PEE
EN IK
elke dag een topdag...
Korte verhalen over het dagelijks
leven
met de ziekte van Parkinson
PEE
EN IK
elke dag een topdag...
Dirma van Toorn
Voor Veronique
‘Climb every mountain’
Aan de lezer,
“Zie elke hindernis in het leven als een uitdaging, een enorme
berg.
Beklim die berg, stap voor stap, om je levensdoelen te bereiken.
Wees standvastig en vastberaden,
laat je door niets en niemand weerhouden. Je zult beloond worden
met de benodigde wind, en het leven gaan ervaren
als een varend schip met volle zeilen”.
Een boek als lotgenoot
e Parkinson Patiënten Vereniging (PPV) en het Prinses D Beatrix
Fonds juichen de uitgave van het boek Pee en ik bijzonder
toe. Dirma van Toorn heeft voor parkinsonpatiënten en voor andere
geïnteresseerden de ervaringen met haar ziekte op een bijzondere
manier weergegeven. Zij doet dat met humor en een positieve inslag.
Dat geeft steun én bemoediging. Patiënten hebben daar behoefte
aan.
De ziekte van Parkinson zal de komende jaren aanzienlijk toene-
men, van 50.000 patiënten nu tot naar verwachting 75.000 in 2025.
Dat betekent een loodzware last, op de allereerste plaats voor de
patiënt, maar evenzeer voor de partner, voor familie en
vrienden.
Daarin kan de PPV een enorme steun zijn. De vereniging is opge-
richt in 1977 en viert dit jaar haar 30-jarig bestaan. De PPV heeft
zich in de afgelopen jaren een plaats verworven in ons maatschap-
pelijk leven. Mede dankzij haar inspanningen is de patiënt niet
langer onmondig, maar een volwaardige gesprekspartner. Ook draagt
de vereniging bij aan het scheppen van mogelijkheden voor mensen
met de ziekte van Parkinson. En verder bevordert de PPV de zorg
voor parkinsonpatiënten, behartigt zij hun belangen en spant zij
zich in om de kennis van en het begrip voor de verschil- lende
aspecten van de ziekte van Parkinson te vergroten. Dit gebeurt
onder meer door lotgenotencontacten en door het verstrekken van
informatie. De PPV is één van de belangenverenigingen die wor- den
gesteund door het Prinses Beatrix Fonds en die met dit Fonds
samenwerken.
Ook is veel onderzoek nodig naar de
oorzaken van Parkinson,
naar nieuwe behandelingen én zorg om de kwaliteit van leven te
verbeteren. Daarvoor zet het Prinses Beatrix Fonds zich al meer dan
50 jaar in.
Het boek Pee en ik biedt positieve herkenning en steun en
kan daar- mee veel voor parkinsonpatiënten en hun omgeving
betekenen. Sacha Felix-Kiestra
Otto Bielars
adjunct-directeur voorzitter
Prinses Beatrix Fonds
Parkinson Patiënten Vereniging
Inhoud
Inleiding De wandeling Het zwembad Shoppen Nieuwe mensen De zangles
Drie op een rij De yogales In de revisie Het concert Soortgenoot
Stressfactoren De autorit De studie Afzien April doet wat hij wil
Los vel Jaszakken Ritme zoek! De augiasstal De zwerftocht van Pee
Rumsoda Kerstkaarten Hoe gaat het? Een dief In de emotio Chapeau!
De tuin De prinses en Pee 107
De zaterdag Keukenhulpjes Nawoord Besluiteloze zone Dankwoord De
contactlens 57
Parkinson Patiënten
Nachtelijke strooptocht Vereniging Wie is Pee 63
Literatuur Een trouwe viervoeter Adressen Tandenpoetsen
Internetsites
Inleiding
e ziekte van Parkinson is een van de meest voorkomende D chronische
aandoeningen van het zenuwstelsel. De meest bekende verschijnselen
zijn motorische klachten zoals traagheid, stijfheid en beven.
Minder bekend zijn de talloze niet-motorische klachten. Ik noem er
slechts enkele: slikproblemen, overmatige speekselvloed,
constipatie, vermoeidheid, reukstoornis, angst, incontinentie,
slaapstoornissen, depressie en hallucinaties. Nog minder bekend
maar ook minder vaak voorkomend is de ziekelijke neiging tot gokken
en seksuele hyperactiviteit. Parkinson is een progressief
invaliderende ziekte, die niet alleen voorkomt bij ouderen maar ook
steeds meer bij jongeren. Er bestaat nog geen genezing voor deze
ziekte. Medicijnen vormen op dit moment de belangrijkste remedie.
Daarnaast zijn er aanvul- lende therapieën zoals logopedie, fysio-,
ergo-, cesar- of mensen- diecktherapie. Als medicijnen niet meer
voldoende werken kan gekozen worden voor een stereotactische
operatie. Zo’n hersen- operatie wordt steeds vaker met succes
uitgevoerd. Zelf kreeg ik twee jaar geleden te maken met Parkinson.
Na het onverwachte overlijden van mijn moeder, die bij ons
inwoonde, knakte ik van de ene op de andere dag. Ik was dodelijk
vermoeid van het vele huilen, kortademig, liep als een robot,
trilde als een espenblad en viel van links naar rechts. Wanneer ik
de hond ging uitlaten verwonderde ik me dat zo weinig mensen nog
gedag zei- den. Maar als ik in de spiegel keek, schrok ik van
mezelf. Ik durf- de geen winkel meer binnen, en ook autorijden deed
ik niet meer. Ik had de pech dat familie en beste vrienden te ver
weg woonden. Al gauw kwam ik nergens meer, sprak ook niemand meer
overdag. P E E E N I K
Mijn huisarts was heel begripvol, zag
mijn enorme verdriet en
stuurde me door naar een fysiotherapeut voor ontspanningsoefe-
ningen en conditietraining. Na een maand vroeg de therapeut hoe ik
me voelde. Hij maakte zich zorgen over mijn manier van lopen en
vallen. Opperde heel voorzichtig of ik wel eens aan Parkinson had
gedacht? Ha ha. Of ik toch de volgende dag bij mijn huisarts langs
wilde gaan. Ze hadden er beiden duidelijk al over gesproken. Thuis
op internet Parkinson opgezocht. Gek, ik had wel álle ver-
schijnselen! Maar dat hebben toch alleen maar oude mensen? En
daarbij komt het in onze familie niet voor. Eerst maar eens twee
weken naar de sneeuw. Je zult zien dat je er- van opknapt, zei
iedereen. Nou, als je elke dag letterlijk in je ski- kleding
gehesen moet worden knap je helemaal niet op, maar af; mijn
vertoning op de piste was dan ook een flop. En heel diep van binnen
begon het tot me door te dringen dat er echt iets helemaal mis
was.
Na de eerste diagnose en de second opinion in het AMC moest ik er
dan ook aan geloven. Ik had wel degelijk de ziekte van
Parkinson.
Op dit moment gaat het vrij goed. Ook het lopen gaat al stukken
beter. Tijdens mijn fysio-uurtje ben ik zelfs begonnen met hard-
lopen op de band. Inmiddels neem ik zanglessen en zing ik bij een
koor, ik volg Latijnse lessen via internet, ben met een boek bezig
en oriënteer me op een passende studie. Verder zijn er nog 1001
andere dingen te ondernemen. De afgelopen jaren waren niet
gemakkelijk, maar door positief te denken en weer enthousiast over
dingen te worden, heb ik mijn kwaliteit van leven kunnen
verbeteren. Het was een heel proces. Door yoga heb ik enige
talenten bij mezelf ontdekt. De boeken van Deepak Chopra en de
preken van de dominees Schuller hebben 12
I N L E I D I N G
mij andere inzichten in de mens en het
leven gegeven. Dankzij de
medicijnen is het leven weer redelijk leefbaar geworden, maar
dankzij het bovengenoemde veranderingsproces is het leven bijna
elke dag een feest.
Tijdens mijn wandelingen met de hond gingen de gedachten altijd
naar Parkinson en hoe anders mijn leven nu was geworden. Mijn hoofd
zat soms zo vol dat het op een dag tijd was om ‘de harde schijf ’
te legen. Ik bedacht dat ik deze gesprekjes met mezelf het beste op
papier kon zetten in de vorm van Pee en ik. Zoals u in de verhalen
kunt lezen zijn wij duidelijk met z’n tweetjes. Pee (Parkinson) en
ik.
In deze verhalen tracht ik duidelijk te maken hoe je je kunt voelen
als parkinsonpatiënt, maar ook hoe je met de ziekte kunt omgaan. In
eerste instantie waren de verhalen bedoeld voor mijn gezin, later
ook voor familie en vrienden. En nu heeft u mijn boek in handen.
Pee en ik. Luchtige, emotionele verhalen met een knipoog naar het
leven. De verhalen zijn onder andere bedoeld voor die mensen die
vastzitten en er graag uit willen komen; die ook de wereld weer van
haar mooie kanten willen bekijken. Het is mij gelukt. Laat me weten
(pee.en.ik@planet.nl) of het u door het lezen van dit boek ook
gelukt is!
Als u meer informatie zoekt over oorzaken en verschijnselen,
medische behandeling en zelfhulp, omgaan met patiënten etc.,
verwijs ik u graag naar het boek De ziekte van Parkinson uit
de serie ‘Spreekuur Thuis’ (zie onder Literatuur, achter in het
boek). Ook relevante adressen, telefoonnummers, internetsites en
boeken treft u achter in dit boek aan.
P E E E N I K
De wandeling
e zijn altijd samen, Pee en ik. Samen delen we de goede Wen de
minder goede momenten. Als je ons samen ziet wandelen op de hei,
dan zie je altijd eerst Pee; ze loopt wat voor- over gebogen,
schuifelt wat met de voeten en heel hardnekkig houdt ze haar armen
stijf naast haar lichaam. Daarna kom ik, bruisend van energie,
boordevol ideeën en zin in het leven! Als de zon schijnt hebben we
nogal eens strijd, vooral als de zon áchter ons schijnt. Dan roep
ik: ‘Wat een heerlijke dag vandaag!’ Maar Pee loopt voor me uit te
mokken en te sjokken. Ik wil gaan rennen, kom er maar niet voorbij.
Voel me net een bumperklever. Er zijn momenten tijdens zo’n
wandeling dat ik even zonder Pee ben, als ik de zon tegemoet loop,
met ferme pas en de haren wap- perend in de wind. Heerlijk!
Ze laat me echter nooit lang alleen. Zodra ik afbuig van het rechte
pad en de zon me weer van opzij of van achteren beschijnt, dan is
ze er weer.
Een leven zonder Pee is haast niet denkbaar. Oké, we houden niet
echt van elkaar, maar sinds Pee in mijn leven is gekomen is er wel
veel veranderd. We doen leukere dingen dan voorheen. Stellen andere
prioriteiten. De visie op het leven en de toekomst heeft een
positieve wending genomen.
Als Pee er over een poosje niet meer zou zijn… zal ik haar dan
missen? Absoluut niet! Ik hang zeker de vlag uit. Maar ik ben haar
wel dankbaar voor het feit dat ze me in staat heeft gesteld andere
talenten te ontplooien en een ander, mooier pad in het leven te
volgen.
Ik ben een gelukkiger mens.
P E E E N I K
Shoppen
et is eind maart en toch heeft het vannacht weer gevroren. HBuiten
is het dan ook onaangenaam koud. Maar ik moet toch echt de stad in.
Een shirt ruilen en een boek ophalen bij de boekhandel. Slechts
twee winkels, moet kunnen. De hond had ik al uitgelaten en ik zat
net bij te komen van een energieslurpende wandeling. De hete koffie
deed me goed en ik nam het besluit om met de fiets de stad in te
gaan. Pee had een hekel aan fietsen en ging tot nu toe nooit mee.
Het was niet druk in de winkel en het shirtje kon geruild worden.
De verkoopster op de eerste verdieping drukte me het nieuwe shirt
in de armen en vroeg of ik een en ander beneden bij de kassa wilde
afhandelen. Feest. Ik had het te kleine shirt in de ene hand en een
tas en een paar dikke handschoenen in de andere hand. Verder droeg
ik mijn dikste winterjas en een enorme sjaal. Pee was er inmiddels
ook weer bij en begon erg vervelend te worden. Het zweet brak me
aan alle kanten uit. Tot over maat van ramp viel ik steeds bijna
om. Van binnen bibberde ik. ‘Gaat het, mevrouw? Wilt u even
zitten?’ De tranen sprongen me in de ogen en ik vluchtte zo snel
als ik kon naar beneden. Eenmaal buiten knapte ik weer op. Toch nog
maar even langs de boekhandel. Daar was het ook niet druk. Eenmaal
binnen begon Pee zo vervelend te doen dat ik haar het liefst een
flinke mep wilde verkopen. Het bestelde boek lag al klaar en na al
het wisselgeld los in mijn tas te hebben gegooid, worstelde ik me
naar buiten. Slingerde mezelf op de fiets en verlangde hevig naar
huis, naar een warme lunch.
P E E E N I K
Thuis geef ik me braaf over. Oké,
vandaag heb jij gewonnen. Maar
niet heus! Ik ben een slechte verliezer, wanneer het Pee betreft.
Dus stel ik altijd een win-winsituatie voor. Goed, ik ga vandaag
niet meer shoppen en ook geen boodschappen doen. Koken wordt ook
niks. Gelukkig staat er in de kelder nog een pak pannenkoeken- mix
en in de vriezer bevindt zich nog een kartonnetje roomijs. Zo
meteen zet ik een grote pot thee en er is vast ergens in huis nog
wel iets lekkers te vinden. Pee weerhoudt me er net niet van om een
goed boek uit te zoeken. Ik installeer me op de bank, in het
zonnetje, en probeer te genieten van het feit dat ik zomaar een
‘relaxmiddag’ cadeau krijg. Morgen gaat het vast weer beter. Tijd
voor een powernap en daarna Geert Mak. 18
S H O P P E N
De zangles
isteren was de hulp geweest en in huis was er vandaag Gdus niet
veel te doen. De zon liet zich, sinds lange tijd, eindelijk weer
eens zien. Het beloofde een fijne dag te worden. Wauw!
Sinds geruime tijd volg ik nu zanglessen. In het begin ging Pee
altijd mee, ze vond het wel interessant. Ik moest vlak bij de piano
staan zonder enig houvast en dat leverde wel eens problemen op. Al
snel begon ik dan te hyperventileren, het middenrif bleef regel-
matig vastzitten en keel- en slikklachten deden me afvragen: was
dit nou eigenlijk nog wel leuk? Vanbinnen wist ik dat ik door moest
zetten. Op mijn nieuwe prioriteitenlijstje stonden zanglessen niet
voor niets bovenaan.
Dankzij het vele geduld van mijn zangpedagoge en het steeds
wegduwen van Pee ging het na verloop van tijd beter. Spanning en
stress werden door gerichte oefeningen uiteindelijk overboord
gegooid. De inzingoefeningen werden uitgebreid en na Vaccai stapten
we over op Giordani, Caccini en Caldara. Prachtig. De beginklanken
van de piano deden mijn hart vibreren; Pee vluchtte dan de deur uit
en we zagen haar het hele volgende uur niet meer terug.
