6
Buddy zei dat hij vergeten was dat ze een pistool in de kofferbak had - in de mêlée dus - en dat terwijl hij zelfs had gezien dat ze het teruggooide toen ze de shotgun eruit haalde. Hij zei tegen Foley dat ze haar nu net zo goed konden laten zitten waar ze zat, ze lieten de auto achter en ze moesten haar immers toch ergens laten, wat maakte het nou eigenlijk uit?
Foley had al besloten dat ze met hen meeging. Hij was nog niet uitgepraat. Hij wilde ergens met haar gaan zitten, ergens waar het rustig was, en als twee gewone mensen met elkaar praten. Opnieuw beginnen, zodat ze hem zou kunnen zien als hij schoon was. Zelfs als hij tijd zou hebben gehad, had hij niet kunnen verklaren waaróm hij nog wat met haar wilde praten, dat stond hem niet duidelijk voor de geest, dus alles wat hij zei was: 'Ze gaat met ons mee.'
Buddy keek hem vreemd aan, fronste zijn wenkbrauwen. 'Jezus Christus, wat hebben jullie gedaan in die kofferbak? Ik kan begrijpen dat je nodig een wip moet maken, maar je hebt Adele toch, of niet soms?'
'Pak het geweer,' zei Foley, 'en haar tas. Ik wil weten wie ze is.' 'Heb ik al naar gekeken,' zei Buddy. 'Ze heet Karen Sisco, net als de Cisko Kid, maar dan anders gespeld, S-i-s-c-o.' Foley zei: 'Karen Sisco,' en knikte een paar keer. 'Ik vraag me af of ze haar ooit zo noemen, de Sisco Kid.'
Vanuit de richting West Palm naderden koplampen en ze gingen in de smalle ruimte tussen de auto en de betonnen steunwand van het viaduct staan. Een wit-groene surveillancewagen van de sheriff scheurde met gillende sirene en zwaailichten voorbij, direct gevolgd door nog een en nog een, een hele rits groen-met-witte wagens, op weg om achter ontsnapte gevangenen aan te gaan. Geen tijd om op een auto te letten die onverlicht onder een viaduct stond.
Nadat het weer rustig was geworden, liep Foley naar de achterkant van de Chevy, bleef goed aan de zijkant van de kofferbak staan en gaf met zijn vuist een dreun op het plaatstaal. 'Karen? Nou moet je een zoete meid zijn, versta je me? Ik ga je eruit laten.'
Foley schrok van de knal van het schot, weliswaar gedempt door de kofferbak, maar daarom niet minder echt, net zoals de kogel die door het metaal scheurde.
'Je schiet gaten in je auto!' schreeuwde hij tegen haar, keek op en zag Buddy die hem, het geweer en een zwartleren handtas in zijn handen, stond aan te staren.
Foley wachtte even tot hij bijgekomen was en zei toen: 'We laten je hier niet achter. Ik doe het kofferdeksel zover open dat je het pistool naar buiten kunt gooien. Oké? Als je schiet - Buddy heeft je shotgun en hij zegt dat hij terugschiet als je dat doet en ik kan hem niet tegenhouden. Het ligt dus helemaal aan jezelf.' Foley stak zijn hand uit en Buddy, die hem nog steeds vreemd stond aan te kijken, gaf hem de sleutels.
Ze hoorden een stem: 'Hé!' Niet uit de kofferbak, maar een helder geluid ergens boven hen. Ik ben het, Glenn.' Foley kwam onder het viaduct vandaan, Buddy vlak achter hem. Ze keken omhoog en zagen een gestalte, een hoofd en een paar schouders afgetekend tegen de avondhemel, over de betonnen leuning van het viaduct hangen.
Ha, Jack, fijn je te zien, man. Waar staan jullie verdomme nou toch op te schieten?' Buddy riep: 'We komen er zo aan.'
Ik wil niet vervelend zijn,' zei Glenn, 'maar weten jullie wel hoe lang 'k hier al sta? Als de Florida Highway Patrol langskomt, ben ik genaaid.'
