in de tekst verwezen wordt naar de hedendaagse stroming van die naam, wordt het woord paganistisch gebruikt. Zie ook de woordenlijst. (noot vertaler)
zonnegoden chantten en de maan aan de nachtelijke hemel werd niet aanbeden.
De volgelingen omkleedden hun rituelen met een waas van geheimhouding. Sommigen beoefenden ze buiten enkel nog in de bescherming van de duisternis, anderen hielden de rituelen binnenskamers.
Helaas heeft wicca de laatste gewoonte gevolgd. Voor velen zijn buitenrituelen nieuw, een prettige onderbreking van de conventionele huisgebonden riten. Ik noem dit ‘huiskamerwicca’. Hoewel de meerderheid der wicca’s hun religie binnen uitoefent, zijn hun rituelen ideaal om uit te voeren in het licht van de zon of de maan, op woeste en eenzame plekken, ver weg van de platgetreden paden.
Niet dat dit makkelijk is. Traditionele wiccarituelen zijn complex en maken meestal gebruik van een groot aantal attributen. Daarbij is het moeilijk privacy te vinden en bestaat de angst gezien te worden. Waarom deze angst?
Er bestaan in andere opzichten verantwoordelijke en verstandige volwassenen die ons liever dood zien dan dat we onze religie beoefenen. Er zijn maar weinig van dit soort ‘christenen’5, maar ze bestaan wel degelijk. Zelfs vandaag nog staan wicca’s bloot aan psychologische terreur en fysieke geweldpleging van de kant van degenen die hun religie niet begrijpen.
Laat je hierdoor niet afschrikken. Je kunt buitenrituelen ook zo aanpassen dat ze bijna niet opvallen. Als je niet op wilt vallen, is het niet handig in publieke parken te gaan staan in een zwarte mantel met capuchon, terwijl je roert in een heksenketel en messen door de lucht zwaait.
Als je buiten werkt waar je gezien kunt worden, is gewone dagelijkse kleding aan te raden. Je kunt hulpmiddelen gebrui
5 Ik zet dit woord tussen aanhalingstekens omdat zulke gewelddadige en verdwaasde mensen natuurlijk geen christenen zijn. Zelfs fundamentalisten beperken hun activiteiten gewoonlijk tot preken en bekeren en houden zich niet bezig met verbaal of fysiek geweld of aftuigen.
ken, maar bedenk dat dit attributen, toevoegingen zijn en geen noodzakelijkheden. Laat ze thuis als je het gevoel hebt dat ze je in de problemen kunnen brengen.
Toen ik in 1987 in Maui was, stond ik op een ochtend vroeg op en wandelde naar het strand. De zon kwam net op achter de Haleakala en kleurde de oceaan in tinten paars en rood. Ik liep over het strand van koraalzand en zag een plek waar het warme water uiteenspatte tegen de lavarotsen.
Daar plaatste ik een kleine steen in het zand ter ere van de oude Hawaiiaanse goden. Ik ging ervoor zitten en opende me voor de aanwezigheid van de akua (goden en godinnen) om me heen. Daarna liep ik het water in en wierp een bloemenkrans op het water als offer aan Hina, Pele, Laka, Kane, Lono, Kanaloa en al hun verwanten.6
Ik hield geen lange toespraken en zwaaide niet met messen in de lucht. Toch waren de goden overal om me heen toen het water tegen mijn benen spatte en de zon helemaal doorbrak boven de oude vulkaan en de zee in een gloed van smaragd zette.
Dit soort buitenrituelen kunnen duizendmaal krachtiger zijn, juist omdat ze buitenshuis zijn en niet in een kamer vol staal en kunststof en de valkuilen van ons technologische tijdperk. Als dit niet mogelijk is (het weer spreekt hier nadrukkelijk mee), maken wicca’s krachtplaatsen van hun woon- en slaapkamers. Ze doen dit door het scheppen van een gewijde ruimte, een magische omgeving waarin het hogere wordt uitgenodigd en gevierd en waarin wicca’s zich opnieuw bewust kunnen worden van de aspecten van de God en de Godin. Het is ook de plek om magie te beoefenen. Deze gewijde ruimte is hun magische cirkel.