Vandaag haalde ik eens diep adem en dacht bij mezelf: iedereen kan
me wat, dit is mijn uur en dat laat ik door niemand van me
afpakken. Alle spanning en stijfheid vielen van me af en voor het
eerst haalde ik de ‘hoge C’ met gemak. Ik had nog niet eerder zo
lekker gezongen! Na afloop van de les, op mijn oude barrel, met een
zalig gevoel terug naar huis gezwierd. Ik had nog zeeën van tijd om
na te genieten voordat iedereen thuiskwam. Wat een P E E E N I
K
ongekende luxe. Voor vanmiddag had ik
mezelf beloofd te gaan
genieten van een meer dan prachtige dvd van Cecilia Bartoli. Pee
had duidelijk geen voorkeur voor klassieke muziek en heeft zich de
rest van de dag niet meer laten zien. ’s Avonds een heerlijk
pastamaal klaargemaakt met veel knoflook. Het was een reuze-
gezellige avond en niemand miste Pee. Een topdag! Moest toch meer
dingen gaan bedenken waar Pee een hekel aan had.
P E E E N I K
De yogales
andaag besloot ik maar weer eens naar yoga te gaan. Bij Vde studio
mocht Pee altijd mee tot in de gang. Verder was het voor haar
verboden terrein. Stiekem glipte ze soms mee naar binnen, maar ze
werd linea recta teruggestuurd. Als ze mocht blijven dan was dat
mijn keuze. Toen ik eenmaal doorhad dat ik als enige mocht
beslissen over haar bijzijn was de keuze snel gemaakt.
De yogalessen van Dolly zijn meer dan plezierig. Het eerste uur
praten we samen over een toekomstige betere wereld en hoe we daar
individueel aan kunnen bijdragen. Het tweede uur doen we oefeningen
waarbij we regelmatig versteld staan over ons eigen kunnen. De les
wordt afgesloten met een kopje thee en een schaaltje heerlijke
biologische koekjes. Daar vallen we zo gretig op aan dat het lijkt
of we alleen voor de koekjes komen… Als het tijd is om naar huis te
gaan valt het afscheid van Dolly zwaar. Dolly is namelijk heel
speciaal. Een klein mensje van jaar en zo lenig als een kat. Ze
heeft alle tijd voor iedereen en laat problemen verdwijnen als
sneeuw voor de zon. Dolly heeft echter gruwelijk de pest aan Pee en
Pee aan haar. Pee heeft een keer de wind van voren gekregen en nu
is ze een beetje bang voor Dolly en laat zich op de yogales nooit
meer zien. Na afloop van de les zweef ik naar huis. Voel me dan zo
licht en vrij als een vogel, alle trillingen en stijfheid zijn
verdwenen. Totale ontspanning. Dit gevoel wilde ik zo lang mogelijk
vasthouden; dat ging vandaag lukken!
Het heeft lang geduurd, maar uiteindelijk ben ik erachter gekomen
dat ik zelf verantwoordelijk ben voor de kleur van de dag. P E E E
N I K
Een ieder die een Pee noodgedwongen
onderdak geeft, heeft het
niet gemakkelijk en zou zichzelf ertoe moeten zetten te zoeken naar
bezigheden die het leven weer bruisend maken. Moet toch niet zo
moeilijk zijn…
D E Y O G A L E S
Het concert
indelijk was het dan bijna zo ver. De dag van de uitvoering E
naderde met rasse schreden.
In het kader van het herdenkingsjaar van Mozart stond het Requiem
op het programma. Na een jaar lang repeteren keek iedereen dan ook
uit naar de uitvoering.
Tijdens de generale repetitie was het ijzig koud in de kerk. Het
zingen ging voor geen meter. Tot overmaat van ramp hoorde ik dat we
óver het podium moesten lopen, aan het eind een trapje op en dan
weer óver het podium, tussen de stoelen door naar je plaats, onder
de spiedende blikken van het publiek. Pee lag in een deuk. Daar
wilde ze wel bij zijn. Dat ik met mijn hakken in de lange zwarte
rok zou blijven hangen en op mijn neus zou vallen zag ook ik al
voor me.
Hèèèèlp.
Zaterdagavond, acht uur. De kerk was afgeladen vol! De tijd was
gekomen om naar onze plaatsen te gaan en we liepen braaf achter
elkaar aan over het podium. Het publiek applaudisseerde. Ik kon
niet meer terug. Men had mij en Pee gezien. Mijn man zei na afloop
dat ik behoorlijk stevig over het podium liep. Geweldig. Niks geen
Pee te zien dus. Maar ze was er toch. Even, heel even maar. Op het
moment dat ik op mijn stoel plaatsnam, dook de dame voor mij ineens
naar beneden om haar bladmuziek te pakken. Daar zat ik, met mijn
maskergelaat, te kijk voor vijfhonderd men- sen en mijn hart bonsde
in mijn keel. Duizelig. Paniek. Pee dacht mij even te pakken
hebben. Ik kreeg het Spaans benauwd. Een trilling in mijn hand en
in mijn been. Bibbers vanbinnen. Plotseling rechts van het midden
van de kerk in het halfduister zag ik twee geliefde gezichten die
me bemoedigend toelachten. Ik greep Pee stevig bij de kraag en
smeet haar met een grote boog P E E E N I K
door de glas-in-loodramen naar buiten. Zo,
en nu zingen. Ik heb
gezongen als nooit tevoren.
De dame aan mijn linkerzijde was na afloop zichtbaar geëmotio-
neerd, ze had genoten. De dame aan mijn rechterzijde was ook
ontroerd, het was haar laatste uitvoering. En ik? Ik was alleen
maar waanzinnig blij en voelde me zeer tevree dat het me weer
gelukt was, zo’n avond zonder Pee.
P E E E N I K
Stressfactoren
egenwoordig zijn er genoeg dingen op televisie om je nijdig T over
te maken. De reclameblokken lijken met de dag langer te duren. Soms
weet je niet eens meer naar welk programma je zit te kijken. De
meest weerzinwekkende programma’s vliegen over de buis.
De kranten staan vol over terreur, gijzelingen, massaontslagen,
voedselbanken, wantoestanden in de zorg. Gezinsmoorden (om de
lading van de betekenis af te zwakken gebruiken we maar het woord
familiedrama’s) komen steeds vaker voor. Topbonussen hebben de weg
naar de juiste bestemming nog altijd niet gevonden. Als je achter
de computer zit, hijgen de hackers in je nek. Firewalls, antispam
en antivirus moeten het leuk maken om deze lui steeds te slim af te
zijn. Op internet en MSN worden kinderen lastiggevallen en
uitgescholden.
Pee is werkelijk dol op dit soort sensatie en bezorgt me bibbers,
stijfheid, depressie, slapeloosheid, enzovoort. Wat kan ik hier in
vredesnaam aan doen? In ieder geval niet meer meedeinen op de
golven van gezanik en trachten niet in de lonkende draaikolk van
agressie en apathie terecht te komen.
De televisie heeft tegenwoordig voor elk wat wils. Mijn favoriete
programma’s komen echter op de meest ongelegen tijdstippen. Maar in
de krant of tv-gids kun je een enorm aanbod vinden van films,
actualiteiten en concerten voor de komende week. Ik neem nu gewoon
op waar mijn interesses naar uitgaan en na enige tijd ben ik dan in
het gelukkige bezit van een aardige verzameling kijkplezier. En ik
bepaal zelf wanneer ik daarvan ga genieten. P E E E N I K
Verder lees ik een kwaliteitskrant, en
kijk nog maar één keer per
dag naar Euronews. Het is niet nodig je meerdere malen per dag te
laten overspoelen met doffe ellende.
En dan hebben we nog ons Peeceetje! Ik zal niet uitweiden over de
megastress die dit schijnbaar onmisbare ding veroorzaakt heeft.
Inmiddels ben ik overgestapt naar een andere provider. Een die ook
een servicemonteur levert binnen 24 uur. Afgelopen met rode
hoofden, een topbloeddruk en een rondgillende Pee. Ik kan dus voor
een groot deel zelf bepalen door welke bril ik het leven wil
bekijken…
S T R E S S FA C T O R E N
De studie
anavond zou er een voorlichtingsavond over deeltijdstudies Vzijn op
de universiteit in Utrecht. Ik ging er samen met een vriendin
naartoe. Maar het ging helemaal niet vanzelf, want Pee wilde ook
mee. Er kwam een vriendinnetje langs voor mijn dochter. ‘Mam,
kunnen we dan hier eten?’ ‘Ja, natuurlijk,’ zei ik. ‘NEEE,’ riep
Pee! Wat nu? Ik had geen puf meer om boodschappen te doen, laat
staan ook nog eens te koken.
‘Misschien kunnen jullie samen met papa lekker patat halen.’ Het
regende dat het goot en het zag er niet naar uit dat het nog op zou
houden. Slecht plan dus, want ik zou de auto mee hebben. De
telefoon rinkelde; de moeder van het vriendinnetje. Ze moesten met
hun konijn naar de dierenarts; of de dames zin hadden om mee te
gaan? En of ze meteen een hapje wilde blijven eten. Opgelost!
Probeerde zo min mogelijk te laten merken van mijn opluchting…
Het was tijd, moest me nog omkleden. Haast, haast. Laat ook maar
zitten. De meiden hadden, gelukkig zonder tegenspraak, want het
plensde nog steeds, de hond uitgelaten.
Gauw in de auto, dan zou ik nog op tijd zijn. Halverwege racete ik
nog terug om mijn mobiel op te halen. Had de laatste tijd steeds
het idee iets te vergeten en voelde me een beroerde moeder omdat ik
niet met het eten rekening had gehouden. Het was voortaan toch
eenvoudiger om dingen maar los te laten. Met een Pee in huis kon je
eenvoudig niet meer aan alles denken. Eenmaal op de faculteit
aangekomen, was Pee plots verdwenen. Zeker geschrokken van al die
oude bollen. Pee had niks met lette- ren of wijsbegeerte.
In de collegebanken zakte ik heerlijk onderuit en keek geamuseerd P
E E E N I K
om me heen naar al die mensen die ook
nog geen studiekeuze
hadden gemaakt. Dacht aan de komende nieuwe tijd, de terrasjes en
de kroegen.
Zou dat echt nog voor me weggelegd zijn, met Pee? Plotseling kreeg
ik het benauwd. Hoe moest ik dat gaan doen? De laatste tijd kreeg
ik steeds meer problemen met het ontcijferen van mijn eigen
handschrift. Zouden laptops al gebruikt worden tijdens colleges? Ik
durfde er niet naar te vragen. Morgen. Morgen zou ik erover bellen.
Ik weigerde me over te geven aan de gedachte dat het ineens einde
verhaal was. Al met al was het een leuke maar bovenal leerzame
avond geworden.
Een studie gekozen? Nog niet. Ik zou uiteindelijk wel een keuze
moeten gaan maken. Pee bracht me de laatste tijd veel aan het
twijfelen. Dan maar aan het lot overlaten. Bij twijfel moet je
nooit ergens over beslissen en eigenlijk weet ik ook wel vanuit
mijn levenservaring dat oplossingen zich altijd vanzelf en
onverwachts aandienen.
D E S T U D I E
April doet wat hij wil
en vreugdegevoel overvalt mij elke ochtend als ik wakker E word en
constateer dat ik geen tremor heb, mezelf nog kan omdraaien en
spontaan uit bed kan springen. Ik spiedde door een kier van de
gordijnen naar buiten. Grijs en mistroostig. Ha, fijn. Het was
zaterdagochtend, acht uur en buiten heerste de weekendstilte. Kon
niet meer slapen. Ik sloop naar beneden, nam snel een boterham en
een paar pillen. Snel douchen, aankleden en met de hond het bos in.
Zodra ik dacht dat ik geen levende ziel zou tegenkomen liep er
ineens iemand voor me. Van het pad links kwam nog een wande- laar.
Evengoed straalde de natuur zelf nog steeds veel stilte uit. Ik
besloot door het bos te lopen en niet over de hei. Kwam amper
vooruit was misselijk en slap in de benen. En ja hoor, daar kwam
weer een wandelaar, en nog een. Voortaan maar een uur eerder
opstaan. Intussen waren mijn handen en oren ijskoud geworden.
April? Een winterjas was nog steeds geen overbodige luxe. Eenmaal
thuis wilde de jas niet aan de kapstok en een andere jas viel van
zijn hanger. Poten van de hond schoongemaakt, met mijn hoofd tegen
de muur geleund. Vers water straks, er zat nog water genoeg in zijn
bak, eerst even liggen. Het was zo stil in huis. Hield me stevig
vast aan de trapleuning en hees mezelf naar boven. Overgeven?
Ondanks het luide gesnurk zag het bed er aanlokkelijk uit. Ik
snakte naar warmte. Kroop met kleren aan in bed. Mijn oor deed
pijn. Er werd een warm voorhoofd tegenaan gelegd. Lekker. Een warme
hand op mijn borst. Een andere warme hand onder mijn billen. Even
wegsoezen.
Slechts Pee, en het gestommel van een tiener, die zich weldra met P
E E E N I K
een hoop kabaal tussen ons in zou
storten, beletten mij om even
rap uit de kleren te springen en me over te geven aan een warm
lichaam. Tja…
Desalniettemin een prettig idee dat Pee weliswaar veel invloed
heeft, maar op een aantal gebieden duidelijk niet. A P R I L D O E
T W AT H I J W I L
Jaszakken
et is voor ’t eerst sinds lange tijd weer eens mooi weer. HDe zon
kwam voorzichtig achter de wolken tevoorschijn en je kon voelen dat
het eindelijk echt voorjaar was geworden. De winter had zich zeker
tweemaal te lang in ons land opgehouden. Eindelijk zonder jas de
hond uitlaten.
Zou ik de hei opgaan of het bospad nemen? Pee liet me weten dat de
hei vandaag niet op het programma stond. Het bospad dus. Halverwege
het bospad fluisterde ze boosaardig in mijn oor dat ik mijn jas
vergeten had. Ha ha, dacht ik, dat zal wel. Maar tot mijn grote
schrik besefte ik dat ik echt mijn jas niet aan had! Mijn jas! Mijn
heerlijke winterjas! Met die diepe zakken. Ik was zonder zakken.
Die zalige zakken waar ik de hele lange winter die stijve armen in
had kunnen verstoppen. Voelde me plotseling erg bloot en kwetsbaar.
Nu zou iedereen HET aan me kunnen zien. Pffff. Wat nu?
De hond moest toch uitgelaten worden. Vooruit dan maar. Het zou
echt mijn dag niet zijn. Daar kwam weer zo’n wandelaar aan. Hij
kwam recht op me af. Er zat ongeveer 150 meter tussen ons. Als ik
nou eens recht op die boom afloop, dan ziet hij me nog net niet. De
wandelaar bleef achter de boom. Weer tien meter verder. De
wandelaar ging iets naar rechts en ik weer iets naar links. De
wandelaar ging naar links en ik naar rechts. Deed me denken aan het
kiekeboespelletje van vroeger. Alleen kon ik hier niet om lachen.