Foley keek Buddy aan. 'Hebben we hem nodig?' Drie groen-witten hebben ons gezien,' zei Buddy. 'Als een van die gasten denkt: Wat deed die auto daar eigenlijk? en op de gedachte komt dat die wel eens iets met de ontsnapping te maken kon hebben, draait-ie om en komt terug. We moeten maken dat we hier wegkomen.'
Foley keek weer omhoog naar het viaduct en zei: 'Hé, Studs,' alsof hij verbaasd was. 'We dachten dat je iemand anders was.' Glenn ging rechtop staan en veegde het haar uit zijn gezicht. 'Man, dat heb ik sinds Lompoc niet meer gehoord.' Foley wachtte.
Glenn zei: 'Jongens, jongens...' en schudde zijn hoofd. 'Ik waag mijn nek voor jullie en ik weet zelf niet waarom.' 'Ja, dat weet je best,' zei Foley en deed zijn best om aardig te klinken. 'We zijn je helden.'
Hij liep terug naar de Chevy en bonkte op het kofferdeksel. 'Kom je d'r uit?'
Foley stak de sleutel in het slot, gewoon recht voor de koffer en keek Buddy aan. Buddy kwam dichterbij en pompte de shotgun door. Foley zei, vlak bij het plaatstaal: 'Hoorde je dat?'
Hij draaide de sleutel om en deed het deksel omhoog.
Karen, in elkaar gedoken, stak haar arm uit, de grote Sig Sauer bij de loop in haar hand. Ze zei: 'Jij wint, Jack.'
En weer keek Buddy hem vreemd
aan.
Over de leuning hangend, kon Glenn net een stuk van de open kofferbak zien, en Foley die iemand hielp uitstappen. Jezus, een meisje. Nu stond ze naast de auto, streek haar rok glad, raakte haar haren aan. Die gozer ontsnapt uit de gevangenis en pikt een meid op? Nu stapten ze over de greppel het gras in en verdwenen tussen de struiken; hij zou ze pas weer kunnen zien als ze het talud opkwamen. Of misschien werkte ze in de gevangenis en had Foley haar gegrepen en als schild gebruikt om eruit te komen. Glenn dacht er nog eens over na terwijl hij terugliep naar de auto die hij met knipperende waarschuwingslichten in de berm had gezet voor het geval dat, een zwarte Audi die hij nadat hij bij Palm Beach Gardens op de tolweg was gekomen op 225 kilometer per uur had gehad.
Of Buddy had haar voor Foley meegebracht en die was zo geil geweest dat hij niet had kunnen wachten en haar in de kofferbak een beurt had gegeven. Niet op de achterbank waar Buddy hen zou kunnen zien. Dat was ook mogelijk. Alleen was dat niets voor deze jongens die nooit gek deden of hun kalmte verloren. Glenn had ze in de gevangenis van Lompoc leren kennen, als een nieuwkomer van vierentwintig jaar, op zoek naar mensen met een redelijke intelligentie die boeken lazen of in elk geval geen totale randdebielen waren. Buddy had gevraagd waar hij mee bezig was en Glenn had gezegd dat hij aan het netwerken was, proberen erachter te komen wie hij moest kennen en bij wie hij uit de buurt moest blijven. Buddy zei dat hij bedoelde hoe lang hij moest zitten. O, twee tot vijf jaar, had Glenn gezegd, voor autodiefstal, maar het zag ernaar uit dat hij de volle vijf jaar zou moeten doen. Hoe dat kwam, vertelde hij later pas. Hij vertelde dat hij op bestelling de duurste modellen Porsche en Mercedes stal en met schone papieren overal in de Verenigde Staten afleverde. Hij zei dat hij, als hij de auto die de klant wilde hebben, tegenkwam, een lichtlat of een flessentrekker gebruikte om erin te komen, een stootijzer om het contactslot eruit te slaan, een trekker voor het stuurslot en gewoonlijk vloeibare stikstof om het alarmsysteem te bevriezen.
Kijken of dat indruk maakte.
