48
De laatste keer dat ik Rika had gezien was in het Gele Huis geweest, toen Xander kwaad de kamer was uitgelopen. Meteen daarna had Ellen de vriendschap zo goed als opgezegd, maar dat had me nooit belet nog vaak aan Rika terug te denken. Waar dacht ik aan? Hoe dacht ik aan haar? Ik dacht aan haar verlegen blik natuurlijk, zoals ze voor het eerst in Arques in de winkel had gestaan, met een koffertje met onverkoopbare pockets in haar hand. Ik dacht aan de lijn van haar heupen in haar zomerjurk, toen ze ons voorging naar Xanders atelier, aan die enkele seconden dat ik in de bungalow als een verliefde puber haar hand had aangeraakt en hoe ze die niet meteen had teruggetrokken. Maar vooral kon ik de gedachte niet uit mijn hoofd zetten hoe Rika, de liefste, de meest kwetsbare vrouw die ik kende, op nauwelijks enkele kilometers van mijn huis een onvruchtbaar halfleven leidde, een heilloos surrogaatbestaan naast een nurkse brombeer van een man die met zoveel woorden had gezegd dat hij niet echt van haar hield. Wat een verspilling, had ik al zo vaak gedacht. En: hoeveel zou iemand anders niet van haar kunnen houden? Iemand anders? Wie dan wel? Ik haatte hem al voor ik hem kende.
Ik belde het Gele Huis en hoopte dat Rika zou antwoorden. Ik had geluk. Ja, dat dacht ik toen echt die avond, dat ik geluk had gehad. Ze zei haar naam, alleen haar voornaam, op die onschuldige, naïeve manier van flowerpowermeisjes in de jaren zestig. Ze was duidelijk blij dat ze me hoorde.
'O, Thomas, wat goed dat je belt. Waar ben je nu?'
'Als je het echt wil weten: ik zit op een bankje naast de vuurtoren van Ailly.'
'Maar dat is vlakbij. Dan kun je makkelijk langskomen.'
'Om een potje ruzie te maken met je man?'
'Xander is er niet. Hij is naar België. Thomas, kom alsjeblieft naar me toe. Ik heb zoveel te vertellen.' Ze liet een pauze vallen van drie seconden, drie hoogst efficiënte seconden, waarin ik me haar probeerde voor te stellen: haar lange wimpers, haar zachte ogen...
'Ik kan niet tegen alleen zijn, Thomas. Kom, alsjeblieft.'
Even dan, heb ik gezegd, ik heb niet veel tijd, maar ik liep al naar de wagen. Als je je lustgenerator met alcohol stookt, doet een bange vrouwenstem wonderen met je motoriek. Toen ze de deur opendeed, vleide ik me met de gedachte dat ze zich extra mooi had gemaakt voor mij. Ze droeg winterkleren dit keer, geen doorzichtige jurk, maar zelfs in een zwarte rolkraagtrui en een korte grijze rok met een legging was Rika veruit de schoonste slaapster uit het bos. Ze gaf me een vluchtige kus op mijn wang en ging me voor naar de woonkamer met de kachel en de katten. Er brandden kaarsen en er hing een vage geur van patchoeli. Toen ze afwachtend recht tegenover me ging zitten, haar handen kuis om haar knieën gevouwen, viel het me weer eens op hoe weerloos ze eruitzag. Weerloos en verleidelijk, de combinatie die Marilyn Monroe onweerstaanbaar had gemaakt. Elke rechtgeaarde man zou zijn ziel en zaligheid hebben gegeven om deze vrouw te koesteren en te beschermen. Rechtgeaard? Bedoelde ik niet: elke hopeloos verliefde man?
Rika dacht er niet aan om me iets te drinken aan te bieden of om te informeren naar mijn gezondheid, laat staan naar die van Ellen. Ze kwam meteen ter zake.
'Ze hebben Julie gevonden. Wandelaars. Ze lag in het kanaal.' Haar lippen trilden.
'Meisje...' Ik ging naast haar op de bank zitten. Hoewel elke vezel in mijn lijf naar haar verlangde, aarzelde ik om zelfs maar mijn arm om haar heen te slaan.
'Xander is naar België. De politie van Turnhout heeft gebeld.'