We waren elkaar bijna genaderd en ik moest nu toch echt die boom
voorbij. Meestal was de hond achter me en kon ik gaan stilstaan om
hem te roepen. Vandaag liep hij natuurlijk ver vooruit en moest ik
ook doorlopen. Confrontatie. ‘Goedemorgen mevrouw, nog steeds last
van uw rug?’ ‘Ja,’ antwoordde ik braaf, ‘maar er kómt een dag dat
het over is.’ P E E E N I K
De augiasstal
et verschrikkelijke besluit was genomen. Vandaag ging Hhet
gebeuren. De kamer van onze tiener was aan de beurt. De bendes
kleren, boeken en studieboeken die zich daar in slechts twee dagen
hadden opgehoopt zouden vandaag het veld moeten ruimen. Voor de
laatste maal, had ik mezelf beloofd. Was niet van plan om nog
langer slavenarbeid te verrichten. Of Pee er nou wel of geen zin in
had, vandaag was ik Hercules. Vol goede moed toog ik naar boven.
Gooide de deur open en schrok me een bult. Hier had een orkaan
gewoed! Even zitten. Moest de situatie onder controle krijgen.
Eerst een plan van aanpak bedenken: sorteren van studie- en lees-
boeken, kleding voor de was en voor in de kast, bed opmaken en dan
de volgende dag stoffen en zuigen.
Op een of andere manier lukte het me niet. Door Pee vielen de
kleren steeds van de hangers. Pee ging op mijn rug zitten, zodat ik
met de boeken in mijn armen niet overeind kwam. Als ik voor- over
boog gaf ze me een duw, zodat ik opzij viel. Even zitten en een
poosje in het rond schreeuwen. De tranen kwamen vanzelf. Zo, over.
Nieuw plan van aanpak. Heel boos worden, alles naar één kant
schuiven, vuilniszakken klaarleggen. En gewoon beginnen! Binnen een
paar uur was de klus geklaard. Gestoft én gezogen. Als je maar eens
goed nijdig wordt op die Pee. Tegen drie uur een pot thee gezet,
plak chocola erbij – ik doe geen fluit meer. Vanavond maar (weer)
iets heel makkelijks eten. Ben zeer benieuwd wat de eigenaresse van
haar schone stal vindt. Zelf was ik blij en voldaan want ik, de
held dus, had het werk net als Hercules in één dag voltooid.
P E E E N I K
Rumsoda
orgen is het Koninginnedag en zondag komt er ‘hele Mdag’ visite.
Vandaag moesten er dan toch boodschappen worden gehaald. Even snel
een briefje maken om te voorkomen dat ik maar met de helft zou
thuiskomen. Eenmaal in de supermarkt kwam ik al snel tot de
ontdekking dat het briefje weer eens thuis op de keukentafel was
achtergebleven. Ik sprak mezelf toe: rustig blijven en gewoon
doorgaan met ademhalen. Pee was voor de verandering gelukkig in de
auto blij- ven zitten.
Het ging als een speer. Ik had wel heel erg veel boodschappen in
mijn kar. Maar ja, bezoek had het recht om verwend worden. De dame
achter de kassa vroeg of iemand kon helpen met inladen. Nou, daar
zei ik geen nee tegen. Nu al die boodschappen nog in de auto zien
te krijgen. Snel naar huis, alles naar binnen brengen en opbergen.
Je moest maar niet gaan tellen hoe vaak je de pot pindakaas in je
handen had gehad. Logisch dat Pee er ook genoeg van kreeg. Ze
vluchtte uit de auto de keuken in en ging eens lekker lopen
drammen.
Samen hadden we de zak met pruimen niet goed opengemaakt, waardoor
het voor de pruimen een strijd werd wie als eerste op de mooie
schaal kwam te liggen. De appels hadden vandaag zin om over het
aanrecht te rollen en de mandarijnen sprongen steeds uit mijn hand,
want er wilde er geen een onderop liggen. Pee had weer dolle
pret.
Eindelijk alles opgeruimd. Even op mijn briefje spieken. Ik kon het
bibberhandschrift nog enigszins ontcijferen. Het viel mee wat ik
vergeten was. Behalve de rumsoda. Rumsoda?! Waarom had ik P E E E N
I K
dat in vredesnaam opgeschreven? Met een
loep keek ik nogmaals
op het bijna onleesbare briefje. Er stond helemaal geen rumsoda.
Het was de roomboter die ik was vergeten! Na de lunch en een uurtje
rust besloot ik de middag in de tuin door te brengen en me zonder
stress voor te bereiden op een gezellig weekend.
Morgenochtend vroeg op, de vlag met wimpel uithangen. Met de trap
naar de buurman om ook daar de vlag uit te hangen. Naar de bakker,
lekker vers oranjegebak halen… én op tijd voor de buis zitten met
een oranjebittertje!
R U M S O D A
Hoe gaat het?
et kan me tegenwoordig mateloos irriteren als mensen Hvragen hoe
het gaat, en vervolgens niet naar Pee vragen. Net als vroeger,
wanneer je als prille moeder met je baby aan de wandel was en men
keek of vroeg niet naar je kind. Eens was ik, naast bijna honderd
procent moeder, toch ook nog echtgenote, huisvrouw, werkende vrouw,
studerende vrouw, vrien- din, vijand, kennis, collega, buurvrouw,
zus, schoonzus, nicht, achternicht, tante, dochter…
Tegenwoordig kan ik van bovenstaande al heel wat doorstrepen. Er is
er slechts één bijgekomen en dat is Pee. Maar ik zal nooit honderd
procent Pee zijn want Pee en ik zijn met z’n twee. Het doet wel
pijn als er belangstelling voor de een is en niet voor de ander.
Het is blijkbaar makkelijk voor iemand om me te vragen hoe het gaat
– om vervolgens zijn eigen succes- en/of ellendestory over mij uit
te storten.
Waarom zouden mensen bang zijn om te vragen naar Pee? Zouden ze
bang zijn om na hun vraag geconfronteerd te worden met het
tandenpoetsprobleem of iets anders engs? Zouden mensen bang zijn om
met hun eigen tekortkomingen te worden geconfronteerd, omdat ze
niets anders weten te zeggen dan: ‘Tja, joh het is niet anders.’
‘Je moet er maar mee leven.’ ‘Je moet er nodig eens uit.’ ‘Het had
nog erger kunnen zijn.’
Allemaal uit het handboek der dooddoeners. Als na een echte Pee-dag
iedereen met zijn verhalen thuiskomt is het fijn om te luisteren.
En is het heel fijn om iedereen blij te zien en het is ook fijn als
je zelf over jouw dag kunt vertellen. Blijft over: hoe was het met
Pee vandaag?
Kijk een Pee-bezitter eens recht in de ziel en vraag: hoe was het P
E E E N I K
nou vandaag met Pee? Niet elke dag
hoor, ook niet elke week.
Zo eens per maand is ook goed, maar dan wel gemeend. Vergeet vooral
niet bemoedigend te zijn. Een aardverschuiving zal plaats-
vinden.
De Pee-bezitter zal uiteraard zijn best doen om geen treurig,
depressief, egocentrisch, onooglijk schepsel te zijn. H O E G A AT
H E T ?
In de emotio
huis waren ze er al aan gewend. Moeders zit weer eens te T huilen.
Ik moest de laatste tijd wel heel snel huilen om van alles en nog
wat. Bij een romantisch of dramatisch einde van een boek, film,
theater, concert. Het was alleen erger geworden sinds Pee over mijn
schouder meekeek.
Het begon op te vallen bij de vele verdrietige beelden in journaal-
uitzendingen. Ook bij elke soap werden wel tranen gestort. Verder
kan ik me nog een aflevering herinneren uit de serie McLeod’s
Daughters waarin Claire zo abrupt uit de serie werd geschreven.
Door een enorme uitbarsting van tranen mijnerzijds had ik ook mijn
dochter aangestoken en samen hebben we een hele partij papieren
zakdoekjes weg zitten snotteren. Dan heb je ook nog de feestelijke
sportevenementen zoals de Olympische Spelen, de Elfstedentocht, het
WK hockey en voetbal, waarbij ieder mens met een beetje gevoel wel
eens een ontspoorde traan wegveegt.
En vooral de huldigingen waren een regelrechte ramp; die moest ik
zeker niet meer in het bijzijn van anderen kijken. In het bijzonder
het enorme hartverwarmende enthousiasme van moeder Terpstra deed
mijn keel dichtknijpen. Het was alsof Pee op het moment suprême
ergens een klein stekkertje in en uit stak. In het begin dacht ik
dat niemand het in de gaten had en veegde stiekem de tranen weg.
Naarmate de spanning opliep moest ik slikken, hoesten en mijn
ademhaling ging in horten en stoten. Stekkertje erin, stekkertje
eruit, Pee hou op! Nu was ik in een fase beland dat, als ik alleen
maar verslag wilde uitbrengen over een gebeurtenis met een
enigszins emotionele P E E E N I K
lading, mijn stem halverwege het verhaal
brak en iedereen me
nieuwsgierig aankeek en riep: ‘Ja hoor, daar gaan we weer!' Ik zie
dan ook al op tegen de naderende feestdagen, met name het
kerstdiner. Traditiegetrouw dient iedereen die bij ons ‘aanzit’
tijdens het diner, een gedicht voor te dragen, een verhaal voor te
lezen, iets muzikaals te doen of terug te blikken op het bijna
voorbije jaar.
Ik wist dat ik de keuze tussen voedselbanken, verhongerend wild of
een nog zelf te schrijven essay stilletjes al had gemaakt.
Desalniettemin is het veel eenvoudiger om jezelf te zijn, te
blijven en je maar gewoon over te geven aan de voorbijvliegende
emoties. Lekker brullen.
Kon iedereen er hartelijk om lachen.
Het positieve element daarvan is, dat je je erná lekker opgelucht
voelt.
P E E E N I K
De tuin
et was nog vroeg in de middag en ik had besloten eens Hwat in de
tuin te gaan doen. Het was een van die zeld- zaam mooie meidagen.
Er waaide een heerlijke zwoele wind. Heel voorzichtig sloop ik door
de voortuin, spiedend van links naar rechts of er soms iemand te
bekennen was die het plan had mij aan te spreken. Ik had me bewust
niet in tuintenue gestoken. Al dat verwisselen van kleding kon je
maar beter voorkomen. Maar waar te beginnen?
De klimop woekerde relaxed door de hele tuin. Sommige struiken
waren niet meer van elkaar te onderscheiden. Door de droogte van
een paar dagen was er veel blad gevallen; de borders waren dan ook
één puinhoop. De madeliefjes stonden bijna op kniehoogte. De
berkenbomen waren nog niet uitgebloeid en lieten overal stuif-
meelsporen achter; op de brievenbus, de vensterbanken, de ramen en
de auto. De rand klinkers, die het gras van het grind zou moeten
scheiden, was niet meer te zien; het gras was er brutaal overheen
gegroeid en kwam zeker tien centimeter over het grind. Deze
verborgen rand intrigeerde me en ik besloot daarmee te
beginnen.
Tijdens de inspectieronde was ik de hele Pee vergeten. Niet aan
denken! Gauw beginnen. Ik kon lekker op mijn knieën zitten en zou
dus niet omvallen. Het was een zware klus, maar het ging redelijk
snel en na een uur was ik daarmee klaar. Ik besloot wat dichter
naar het hek te gaan (nog steeds niemand te zien) en begon daar in
een enorm tempo aan de klimop te rukken en te trekken. Je moet doen
wat binnen je mogelijkheden ligt. In die hoek ook maar meteen
snoeien. Mijn buurman van 87 kwam even helpen met de zaag. Zou toch
andersom moeten zijn? P E E E N I K
Waar is Pee in vredesnaam gebleven?
Het was half vijf. De zon had inmiddels plaatsgemaakt voor
bewolking; er beloofde heel wat regen uit te komen. Ik moest
voortmaken.
Vijf uur. Wat was het toch zalig in de tuin, ik voelde me weer als
vanouds.
Half zes. Het begon op te knappen. Even pauzeren en stretchen. Het
gras ook maar even maaien en de kantjes knippen. Eindelijk de dode
rododendron eruit bonjouren.
Totdat een buurjongetje pennen kwam verkopen en ik constateerde dat
ik mezelf had buitengesloten. Sufferd, zag ik het jongetje den-
ken. Tja, dan ga ik maar door tot iedereen thuis is. Er was per
slot van rekening ook nog yoghurt met muesli en oerbrood met kaas
en ham en olijven. Moet kunnen.
Om kwart voor 7 diende Pee zich aan. ‘Zeg, je moet nu stoppen
anders kom ik naar huis!’ Ik ging braaf zitten onder een paar hoge
bomen, en genoot van het vele verzette werk. Pee had gelijk; je kon
het ook overdrijven. Pee was uit logeren gegaan zonder mij van
tevoren in kennis te stellen. Af en toe liet ze even van zich
horen. Ze zou uiteindelijk pas terugkomen als ik met de tuin klaar
was. Sinds Pee bij me is, is ze voor het eerst tweeënhalve dag weg-
geweest.
Waar ze geweest is? Géén idee…
D E T U I N
De zaterdag
et regende ‘cats and dogs’, zoals ze in Engeland zeggen Hals het
hemelwater met bakken naar beneden komt. Het was mijn soort weer!
Ik raak dan door zo veel dingen geïnspi- reerd en kan vervolgens
moeilijk een keuze maken: zingen, piano- spelen, naar jazzmuziek
luisteren, een goed boek lezen of achter de computer wat
Pee-verhalen eruit rammelen. Vandaag kwam daar niet veel van. Door
de wekker werd ik al vroeg het bed uitgejaagd. Op naar de
hockeyvelden. Voor Pee was het ook zaterdag; meestal sliep ze uit.
Zo ook van- ochtend. Nog even langs de bakker een paar lekkere
knapperige broodjes halen.
’s Middags hadden dochterlief en ik een afspraak bij de opticien.
Drama: het tienerkind heeft een bril nodig! Toch weer iets leuks
van zien te brouwen. Slecht nieuws verbergt altijd een gouden kans!
Hoezo een gouden kans? Nou, bij elke opticien werkt wel een leuke
knul… en er zijn heel wat opticiens. Het giet nog steeds; we duiken
een café in en bestellen een drank- je en een portie bitterballen.
Genieten met zo’n puber! Het blijft een kunst om van elke dag een
topdag te maken. Eenmaal thuisgekomen besloten we de open haard aan
te doen. Eind mei!
