Barend
Dinsdag 5 juni 2001
Barend van Ammers stond in 312, de blauwe speelkamer van Luuk Appels, die hem vandaag nog geen blik waardig had gekeurd vanuit het spel met zijn treinen. Deze keer had Barend zijn twaalfjarige dochter Gerda meegebracht, in de hoop dat hij via haar dieper tot de jongen zou doordringen. Al bijna twee maanden probeerde hij de zesjarige te overtuigen van zijn goede bedoelingen. Maar was het de jongen kwalijk te nemen dat hij na zijn ontvoering problemen had? Dat hij zijn ouders vreselijk miste? En dat hij weinig vertrouwen stelde in de huisarts die hem aan de experimenten van Faiz Erdal had overgeleverd, hoe onschuldig die eigenlijk ook geweest waren? Hier in de Verenigde Staten ging het er heel wat ruiger aan toe.
Barend verweet zichzelf dat hij er nog steeds niet in geslaagd was Luuks vertrouwen terug te winnen. Na zijn overhaaste vertrek woonde hij met Gerda in Alamo Heights, vlak boven San Antonio. De organisatie waarvoor Faiz Erdal werkte, had hem 400.000 dollar, een royaal salaris en een prachtige woning op naam - met nanny - gegeven in ruil voor de belofte dat hij Luuk Appels zou helpen een betere proefpersoon te worden. En dan niet beter in de zin van 'precies teruggeven wat de wetenschappers willen', maar: de mensen van het Center for Advanced Genetic Studies helpen hun doelstellingen te bereiken. En die hadden uitsluitend te maken met de inzet van Luuks zintuiglijke vermogens, zijn telepathische gaven en misschien vooral dat ene, nieuwe zintuig.
Een voorwaarde voor de deal was geweest dat er geen contact zou zijn met hun oude wereld. Daarom had hij ook een nieuwe identiteit gekregen. Chris de Kort heette hij. Niet zijn eigen keus, maar daarover viel niet te discussiëren. Gerda had haar voornaam gelukkig kunnen houden. Haar zou men niet gemakkelijk op het spoor komen. In hun bungalow - en soms heel dicht bij hem - woonde ook Felicia, die de zorg voor Gerda grotendeels van hem had overgenomen. Het ging goed met Gerda. Ze had een paar vriendinnen, die gelukkig weinig vragen stelden. En er was nog geen spoor van puberteit, misschien was ze zelfs wat aan de kinderlijke kant. Aan zijn hand was ze met hem meegelopen door de eindeloze gangen van het Center. Het was de eerste keer dat ze hier was. Als ze een beetje benauwd werd van wat ze zag - steile mensen, metaaldetectoren en snuffelmachines, felgekleurde schilderijen op platina-achtige wanden - kneep ze in zijn hand. Barend durfde zich niet voor te stellen wat er kon gebeuren als hij zich niet aan de afspraken hield of hun verwachtingen zou beschamen. Dat hij de goodwill in zijn ooit bloeiende huisartspraktijk vernietigde, speelde geen rol. Ook dat maakte deel uit van de deal. Het Center wilde wel helpen om zijn huis in Waalwijk te verkopen, maar dat vond hij nog te vroeg.
Er bevond zich nog een vierde persoon in deze gezellig bedoelde kamer met metalige wanden: de man 'John', die vooral de rol van bewaker had. Hij had een hoekige kop op een brede nek, met - verrassend voor zijn leeftijd van ongeveer vijfendertig - grijze krulharen in zijn nek en grijze, krullende bakkebaarden. Zelfs uit zijn oren en neus kwamen grijze krulharen. Ieder ander hier in het Center zag er onberispelijk uit. John sprak zelden een woord, behalve als iets hem niet aanstond, en dan was hij erg duidelijk. Hij verstond Nederlands en droeg een oortelefoontje. Er waren ook mensen die vriendelijker met Luuk omgingen, maar die waren er nu niet. Misschien wilden ze de Nederlandse huisarts niet in de weg lopen, al zou dat voor het eerst zijn.