Foley zei dat Buddy en hij door de jaren heen alles bij elkaar toch al gauw drie- tot vierhonderd auto's gestolen moesten hebben, maar er nog nooit eentje hadden verkocht of langer dan een paar uur gehouden.
Voor een stel boerenkinkels waren het toffe kerels, allebei vrij lang en pezig, Buddy met donker krulhaar dat hij altijd achterover gekamd had — hij had een kam in zijn zak - en dat er altijd nat uitzag. Foley had lichtbruin haar, dik en zo kort geknipt dat hij het met zijn vingers kon kammen. Foley rookte sigaretten, Buddy gebruikte Skoal-tabak die hij met zijn vinger achter zijn onderlip stak. Ze leken niet in zo'n erg goede conditie te zijn - ze keken liever dan dat ze trainden — maar toch zagen ze er allebei gehard uit, alsof ze hun hele leven als bouwvakker of in de olie-industrie hadden gewerkt in plaats van banken te beroven. Heel gemoedelijke kerels, maar als je tegen ze praatte of ze wilden iets tegen je zeggen, dan keken ze recht in je ogen.
Glenn bleef doorlopend dicht bij hen in de buurt en werd nooit serieus benaderd door kontneukers en andere perverselingen. Foley zei: 'Niet aan beginnen, tenzij je denkt dat je het misschien lekker vindt.' Buddy zei: 'Wat je moet doen is gewoon nee zeggen en zo'n gozer vervolgens doodmaken.' Ze pasten op elkaar en hadden nooit problemen die ze niet aankonden, keken de een of andere slechtgehumeurde etter gewoon aan met zo'n blik van: Als je met ons wil donderjagen, doe je dat wel op eigen risico. Glenn geloofde dat ze met hem optrokken omdat hij uit LA. kwam, uit West-Hollywood en wist wat er te koop was. Hij had zelfs een paar jaar op Berkeley gezeten, maar deed nooit uit de hoogte. Hij vertelde ze verhalen over toen hij in de autohandel zat en er heel wat te neuken was: werken aan auto's bij die dure huizen in Beverly Hills en dan gewoon wachten tot de vrouw des huizes avances maakte. Of hij soms even wilde binnenkomen voor een koel drankje of een duik in het zwembad wilde nemen? Het gebeurde, man, vaker dan je zou denken, zelfs een paar keer met een filmster. Toen waren ze hem Studs gaan noemen. Op een dag had Glenn op de luchtplaats gezegd: 'Ik zal jullie iets vertellen waar maar één andere gozer van weet. Oorspronkelijk zat ik in het FPC-kamp, je weet wel. Ik ben samen met nog een vent hierheen overgeplaatst omdat we hadden geprobeerd te ontsnappen.'
Kijken wat ze daarvan dachten.
'Kennen jullie Maurice Miller, die bokser? Snoopy noemen ze hem. Bokst lichtgewicht. Die zat in FPC voor fraude, iets met creditcards, geloof ik. Hoe dan ook, op een avond zijn we er al joggend vandoor gegaan, net gedaan of Snoopy moest hardlopen en ik zijn trainer was. We waren bijna bij de luchtmachtbasis Van-denberg toen we door de MP werden opgepikt. Die dachten dat we van de basis kwamen en zonder verlof eropuit getrokken waren.'
Buddy vroeg of hij soms niet goed bij zijn hoofd was. Een soepele twee jaar of misschien nog wel minder van zijn twee tot vijf jaar doen in een vakantiekamp met kabeltelevisie en een slabuffet in de eetzaal en vervolgens weer naar huis. Nu moest hij de volle vijf jaar opknappen.