Snel nog even naar boven mijn mail checken, voordat de computer de
hele avond bezet gehouden zou worden door allerlei MSN- gespuis. Ik
gooide een raam open, zodat ik de regen in zijn volle glorie kon
horen druppen. De vogels kwamen er met hun avond- concert nog net
bovenuit. Een cadeautje van boven, daar moest je toch even van
genieten. Wat kon het toch simpel zijn. Ik vroeg me af hoeveel
mensen er op dit moment ook zo van genoten. P E E E N I K
Het was een lange dag geweest en ik
verlangde naar rust. Pee stond
al een poosje beneden aan de trap te jengelen. Zelfs de hond werd
er ongedurig van en bleef blaffen. Tja, als Pee zich eenmaal aan-
gekondigd had, dan ging alle aandacht weer naar haar. Ze was nu
boven gekomen, zat boven op mijn nek en trok aan mijn arm zodat ik
de computer met moeite kon afsluiten. Ik had ook eerder moeten
stoppen.
Tijd voor een goed glas wijn en een ontspannende film.
Zaterdagavond. Bedtijd voor Pee…
P E E E N I K
Keukenhulpjes
uis-, tuin- en keukenhulpjes; wat klinkt dat onzalig ouder-
Hwets!Toch zijn het de handigheidjes die je vroeger thuis leerde
die je nog altijd bijblijven. Maar die handigheidjes van toen zijn
nu met Pee geen handigheidjes meer. Mijn vader vertelde vroeger,
áltijd als we asperges met ham en gekookte eieren aten, hoe je het
beste een ei kon pellen; in verband met de luchtbel of kamer
onderin. Nou, tegenwoordig moet ik mijn gekookte ei eerst finaal
craquelé slaan wil ik een ongeschonden wit ovaal op mijn bord
terugvinden. Om tomaten te snijden gebruik ik het pizzames, zodat
het geen tomatenpuree wordt. Het broodmes wordt voor de kaas
gebruikt als ik niet met een jaap in mijn vinger op de EHBO wil
belanden. De paprika’s worden schoongeborsteld met een
champignonborstel en de champignons worden gesneden met het
vleesmes. Verpakkingen knip ik direct open om mezelf de ieder zo
bekende smijtergernis te besparen. De deegroller zorgt ervoor dat
de noten gehakt wor- den. Gehakt? Gehaktballetjes, ja daar heb ik
wel hulp bij nodig. Een balletjesdraaimachientje zou heel welkom
zijn in Pee-land. Als een soort Dulle Griet klop ik mijn roux met
de garde geklemd tussen twee handen. Mijn dochter maakt de
béchamelsaus en mijn specialiteit is de péchamelsaus, mét klontjes.
En we weten allemaal: die horen erin.
Eigenlijk wil ik het niet toegeven maar stilletjes dringt het besef
door dat ik dus al enige hulp nodig heb om Pee buiten de keuken te
houden. Ze staat inmiddels al weer te dringen voor de deur en uit
alle macht houd ik met handen en voeten de deur dicht en zing uit
volle borst: bij ons staat op de keukendeur, het is niet altijd
rozengeur...
P E E E N I K
Besluiteloze zone
ké, ik voelde dat het vandaag mijn dag niet zou zijn en Oik had me
erop moeten instellen. Maar eigenwijs als ik soms ben, bereidde ik
me voor om eens flink uit te pakken. Zeven uur opstaan en er moest
vooral niemand voor mijn voeten lopen, want dan moest ik steeds
gaan zitten en dat schiet niet echt op. Ik sloop langs de plinten
naar beneden, om maar vooral Pee niet te wekken en rustig mijn
eigen gangetje te gaan. Pee kon er beslist niet tegen als je haar
abrupt uit een van haar zeven hemelen haalde.
Om acht uur was iedereen de deur uit. Drie dagen zonder afspra- ken
lachten me toe! Wat zal ik eens gaan doen? Bibliotheek, tuin-
centrum, Utrecht, eeehh… Om een vlijtig liesje-loze zomer te
voorkomen besloot ik naar het tuincentrum te gaan. Eenmaal daar
aangekomen stuurde Pee me met de eigenzinnige kar van links naar
rechts en van rechts naar links… met bibberende benen en al aardig
hyperventilerend zwierde ik tussen de vele plan- ten door.
Besluiteloze zone.
Snertplanten. Snerttuincentrum. Snertmens met je kar vol lelijke
margrieten.
De juiste kleur Lies kon ik niet vinden. Wat was mijn kleur eigen-
lijk? Hoeveel plantjes moest ik nemen en waar moesten ze in vre-
desnaam staan? Ik verlangde naar huis en strompelde voort met mijn
lege recalcitrante wieltjeskar richting kassa. ‘Mag ik even
passeren? Ik kon helaas niet slagen!’ Een venijnig uitziende vrouw
keek me argwanend aan en haar jolige, totaal niet bij haar passende
man riep: ‘Wel effe betalen hoor!’ Ha ha, ik lachte als een boer
met kiespijn. Gauw naar huis. P E E E N I K
Na de lunch en een powernapje besloot
ik het gras wel eens even
te maaien. Ik kon de dag toch niet zo ellendig afsluiten. Terwijl
ik trachtte met Pee op mijn schouders het benodigde onbehouwen
apparaat uit de garage te halen, viel er van alles om. Bij het
terug- zetten hiervan viel er nog meer om. De tuinkussens kregen
het plotseling in hun hoofd om ook te rollebollen. Ik had ook
eigen- lijk helemaal geen zin meer om het gras te maaien. Ik had
eigen- lijk nergens zin in. Ja, ik had zin in een potje janken. Dus
Pee, kom in mijn armen! Het was niets gedaan vandaag. Dan maar weer
buiten hangen in een lekkere tuinstoel, vergezeld van een droppot
en een Engelse detective. Pee had altijd de pest in als ik iets met
de grijze cellen ging doen; ze had de ingang daartoe nog niet
ontdekt. B E S L U I T E L O Z E Z O N E
De contactlens
andaag moest onze tiener voor het eerst haar nieuwe Vcontactlenzen
indoen. Nou, dat hebben we geweten. Je moet dat in alle rust doen.
Maar nee, niet eerst iets drinken, ‘eerst mijn lenzen!’
Oké, oké. Maar het duurde en het duurde maar en als iets te lang
duurt kan het nooit goed gaan. Zo hier dus ook. Pee en ik zaten in
de keuken en mochten vooral niet storen. Na tien minuten hielden
wij het niet meer uit en staken ons hoofd om de hoek van de deur.
‘En?’ ‘Shit.’ Pee en ik trokken snel onze hoofden terug.
‘Maaaam!’
Het onvermijdelijke was gebeurd... Een fantoom voelde zich geroe-
pen om werkelijkheid te worden. De lens was zoek! Nog geen uur in
huis, en nu al verdwenen. In het hoogpolige tapijt nota bene.
‘Zitten blijven!’ gilde ik. ‘En vooral niet bewegen!’ Op mijn
knieën gedoken, met Pee op mijn rug, voorzichtig met bibberende
vingers en een bibberlijf elke centimeter van het ellen- dige
tapijt doorzocht, niets. De parketvloer, niets. Waar is dat
verdraaide ding nou gebleven?
Aardig wat verwensingen speelden door mijn hoofd. Pee joelde het
uit. Koortsachtig zocht mijn brein naar een oplossing in de
wetenschap dat we hier ééns om zouden kunnen lachen. Schoenen maar
uit doen en voorzichtig proberen op te staan. Wat nu, wat nu? Eerst
de stoelen maar voorzichtig verwijderen en daarna de loodzware
eiken tafel. De lens zal nu inmiddels wel geplet zijn. We kwamen op
het lumineuze idee het tapijt, dat bijna niet te tillen was,
voorzichtig op te rollen en luisteren of er wat uit zou vallen. Dat
is een voordeel van harde lenzen. Yes! We hadden de recalcitrante
lens weer gevonden; en zo op het oog leek hij nog heel te zijn. Wat
een opluchting!
P E E E N I K
‘Snel’ alle meubelen weer op hun
plaats, lenzen schoonmaken en
het eerste uur maar niet meer proberen in te doen. Pffff !
Inmiddels had Pee mij volledig in de greep.
Pee en ik zegen neer op een keukenstoel; lood in de benen, een
stalen frame tussen de schouders. Over de rest zullen we het maar
niet hebben.
De schaal met net gewassen wortelen lonkte boosaardig. Dochterlief
maar even mee troosten. Samen namen we de oranje vitamines in. Maar
zo zuur hadden we ze nog nooit gegeten. Bedorven wortelen!
Grretverrdrriee!!
Deze dag is niet meer goed gekomen… een topdag voor Pee. D E C O N
TA C T L E N S
Nachtelijke strooptocht
e lantaarnpaal liet haar warme lichtstraal door een kier D van de
slaapkamergordijnen naar binnen gluren en maakte het zo voor mij
gemakkelijk de weg naar beneden te vinden. De keukenklok gaf aan
dat het pas 3.00 uur was. Hè, zo meteen nog fijn een paar uur
slapen. Maar eerst iets eten… Een gevoel van vredigheid kwam over
mij. Ik wist dat er vanmiddag na de thee nog enige
roomboterspritsen in de koektrommel waren achter- 0gebleven. Zo,
nog een beker melk erbij. Als ik nu niet genoeg at, dan zou Pee,
tot de wekker weer gilde, zachtjes aan mijn rechter- been blijven
trekken. Er klonk een brutale bons op de deur. De hond, die door
zijn reukorgaan was gewekt keek nu vast onder de ruimte van de deur
door, naar het lint van roombotermoleculen dat zich eronder door
wilde persen. Assertief als de hond is sloeg hij nogmaals met
geweld zijn poot tegen de inmiddels gehavende deur. De geur werd
sterker, en hij zou en moest door de deur heen voordat het bijna op
was. Maar voor mijn nachtelijke metgezel bewaarde ik altijd
wat.
Zachtjes opende ik de deur en een wolk van roombotergeur drong nu
naar binnen. Het zou grappig zijn als alle geurtjes eens hun eigen
kleurtjes hadden.
De spritsen waren inmiddels op.Toch maar geen nieuwe verpakking
openmaken. Dat ging altijd met zoveel moeite en gekraak. En Pee lag
net lekker als een heilige boon te slapen. In de kelder was nog een
geheime voorraad roombotercarrees. De naam alleen al deden me
watertanden. Rooomboooter carreees…
Natuurlijk had ik geen honger maar wel een beetje veel trek. Daar
ik toch een paar kilo’s was afgevallen, voelde ik mij in het geheel
niet schuldig deze zaligheden te verorberen op dit nachte- lijke
tijdstip. De uitdrukking op mijn gezicht deden de carrees P E E E N
I K
glimmen. Elke avond voor ik mijn bed
inklim, sluip ik nog even
naar beneden om me ervan te overtuigen dat er vannacht wat te
smullen is. Het zou toch een hele ontgoocheling zijn als je zonder
Pee gelukzalig van de trap afdaalde, in de keuken kwam en een lege
koektrommel aantrof.
Vandaag was een Pee-dag geweest en ik troostte mezelf dus maar met
4 roomboterspritsen en 2 overheerlijke roombotercarrees. De
gedroogde abrikozen smaakten ook goed. Dit is dus vraatzucht, zei
een stemmetje in mij, terwijl ik de hond een paar van zijn eigen
brokjes gaf.
En nu braaf in je mand, hoor. De braverd was slimmer dan braaf en
sloop naar boven waar hij zich aan mijn kant van het bed neer-
vleide. Hij dacht vast; waar geur is is nog eten. Zo, nu weer
lekker slapen hondebeest, en tot vannacht maar weer. Trusten
Pee.
P E E E N I K
Wie is Pee
wat moet ik ermee, wat kan ik ermee
Pee wie ben je, waar kom je vandaan
Je bent vast een lange weg gegaan
Voordat je bij mij kon binnengaan
Toestemming heb ik je zeker niet gegeven Om mijn lijf zo nu en dan
te laten beven En zeker niet voor de rest van mijn leven Pee wie
ben je, wanneer zul je weer gaan Waar kom je toch vandaan?
Ben je soms een rusteloze geest
Een parasiet of een ander lelijk beest
Dat graag bij een ander feest
Ben je soms een energieveld
Dat graag nog meetelt
En daardoor met geweld een ander velt
Of ben je soms een rugzak
Die je zelf kunt vullen met gemak
De ene dag wat minder
Dan ondervind ik niet zo veel hinder
De andere dag wat meer
Dan doet mijn ziel zo zeer
Eigenlijk ben je een arrogant stuk vreten Dat denkt zelf altijd het
beste te weten Je hebt dan ook al aardig wat op je geweten P E E E
N I K
Regelmatig wil ik je een opduvel
geven
Omdat ik zónder jou wil leven
Zónder jou het leven weer opnieuw beleven! Met de noren aan weer
lekker schaatsenrijden Lange tochten maken, je bevrijden
En zonder angsten autorijden
Dat ik weer kan lopen zoals ieder ander mens Dat is mijn grootste
wens
Met armen die weer willen zwaaien
handen die weer sensueel kunnen aaien
Met spieren die weer hetzelfde als ik willen Dan zou ik eerst mijn
vreugde uitgillen
En daarna met jou een hele grote zure appel schillen Een leven
zonder stijfheid, zonder beven, zonder pijn Zou dat nou niet zalig
zijn?
Ach, we zullen wel nooit weten hoe je bent ontstaan Pee wie ben je
toch en waar kom je vandaan Wordt het niet eens tijd voor je om weg
te gaan Voor mij ben je de rugzak
En denk vaak hou je gemak
Er komt beslist ooit een dag
Dat ik je van mijn rug gooien mag
Tot die tijd neem ik maar weer een pil
Dan hoor ik van jou een snerpende gil
Want dan word je even buiten spel gezet
En heb ik voor even mijzelf gered
W I E I S P E E
Zonder pardon ben je in mijn leven
komen sluipen
En je denkt je met mijn energie te kunnen bedruipen Nou mooi niet,
dan heb je de verkeerde gekozen Ik ben namelijk je vijand, waar je
beter niet kunt verpozen! Tegen je vechten zal ik met al mijn
krachten Met mijn hart en met mijn hele ziel en zaligheid, dat is
wat je kunt verwachten
Want mijn ziel zal sterker zijn
Mijn ziel zal uiteindelijk de opdracht geven Aan al mijn eigen
cellen die nog in mij zijn: Komt alle in balans! Ik ben hier de
baas! Alle cellen in balans! En ben ik eenmaal weer in balans
Dan geef ik jou Pee de kans
Om te vluchten voor je leven…
P E E E N I K
Een trouwe viervoeter
e luistert naar de naam Chess. De mooiste, liefste en uiterst Z
komische viervoeter ter wereld. Als het om spelen of eten gaat,
luistert ze ook naar andere troetelnamen: Hondebeest, ouwe dibbes,
dikke muis, stoffeladorus, korstjesdief, vervuiler, dikbil,
zwabberaar.
Ze is een goede graadmeter voor mijn stemming. Als ik in een wilde
enthousiaste bui verkeer, staan haar ogen don- ker en gretig, in
voor een rondje rennen om de eetkamertafel, met piepegel in haar
bek.