Luuk had nog steeds alleen aandacht voor zijn treinen. Deze speelkamer - er waren er meer - mat ongeveer vier bij zes meter. Meer dan de helft van de crèmekleurige vloerbedekking werd in beslag genomen door een ingewikkeld stelsel van treinsporen dat het Center voor de ontvoerde jongen had neergelegd. Het was overdaad. Dom of Amerikaans, en misschien lag dat verdomd dicht bij elkaar. De jongen had er misschien meer mee gekund als hij zelf een stuk baan had mogen aanleggen. Er liepen vast psychologen rond in dit gebouw, maar daar was weinig van te merken. Af en toe moederde er iemand over Luuk, maar zonder veel succes. Uiteraard. Het was nogal een veeg teken dat alle pogingen om de jongen zich op zijn gemak te laten voelen de laatste tijd zo halfslachtig verliepen, alsof men het niet meer met hem zag zitten. Alsof hij al half was afgeschreven.
Barend voelde John zachtjes in zijn rug duwen. Hij keek hem aan. De man maakte met zijn hoofd een gebaar in de richting van Luuk, die net als gisteren begonnen was de rails te verleggen. Dat was een uitstekend idee, maar gisteren had ene Claire dat nog ontmoedigd.
Hij haalde zijn schouders op, terwijl hij John bleef aankijken, strak in de ogen deze keer. Maar die wist blijkbaar ook niet zeker of het verboden was. 'Het is een goed idee,' zei Barend, en nu was het Johns beurt om zijn schouders op te halen. Gerda bood aan om te helpen met de trein en hij liep met haar naar de spelende jongen, met John achter hen aan. Luuks haar was een flink stuk langer geworden, maar op de lichtpaarse fontanel werd het steeds voorzichtig weggeknipt, om beter te kunnen volgen wat daar gebeurde. Het was geen gezicht, zo'n kale plek in het donkere haar van de jongen. Het gezichtje was nog magerder geworden dan voorheen.
De meeste nachten sliep Barend slecht. Hij hoopte dat het geen schuldgevoelens waren, want daar had hij nu niets aan. Faiz Erdal was de laatste tijd in geen velden of wegen te bekennen, terwijl die toch een redelijk contact met de jongen had.
'Mag Gerda je helpen?' vroeg hij.
Luuk knikte. Er verscheen zelfs een glimlachje.
Gerda raapte een bocht op. Het ding was wel een halve meter lang. Ze keek heel even in Luuks ogen en legde het toen aan de twee stukken die hij al had verlegd. Zoals zij de bocht legde zou de trein afbuigen, weg van alles wat er al lag. Luuk vond het een goed idee en maakte meer stukken los, die ze samen aansloten op het nieuwe netwerk in aanbouw. Al gauw werd een van de muren een probleem en koos het tweetal opnieuw voor een route ver van wat er al lag.
Barend keek zo neutraal mogelijk naar John, en die vond het blijkbaar geen groot probleem. Er verscheen zelfs iets van een lachje op de smalle lippen.
'Goed zo, jongens,' zei Barend. Hij moest zich inhouden om niet fanatiek te gaan meehelpen aan de opbouw van de nieuwe baan, die nu helemaal los was van al het bestaande. Hij pakte een kort treinstel van het bestaande netwerk op, een rode locomotief met twee wagons - samen wel een kilo wegend - en paste het op het nieuwe baanvak. Luuk glunderde en John maakte een aarzelende beweging naar de trafo en het spoorstuk met de elektrische aansluiting, maar hij hield zich in. Een aanmoediging, dacht Barend, terwijl hij zelf een start maakte met het omleggen van de stroom.
Ieder ogenblik kon er een ploegje komen binnenstormen om het speeltuig in de oorspronkelijke staat te herstellen, want op elke muur in dit gebouw zat een camera. Maar er gebeurde niets. Barend voelde zich redelijk veilig. Luuk keek hem dankbaar aan; eindelijk een doorbraakje. Dat leek ook John te beseffen, te oordelen aan zijn relaxte houding, nu in een hoek van de kamer zittend. Waarschijnlijk had de man zich al langer lopen ergeren aan het strakke bewind. Misschien had hij zelf ook kinderen.