'In een geheel ander soort heretering klerebajes,' zei Glenn. 'Ik wist dat Snoopy en ik, als we het niet zouden redden, hierheen of naar een andere maximaal beveiligde inrichting zouden worden gestuurd. En er zijn tenten waar ze je naar toe kunnen sturen waar je het benauwd van krijgt als je er alleen maar aan denkt: Marion, Lewisburg... Misschien was ik opgefokt, een beetje te gretig, maar op dat moment maakte ik me geen zorgen over gepakt worden. Kijk, het geval wilde namelijk dat ik in FPC in contact kwam met een vent die drie jaar moest opknappen wegens misdadige samenspanning, een zuiver geval van witte-boordencriminaliteit. Hij werd veroordeeld tot drie jaar en een boete van -goed naar me luisteren - vijftig miljoen dollar en wat deed-ie? Hij schreef een cheque uit. Tekende zomaar even voor vijftig miljoen.' Foley zei: 'Een van de Wall Street zwendelaars,' en dat klopte. Vervolgens: 'Ik herinner me erover te hebben gelezen. Ging verschut voor handelen met voorkennis. Betaalde makelaars om hem van (ivoren in te lichten als er een belangrijke deal aan zat te komen. Een overname bijvoorbeeld.' Dit tegen Buddy die daar geen moer verstand van had. 'Een bedrijf neemt een ander bedrijf over waarna de koers van de aandelen van het bedrijf dat overgenomen wordt, stijgt. Als je dus van tevoren weet dat zoiets gaat gebeuren, dan koop je net voordat de koers omhoog gaat en verkoopt op de top.'
Die verrekte Foley; had niet eens op college gezeten.
Daar kwam het ongeveer wel op neer,' zei Glenn, 'hij verdiende er een vermogen mee.'
Iedereen dacht dat het een genie was,' zei Foley, 'tot ze erachter Kwamen dat hij er op de ouderwetse manier aan was gekomen, gewoon gestolen.'
Hoe dan ook,' zei Glenn, 'stel je even voor, een multimiljonair die elf cent per uur verdient met vloeren dweilen en de tennisbaan aanvegen... Een kerel die vertelde dat hij zo'n achttien uur per dag telefoneerde, meer dan honderd aansluitingen op zijn kantoor, en die nou in de rij moest staan om even te mogen bellen. Maar wat ik nou eigenlijk wilde vertellen, was dat die vrijer graag praatte.'
Ja, tegen de hoofdofficier van justitie,' zei Foley. 'Hij verlinkte alIe makelaars met wie hij zaken had gedaan en ze gingen allemaal voor de bijl. Ik kan me zijn naam even niet meer herinneren.' Glenn wachtte.
En Foley zei: 'Ripley. Richard Ripley. Dick de Ripper noemden ze hem na dat geintje. Grote, goed uitziende kerel, maar volgens mij droeg hij een toupetje.'
'In FPC niet,' zei Glenn. 'Maar ijdel was hij wel. Hij praatte, behalve over de beurs, meestal over zichzelf en ik luisterde. Als iemand die een cheque van vijftig miljoen kan uitschrijven ook maar iéts zegt, geeft niet wat, ben ik één en al oor. Ik sliep namelijk boven hem. Ik was heel beleefd tegen hem en tot op zekere hoogte speelde ik de kontlikker, voor hem in de rij staan bij de telefoon, bijvoorbeeld en als we in de tuin moesten werken, liet ik hem harken en deed ik het bukwerk... En hij maar praten over hoeveel poen hij wel had en ik maar luisteren. Zo kom ik aan de weet dat hij geld in het buitenland heeft, plus zo ongeveer vijf miljoen in contanten, plus een partij losse diamanten en gouden munten, een hele stoot munten die per stuk zo rond de vier meier waard zijn. Dat vertelde de man me, vijf miljoen cash. Hij zei: "Op een plek waar ik er altijd bij kan als ik het nodig heb." Zomaar, doodgewoon.' Foley zei: 'Heeft hij dat in huis?' Buddy zei: 'Waar die gozer woont?'
Glenn aarzelde en Foley zei: 'Hij zal binnenkort wel vrijkomen.' 'Hij is al vrij. Het stond in de krant.'
'Ik bedoel toen Snoopy en jij er al joggend vandoor gingen. Je zei dat je gretig was. Dat klinkt alsof je wilde proberen om in Ripley's huis te komen voordat hij vrijkwam.'