Als ik wel eens mijn stem verhef dan, gaat ze voor de kamerdeur
staan in de hoop dat iemand haar erdoor laat, zodat ze naar boven
kan vluchten.
Als ik door Pee in een verdrietige bui ben, komt ze haar kop op
mijn schoot leggen en moet ik wel huilen om haar droevige ogen.
Vervolgens gaat ze dan maar op mijn voeten liggen. Als ze in de
keuken voor mijn voeten loopt, en ik mopper dan eens, verdwijnt ze
met een verontwaardigde blik naar de gang. Als ik aan het kruiden
van het vlees toe ben, gaat ze met haar kop op de drempel liggen om
alsnog haar aanwezigheid te benadrukken. Als ik heel lief tegen
haar praat (rond etenstijd), begint ze uitzon- derlijke geluiden
voort te brengen en lijkt het alsof ze vandaag voor het eerst gaat
praten.
Als we een wandeling door het bos maken, loopt ze soms voor me uit
en alsof ze voelt dat het lopen weer eens een strijd voor me is,
gaat ze stilstaan en kijkt om met een meewarige blik en als onze
blikken elkaar treffen laat ze haar kop diep zakken en loopt ver-
volgens langzaam door. Dan krimpt mijn maag tot een minimum. P E E
E N I K
Als ik mijn viervoeter dan weer aanlijn
om over te steken, trekt ze
een sprint naar de overkant en ik natuurlijk in gestrekte draf er
achteraan. Een heerlijk gevoel. Het is wel lastig dat honden hier
aangelijnd moeten zijn. Als je dat niet doet, krijg je een
bekeuring van een van de vele toezichthoudende mystery walkers. Pee
vindt het tot nu toe allemaal prima met Chess. En voor de toekomst
hoop ik dat het zo blijft. Als je eenmaal zo slecht loopt en op je
voorvoeten dribbelt, dan wordt het een hele klus om met je hond
aangelijnd te lopen. En wat er zou kunnen gebeuren als je bevriest
tijdens het oversteken op straat, laat zich raden. In mijn nabije
omgeving heeft een slecht lopende Pee-bezitter een bekeuring
gekregen, omdat hij zijn hond los liet lopen. Hij was al een paar
keer omver getrokken door de hond en aangezien het beest de bevelen
van zijn baas goed opvolgde, besloot de Pee- bezitter de hond,
noodgedwongen, los te laten lopen. Tja, een hond moet toch
uitgelaten worden.
Als Pee dan zijn zinnen op de hond heeft gezet, wordt het een
probleem.
De bekeurde Pee-bezitter heeft inmiddels zijn hond, met immens veel
verdriet, een ander thuis moeten bezorgen. Een afgrijselijk maar
waar gebeurd verhaal. Als je eenmaal een hond in huis gewend bent,
moet het een afschuwelijke leegte zijn wanneer hij of zij er niet
meer zal zijn. De troost die een hond verschaft, de blijheid
telkens weer als je thuiskomt, de warmte als hij aan je voeten
ligt, de aanspraak… mijn kruimeldief. En daarom zal ik mijn
hondebeest vanavond eens lekker verwennen met rijst en gekookte
kip. Als ze straks nog buikpijn heeft, dan mag ze vanavond bij mij
op bed slapen… En Pee mep ik onder het bed.
E E N T R O U W E V I E R V O E T E R
Tandenpoetsen
andenpoetsen was iets waar ik vroeger nog nooit een T seconde over
had nagedacht. Dat was een ritueel, twee of drie keer per dag, jaar
in jaar uit. Een automatisme. Als ik voor de spiegel stond, nam ik
de planning van de komende dag door, bereidde me voor op een
gezellig avondje uit of genoot na van een belevenis van de vorige
dag. Je roetsjte met je borstel altijd in een racetempo over tanden
en kiezen heen en deed soms ook nog enkele dingen tussendoor. Zelfs
enigszins verstaanbaar gillen tegen een onverlaat die je in het
voorbijgaan wilde kietelen hoorde bij het ritueel. De beruchte drie
minuten waren dan ook zo voorbij.
Totdat een vreselijke dag zich aandient. De dag dat Pee zich aan je
vastklampt en je niet meer loslaat. Al snel laat ze je voelen dat
er iets aan de hand is, niet met je tandenborstel maar met je hand
of je arm…
Het is curieus, de op-en-neerbeweging gaat af en toe wel; van links
naar recht poetsen gaat helemaal niet. Als ik me boos maak gaat het
een paar seconden goed. Concentreren dus. Het lijkt alsof er een
batterij in de tandenborstel zit die op het punt staat het te
begeven. Aan… uit. Aan… uit. Met 32 gebitselementen en elk vijf
vlakken waar bacteriën zich thuis voelen, denk ik heimelijk aan een
elektrische tandenborstel. Toekomst please, niet nu al! Ik voel dat
ik sta te hyperen en met bibberende benen kijk ik in de spiegel. Al
die elementen zijn niet zomaar gepoetst. Er is geen tijd om over de
planning van de komende dag na te denken. Alle aan- dacht is
gericht op de tandenborstel die maar steeds hapert en het liefst
wil stoppen. Waarom wil dat stomme ding nou niet wat ik wil. P E E
E N I K
Iemand anders kijkt nu in de
badkamerspiegel. Er zijn geen dro-
merige ogen meer die je aanstaren. Er is slechts een vermoeid
gezicht dat met betraande ogen, hangend aan de wastafel, denkt: hoe
kom ik deze dag door?
Als uiteindelijk deze ‘happening’ voorbij is, geeft het een
heerlijk gevoel als je tanden weer ontdaan zijn van boosaardige
bacteriën. Dan nog even flossen. Als dat dan wel lukt, ben ik
helemaal blij. Het is namelijk een hele kunst om het draadje, met
bibberende handen, tussen je tanden door te krijgen. Er zijn
gelukkig dagen bij dat het wel goed gaat. Vandaag lukt het weer
eens helemaal niet.
Ik doe nog een ultieme poging en dan houd ik ermee op en neem
mezelf voor om vandaag maar eens lekker breeduit naar iedereen te
lachen!
P E E E N I K
Het zwembad
uiten stormde het behoorlijk en de ene na de andere hoos- Bbui trok
langs.
Vandaag hadden we het goede plan opgevat om na jaren weer eens te
gaan zwemmen in het overdekte zwembad. Bij het betreden van het
zwembad kon je de chloorlucht al ruiken en kinderen deden hun best
om gehoord te worden. De aanblik van de badhokjes deden me
twijfelen of ik niet meteen rechtsom- keert zou maken…
Eenmaal in spannend tenue gestoken liepen we naar de rand van het
bad. Het water zou 28 graden moeten zijn, maar voelde koud aan. Nou
ja, we zijn er nu eenmaal, dus: wie er het eerst door is! En daar
was dan de grote verrassing. Wat gebeurde er in het water; welke
krachten waren hier aan het werk? Niets, ik voelde helemaal niets!!
Geen zwaar stijf lijf, geen vermoeide benen, geen pijn waar dan
ook! Ik schoot als een vis door het water en kon duiken als een
dolfijn. Er was boven of onder het wateroppervlak niets te zien wat
ook maar enigszins op de aanwezigheid van Pee duidde.
Na zes banen te hebben gezwommen, want je moet natuurlijk niet
meteen overdrijven, de bubbels opgezocht. Daar overkwam je toch
wat. Zo moest een boon zich voelen in een koffiemolen. Na een
halfuur genieten voelde een niet al te frisse man zich aangetrokken
tot de bubbels – of tot mijn persoon? Per slot van rekening mocht
ik er nog wel zijn, zo in de bubbels zonder Pee. Als een engeltje
verstopt in een wilde wolk bellen wist ik dat niemand wat aan me
kon zien. Een grappig gevoel, alsof je incognito bent. Een hoop lol
gehad en voor mijn gevoel kilo’s lichter. Met een lijf P E E E N I
K
dat aanvoelde als dat van een
topmannequin waagde ik het een ele-
gante poging te doen om het gladde zwembadtrapje te beklimmen. Het
leek of ik al het aanwezige zwembadwater met me meezoog de trap op.
Met verbijsterde blik, hangend aan het trapje, hoefde ik niet lang
na te denken wat er aan de hand was. Pee had zich ongezien ook in
het bad begeven en besloot er samen met mij weer uit te gaan.
Eindelijk in het hokje aangekomen, besloot ik eerst Pee over de
deur te hangen en daarna mezelf snel af te drogen en aan te kleden.
Alles verliep jammer genoeg anders. Het afdrogen duurde een
eeuwigheid, de handdoek was te dik en maakte het mijn stijve
bibberhanden erg lastig. Het aankleden duurde een dubbele
eeuwigheid.
Ondergoed schijnt er genoegen in te scheppen lekker aan je vast te
plakken. Je moest eigenlijk in dit soort situaties een soort
omkleedstrandjurk hebben om over je hoofd te trekken. Niet afdrogen
en gewoon naar huis gaan, met of zonder ondergoed… Na een
uitgebreide brunch voelde mijn hele lijf zo krachteloos aan, dat ik
niet meer wist of ik moest gaan zitten of liggen. Dat een mens zo
moe kan zijn! Ik was zo lastig en vervelend dat men mij van ellende
maar naar boven heeft geduwd. Ik rolde in mijn bed met alleen nog
maar de gedachte aan slapen, slapen, slapen. In de vaste
overtuiging dat na deze superpowernap al mijn door elkaar geschudde
moleculen hun plaatsje wel weer zouden hebben gevonden.
H E T Z W E M B A D
Nieuwe mensen
ls ik terug kijk op de intens verdrietige periode na het
Aoverlijden van mijn moeder, dan heeft het verwerkings- proces goed
werk verricht. De emotiemolen draaide overuren. De dreun die je
krijgt na het verlies van een dierbare, de enorme leegte die je
overvalt; de snelle afwisseling van paniek- en wan- hoopaanvallen,
teleurstelling, eenzaamheid, het zo sterke verlan- gen om bij die
persoon te zijn, de letterlijke zielenpijn, allemaal emoties die
zich vanzelfsprekend niet zomaar laten beschrijven. Tot je bijna
verteerd bent, er niet veel meer van je over is, en ook Pee nog
eens om de hoek komt kijken. Maar dan doet de over- levingsdrang
zich gelden. Dan kom je in de doolhof te staan voor de beruchte
T-splitsing: linksaf of rechtsaf ? Erop of eronder! En ja, ik wilde
een andere weg inslaan. Maar hoe deed je dat? Ik mediteerde
urenlang, schreeuwde en huilde en kwam er vervol- gens zelf niet
uit. Toch maar eens hulp van een aantal personen ‘hierboven’
ingeroepen. Het juiste pad kiezen is niet eenvoudig. Een halfjaar
later voelde ik dat er ergens in mijn onderbewustzijn een juiste
keuze was gemaakt. Het nieuwe pad van een nieuwe wereld openbaarde
zich. En zowel binnen als buiten mij zag alles er ineens heel
anders uit. Ik had een nieuw leven gekregen! Een nieuw leven! Daar
moest ik wel een hele goede, zinvolle invulling voor zien te
vinden.
Bij een nieuw leven horen echter ook nieuwe mensen. Zo deden in
mijn nieuwe leven de Pee-mensen hun intrede. Pee-mensen zijn stijve
mensen, bibbermensen, vallende mensen, onverstaanbare mensen,
rond-om-zich-heenslaande mensen, depri- mensen, strakke mensen,
gekkeloopjesmensen, overbeweeglijke mensen, bevroren mensen, lieve
mensen, hartelijke mensen, P E E E N I K
talentvolle mensen, meelevende mensen,
begripvolle mensen,
herkenbare mensen…
Lieve Pee-mensen, dank dat jullie in mijn leven zijn gekomen; mede
door jullie heeft mijn leven weer vorm en inhoud gekregen. N I E U
W E M E N S E N
Drie op een rij
at een zomer! Het was om te smelten. Overdag wist je Wje geen raad
met jezelf en ’s nachts al helemaal niet. Ook deze nacht was er
weer geen doorkomen aan. ‘Mam, ik kan niet slapen.’ Nee, wie wel?
Niemand kon slapen. ‘Kom er maar lekker bij liggen, maar niet tegen
me aan!’ Daar lagen we ’s nachts om drie uur met z’n drietjes op
een rij. Alle ramen met en zonder hor stonden open. Wat erin
vliegt, vliegt er ook wel weer uit, hoopte ik stilletjes. Op
muggenjacht in deze sauna was geen aanlokkelijk vooruitzicht. Het
was wel gezellig, zo’n nachtelijk kletsuurtje in onze niemen-
dalletjes.
‘Waar is Pee nou, mam?’
‘Uhhm, heel ver weg. Ik ben nu zonder Pee.’ Kijk maar. Ik deed mijn
rechterbeen omhoog en daarna het linkerbeen. Doe dan effe mee, ja!
Twee linkerbenen schoten de lucht in. De een wat rechter dan de
ander.
Linkerarm, rechterarm. Ja zeg, daar is het een beetje te warm voor.
De hond kwam ook maar eens boven kijken. Als er ’s nachts gelachen
wordt, valt er vast ook wel wat te eten. We genoten van de zomerse
geluiden buiten. Een bromfiets die rustig voorbij tufte, een hond
die in de verte blafte, een paar dronken pubers die de slappe lach
hadden om de afbeelding op de DepoDog. Het werkte aanstekelijk.
Zullen we maar eens iets gaan drinken? Wonderwel weer een speciale
nacht zo zonder Pee. Leg dat maar eens uit. Waar zit die booswicht
nu weer en hoe kan het toch dat ze soms gewoon weg is? Dankbaar
voor dit gevoel weer eens mijn oude ik te zijn, besloten we nog
maar een poging te doen om te gaan slapen. Ik wilde snel slapen om
dromenland een bezoek te brengen. In dromenland was ik altijd
zonder Pee… P E E E N I K
In de revisie
e auto krijgt elk jaar een oproep voor een controlebeurt D en één
om de banden te verwisselen. Ook de hond krijgt twee keer per jaar
een oproep van de dierenarts. De tandarts laat twee keer per jaar
per e-mail iets van zich horen. Kinderen krijgen automatisch
oproepen voor vaccinaties, groei- en ontwikkelings- controle. Naar
de huisarts ga je alleen als het nodig is. Bij de neuro- loog kom
je soms één, soms twee keer per jaar om de medicatie bij te
stellen. Dus iemand zou toch het gat in de markt moeten zien om
Pee-bezitters één keer per jaar uit te nodigen om te zien hoe het
met bloed, bloeddruk en hart staat? Zijn de vitaminewaarden in
orde? En hoe staat het met de vetzuren, zijn er antioxidanten of
steunkousen nodig? Steunzolen of aangepaste schoenen? Thuiszorg? De
‘social talk’ niet te vergeten. Als Pee-bezitter voel je je soms
alleen, in de steek gelaten. Wie denkt er met míj mee…
Vandaag voer ik dan maar mijn eigen revisiedag in. Een grote beurt
was hard nodig. Na een grondige inventarisatie bleek het volgende
te moeten gebeuren:
• Steunzolen of aangepaste schoenen, want mijn rechtervoet zakt
door waardoor ik steeds moeilijker ga lopen en steeds meer de
neiging heb om naar rechts te vallen. Ook de klachten aan rech-
terarm, -been en -schouder komen hieruit voort. • Steunkousen om de
vermoeide, zware benen met spataderen verlichting te geven.
