53

De volgende dag probeerden Ellen en ik elkaar zoveel mogelijk te mijden. Zoals in het Aards Paradijs de slang heimelijk tussen Adam en Eva was ingeslopen, hing nu ook een griezelige en onuitgesproken spanning tussen ons, alsof we giftige gaslucht waren geworden voor elkaar. Ik wist dat mijn lief van me verwachtte dat ik met de vredesbesprekingen begon. Als ik Ellen die ochtend aan het lachen had gemaakt, als ik haar had voorgesteld een wandeling te maken op het strand van Pourville, zou ze daar dankbaar op in zijn gegaan. Het lag dus aan mij dat zij 's middags de deur uitstapte om de bus naar Dieppe te nemen. Ze zei dat ze had afgesproken met een vriendin en dat het die avond laat kon worden. Zelf liet ik de ijspegel in mijn hart voor wat hij was en schonk mezelf een calvados in. Ik ging bij het haardvuur zitten en koesterde mijn droom van de vorige nacht. Met mijn ogen dicht beleefde ik elke seconde ervan opnieuw: de regenplassen op het plein, de kerk, het offerblok, Rika's uitgestoken armen. Het was een uitzonderlijk realistische droom geweest, besefte ik, bijna een filmverslag van een waargebeurd verhaal. Of maakte ik het allemaal mooier dan het was en beeldde ik me de helft maar in? Het was een tijd geleden dat ik voor het laatst in Eu was geweest. Stond er echt een Mariabeeld in de kruiskapel? Ik was er zeker van dat er kaarsen brandden, maar was er ook een offerblok? En wat had Rika met de Notre-Dame-et-Saint-Laurent te maken, al was het dan maar in mijn droom? Ik pakte mijn regenjas en mijn autosleutels. Noem me overgevoelig en impulsief, maar ik wist dat ik geen keuze had. Ik moest zo gauw mogelijk de smalle straatjes naar de oude kapittelkerk beklimmen.