Zonder magische cirkel is het bijna onmogelijk om binnen te
6 Of, zoals men op Hawaii zou zeggen, de vierduizend goden, de veertigduizend goden, de vierhonderdduizend goden. ‘Goden’ verwijst hier naar (half)goden en (half)godinnen.
werken. De cirkel bepaalt de gewijde ruime en schept de atmosfeer die het ritueel nodig heeft. Het is een prachtige en uitnodigende ervaring om in een magische cirkel te staan en te kijken naar het branden van de kaarsen op het altaar, terwijl je de wierook ruikt en de oude namen aanroept. De magische cirkel kan, goed uitgevoerd en gevisualiseerd, zijn functie vervullen en ons dichter bij de Godin en de God brengen.
Je maakt de cirkel met persoonlijke kracht die je uit je lichaam voelt stromen (terwijl je visualiseert) door met het magische mes (athame) de ruimte in de lucht af te tekenen. Eenmaal klaar, is de cirkel een sfeer van energie die de hele werkruimte omvat. Het woord ‘cirkel’ klopt niet helemaal, want er ontstaat een sferische, bolvormige ruimte. De cirkel geeft aan waar de bol als een koepel de aarde (of vloer) raakt. Daaronder gaat de bol door om de andere helft van de koepel te creëren.
Vaak markeert men de plaats om aan te geven waar de bol het aardoppervlakte snijdt. Dit kan met een touw dat min of meer cirkelvormig ligt of met een licht getrokken krijtcirkel of door voorwerpen op de cirkel te zetten. Veel gebruikt hiervoor zijn bloemen (ideaal voor zomer- en lenterituelen), dennentakken (winterfestival), stenen en schelpen, kwartkristallen en zelfs tarotkaarten. Gebruik voorwerpen die je fantasie prikkelen en bij het ritueel passen. (Zie voor meer informatie over de magische cirkel ook hoofdstuk 13 ‘Zelf rituelen doen’.)
De cirkel is meestal negen voet oftewel drie meter in doorsnee,7 maar elke afmeting die prettig is voldoet. Op de windrichtingen staan vaak brandende kaarsen of ligt het rituele attribuut dat bij de richting hoort.
Het pentakel, een kom zout of aarde past bij het noorden. Dit is het rijk van de aarde, het stabiele, vruchtbare en voedende element dat de basis is voor de andere drie elementen.
De wierookhouder met smeulend wierook is toegewezen aan het oosten, waar lucht huist, het element van het denken en intellect. Je kunt ook verse bloemen of wierookstokjes gebruiken. Lucht is het element van het denken en van communicatie, beweging, waarzeggerij en ascetische vormen van spiritualiteit.
In het zuiden symboliseert een kaars vaak het element vuur. Vuur staat voor transformatie, passie en verandering, succes, gezondheid en kracht. Een olielamp of een lavasteen voldoet ook.
In het westen kun je een kopje of kommetje water zetten. Water is het laatste van de vier elementen en beheerst het rijk van de emoties, de psychische krachten, liefde, genezing en heling, schoonheid en de spiritualiteit van het gevoel.
Je kunt deze vier voorwerpen natuurlijk ook op het altaar zetten in de posities die corresponderen met de richtingen.
Als de cirkel eenmaal om de werkplek is getrokken, kan het ritueel beginnen. Tijdens magisch werk kan de lucht binnen de cirkel onaangenaam warm en benauwd worden – het voelt echt anders dan de wereld daarbuiten, meer geladen met energie en vol kracht.
De cirkel is een vorm van energie, een tastbare constructie die
7 Drie meter is negen voet. Negen is het getal van de Godin. Drie is ook een heilig getal (de drie fasen van de maan en de vrouw).
je kunt ervaren en voelen. Het is niet zomaar een cirkelvorm van touw of bloemen, maar een echte en betrouwbare grens en barrière.
In wicca staat de cirkel voor de Godin, de spirituele aspecten van de natuur, vruchtbaarheid, oneindigheid, eeuwigheid. De cirkel symboliseert ook de aarde zelf.
Het altaar met de attributen staat in het midden van de cirkel. Het altaar kan overal van gemaakt zijn, maar hout geniet de voorkeur. Vooral eikenhout is geschikt vanwege zijn kracht of wilg omdat deze boom aan de godin is gewijd.