• Leesbril om te kunnen blijven lezen, mijn ogen gaan wel heel snel
achteruit.
• Massage om de enorme spierspanning op te heffen. • Antioxidanten
om me weer fit te gaan voelen, beetje extra P E E E N I K
ondersteuning kan geen kwaad met de R
weer in de maand.
• Visolie om de omega 3-vetzuren aan te vullen. Aan twee keer per
week vette vis eten kom ik niet toe… Met bovenstaande maatregelen
zou ik me zeker een ander mens voelen, kan ik het leven met Pee
beter aan. Een nieuwe outfit is eigenlijk ook wel welkom en een
ander hoofd is noodzakelijk. Zou ik mijn haar eens paars verven? In
ieder geval oogt het vrolijker.
En als ik dan eindelijk tevreden ben over mezelf, dan ga ik nu pot-
verdikkeme eens even echt van het leven genieten. Tot ik weer wordt
opgeroepen voor de volgende controlebeurt… I N D E R E V I S I
E
Soortgenoot
indelijk was ik eraan toe om eens een soortgenoot te ont- E moeten.
Ik had een gesprek bij mij thuis met een bemidde- laar van
Pee-bezitters. Een verzorgde, charmante vrouw leidde het gesprek.
Tot mijn grote verbazing vertelde ze in de loop van het gesprek dat
ze ook een Pee-bezitter was. Al zestien jaar. Een sprankje hoop
kwam over. Zo erg kon het dus ook weer niet zijn. Totdat elk uur
haar medicijnpieper van zich liet horen en een handvol pillen
tegelijkertijd naar binnen gewerkt werd en het gesprek overging op
hallucinaties…
Vandaag zou mijn tweede kennismaking zijn met een andere Pee-
bezitter. Ik was dan ook zeer benieuwd of we overeenkomsten had-
den en verheugde me op een informatief koffie-uurtje. Gedeelde
smart was dan ook halve of dubbele smart. Een hartelijk vrouw deed
de deur open en ging me voor naar de woonkamer. Ik liep braaf
achter haar aan en tot mijn verbazing zag ik dat we in dezelfde
ganzenpas achter elkaar aan liepen. Een soortgenoot. De woonkamer
was zo ingericht, dat je goed kon lopen zonder te struikelen. Ook
de sta-op-stoel herkende ik. Ze was erg nerveus en vermoeid dus
stelde ik voor de koffie in te schenken, waar ze geen nee tegen
zei. In ons gesprek bleek dat we bijna dezelfde lasten hadden van
Pee, zij het in andere gradaties. Nadat ze mij ook haar rolstoel en
krukken had laten zien, vertelde ze me dat ze sinds kort een
spraakherkenningsprogramma op de computer had omdat ze met haar
stijve vingers niet goed meer kon e-mailen. Even later was het tijd
om afscheid te nemen van deze lieve, hartelijke vrouw, die al tien
jaar een Pee in huis heeft. Ik sprak met haar af dat ik mijn best
zou doen om een koffie- ochtend te organiseren met meerdere
soortgenoten. P E E E N I K
In de auto kon ik mijn tranen de vrije
loop laten. Hoe lang zou
het duren voordat ik er ook zo aan toe zou zijn? Toch was het een
opluchting om met een soortgenoot te praten. Het is toch de enige
persoon met wie je kunt ‘lachen’ als je over je tas struikelt, de
bonbon niet uit het schaaltje kunt pakken, ruzie hebt met de
sleutels in je jaszak, de deur niet openkrijgt of moeite moet doen
om uit een stoel op te staan.
Een soortgenoot zal je geen soep of spaghetti voorschotelen en
zeker geen taart met lastige bodem…
P E E E N I K
De autorit
k reed op de snelweg en was op weg naar mijn vriendin in I het
zuiden des lands. Al vroeg in de ochtend was ik vertrok- ken, want
het was zeker anderhalf uur rijden. De hoop niet in een file
terecht te komen was dom, daar Nederland zonder files niet meer
denkbaar is.
Al geruime tijd had ik niet meer de behoefte om op de linkerbaan te
planken. Het ging me te snel tegenwoordig. Vandaag het besluit
genomen om achter een vrachtwagen te blijven plakken. Lekker
veilig. Dat dacht een andere vrachtwagen ook en ging achter mij
plakken. Ik blokkeerde plotseling en durfde de vóór mij rijdende
vrachtauto niet in te halen, want links kwam er ook nog eens een
naar binnen kijken. Kon ook hier eraf gaan voor een sanitaire stop.
Het was nog ver.
De vrachtauto achter me deed niet zijn best om afstand te houden en
ik kon wel raden wat de chauffeur dacht. Ik ging een poging doen om
in te halen, maar ik zat nog niet op de linkerbaan of er kwam bijna
van achteren een snelle Golf binnenrijden. Even planken tot je er
voorbij bent en dan rustig verder op de rech- terbaan, maande ik
mezelf. De rechterbaan zat echter vol met vrachtauto’s en ik kon er
mooi niet tussen. Doorplanken! O nee, daar kwam die vervelende
bocht aan waar ik dacht ooit eens uit te vliegen. Het gevoel van
hoogtevrees deed zich hier altijd gelden. Alsof je in de bergen
langs een ravijn reed. Mijn armen voelden inmiddels aan als lood en
ik had moeite om de auto in het midden van de rijbaan te houden.
Gelukkig, daar kwam al ruimte op de rechterbaan! Ik manoeu- vreerde
naar rechts en haalde opgelucht adem. Ik was verdikkeme nog niet
eens op de helft. Toch maar een stop maken? Pee zat te gieren op de
achterbank, trok lange neuzen naar voorbijgangers, waardoor er vele
boze blikken naar binnen werden geworpen. P E E E N I K
Waar was de tijd gebleven dat ik, met
een vriendin in een oude
kever naar Zuid-Frankrijk scheurde, waar we midden in de nacht de
Corniches verkenden tussen Nice en Monaco? Van de Haute Corniche
naar de Moyenne Corniche en weer terug, en nog eens want die bocht
was wel heel spannend. Van de woorden angst en hoogtevrees had ik
nog nooit gehoord.
Eindelijk, daar was de afrit Geldrop al. Mijn blaas stond inmiddels
op springen. Nou zeg, nu zat er toch een BMW écht bijna in mijn
auto. Alle yogalessen ten spijt trapte ik even op de rem en gaf
direct weer gas. De man is zich zeker een ongeluk geschrokken, want
later haalde hij me in en maakte een zeker gebaar met zijn
middelvinger. Ik keek naar hem en zwaaide heel vriendelijk. Nu was
ik er bijna. Even bellen dat ik om de hoek ben. Mijn vriendin stond
buiten al te wachten.
Ik begroette haar vanuit de verte en terwijl ik haar de sleutels
toewierp en riep: ‘Mijn tas ligt nog in de auto’, stormde ik naar
binnen.
D E A U T O R I T
Afzien
k bevond me op de loopband in de oefenzaal van een fysio- I
therapiepraktijk. Keek eens om me heen en vroeg me af wat de
anderen voor klachten hadden. Waren dit mensen met een chronische
ziekte of kwamen ze voor het vermaak? Toen zag ik een bekende
Pee-bezitter, die op de roeibank een record trachtte te verbeteren.
Ik zag haar in de spiegel heen en weer gaan met een strak gezicht;
ze leek wel een prijsje dat heen en weer ging in de schiettent op
de kermis. Ik riep: Peetjuh! En dan lachten we weer. Typisch dat
wij, die al zo moe en stijf zijn, ons hier in het zweet moesten
werken. Pas op! Niet kletsen, anders moesten we een extra toestel
doen. Onze strenge begeleider was een ijzeren dame. Zoals je ze
vroeger op zwemles had. En een extra toestel betekende meestal de
zo gevreesde crosstrainer. Als ik daar afkwam, voelde ik me half
dood. ‘Geen gezeur,’ riep ze dan, ‘alleen maar bewegen, anders
worden jullie nog stijver. Jullie hebben een conditie van nul komma
nul!’
Ik kreeg haast de indruk dat de ijzeren dame ons in het geniep had
opgegeven voor de Pee Ladies Run. Dat zou dan wel het een en ander
verklaren.
Ondertussen vroeg ik me wel af of ik dit de rest van mijn leven zou
willen blijven doen. En als je daar eenmaal aan gaat twijfelen, dan
ga je vanzelf andere mogelijkheden aftasten. Ik nam de beslissing
om eens twee maanden lang elke week te gaan zwemmen. Niets zo goed
voor een mens als de broodnodige variatie. In het zwembad ontmoette
ik iemand die geïnteresseerd was in Pee en graag een afspraak met
ons wilde maken. Zij zou dan proberen dat varkentje (Pee) wel eens
te wassen. P E E E N I K
Na diverse kneed- en kraaktechnieken
was Pee wel gewassen.
Het loden gevoel in schouders en armen was verdwenen, net als de
pijn in kuiten en schouderkoppen!
De monnikskapspier was van schrik weer in zijn oorspronkelijke
positie gesprongen en ik liep weer enigszins recht. Niet dat Pee
verdwenen was, maar ze hield zich toch even gedeisd. Dus om de
strijd tegen Pee vol te houden: doe af en toe iets waar je je echt
lekker bij voelt, doe af en toe eens éven gek, doe eens éven iets
anders, ga eens lekker uit je bol! A F Z I E N
Los vel
IEEEK! IIEEEK! Met verbijstering keek ik nog eens in de spie- I
gel, welke in het zonnetje stond op de vensterbank van mijn
slaapkamer.
Ook al heb je een haarvrij gezicht, een huidje zonder rimpels en
zonder puistjes, er valt altijd wel iets afschuwelijks te ontdekken
als je in een grote spiegel kijkt. Zeker als dit ego ontnemende
ding ook nog eens de zonnestralen laat weerkaatsen op je gezicht.
Zo gebeurde het deze ochtend, dat ik zonder mezelf van tevoren te
waarschuwen, een zelfverzekerde blik wierp op die ander in de
blinkende ovale spiegel.
Wat zag ik daar? WAT ZAG IK DAAR??
Een weliswaar klein, maar toch zichtbaar piepklein loshangend vel
onder mijn kin!
Het zal toch niet waar wezen? Ik keek nog eens goed en ik zag nog
meer minuscule rimpelvellen. Een leeftijd verradende nek waar
iedere vrouw zo bevreesd voor is, had zich zojuist spontaan aan-
gekondigd. In mijn hoofd doemden beelden op van rondrennende
kalkoenen met loshangende trillende befjes. Natuurlijk spoedde ik
mij diezelfde dag nog naar de winkel om een pot decolleté-crème aan
te schaffen en ben direct aan het smeren gegaan.
Nou ja, smeren… Pee hield ook van smeren en zorgde ervoor dat ik
met mijn lichtelijk trillende vingers vreselijk veel moeite had de
crème in te masseren. Snotverdrie.
Cirkeltjes draaien! gaf ik aan mezelf de opdracht. CIRKELTJES…
Draaide ik linksom dan draaide Pee rechtsom. Een drukke bedoe- ning
daar voor die spiegel! Mascara en lipstick aanbrengen was al P E E
E N I K
enige tijd een megaklus, nu dit gedoe er
weer bij. En als iemand
nog durft te zeggen: Als je haar maar goed zit… Van beneden naar
boven strijken adviseerde de verkoopster in de winkel. Dus
verschillende pogingen gedaan de vingers plat tegen elkaar opwaarts
te bewegen. Zijwaarts lukte beter. Hopelijk zou de exorbitant dure
crème zo ook zijn wonderbaarlijke functie ver- vullen.
Ondertussen dwaalden mijn gedachten terug in de tijd. Een tijd
waarin hartstochtelijke lippen langs mijn, destijds nog, mooie
gladde hals hun weg naar beneden vervolgden. En hardop lachte ik,
terwijl ik terugdacht aan het moment waarop ik mijn eerste zuigzoen
in de spiegel constateerde. Eeuwen geleden. Als Pee snode plannen
had al mijn spieren te verstijven, waarom nu net deze dan niet?
Ik zou het gevecht met Pee aangaan.
Je kunt er beroerd uitzien en je kunt er redelijk uitzien. Maar wat
is haalbaar? Er zo goed mogelijk uitzien. Dat gaat nu eenmaal weer
niet vanzelf. Dus nam ik mezelf voor elke avond even minuten aan
gezichtsmimiek te doen.
Dat kan er ook nog wel bij naast 10 minuten voetmassage… en 10
minuten ontspanningsoefeningen… en 10 minuten… en minuten…
De beeldschone Cleopatra had het destijds beter voor elkaar… P E E
E N I K
Ritme zoek!
k hield van dansen op een bar en feesten tot de vroege uurtjes I
van een nieuwe dag. Daar dacht ik aan terug op het moment dat ik
geheel verbijsterd constateerde dat mijn ritme mij verlaten had.
Waar was zo plots die mooie tijd gebleven? Op een kwade dag kwam
ik, tijdens een poging uit de band te springen, tot de ontdekking
dat ik even uit het ritme was. Dat was me nog nooit overkomen; het
moest een vergissing zijn. In een flits zag ik Pee aan een
bungelend elastiek voorbij zwieren met mijn ritme. Ik was altijd zo
blij geweest dat ik goed kon dan- sen en een uitstekend gevoel voor
maat had. Dat had ik van mijn vader geërfd en daar was ik dan ook
bijzonder trots op. Nu ging dat infantiele wezen er zomaar mee aan
de haal! Ik erachteraan; stel je voor dat ik het niet meer
terugkreeg. Ik kreeg haar natuurlijk niet te pakken, ze was me
steeds te slim af. In het weekend maar eens wat oude muziek
downloaden. Met de herinnering van toen in combinatie met de
muziek, moest het toch weer lukken.
Nu weet ik dat ik Tina Turner met Proud Mary misschien beter niet
had kunnen kiezen, maar het nummer begon zo rustig, zo heel
langzaam en eindigde met zo veel spirit. De muziek dus…
Dat Pee me mijn ritme had ontstolen was overduidelijk. Ik begreep
eindelijk het lijden van mijn man, die zich tijdens mijn wanhopige
pogingen hem enig gevoel voor maat bij te brengen (maar
uiteindelijk ritmeloos was en bleef ) doodongelukkig moet hebben
gevoeld.
In een weemoedige, enigszins verslagen stemming kwam via de P E E E
N I K
concertzender ineens een geheel ander
geluid tot mij. Ach, een
mooie wals van Lehár. Ik stond op, sloeg Pee in een hoek en zweefde
voor mijn gevoel als een veertje boven de parketvloer. Met een
perfect gevoel voor maat en ritme danste ik door de kamer. Wat een
verrassing! Walsen kon ik nog als de beste! Die avond nog heel wat
walsen gewalst. Alleen dan, zonder man… en zonder Pee.