'Je zou kunnen zeggen dat ik sterk gemotiveerd was,' zei Glenn. 'Er lag vijf miljoen te wachten. En ik hoefde alleen maar naar buiten te lopen. Geen hek, geen wachttorens. Alleen maar een bord met VERBODEN HET TERREIN TE VERLATEN. Man, ik was zo opgefokt dat ze me met een ketting aan de muur hadden moeten vastleggen om me binnen te houden.'
'Maar het lukte je niet,' zei Foley, 'en Snoopy ook niet. Weet je hoe ze hem vroeger, toen hij professional was, noemden? Maurice "Mad Dog" Miller. Tegenwoordig gaat hij neer als je hem aait.' 'Ik had hem ook niet als lijfwacht meegenomen,' zei Glenn. 'Maurice woont toevallig in Detroit, net als Ripley. Nee, voor bescherming heb je niks aan de Snoop, maar hij kent de Motor City.'
'Buddy ook,' zei Foley, 'als
je alleen maar een gids nodig hebt.' Geen van beiden leken ze erg
geïnteresseerd, toen op de luchtplaats van de gevangenis in Lompoc,
nu vijf jaar geleden.
Na zijn vrijlating was Glenn naar Florida verhuisd, de staat waar op Californië na de meeste auto's werden gestolen, maar dan beter: autodieven werden daar haastig door het systeem verwerkt en hoefden maar zelden te zitten. Dus als hij ooit weer in zaken zou willen gaan...
Hij probeerde contact te houden met de bankrovers die nog steeds in Lompoc zaten, schreef een paar keer, maar hoorde niets, geen woord. Dus toen Buddy een paar weken geleden plotseling belde, was dat als een totale verrassing gekomen. Buddy zei dat het maar goed was dat hij zijn brieven had bewaard en het was toch ook een kleine wereld, want kijk eens aan: hij was net in Florida aangekomen en Foley was hier ook, die zat al vijf maanden in Glades. De manier waarop Buddy het zei: 'Hij vindt het daar niet leuk en weet een manier om uit te breken. Als je niets omhanden hebt, zou jij dan een van de auto's willen rijden? Kost je hoogstens een paar uur, meer niet.' Als hij niets omhanden had.
Glenn zei, nou ja, hij was dus naar Detroit geweest voor een zaakje, maar momenteel was hij vrij. Hij zei: 'Ja, ik denk wel dat het zal lukken.' Je moest net zo doodkalm doen als die jongens zelf. 'Detroit,' zei Buddy. 'Ik heb drie jaar bij Chrysler Jefferson aan de band gestaan, tot ik er hartstikke gek van werd en wat anders moest zoeken. Maar, als ik zo vrij mag zijn om te vragen — zie je geen problemen met die speciale bestellingen die jij verzorgt?' 'In die handel zit ik niet meer,' zei Glenn. 'Nee, ik ben een vriend op wezen zoeken. Weet je nog dat we het over Dick de Ripper hadden, die zwendelaar?'
'Die een cheque voor vijftig miljoen uitschreef,' zei Buddy. 'Reken maar dat ik me die nog herinner.'
'Ik ben bij Snoopy op bezoek geweest. Maurice Miller uit Lompoc, de lichtgewicht, weet je nog?' 'Is die dan nog niet hersendood?'
'Hij is manager bij een club voor een stel boksers. Ik heb hem honderd dollar gegeven om het een en ander voor me aan de weet te komen over Ripley, waar hij woont en zo. Ik heb Snoopy nooit verteld waar het precies om ging, ook in Lompoc niet, anders zou hij misschien zelf iets willen ondernemen. Als ik weer naar Detroit ga, laat de Snoop me zien waar Ripley woont en waar zijn kantoor is.'
Buddy zei: 'Hoe kan een suf klein zwart kereltje dat allemaal aan de weet komen?'
'Het is een oplichter,' zei Glenn, verbaasd dat Buddy dat vroeg. 'Hij zit in de creditcards, valse cheques en zo. De Snoop weet de weg.'