Gerda en Luuk bouwden verder aan de nieuwe baan, om de paar seconden een blik van verstandhouding wisselend. Barend keek in de camera en maakte met zijn handen een gebaar van 'Is het nou zó moeilijk?' Maar hij had daar meteen spijt van. Dit kon misschien ook worden uitgelegd als een gebaar van hulpeloosheid. Hij had er niet triomfantelijk bij gekeken, maar besloot het gebaar niet opnieuw te maken. Hij deed er beter aan, niet te vergeten waarvoor hij gekomen was.
'Luuk?' zei hij.
'Ja?' Het was dagen geleden dat de jongen iets tegen hem gezegd had.
'Hoe voel je je?' Luuk had zelf alle elektra aangesloten; hij moest alleen nog de stekker in het stopcontact steken.
'Hoe voel je je?' herhaalde Barend zijn vraag.
'Ik wil naar huis,' zei Luuk.
'Dat snap ik. Dat zou ook het beste voor je zijn. Maar ik heb gehoord dat dat niet kan. De mensen hier willen eerst dat je ze helpt.'
'Mag ik dan naar huis?'
'Dat zal toch wel!' Hij keek naar John, maar die gaf geen krimp.
Luuk zakte weer weg in zijn project. Gerda had zich een moment teruggetrokken.
'Ik vind het erg vervelend voor je, Luuk, dat je niet naar huis mag.'
'U kunt toch vragen of het mag als ik doe wat ze zeggen.'
Dat is eigenlijk het probleem met Luuk: hij doet té goed wat ze hem zeggen, tenminste als hij niet voor de beloningen op korte termijn gaat. Het is moeilijk uit te leggen voor een gewone en niet zo welkome huisarts. Maar betalen ze mij niet genoeg om het in ieder geval te proberen? Of misschien - oef! - lijkt Luuk wel iets te veel op mij.
'Het is belangrijk om te doen wat ze zeggen, Luuk, maar nog belangrijker is het om eerlijk te zijn.'
'Ik ben toch eerlijk.' Hij keek naar Gerda. Die liep naar hem toe en aaide hem over zijn haar. 'Maar toch mag ik niet naar huis.' Er verschenen tranen in Luuks ooghoeken en Barend wilde het joch knuffelen. Zou dat mogen? Hij keek naar John en die leek er geen kwaad in te zien. Nou maar hopen dat hij niet alleen qua uiterlijk afweek van de mensen die het hier voor het zeggen hadden.
Hij haalde Luuk zachtjes naar zich toe en moest plotseling aan Thijs Duivendrecht denken, van wie men hier zeker wist dat hij pedofiel was. Hij had de praatjes nooit geloofd. Luuk verzette zich niet tegen de aanraking en stortte zich tegen zijn rechterschouder. Gerda had haar hand al teruggetrokken.
'Luuk, ze denken dat je niet helemaal eerlijk bent over de dingen die alleen jij kunt zien of horen.'
'Dat ben ik wel,' snikte de jongen.
'Misschien moet je toch nog iets beter je best doen.'
'Ik kan het niet.'
'Wat kun je niet?'
'Zien wat zij willen zien.'
'Wat zij willen dat jíj ziet, bedoel je?'
'Zij willen het zien. Maar ik kan het niet laten zien.'
'Ze willen dat je hen helpt, ze hoeven niet precies te zien wat jij ziet. Dat kan niet, nee.'
'Ik kan het niet!' Het ventje snikte en schudde. Het huilen ging over in lange uithalen, die eindigden met een piepje dat onder andere omstandigheden komisch had kunnen zijn.
John kwam aanlopen en trok Luuk ruw van hem weg.
'Don't do that!' zei hij.
De deur vloog open en nog twee bewakers kwamen binnenstuiven. De ene trok Barend achterover, de andere haalde Gerda weg van Luuk. Hij voelde een klap op zijn linkeroor, hoorde een hoge fluittoon en viel een groot niets binnen.