R I T M E Z O E K !
De zwerftocht van Pee
p een dag confronteerde Pee me met een heftig gesprek; Oze wildenu
eindelijk eens weten waar haar roots lagen. Ik beloofde mijn best
te doen om te ontdekken waar haar thuis- land was. Daarvoor moest
ik wel enige jaren terug in de tijd. De jaren 1958 tot 1978 waren
voor mij twintig overgelukkige jaren geweest. Dank aan liefdevolle
ouders, familie en vrienden. Een ernstig auto-ongeluk in 1978
bracht daar resoluut verandering in. De vele glassplinters in mijn
ogen en neus had men op dat moment niet gezien en zijn er een dag
later pas uitgehaald. Vele jaren getobd met een moeilijke
ademhaling door de neus. Jaren later voerde ik het reukverlies dan
ook terug op het auto-ongeluk. De jaren 1979 tot 1991 werden
gekenmerkt door een drukke baan, het overlijden van mijn vader,
zelfstandig gaan wonen, diverse inbraken, een insluiper onder mijn
bed en een gewapende bank- overval, maar ook een huwelijk. Tijdens
onze huwelijksreis in maakten we een autorit van Wenen naar Italië
en daar overviel mij, volslagen uit het niets, een gevoel van
hoogtevrees. De jaren daarna nam het enigszins belachelijke vormen
aan. De bevalling in 1992 was een compleet drama. De beslissing
over een tweede zwangerschap had ik ter plekke al genomen. Na een
halfjaar bleek een overactieve schildklier de oorzaak te zijn van
mijn uitgeputheid en vijftien kilo afvallen. Ergens in deze periode
hield mijn reukorgaan het voor gezien.
In datzelfde jaar ben ik minder gaan werken. Kreeg vragen van
mensen waarom ik vaak zo boos keek. Ik was helemaal niet boos, het
masker kwam al om de hoek kijken. Mijn oververmoeidheid was
eenvoudig te verklaren: een drukke baan in combinatie met een
kind.
P E E E N I K
D E Z W E R F T O C H T V A N P E E
Mijn moeder kreeg in 2000 te horen dat
ze de ziekte van Alzheimer
had. Gezien de situatie in de verpleeghuizen hebben wij haar bij
ons in huis genomen. (Alle lof aan mijn echtgenoot.) Ik had mijn
baan opgezegd. De vermoeidheid nam toe. Mijn handschrift werd
slechter. Oorzaak gezocht in te weinig tijd, te gehaast zijn. Het
was tenslotte drukker geworden in ons huis. Het zo onverwachte
overlijden van mijn moeder in oktober heeft grote impact gehad op
ons leven.
9 oktober 2003. De voor- en achterdeur stonden open en Pee greep
haar kans. Ze wandelde zo naar binnen met alle symptomen van
Parkinson in haar koffer. ‘Mag ik blijven?’ In mei 2005 werd de
diagnose gesteld. En ja, je moest blijven! Na enig puzzelen met
jaartallen en gebeurtenissen kon ik Pee vertellen dat haar roots in
het Gooi lagen. Ze was een zwerfkind en leefde al jaren dicht bij
me in de buurt. Ze wilde pertinent bij mij komen wonen en heeft
haar tijd afgewacht. Het is net als bij overvallers en insluipers.
Ze observeren je een tijdje en als je al je deuren openzet, komen
ze vrolijk binnen wan- delen. Ik legde Pee uit dat er maar één
verschil was. De boeven vertrekken. ‘Ben je dan niet gelukkig met
mij?’ vroeg ze. ‘Nee, Pee,’ zei ik en de tranen sprongen me in de
ogen. ‘Ik ben niet echt gelukkig met jou en jij ook niet met mij.
We passen niet bij elkaar. Maar ik beloof je dat wereldwijd naar
een oplossing voor zwerf- kinderen zoals jij gezocht wordt. Tot die
tijd mag je bij me blijven. Ik zal je elke dag je pilletjes geven.
Zo veel als nodig is. Laten we het elkaar niet te moeilijk maken
voor dat poosje dat we nog samen zijn.’ ‘Beloofd?’ ‘Beloofd!’ ‘Geef
je dan een afscheidsfeestje voor mij?' Ik nam haar in mijn armen en
zei: ‘Pee, dan geven we een wereldfeest!’
P E E E N I K
Kerstkaarten
odra Sint en Piet hun hielen hadden gelicht spurtte ik naar Z de
stad om een keuze te maken uit de prachtige kerstkaar- ten en
-zegels.
Als thuis de kerstboom weer op zijn vaste plekje in de erker staat
en de tonen van het Weihnachtsoratorium van Bach zich laten horen,
dan weten we dat het feest kan beginnen. Op tafel ligt de stapel
nieuwe kerstkaarten, geflankeerd door het adressenboek, de
kerstzegels en de vulpen; ze hadden er zin in. Het is voor de
kaarten elk jaar opnieuw een hele eer om de functie van contact-
zoeker te mogen vervullen.
Correspondentie dient er altijd onberispelijk uit te zien, daar
bestaat geen discussie over. Een mooi handschrift is echter een
gave die ik helaas nooit heb gehad. En Pee vindt het schitterend
als ze het weer voor elkaar krijgt dat de woorden die ik met de
grootste moeite op papier heb gekregen, direct onleesbaar worden
verklaard.
Ik zou dan ook mijn uiterste best doen in ieder geval de prachtige
postzegel van een correcte uitstraling te voorzien. Dat zou nog een
hele opgave worden met steeds een duw van Pee tegen je elle- boog.
Je zou af en toe… Nee, dat was niet de juiste kerstgedachte… De
kaarten werden wel een probleem. Ik ben namelijk altijd al een
fervent tegenstander geweest van de Afzenders. Dat zijn mensen die
net voor de kerstdagen nog even te veel kaarten willen versturen en
om die reden alleen hun naam erop schrijven, en verder niets. Niets
over zichzelf en al helemaal niet over jou. Als ik een eenmaal
geschreven kaart in een envelop wil stoppen, zegt Pee: ‘Nee, eerst
de hoekjes omvouwen.’ Maar dat wil ik niet. ‘Ik wil geen ezelsoor,
druiloor!’ Dus als mijn hoekje er eenmaal P E E E N I K
inzit en ik het tweede hoekje erin
wil stoppen, haalt Pee het er net
zo snel weer uit. En Pee geeft niet gauw op. Ik wel. Van mijn kant
wordt het al snel proppen.
Dus bij deze excuses aan menig ontvanger van gekreukte post mij-
nerzijds.
Zo, de eerste twee kaarten zaten in de envelop. Er viel niets op
aan te merken.
Bij de derde kaart wil Pee ook laten zien dat ze prachtig kan
schrij- ven. Vooruit dan maar.
Het werd ineens een compleet slagveld. Grote letters werden kleine
letters; kleine letters werden golvende lijntjes; en dan ineens een
grote kras.
Ik had er schoon genoeg van!
Maar het was nog te vroeg om bij de Afzenders aan te schuiven. Dat
wordt toch een ronde bellen vanmiddag en vanavond. En terwijl ik
mezelf die avond een glas wijn inschonk, was ik oprecht benieuwd
hoe het met iedereen zou zijn. Dat was mijn oplossing! Voortaan
gewoon even bellen.
K E R S T K A A R T E N
Een dief
indelijk had ik mijn man zo ver gekregen mij te vergezellen E naar
de stad. Niet dat ik een chaperonne nodig had, maar het was bijna 5
december en de gedachte aan de ellenlange rijen bij de kassa’s deed
me nu al hyperventileren. Na enige zelfopoffering stond mijn
echtgenoot buiten al ongedul- dig met de fiets te wachten. Er kwam
een donkere wolk aan en ik hoopte dat we op tijd in de winkel
zouden zijn. Doordat ik zo moest jagen, was ik vergeten mijn goede
schoenen aan te doen; op deze die ik nu aanhad slofte ik een
beetje. Had ook mijn te dikke jack aan. Vooruit maar. We spraken af
dat ik de cadeautjes bij elkaar zou zoeken en dat mijn man zich zou
scharen in de ellenlange rij. Nu hebben alle mannen geloof ik een
hekel aan winkelen, dus het een en ander diende snel te gebeuren,
wilde ik niet met lege handen huiswaarts keren.
Eenmaal in het drukke warenhuis sloeg Pee toe. Mijn armen leken wel
houten stokken en ik stopte mijn handen van ellende maar in de
zakken van mijn jack. Daarbij zag ik er niet al te florissant uit.
Thuis, als iemand duidelijk ongeduldig staat te wachten, vergat ik
altijd iets. Mijn haar, dat de laatste tijd een eigen leventje
leidde, had ik met een chemische wolk nog in een bepaalde vorm
kunnen kneden. Het gezicht gemakshalve vergeten. Kortom, ik zag er
niet echt elegant uit. Blijkbaar zagen het personeel en de
beveiligings- man in de winkel dat ook. En ja hoor, daar kwam een
achterdoch- tige medewerkster aan met de vraag: ‘Zoekt u iets?’
Mijn duiveltje speelde even op en zei bits, terwijl ik van links
naar rechts viel: ‘Ik dacht van wel ja, het is bijna 5 december.’
Ik draai- de me subiet om en viel bijna in de armen van de
veiligheidsman. P E E E N I K
Na een poging te glimlachen naar de man
verstijfde ik plots door
zijn op mij gerichte blik. Ja, ik liep als een zombie, zonder tas,
met mijn beide handen in de zakken en slofte als een junk langs de
rekken met de veelvuldige kleine snuisterijen. Natuurlijk dacht die
achterdochtige dame dat ik iets wilde stelen en natuurlijk had de
beveiligingsman dat ook in zijn hoofd. Bij binnenkomst van het
warenhuis stond hij namelijk voor in de zaak en nu hijgde hij in
mijn nek met een gelukzalige blik, zoals die mensen kunnen hebben
als ze net op het punt staan iemand te grijpen. Van Pee hadden ze
nog nooit gehoord.
Gelukkig kwam mijn man me al te hulp snellen en de sfeer sloeg om.
Met armen vol hebbedingetjes togen wij richting kassa; mijn man in
de rij en Pee en ik buiten de rij, wat zeker ook al verdacht was.
Ze kwamen nog eenmaal kijken of er wel werkelijk afgerekend
werd.
Bijna twee jaar waren Pee en ik samen en ik zag er nu al uit als
een dief. Dat beloofde wat… en even zwolg ik in zelfmedelijden. P E
E E N I K
Chapeau!
even uur. De wekker schreeuwt het uit! Ik racete mijn bed Z uit:
snel douchen, aankleden, tafel dekken voor het ontbijt. Even
checken: lunches klaargemaakt, drinken klaargezet. Op tijd
klaar!
De een gaat om half acht weg om op tijd een eigenzinnige trein te
halen. Om acht uur het kind naar de crèche brengen. Om half zes
eten halen voor vanavond.
Racen! Om half negen dien ik op mijn werk te verschijnen. Ah,
heerlijk, een schitterend drukke dag voor de boeg. Alles liep op
rolletjes. Het was een prima werkgever, de bank, waarvan de naam
niet genoemd mag worden. Ik had het dan ook reuze naar mijn zin.
Het was mijn tweede thuis geworden. De laatste tijd ging het alleen
niet meer zo vanzelf. Soms reed ik in mijn auto op een traject
waarvan ik me afvroeg: waar zit ik in hemelsnaam? En één keer,
tijdens de middagpauze, liep ik buiten een rondje en wist ook even
een paar seconden niet waar ik was, of wat ik ging doen. Really
frightening.
De spirit was er een beetje uit. Mijn chef bood me een leuke job
aan waarvan ik voorheen uit mijn dak zou zijn gegaan. Maar de
mededeling over studies en de avonden extra beschikbaar zijn voor
klanten deden me hem met afgrijzen aanstaren. Wat was er met me aan
de hand?
De orders van klanten aannemen ging nog wel, maar het kostte me
moeite om te ordenen en dossiers samen te stellen. Mijn tred dacht
ook: bekijk het maar! Ik liep alsof ik kilometers door het mulle
zand moest lopen en smachtend uitkeek naar de verderop liggende
verharde weg.
C H A P E A U !
Het gevoel de hele dag tegen de
zwaartekracht te moeten vechten
deed me ’s avonds instorten.
Zou ik eens contact opnemen met de bedrijfsarts? Wellicht heeft hij
ervaring met Pee-mensen. Tenslotte hebben nu drie op de dui- zend
mensen een Pee bij zich. Bij een bedrijf met twintigduizend
medewerkers zouden er theoretisch zestig Pee-collega’s zijn. Tijd
om eens contacten te gaan leggen. Zouden er veel mensen zijn die
uit zichzelf minder gaan werken met alle financiële gevolgen van
dien? Het is niet te hopen.
Ha, hier was een schone taak voor mij weggelegd. Pee voorstellen in
het bedrijfsleven. Als elk bedrijf gewoon dit boek aanschaft en
laat circuleren onder alle werknemers, dan wordt Pee waardig
voorgesteld aan collega’s, leidinggevenden en bedrijfsarts, en
wordt er hopelijk meer begrip getoond. Het zou mooi zijn als allen
naar een werkbare en leefbare sfeer voor hun Pee-collega
streven.
Door middel van dit verhaal wil ik mijn oprechte bewondering uit-
spreken voor allen met een Pee die nog een baan hebben, al dan niet
in combinatie met een gezin.
Chapeau!
P E E E N I K
De prinses en Pee
r was eens een beeldschone prinses die in een heel oud ver- E
vallen kasteel woonde.
Doordat ze altijd zo boos keek en steeds wild om zich heen sloeg
kreeg ze niet veel bezoek meer. De prinses vond het niet erg, want
de mensen verstonden haar toch niet zo goed meer. Op een dag kwam
de hovenier langs en vroeg of de geur van de nieuwe rozen haar
beviel. Ze stuurde hem boos weg. Wat een sukkel, dacht ze, ik ruik
al jaren niets meer.
Uit eenzaamheid stopte ze zich vol met kilo’s bonbons. Na verloop
van tijd was ze zo rond als een tonnetje en kon ze met lopen haar
evenwicht niet meer bewaren.
De prinses was ook lui van aard en door te weinig beweging werd ze
zo stijf dat ze bijna niet meer haar bed uit kon komen. De leden
van de hofhouding waren inmiddels weggevlucht. Van angst, omdat hun
prinses soms urenlang in een bevroren houding kon blijven staan.
Slechts één lid van de hofhouding was nog op het kasteel
achtergebleven.