Rika keek me aan met een blik vol ongeloof, als een kind dat voor het eerst hoort dat zijn ouders zullen scheiden. 'Thomas, ik ben bang. Waarom is alles toch zo ingewikkeld?' Ze begon te snikken en vleide zich tegen me aan. Ik rook de shampoo van haar haar en een vage eau de toilette. Ik had haar in mijn armen kunnen nemen en haar kussen, maar ik pakte alleen maar haar hand. Waarom? Ik weet het niet. Voor Ellen?
Voor Xander? Misschien. Voor mijn gemoedsrust? Al wat gij ziet zal ik u schenken, als gij op uu; knieën ualt en mij aanbidt: Jezus Christus die in de woestijn de verlokkingen van de duivel weerstaat. Ga weg, Satan. Ik was geen heilige. Ik voelde me belachelijk.
'Vertel. Wat is er gebeurd?'
Rika veegde haar ogen droog met de rug van haar hand. Toen begon ze te praten, een verslag zonder komma's en punten, met af en toe een zachte snik in haar stem. Dat ze een telefoontje hadden gekregen, gisteravond laat, ze was al naar bed. Dat Xander de slaapkamer was binnengekomen, met rimpels en groeven in zijn gezicht, alsof hij op slag tien jaar ouder was geworden. Het was de politie, zei hij. Julie was opgedregd uit het kanaal Dessel-Schoten, dicht bij Turnhout. Zijn vrouw was gevonden.
'Zijn vrouw, Thomas. Zo zei hij het: mijn vrouw. Ze was dood en ze was nog altijd zijn vrouw. Ze was toch ook mijn zuster?'
'Ssst... Wisthij iets over... Kennen ze de omstandigheden...'
'Er zaten zware stenen in de zakken van haar jas. De politie denkt dat het zelfmoord is geweest, of dat de moordenaar tenminste die indruk wilde geven. Xander zei dat er een Engelse schrijfster was die ook op die manier...'
'Ja, Virginia Woolf. Weten ze ook... Was ze al lang dood?'
'Ja, meteen al. Sinds ze verdwenen is. Driejaar geleden. Dat kunnen ze aan de tanden zien...' Rika verborg haar gezicht in haar handen.
'O, Thomas, je had Xander moeten zien. De vertwijfeling in zijn blik. Het leek wel of zijn wereld was ingestort. Hij zei dat hij altijd was blijven geloven dat Julie nog in leven was. Ze komt wel terug, zei hij soms, als ik weer eens alle hoop had opgegeven. Je zult het zien: ineens is ze er weer.' Ze keek naar het oude tweeloopsgeweer dat ik de vorige keer nog in het atelier had gezien. Het stond rechtop tegen de muur. De loop blonk als een spiegel.
'Ik vroeg of hij naar bed wilde komen. Ik wilde er zijn voor hem, ik wilde hem troosten, maar hij zweeg alleen maar en begon het geweer te poetsen, heel traag, heel precies, alsof hij zich had ingeschreven voor een schutterswedstrijd. Wat doe je? vroeg ik. Wat ben je van plan met dat geweer? Hij zei niets, hij keek me alleen maar aan, alsof hij de enige was met een groot verdriet.'
Rika huiverde. 'De politie heeft hem gevraagd om mee te werken aan het onderzoek, zo zeiden ze het. Ze onderzoeken hoe Julie gestorven is, of ze echt verdronken is of niet. Xander zei dat ze waarschijnlijk het onderzoek zullen heropenen.'
Ik schrok van de angst in haar ogen. 'Het begint weer helemaal opnieuw, Thomas. Moeten we dan nog verder vluchten?
Komt er dan nooit een einde aan?'
Ik wist niet wat ik moest zeggen. 'En jijzelf? Denk jij ook dat Julie zelfmoord heeft gepleegd?'
'Nee, natuurlijk niet.' Ze pakte mijn vingers en kneep er zo hard in dat het pijn deed. Ineens drukte ze mijn hand tegen haar wang en fluisterde één enkele naam. Eerst dacht ik dat ik haar niet goed had begrepen.
'Wie zei je?'
Ze kuste mijn hand en herhaalde de naam, maar nu zo duidelijk dat er geen misverstand over kon bestaan. 'Ik ben bang, Thomas. Ik weet het zeker nu. Xander heeft mijn zuster vermoord.'