'Heel interessant,' zei Buddy, 'maar wat ik eigenlijk moet weten, is of je clean bent. Heb je soms iets anders aan de hand gehad?' Glenn aarzelde. 'Ik heb niet wat je noemt, iets aan de hand gehad, dat niet.'
'Maar wat dan wel?' Weer aarzelde hij.
En Buddy zei: 'Doe maar rustig aan.'
'Goed dan. De narcoticabrigade doet een inval in een huis in Lake Worth. Er blijkt niemand thuis te zijn. Ze kijken rond en vinden tien kilo zuivere cocaïne in de garage, in een Mercedes met mijn vingerafdrukken op het stuur en gedeeltelijke afdrukken op de portierkruk. Ze pakken me op en ik zeg dat mijn vingerafdrukken onmogelijk op die auto kunnen zitten en dat ik een advocaat wil hebben. Maar na een poosje dringt het tot me door dat het wél mogelijk is dat het mijn vingerafdrukken zijn en weet je hoe die daar gekomen zijn? Ik werk twee avonden in de week bij een restaurant, Charlie's Crab, auto's parkeren. Ik moet die Mercedes het weekend daarvoor hebben geparkeerd. Dat vertel ik tegen die jongens van de DEA en die kijken me zo echt verveeld aan. Ik heb tien dagen vastgezeten en heb twee keer voor moeten komen. De eerste keer om een borgsom vast te stellen, moet je nagaan, of ik een borg van honderdduizend dollar zou kunnen stellen. De tweede keer om aan te tonen dat ze werkelijk iets tegen me hebben. Nou, toen had de advocaat inmiddels nagetrokken of die auto de avond daarvoor inderdaad bij Charlie's Crab was geweest en dat bleek zo te zijn. Ze hadden het parkeerbonnetje met het kenteken zelfs nog. De rechter, een knappe, intelligente vrouw, verklaarde de officier van justitie niet ontvankelijk en gaf hem flink op zijn sodemieter omdat hij zo overijverig was geweest.' Buddy zei: 'Verder niks?' 'Niets. Zal ik Foley gaan opzoeken?'
'Nee, je naam mag daar niet op de bezoeklijst komen. Hou je gedeisd tot je van me hoort.'
'Als je hem spreekt,' zei Glenn, 'vraag dan of hij zich Dick de Ripper nog herinnert. Ik zou nog steeds graag willen dat jullie meededen. Ben jij soms geïnteresseerd?'
Daar gaf Buddy geen rechtstreeks antwoord op en zei niet of hij er wel of niet voor voelde.
Sinds dat gesprek had Glenn hem drie keer getroffen. In een bar in West Palm in de buurt van Glenns flat. In een hotel in Miami Beach, een kleretent waar Foley's ex-vrouw woonde. Adele. Een jaar of veertig, maar lang niet slecht. Glenn was nog een keer bij haar langsgegaan, wat niets met de ontsnapping te maken had; om te zien of hij haar zonder te bedelen of mee uit eten te nemen in bed kon krijgen. En de derde keer toen Buddy hem had meegenomen naar de gevangenis van Glades, om hem de route te laten zien die hij zou rijden nadat hij Foley in de auto had, en naar de plaats waar Glenn met de tweede auto zou wachten. Hier dus.
Twintig minuten met de Audi op de
vluchtstrook voor het zuid-gaande verkeer, waarschuwingslichten aan
en een briefje tussen het zijraampje met BEN BENZINE HALEN, Glenn tussen
de struiken en de waaierpalmen op een meter of vijftien van de
auto. Als een van de naderende lichten een politiewagen zou blijken
te zijn, was Glenn weg, tussen de struiken door het talud af —
ongeveer op de plek waar ze zo dadelijk moesten verschijnen, met
het meisje dat Foley als gijzelaar moest hebben gebruikt. Maar wat
had hij nu nog aan haar? Hij had haar in de kofferbak van de auto
moeten laten zitten. Er verstreken nog een paar minuten voordat hij
ze hoorde aankomen.