Deze lakei was al op leeftijd en het werd voor hem met de dag
moeilijker om de prinses te verzorgen. Ook maakte hij zich ernstig
zorgen om haar vele valpartijen. Hij hield veel van zijn prinses en
dacht terug aan de tijd dat ze nog klein was. In de zomer huppelde
ze dan door de kasteeltuinen en snoof met een verrukte uitdrukking
op haar gezicht aan de bloeiende rozen. In de winter schaatste ze
met haar vriendinnetjes op de hofvijver. En overal in het kasteel
kon iedereen genieten van haar aansteke- lijke, warme lach. Het
werd tijd, dacht de lakei, dat mijn prinsesje de juiste verzorging
krijgt. Enige tijd later verhuisde de prinses naar een kleiner,
modern kasteel.
P E E E N I K
En daar lag ze dan, in een prachtig
zijden nachtgewaad, in een
hemelbed voorzien van zijden lakens. Ze kon niet meer lopen, praten
of eten en ze bibberde alsof ze hele hoge koorts had. Haar hemelbed
stond in een lange rij met wel honderd andere hemel- bedden en
daarin lagen allemaal bibberende prinsessen. Tegenover de
hemelbedden waren enorm grote ramen en de prinses- sen keken dan
ook de hele dag verlangend naar buiten. Met een blik op hun laptops
konden ze het dopamineniveau in de gaten houden. De metertjes
bevonden zich inmiddels in de gevarenzone. Nog even… zouden de
prinsen op hun witte paarden nog komen? Zouden ze op tijd zijn met
de toverspuit? Het geduld van de prinsesjes werd beloond. Op een
dag kwamen in de verte, vanuit de bergen, honderden witte paarden
aandraven met allemaal joelende ridders op hun rug. De prinsessen
kregen allemaal een anti-Pee-spuit en daarmee is dit verhaaltje
uit. En ze leefden nog lang, gezond en gelukkig. P E E E N I K
Nawoord
et streven om van elke dag een topdag te maken valt niet Hmee, dat
kan ik u uit persoonlijke ervaring vertellen. Het is een proces
waar je alleen in kunt groeien als er voldoende wils- kracht
aanwezig is. Uiteraard kunnen niet alle dagen topdagen zijn; angst
speelt vaak een rol, met name als er weer een kleine negatieve
verandering in je lichaam plaatsvindt. Angst en paniek kunnen je
dan zomaar aanvliegen, en raken je diep. Angst voor hoe lang het
nog duurt voordat je bijvoorbeeld niet meer verstaanbaar zult zijn;
voor de eerste meewarige blikken; voor het niet meer kunnen
schrijven of typen; angst om over- beweeglijk te worden of juist te
bevriezen; angst voor de tijd dat je niet meer kunt fietsen of
autorijden. Grote angst om de geeste- lijke vermogens te verliezen
en steeds meer afhankelijk te worden van anderen; en voor een
uiteindelijke stereotactische operatie. Maar ook angst voor de vele
bijwerkingen van medicijnen, zoals depressies, manies,
karakterverandering en hallucinaties; dat klach- ten en
bijwerkingen niet meer van elkaar zijn te onderscheiden, dat pil op
pil wordt voorgeschreven…
Als negatieve gevoelens niet worden omgebogen naar positieve
gedachten, kan dat tot een ernstige depressie leiden. Het aantal
parkinsonpatiënten met een depressie wordt geschat tussen de 40% en
70%! Er wordt veel onderzoek gedaan naar de lichamelijke en
sociaalpsychologische oorzaken van depressief gedrag bij men- sen
met de ziekte van Parkinson. Persoonlijk geloof ik dat, in de
meeste gevallen, de oorzaak van deze depressies te vinden zal zijn
in de sociaalpsychologische hoek.
Het moeilijk kunnen verwerken van de diagnose; de benadrukking
alleen al dat het een progressief invaliderende ziekte is en er tot
N A W O O R D
op heden geen genezing mogelijk is.
Je voor je ziekte schamen;
geen begrip ondervinden van je partner of andere mensen om je heen;
niet meer buiten durven komen. Het sociale leven stort in en
eenzaamheid sluipt binnen.
Het aantal patiënten met een depressie zal alleen maar oplopen als
we niets doen. Laten wij om die reden elkaar eens helpen en vooral
bemoedigen, zodat ook voor deze mensen de zon weer gaat schijnen.
Het stimuleren van lotgenotencontact, door bij- voorbeeld lid te
worden van de Parkinson Patiënten Vereniging, is dan ook zeker aan
te bevelen. Er zijn natuurlijk meerdere opties welke op korte
termijn gerealiseerd kunnen worden: een telefo- nische hulplijn
voor parkinsonpatiënten, een parkinsoncafé voor informele
ontmoetingen, speciale workshops waar je leert om positief te
denken en opnieuw een levensdoel te vinden. Een neu-
rologen/patiëntenpanel, ter verbetering van de kwaliteit van zorg
en leven.
Laten we daarnaast hopen dat er in de nabije toekomst vele gelden
beschikbaar zullen komen voor de benodigde onderzoeken.
Stamcelonderzoek is weliswaar een omstreden methode, maar kan in de
toekomst veel betekenen en dient dan ook bespreekbaar te
blijven.
In de tussentijd kunnen we niet stilzitten, maar moeten we in volle
vaart vooruit; zelf proberen de kwaliteit van leven te verbeteren,
stap voor stap een positieve levensinstelling aan te nemen. En dit
is beslist geen taak van die ander… Deze mooie taak ligt geheel en
al bij onszelf. Geweldig toch! Zoeken dus naar een levensdoel,
talenten benutten en ergens voor gaan! Lukt het niet alleen; zoek
dan beslist hulp.
Carpe diem!
P E E E N I K
Dankwoord
amilie en vrienden wil ik vanuit het diepst van mijn ziel F danken
voor het begrip, de troost en de bemoediging welke Piet, Veronique
en ik hebben mogen ontvangen in de afgelopen jaren na het
overlijden van ‘ons’ moeder, en de daarna bij mij gestelde diagnose
Parkinson. Jullie geestdrift, enthousiasme en bereidheid om mijn
verhalen te lezen, bevestigen dat men ware familie en vrienden niet
alleen herkent aan het delen van verdriet maar ook aan de oprechte
vreugde om andermans geluk. Mijn ‘deuren’ houd ik in de toekomst
mooi gesloten… maar mijn hart en een fles wijn staan voor jullie
altijd geopend! Oneindig veel dank aan 6 zeer speciale mensen bij
wie bemoediging van de medemens op de eerste plaats komt. Ieder
afzonderlijk hebben jullie met succes gewerkt aan ‘de wederopbouw’.
• mijn echtgenoot Piet. Mijn rots in de branding die een eeuwig
vertrouwen in mij heeft en mij altijd weet te sturen en te
enthousiasmeren in al mijn plannen.
• mijn dochter Veronique. Voor haar bijzonder positieve levens-
instelling en aanstekelijke enthousiasme. Ondanks haar drukke leven
altijd gretig om een nieuwe Pee te lezen. • mijn vriendin voor het
leven, Yvonne Ubink. Voor het onuitput- telijke vermogen te
luisteren, te troosten en te bemoedigen in de vele urenlange
telefoongesprekken. Je was er… en je bent er. • Dolly, mijn
yogapedagoge. Zij heeft mij met andere dimensies laten kennismaken
waardoor mijn leven completer is geworden. Haar vertrouwen in mij
heeft me gesterkt om verder te gaan. • Deepak Chopra, wiens boeken
ik zal blijven herlezen. • ds. R.H. Schuller en ds. R.A. Schuller.
De tv-uitzendingen heb- ben mij niet alleen een ‘Mountain’ gegeven,
maar ook de beno- digde wind in de zeilen. Wauw!
D A N K W O O R D
Dank aan Louise van der Valk,
hoofdredactrice van verenigingsblad
Papaver, voor het publiceren van mijn eerste verhalen.
Ik ben er reuze trots op.
Dank aan alle medewerkers van Uitgeverij Inmerc voor de totstand-
koming van het boek Pee en ik. Jullie hebben er iets moois
van gemaakt!
Mijn innige dank aan Frits Poiesz voor zijn opbouwende kritiek,
geduld en moed om samen met mij aan een boek over Parkinson te
willen werken; ik beschouw het als een hele eer dat je er vanaf het
begin het volste vertrouwen in had.
Dirma
P E E E N I K
Parkinson Patiënten Vereniging
e meest voorkomende symptomen van de ziekte van D Parkinson zijn
tremor, stijfheid, traagheid, moeilijk lopen of een star gezicht .
Daarnaast krijgen veel parkinsonpatiënten te maken met een
depressie of een isolement, het sociaal functioneren lukt niet meer
goed en de communicatie wordt moeilijk. Tegen deze achtergrond is
in 1977 de Parkinson Patiënten Vereniging opgericht met als doel de
kennis over de ziekte te ver- groten en begrip te kweken voor de
patiënten.Daarnaast stimuleert de vereniging het contact tussen
lotgenoten, zowel patiënten als partners en organiseert ze voor de
ruim 7500 leden allerlei activi- teiten.
Lotgenotencontact door de vorming van contactgroepen in het hele
land, is het belangrijkste doel van de vereniging. Bij dit vrij-
willigerswerk zijn zo’n 200 regionale contactpersonen betrokken. Op
de bijeenkomsten die zij organiseren komen o.a. deskundigen spreken
over verschillende aspecten van de ziekte van Parkinson. Onderling
telefonisch contact speelt bij het lotgenotencontact ook een
belangrijke rol. De uitwisseling van ervaringen zijn voor de leden
zeer waardevol.
Voor alleenwonenden is er een eigen begeleidingstraject dat reke-
ning houdt met hun specifieke problematiek. Patiënten tot 56 jaar,
de zogenaamde Yoppers (Young Onset Parkinsonians), houden ook eigen
bijeenkomsten.
De spreekbeurten die de vereniging voor o.a. artsen, thuiszorg
medewerkers en verpleegkundigen organiseert, worden vaak door
patiënten gegeven. Dit geeft deze hulpverleners een beter inzicht
in de noden en behoeften van de parkinsonpatiënt. P A R K I N S O N
P AT I Ë N T E N V E R E N I G I N G
Zesmaal per jaar verschijnt het
verenigingsblad Papaver. De vereni-
ging geeft folders, boeken en brochures uit en organiseert
lezingen. Een medische adviesraad en een adviesraad gericht op
verbetering van de zorg, staan het bestuur ter zijde. Voor het
financieren en stimuleren van onderzoek naar de oorza- ken en de
behandeling van de ziekte, kan de Parkinson Patiënten Vereniging
beschikken over speciale fondsen. De vereniging is aangesloten bij
het Prinses Beatrix Fonds en wordt mede gesubsi- dieerd door het
Fonds PGO.
Voor internationale samenwerking en uitwisseling van informatie is
zij lid van de European Parkinson’s Disease Association (EPDA). P E
E E N I K
P A R K I N S O N P AT I Ë N T E N V E R E N I G I N G
Literatuur:
eer uitgebreide informatie vindt u in het zorgboek Ziekte Z
van Parkinson.
Er is ook een cd-rom “Ziekte van Parkinson” verkrijgbaar. Beide
uitgegeven door de Stichting September en zijn onder betaling
verkrijgbaar bij uw apotheek.
Voor meer informatie: www.boekenoverziekten.nl. De ziekte van
Parkinson in de serie ‘Spreekuur Thuis’ is een uitgave
van Inmerc bv in samenwerking met de Parkinson Patiënten
Vereniging.
Auteurs: drs. Wiebe Braam, huisarts, en drs. Ewout Brunt, neuro-
loog. Voor meer informatie: www.spreekuurthuis.nl Via de Parkinson
Patiënten Vereniging is een literatuurlijst verkrijg- baar en zijn
diverse brochures en boekjes (tegen geringe betaling) te
bestellen.
P E E E N I K
Adressen:
European Parkinson’s Disease Assocation (EPDA)
4, Golden Road
Sevenoaks
Kent
TN13 3NJ.UK
www.epda.eu.com
Parkinson Patiënten Vereniging
Postbus 3980 CA Bunnik
tel. 030-656 fax 030-657- e-mail: info@parkinson-vereniging.nl
www.parkinson-vereniging.nl
Prinses Beatrix Fonds
Javastraat 2585 AS DEN HAAG
www.beatrix.nl
telefoon: 070-3 607 e-mail: info@beatrix.nl
A D R E S S E N
Internetsites:
www.belastingdienst.nl Telefoon: 0800-0543.
www.kiesbeter.nl Zorgverzekeringen Wijst u de weg in de
zorg
www.lareb.nl Het Nederlands Bijwerkingen Centrum LAREB
is
de instantie die alle bijwerkingen van geneesmiddelen in Nederland
verzamelt. Zorgverleners en patiënten kunnen bijwerkingen van alle
medicijnen hier melden.
www.mee.nl Mee is er voor iedereen met een beperking.
Mee adviseert, ondersteunt en wijst de weg. Telefoon: 0900-999
8888.
www.parkinsonweb.nl Alles over parkinson. Een initiatief
van
Parc Nijmegen.
www.thuiszorg.nl voor bijvoorbeeld
huishoudelijke/persoonlijke
verzorging, uitleen verpleeg- en hulpmiddelen, etc.
www.valys.nl Heeft u een mobiliteitsbeperking heeft en is
alleen
reizen met het openbaar vervoer niet goed te doen? Voor korte
afstanden is er in veel plaatsen een regiotaxi. Wilt u verder van
huis, dan is er Valys. Telefoon: 0900-9630.
www.ziekenmondig.nl Reisgids voor de werknemer.
Wat en hoe bij ziekte en werk.
Telefoon: 020-4800300,
e-mail: info@ziekenmondig.nl.
P E E E N I K
Pee en ik is een uitgave van
Inmerc bv te Wormer
www.inmerc.nl
Eindredactie: tekst_support, Andrea Voigt Vormgeving: Inmerc, Loek
de Leeuw
Auteursfoto’s: Mike Bink Fotografie
Redactie en productie: Inmerc bv, Wormer ISBN 978 90 6611 908 NUR ©
2007 Inmerc bv, Wormer
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde
uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een geauto- matiseerd gegevensbestand, of openbaar
gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,
mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor
zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze
uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912
dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te
voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB
Hoofddorp, www.reprorecht.nl) Voor het opnemen van gedeelte(n) uit
deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compila- tiewerken
(artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting
PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie,
Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
Document Outline
- Inhoud
- Inleiding
- De wandeling
- Shoppen
- De zangles
- De yogales
- Het concert
- Stressfactoren
- De studie
- April doet wat hij wil
- Jaszakken
- De augiasstal
- Rumsoda
- Hoe gaat het?
- In de emotio
- De tuin
- De zaterdag
- Keukenhulpjes
- Besluiteloze zone
- De contactlens
- Nachtelijke strooptocht
- Wie is Pee
- Een trouwe viervoeter
- Tandenpoetsen
- Het zwembad
- Nieuwe mensen
- Drie op een rij
- In de revisie
- Soortgenoot
- De autorit
- Afzien
- Los vel
- Ritme zoek!
- De zwerftocht van Pee
- Kerstkaarten
- Een dief
- Chapeau!
- De prinses en Pee
- Nawoord
- Dankwoord
- Parkinson Pati�en Vereniging
- Literatuur
- Adressen
- Internetsites