De wicca gelooft niet dat de Godin en de God daadwerkelijk in het altaar wonen. Het is een plaats van magie en kracht, maar geen heiligdom. Hoewel men in wicca het altaar meestal per gelegenheid opricht, hebben sommige wicca’s thuis een permanent altaar. De plek waar je je attributen eventueel uit stalt, kan uitgroeien tot zo’n huisaltaar.
Het altaar is soms rond om de Godin en spiritualiteit te vertegenwoordigen, maar ook wel vierkant als symbool voor de elementen. Het kan niet meer zijn dan een stukje grond, een kartonnen doos met een doek erover, twee staande boomstammetjes met een plank erop, een koffietafel, een oude afgezaagde boomstronk die buiten in de grond staat of een grote platte steen. Je kunt de cirkel aftekenen met een wierookstokje. Je gereedschap is de kracht van je gedachten.
De wicca-attributen staan meestal op een geordende manier op het altaar en vormen een patroon. Het altaar staat gewoonlijk in het midden van de cirkel in noordelijke richting. Het noorden staat symbool voor kracht. Omdat het noorden ook voor de aarde staat waarop we wonen, voelen we ons bij deze richting wellicht het meest op ons gemak. Sommige wicca’s houden echter het oosten aan, omdat de zon en de maan daar opkomen.
De linkerkant van het altaar is meestal bestemd voor de Godin. Aan haar gewijde voorwerpen voor op het altaar zijn: de beker of kom, het pentakel, de klankschaal of klok, het kristal en de ketel. Je kunt er ook een afbeelding van de Godin bij zetten of een bezem die je links van het altaar legt.8
Als je geen geschikte afbeelding kunt vinden (of er geen op het altaar wilt), kun je ook een groene, zilverkleurige of witte kaars op het altaar plaatsen. Als de ketel te groot is voor het altaar, zet men deze ook wel op de grond, links van het altaar.
De rechterkant is voor de God. Hier zet men meestal een rode, gele of goudkleurige kaars neer of een geschikte afbeelding. Daarnaast de wierookhouder, de toverstaf, het athame (het magische mes) en het mes met het witte heft.
In het midden kun je bloemen zetten in een vaas of een kleine ketel. Ook de wierookhouder vindt vaak een plaats in het
8 In wiccavormen waarin men vrouwenspiritualiteit probeert terug te halen, zet men er vaak een labrys (dubbele bijl) bij. Deze staat symbool voor de fasen van de maan en de Godin. Op Kreta was de labrys een belangrijk symbool.
midden, omdat de rook dan zowel aan de Godin als aan de God wordt geofferd. Daarvoor kan het pentakel liggen.
Sommige wicca’s volgen een primitiever en meer op de natuur gebaseerd patroon voor hun altaar. Voor de Godin nemen ze een ronde steen (het liefst met een gat in het midden), een poppetje van korenaren of een schelp. Dennenappels, tapse stenen en eikels vertegenwoordigen de God. Gebruik ook hierbij je eigen fantasie.
Als je magie verricht in de cirkel, moeten alle voorwerpen die je nodig hebt voor het begin al binnen de cirkel zijn, op of naast het altaar. Vergeet nooit lucifers bij de hand te hebben en een klein kommetje voor gebruikte lucifers (het is onbeleefd om die in de ketel of het wierookvaatje te doen).
Hoewel we beelden van de Godin en de God plaatsen, zijn we geen afgodvereerders. We geloven niet dat een bepaald beeld of een stapel stenen daadwerkelijk de voorgestelde godheid is. En hoewel we de natuur vereren, vereren we geen bomen of vogels of stenen. We zijn gewoon blij de natuur te kunnen zien als manifestaties van de universele scheppende krachten – de Godin en de God.
Het altaar en de magische cirkel daarbinnen zijn een persoonlijke constructie en moeten voor jou prettig zijn. Mijn eerste wiccaleraar richtte ingewikkelde altaren op, afgestemd op de gelegenheid – als we niet buiten konden werken. Voor een vollemaanritueel bekleedde ze het altaar met wit satijn met daaromheen witte kaarsen in kristallen houders en daarbij een zilveren schaal, witte rozen en een stoffertje van sneeuwwitte bladeren. De wierookgeur van witte rozen, sandelhout en gardenia’s vulde de atmosfeer. Het altaar straalde van maanenergie. Ons ritueel die nacht was een ritueel om in herinnering te houden.
Moge dit bij jouw rituelen ook zo zijn.